bdite
WO
10000
5000 I
100001
10000
prij;
Plaatselijk Nieuws.
SI
55000
15000
12000
Q]
BHH
I
verklaarbaar. Nu heeft Driesch echter in een
zijner nieuwste geschriften uiteengezet, hoe de
in elke plant en dier zich uitende natuurfactor
geen individueele ziel kon zijn, maar een supra-
individueel levensbeginsel moest wezen. Dit
beginsel moet iets zijn als een „onontwikkeld-
ontwikkelbaar begrip" zegt Driesch. En tot toe
lichting van d'it denkbeeld wijst hij als voor
beeld op het begrip „kegelsnede". Ook dit is
een eenvoudig onontwikkeld begrip, maar ge
realiseerd aan bepaalde materie (kegel) geeft
het noodwendig tot bepaalde vormen aanlei
ding. Zoo[ zou ook het levensbeginsel, aan
bepaalde materi ele voorwaarden gebonden, de
oorzaak zijn voor bepaalde levensvormen en
de verwantschap in bouw en functie, die tus-
schen alle organismen bestaat niet herleidbaar
zijn tot eene genetische verwantschap, maar
berusten op een „parenté idéale" (Bergson).
Deze beschouwing van Driesch acht ik van
het hoogste belang, want hoewel de oplossing
van het levensraadsel ook door Driesch niet is
gevonden, toch schijnt het of langs dezen weg
eene nieuwe visie over het leven te verkrijgen
zal zijn.
Keeren wij thans terug tot het mierenleven.
In de volgende hoofdstukken zullen wij vele
der merkwaardige functies trachten te beschrij
ven. Hoe belangwekkend, ja zelfs hoe roman
tisch boeiend deze ook op zich zelf mogen zijn,
het ligt niet in de bedoeling der wetenschap
bij het constateeren van het „hoe" te blijven
stilstaan. Naast het „hoe" streeft zij naar de
beanwoording van het „waardoor" en „waar
voor" en ten slotte van het „vanwaar". Dit
laatste omvat de grootste geheimen. Vanwaar?
Hoe en waardoor is alles onstaan, hoe
is de wording der dingen in d'e natuur? Zoo
zoekt ook de wetenschap naar het ontstaan van
de zeldzame handelingen der mieren en hun
nen daarbij zoo harmonisch passenden lichaams
bouw.
De zoogenaamde moderne wetenschap heeft
ons behalve een grenzenlooze wanorde in de
feiten nog iets anders nagelaten namelijk een
woord van bijna hypnotische kracht: „evo
lutie". Dit woord zou de sleutel zijn tot alle
geheimen, zou de oplossing geven van alle
vraagstukken omdat het de wording ontslui
eren zou. L'évolution c'est la révolution sans
avoir l'r(air). Geen principieel verschil tusschen
dood en leven, tusschen dier en mensch, tus
schen stof en geest, geen qualiteiten alleen
quantiteiten, geen zijn, alleen worden1, ai'les
vloeiend panta rei geen God', alleen evo
lutie. Diepere bezinning leerde, dat waar wer
kelijk evolutie, dat is ontwikkeling, ontplooiing
als verschijnsel is waar te nemen of vermoe
delijk heeft plaats gehad, de vraagstukken pas
beginnen, de onzienlijke dingen en krachten
nog moeten worden gezocht, die dit zienlijke
hebben gewekt. Zelfs als evolutie in zijn een-
voudigsten vorm optreedt en in knop of kiem
het wordende in miniatuurvorm reeds is ge-
praeformeerd, dan nog zijn daar krachten en
werkingen nood'ig, die de wasdom, die de ont
plooiing geven.
Zoo is thans met name de wording van het
levende een vraagstuk in de wetenschap, dat
meer dan ooit om oplossing althans om ver
heldering roept. Zal dit mogelijk zijn? Al is
de naïve opvatting wel algemeen verlaten als
veroverde in den loop der tijden de weten
schap het onbekende terrein stuk voor stuk,
als ware de wetenschap alleen eene hoeveel
heid ervaring, niemand heeft er nog aan ge
wanhoopt, dat ook mettertijd het levensraadsel
althans ten deele opgelost zal worden. Daar is
echter een Fransch wijsgeer van onzen tijd
Henri Bergson, die meent dat het verstand
echter nooit het leven zal kunnen begrijpen.
„Qu'il s'agiss'e de traiter la vie du corps ou
celle de l'esprit, elle (l'intellgence) procédé avec
la rigueur, la raideur et la bruitalité d'un in
strument, qui n'était pas destiné a un pareil
usage", en verder „l'intelligence est caracterisée
par une incompréhension naturelle de la vie".
Het verstand is aangelegd, volgens Bergson,
op het doode, op het verdeelen en nimmer
kan men de beweging, de wording zelf be
grijpen al plaatst men nog zooveel beelden
naast elkander. Wie Parijs wil „kennen" kan
niet volstaan met het bezien van de stad van
vele zijden. Nog zoovele plaatjes kunnen niet
vervangen den indruk van hem, die eenmaal
„erin" was, die het leven meeleefde.
Het is hierniet de plaats om de leer van
Bergson critisch te beschouwen, waar het al
leen de bedoeling is den indruk te wekken, dat
niet alleen velen meenden dat achter de zien
lijke dingen geen onzienlijke bestaan, of de on
zienlijke tevens onkenbaar zijn*, maar dat ook
de meening is uitgesproken, dat andere func
ties van den geest dan die welke in de weten
schap werkzaam zijn, de geheimen der leven
de natuur ontsluieren moeten. Dat het vinden
van nieuwe hypothesen inderdaad niet alleen
een verstandelijke functie is, is wel zeker; het
is gebonden aan onze geheele persoonlijkheid
en mij dunkt, dat ieder, die het terrein der
levensverschijnselen nauwgezet doorzoekt, het
zelfde moet ervaren als Samuel Buttler, die
in z^lke schoone bewoordingen (de ontdek
king en ontwikkeing van zijne psychische be
schouwingen van het leven beschrijft. „Ik geef
toe", zoo zegt Buttler, „dat toen ik voor mijn
onderwerp ging werken, ik er niet ernstig in
geloofde. Ik zag als het ware eenen steen op
den grond liggen met eenen aantrekkelijken
glans; deze opnemende draaide ik hem voor
mijn genoegen om en zag, hoe meer ik hem
beschouwde, de steen steeds schitterender wor
den. Ten slotte werd ik er zoo door geboeid,
dat ik aan mijne verbeelding den vrijen teugel
liet. Het aanzicht der wereld veranderde; de
steen, dien ik gedachteloos opgenomen had,
bleek een talisman van onschatbare waarde te
zijn en opende eene deur, waardoorheen ik een
blik wierp op eene vreemde en belangwekken
de verandering".
Maar vergeten wij ook niet, dat het onzien
lijke alleen in de wetenschap aan het zienlijke
kan nagespeurd worden en de feiten van het
mierenleven ons voor alles moet leiden. Onge
straft zal de denker over de natuur zich niet
van het zelf waarnemen en beproeven van zijn
object kunnen onthouden. Immers: „de werke
lijkheid heeft zich tot dusverre aan de naar
hare wetten zoekende wetenschap altijd nog
verhevener en rijker onthuld dan de uiterste
inspanning van mythische fantasie en meta-
physische speculatie haar wist uit te beelden",
schreef eens dezelfde groote geleerde, die zoo
terecht de groote taak der wetenschap zag in
de „künstlerische Auseinandersetzung der Tat-
sachen".
Het zeer leerzame en interessante boek is
verlucht met 72 zeer duidelijke afbeeldingen
betrekking hebbende op het leven der mieren.
HENRI BAKELS.
T O O N E E L.
Stadsschouwburg. Max Pallenberg.
De vraag, die zich tijdens de uitvoering van
het Wiener Raimundtheater bij mij opdrong,
was, waarom toch tooneelsterren bij voorkeur
stukken van niets schijnen te willen gebruiken,
om hun bekwaamheid te openbaren. Is het om
te laten zien, hoe ze in hun vak het even ver
kunnen brengen als die Fransche kok, die een
verrukkelijke pastei kon bereiden, zoo men hem
slechts een handschoen gaf?
„Wau-wau" het uit het Engelsch in het
Duitsch vertaalde blijspel, waaraan nog wel
twee schrijvers tegelijk hun krachten hebben
beproefd, was, op zijn Hollandsch gezegd, kort
weg snert.
Hoe zou Max Pallenberg, die deze snert
smakelijk wist te maken door zijn voortreffe
lijke creatie, als hoofdpersoon in een van de
toch allicht ook nog steeds bestaande goede
tooneelstukken van ouden of nieuwen datum
grootsche kunst kunnen scheppen! Nu kon zelfs
zijn kostelijk spel niet verhoeden, dat deze
vermakelijke Zondagmiddag tenslotte wel een
weinig teleurstelde.
Zijn type van den senielen zonderling trok
onmiddellijk de belangstelling; heerlijk wist
hij de komische werking, die van dezen goed-
hartigen drift- en slaapkop uitgaat, ten profijte
van het goedlachsche publiek te gebruiken en
Ernst Wieland, die als kamerdienaar van den
oude prachtig tegenspel gaf, hielp hem dapper
mee. Deze twee aftandsche goedigaards met
elkaar te zien omhaspelen, schonk waarlijk een
genot van hooger orde. Toch hopen wij, dat
wanneer straks de terecht om zijn geniale
hoedanigheden gevierde gast voor de tweede
maal hier komt, ook het stuk zelf zijn geest
en genialiteit meer waardig mag zijn dan thans
het geval was.
DE WIJZE KATER.
Dinsdagavond heeft de „Wijze Kater" nog
maals in den Stadsschouwbrug zijn kunsten
vertoond- Het was, of het dier zichzelf nog
meer overtrof. Een flink bezette schouwburg,
door het kostelijk samenspel van het Schouw-
tooneel in pleizierig humeur gehouden, juichte
Jan Musch en zijn kranige medewerkers on
stuimig toe.
c.
Lohengrin Nationale Opera.
Wie Woensdagavond de enorm^ opkomst
in den Stadsschouwburg gezien heeft er was
geen plaats onbezet gebleven1 die zal' niet
aan een noodlijdende onderneming gedacht heb
ben, De „Nationale Opera" heeft Woensdag
met de voorstelling van Wagner's „Lohen
grin" een succes-avond beleefd.
Behalve de stem van Richard van Helvoirt
Pel, die voor muziekliefhebbers een groote aan
trekkingskracht heeft, viel daar nog te genieten
de medewerking van twee gasten, Otto Wolf,
al's „Lohengrin" en Gomt Brontgeest, als „Ko
ning". Bovendien kondigde het programma aan,
dat een jonge zangeres, Marie Littef, de partij
van „Elsa van Brabant" zou zingen.-
De Miinchener tenor, Otto Wolf was 'in het
zachte een weinig onzeker, doch roerend door
een lichtelijk melancholisch timbre, terwijl hij in
het krachtige tot een bijna metalen helderheid
zijn stem spande. Ondanks deze onvastheid in
het zachte trof hij mij daarin nog meer dan
in het forte.
Vooral in het -duet met Marie Littef in III
gaf Otto Wolf veel e genieten.
De stem van Com Brontgeest, le Bariton van
de s'taatsopera te Berlijn, is wel zeer mild
en kleurrijk, doch niie-t krachtig genoeg voor
een operazanger. Bij een zachte begeleiding
der muziekinstrumenten verraste Brontgeest dik
wijls door een zuiver en klankvol geluid, dat
echter bij een krachtiger begeleiding versmolt.
Ook Mejuffrouw M-arie Littef kon zich bij
een krachtige instrumentale begeleiding rriet
voldoende doen gelden. Doch bij haar ligt de
oorzaak daarin, dat haar lieve, volmaakt zui
vere stem nog eendge meerdere ontwikkeling
behoeft. Wanneer zij uit het vibreeren tot een
strak spannen en aanhouden harer stem kan
komen zal zij zeer veel kunnen bereiken, te
meer, daar zij ook voor het dramatische niet
van aanleg verstoken is.
Mevrouw L- PoolmanMeisner is behalve
een goed geschoolde en van nature begaafde
zangeres, met een machtig geluid, een bekwame
actrice; zelfs in de pantomimiek toonde zij
zich in I zulk een meesteresse, dat onze oogen
voortdurend door haar geboeid waren.
Behalve enkele gedeelten van het tweede
bedrijf kan de partij van Ortrud ons echter
muzikaal maar weinig bevredigen en wij had
den Mevrouw Poolman dan ook gaarne een
betere toegewenscht die meer in overeenstem
ming was met de kwaliteiten van haar zang
en spet.
De leiding van het orkest was bij Rudolf
Tissor in goede handen, waarvan de ouver
ture van I en die van het derde bedrijf ge
tuigden.
Het publiek beloonde de zangers en zange
ressen met een langdurig applaus, dat aan het
einde in gejdich overging en den vorm aan
nam van een ovatie, die stellig niet het minst
bedoeld was voor Otto Wolf, Helvoirt Pel
en Marie Littef.
H. B.
KUNST.
KUNSTAVOND, SÖRMUS LEISTIKOW.
Een kunstavond van buitengewone beteeke-
nis zal op Maandagavond 22 Januari te Haar
lem in de üem. Concertzaal gegeyen worden.
Van buitengewone beteekenis om tweeërlei
redenen. In de eerste plaats zal het Neder-
landscite publiek hoogstwaarschijnlijk wel niet
meer deze twee hoogstbegaafde en wereldbe
roemde kunstenaars gezamelijk zien optreden.
In de tweede plaats om het doel, waarvoor
deze kunst-avond is georganiseerd. In Rusland
zijn tengevolge van den hongersnood vier mil-
lioen weeskinderen overzorgd achtergebleven.
Men heeft ook vanuit Holland ettelijke 'duizen
den van deze kinderen in het leven gehouden
door hen in kinderhuizen onder te brengen.
Nu evenwel -den laatsten tijd de steun voor
dit sympathieke doel belangrijk verminderd is,
hebben de twee kunstenaars Leistikow en Sör-
mus besloten hun kunst in dienst te stellen van
dit kinderreddingswerk en zij zullen trachten
door aan het Nederlandsche publiek het aller
beste te geven op het gebied van kunst naar
deze kunstavonden de duizenden bezoekers te
trekken en -daardoor uizende guldens te, ver
dienen voor de arme verweesde kinderen.
Van de kunstenaars zelf veel te zeggen is
overtollig. Beide hebben een Internationale re
putatie en wij kunnen dus volstaan met een
enkelen zin uit een paar van de vele pers
stemmen weer te geven.
De „Dailly News" noemt „Sörmus een kun
stenaar van den hoogsten rang".
„Politiken" Stockholm 1922, schrijft in een
recensie: )|(Sörmus liet op eert wonderbare
wijze het publiek erkennen welk een groote
muzikale kracht hij in zich verbergt".
Een korte recensie der lofzangen, die de
Holandsche pers over Gertrud Leistikow heeft
gegeven, zou een pagina vullen. Om strijd is
zij geroemd als de „Hoogst begaafde danseres
die in haar dansen een ontroerende schoonheid
weet te leggen.
Volstaan wij ook hier met enkele Hollandsche
en internationale persstemmen:
Handelsblad 19191920.
„Ik ken geen tweede danseres, die zoo over
tuigt van haar physieken aanleg en van haar
geestelijke roeping voor haar kunst als Lei
stikow.
Nieuwe Rott. Crt.
„De danseres Gertrud Leistikow als gebaar
behoort ontegenzeggelijk tot het allerbeste, dat
wij hier ooit in Holland bewonderden".
Vossische Zeitung, Berlin.
„Gertrud Leistikow is beslist de geniaalste
danseres der wereld".
Tageblatt, H'annover:
„Het dansen van Gertrud Leistikow is reine
kunst vain meesterlijke volmaaktheid en ware
schoonheid".
Figaro, Parijs:
„Gertrud Leistikow hield de Parijzenaars
twee uren lang met haar danskunst als het
ware in boeien geklonken".
Waar dit enkele persstemmen zijn uit de
Internationale pers, twijfelen wij er niet aan of
ook in Haarlem zullen deze beide kunstenaars
voor een: volle zaal optreden. De kunst die
wordt geboden en het doel van dezen avond
zijn bet ten volle waard.
BLOEMENDAAL.
Men verzocht ons plaatsing voor het na
volgende.
De gronden langs den Zeeweg.
In hotel Van ouds 't Raadhuis werd Woens
dagavond een vergadering gehouden van -de
Commissie uit de burgerij inzake den aan
koop der gronden langs den Zeeweg door
de Gemeente. De voorzitter heette de talrijke
.aanwezigen welkom en verklaarde hunne te
genwoordigheid bijzonder op prijs te stellen-,
waar de vergadering in hoofdzaak slechts om
een formeel'e reden bijeengeroepen is, n.L
de benoeming van een Comité van Actie. Hier
uit blijkt wel de groote belangstelling, die in
de gemeente voor deze gewichtige zaak be
staat. De Commissie telt tlrans ruim 60 leden
en er is geen hoek der gemeente, geen kring der
burgerij, geen richting -op politiek gebied, die
niet vertegenwoordigd is. Alle politieke bedoe
ling is aan deze actie vreemd. Om dit op
ide duidelijkst mogelijke wijze tot uiting te
brengen is er bij de samenstelling der Com
missie naar gestreefd, alle richtingen en groe
pen zooveel mogelijk gelijkelijk te doen ver
tegenwoordigen. Dit is ten volle gelukt, be
halve voor wat de sociaal-democraten betreft-
Van eenigen hunner is gebleken, dat zij in het
vraagstuk belang stelden, maar enkele uitgc-
noodïgden, van wie verwacht mocht worden,
dat zij aanwezig zouden zijn, ten einde zich
op de hooge te stellen, blijken niet te zijn
opgekomen. Alsnog zal aan eenige personen
van -deze richting de gelegenheid tot mede
werking worden geboden.
In verband met enkele opmerkingen in bla
den en gehouden besprekingen wordt er op
gewezen, dat deze aankoop, niet te verge
lijken is met de exploitatie der gronden langs
den Ouden Scheveningschen weg. Daarbij is
de Gemeente Den Haag niet geïnteresseerd
,gewees|. Die gronden waren en bleven in
handen van particulieren (de familie Von Wied,
„Zorgvlied") en zijn ten slotte ook door par
ticulieren geëxploiteerd. De grond, waarop de
Oude Scheveningsche weg door den Haag is
gelegd', is toen v-oor een appel en een ei
door haar gekocht. Hier is -de grond, waarop
de Zeeweg ligt, onteigend, maar in het aan
hangig koopcontract zijn ook de gronden,
waarop -de Zeeweg ligt, weer begrepen, zoo
dat ook deze in geval de aankoop doorgaat met
f 0.55 per M2. worden betaald- De voorzitter
wenscht over den aanleg van den Zeeweg
niet te sprekem Daarover loopt de kwestie
niet. Slechts over den aankoop van de gron
den daarlangs.
Een der aanwezigen vroeg, of er bepaalde
redenen hebben bestaan, waardoor de gemeen
te Bloemendaal wel genoodzaakt was te koo-
pen, b.v. uitbreiding van gemeentediensten
e.d.
Daarop werd van de bestuurstafel nog
maals uiteengezet, dat hier geen sprake is van
de motieven, waarop gewoonlijk gronden door
gemeenten worden aangekocht: uitbreidings
plan, ten behoeve van gemeentediensten
(waterleiding, gasfabriek), behoud van natuur
monumenten e.d. De gronden werden gekocht
om ze weer te verkoopen: een kwestie van
handel. En het hoofdmotief is, dat daarmede
de kosten van den aanleg van den Zeeweg
er uit zullen worden gehaald. De aankoop
heeft dus een zuiver speculatief karakter.
Blijkbaar is daarbij niet voldoende gedacht
aan de bijkomende kosten voor wegenaanleg,
aanleg van leidingen, het bouwrijp maken
der terreinen, renteverlies, enz. Het koopcon
tract vordert reeds den aanleg van een bou
levard op kosten der gemeente langs een ge
deelte der terreinen, die in handen der ver-
koopers blijven, enz. Ook zijn b.v. de beste
stukken van het terrein niet in den verkoop
begrepen.
Al met al komen de te verkoopen gronden
ten slotte op een kostprijs van meer dan f 3.
per M2. Nu is het een kwestie van -optimisme
of pessimisme, -of men verwacht, daarop al of
niet nog winst te kunnen maken. Bovendien
is de gemeente geen geschikt lichaam om als
exploitante van bouwterreinen te fungeeren.
De gemeenteschuld bedraagt thans reeds ruim
f 3.600.000.Aan rente en aflossing betaalt
de Gemeente per jaar f 426.000.De hoofde
lijke omslag bedraagt f 649.000.zoodat thans
reeds twee derden van den hoofdelijken om
slag aan rente en aflossing weg gaat! Is het
nu verantwoord, straks ten behoeve van dezen
laankoop d'e schuldenlast meer dan te ver
dubbelen? Over deze zuiver zakeliiken vraag
loopt de kwestie.
Na uitvoerige besprekingen verklaarden alle
aanwezigen geheel in te stemmen met
de voorgenomen actie.
Thans werd' overgegaan tot de samenstel
ling van het Comité van Actie. Verkozen wor
den tien aanwezigen, wederom uit alle krin
gen, -die zich bereid verklaren. Nog enkele
andere personen zullen worden uitgenoodigd,
ten eindte het volkomen neutraal en zakelijk
karakter der beweging ten volle tot uitdruk
king (t-e hrengem Zoodra het Comité com
pleet is, zal de samenstelling worden gepu
bliceerd-. A.s. Maandag t-e 8 (uur komt het
Comité reeds bijeen.
Nad'at door een der aanwezigen namens ie
geheele vergadering hartelijk dank was ge
bracht aan den voorzitter voor zijn uitsteken
de en zeer gewaardeerde leiding, werd de ver
gadering gesloten.
Het mulle zand voor de woning van den
heer Nieuwenhuijs aan den Bloemendaalsche
straatweg is vervangen door een keurig bete
geld pleintje. Door deze bestrating is er een
teel'ijke plek in onze dorpsstraat verdwenen.
In. zijn afsi
dankte de predi:
Ds. Brussaard,
en de gemeente
zijn verblijf alh
memoreerde wï
dat hij hier wai
oefening eindigd
van Gez. 224
donsistoriekamei
predikant voor
Velen waren hi
Vrijer heeft zii
niet alleen „de
week een gods
een pastor die
deelt. Zonder a
hij hulp en steu
wonder, dat
noode zien ver
Zaterdag j.l. 1
j-lloemendaalsch
Hotel Vreeburg
ling was ditmaa
bij gebrek aan
plaatsje tevrede
weder vlot uitg
der adspirantje:
werd overgeda;
^(eder nummer
door een luid a
een avond van
dat de Vereenis
-gymnastieknumr
en dit ook op de
beloonde met e
derom werd
dansje onder le
Er wordt hc
omnibus gebrui
beperkte dienste
thans is men
meeste diensten
den. Dit zaakje
Oom Jacob d
nen en zoo kwa
teleurgesteld w
naar huis moe;
jeugd, dat ze
hoeven te miss
zen later zal g
Zondag 14 Januari heeft Dr. M. J. A. de
Vrijer in de Ned- Herv. Kerk alhier afscheid
genomen van zijn gemeente. De kerk was zoo
vol, dat velen moesten staan. Nadat de ge
meente psalm 49 vers 1 had gezongen, trad
Br. de Vrijer omringd door den kerkeraad
en een groot aantal vrienden de kerk binnen.
Na het gebed las de predikant Ezechiël 34 11
en Romeinen 835. Als tekstwoord had hij
gekozen „Wie zal ons scheid-en van de liefde
van Christus".