TWEEDE BLAD Een Dichterlijke Droom. De goedkoopste weelde voor ledereen, is FRANKEN'S MELKBROOD „Bloemendaalsch Weekblad" Zaterdag 10 Maart '23. Het nut der wetenschap. ONTVANGENBOEKEN. T O O N E E L. MUZIEK EN ZANG. ALLERLEI. DAMRUBRIEK. No. 10. Een lezer zendt aan de N. R. C't. de volgende aanhaling uit het verslag van de zitting der Eransahe Nationale Vergadering op 1 Maari 1871 te Bordeaux. Victor Hugo is aan het woord: „Daarna zal zij zich op een dag plotseling oprichten! O, zij zal geweldig zijn. Men zal haar als met een sprong Lotahringen, de Elizas zien terugnemen! „Zul dat alles zijn? Neen, neen! Zij zal hoor naar mij Triier, Mainz, Keulen, Ko blenz vermeesteren" (Op verschillende banken: „Neen! Neen!") „Hoort mij aan, mijne heeren» Met welk recht onderbreekt een Fransche vergadering een uit barsting van vaderlandsliefde?" (Verscheidene leden: „Spreek, voltooi uw gedachte".) „Men zal Frankrijk zicih weer zien! oprichten. Men zal haar Lotharingen en de Elzas zien te rug winnen". (Ja, ja! Zeer goed!") „En dan, zal dat alles zijn? Neen. zij zal Trier, Maiinz, Keulen, Koblenz, den gehee- len linkeroever van den Rijn veroveren En men zal Frankrijk hooren uitroepen: Het is mijn beurt thans! DuitecMand, hier beu ik! Ben ik uw vijandin? Neenl! Ik ben uw zuster". (Zeer goed! Zeer goed!") „Uk heb alles van U teruggenomen en ik geef U alles terug, op één voorwaarde, en die is, dat wij slechts één volk zullen uitmaken, één gezin, één republiek". (Beweging). ,,lk zal mijn vestingen sloopent; gij zult het de uwe doen. Mijn wraak is de broederschap!" (Aan de lin kerzijde: „Bravo! Bravo!) „Geeni grenzen meer! De Rijn voor allen'! La ten wij dezelfde republiek vormen; latieni wij de Vereenigde Staten van Europa zijn, laten wij een bond van' het vasteland oprichten; la ten wij de Europeesche vrijheid belichamen, laten wij den werelvrede verwezenlijken! En nu, laten wij elkaar de hand geven, wamt wij hebben elkaar een dienst bewezen. Ciij hebt ons van onzen keizer bevrijd, wij bevrijden u van den uwen". (Bravo! Bravo!" Toejuichin gen). Aldus het vizioen van Victor Hugo in-1871. Met de instemming, die 'het verwierf. De herwinning van Elzas-L'oShardngenj, de bezetting van den linker Rijnoever en de ver jaging van den Duitscihen keizer zijn uitgeko men. De verbroedering in het belang van den wereldvrede helaas niet One vertaalt in het N- v.d. D. het volgende aan de „Times" ontleende bericht. Ergens in Zuid-Afrika had het zóó weinig geregend, dat de inboorlingen zich over het lot van den te velde staanden oogst ongerust maakten. Zij raadpleegden den „regenmaker" een ambtenaar, wiens gemis wij hier in deze maanden niet voelen, en besloten daarop een hunner stamgenooten, als offer, le vend te verbranden. De hiertoe uitverkorene had toevallig ook iets op zijn kerfstok, maar deze omstandigheid schijnt de pijnlijke keuze niet bepaald te hebben. Na de verbranding van het slachtoffer viel er regen. Toen kwam de politie en nam de verkoolde overblijfselen in beslag. De verantwoordelijke inboorlingen zullen, aldus eindigt het bericht, worden ver volgd voor „déze gruweldaad, waarvan zij zich de draagwijdte helaas niet bewust zijn". Die vervolging achten ook wij wenschelijk, al ware het alleen maar om dien inboorlingen bij te brengen, dat volgens den huidigen stand van de wetenschap een oorzakelijk ver band tusschen het levend verbranden van een mensch en eindelijken regenval niet aan te toonen is. Die inboorlingen hebben natuurlijk maling aan wat wij „wetenschap" noemen, en zijn zich op hun manier van de „draagwijdte" van deze daad natuurlijk volmaakt bewust. Zij dreigden, misschien dreigde heel die stam, door honger om te komen, ais de oogst nis- lukte. -t &jj Toen gingen zij naar den bevoegden „dies- kundige", den regenmaker en volgden diens raad op. En daarop viel er regen. Het kan zijn, diat de regen tóch zou gevallen zijn en de re genmaker zich vergiste, toen hij meende, dat daartoe een menschenoffer noodig was. Maar onze deskundigen vergissen zich ook wel eens. Nu meene men niet, dat wij de handelwijze van de inboorlingen goedkeuren, maag men vergete niet, dat bijvoorbeeld in Amerika zeei herhaaldelijk menschen en ook steeds min of meer zwarte levend verbrand worden, wegens heel wat minder gewichtige motieven dan de gevreesde verhongering van heel een stam. En het is duidelijk, dat wat ons in dit „offer" tegenstaat niet is die „opoffering" van een men- schenleven: als de inboorlingen, met den na derenden hongersnood voor oogen, onder het een of ander voorwendsel twist hadden gezocht met een naburigen stam, bij welken het be hoorlijk geregend had, 'gewapend daarheen wa ren getrokken en de oogst ingepalmd of „gere- quireerö" hadden, zouden wij op een men- schenleven meer of minder, dat deze expedi tie mocht gekost hebben, niet hebben gezien. En inen zou, deze inboorlingen in het oog heb ben gehouden als misschien bruikbare hulp troepen in een onzer volgende oorlogen. Wat ons in het door de inboorlingen ge brachte offer tegenstaat, is dat zij niet wil len gelooven in onze wetenschap. Deden zij dat, zouden wij dan zoo pietluttig zijn over een inboorling meer of een inboorling minder? „Ons Eigen Tijdschrift", de uitgave der fir ma C. J. van Houten en Zoon te Weesp, blijft zich verheugen in de medewerking van be kende schrijvers. Zoo bevat het juist ontvangen Eebruari-nummer een schets van Felix Timmer mans, waarin hij vertelt van zijn verdriet over het verdwijnen van den „Molen van Franzoo". Een afbeelding van den molen naar een pen tekening'. van Eelix Timmermans1 illustreert deze schets. In dit nummer vinden wij voorts, behalve een kunstbijlage naar een houtsnede van J. O. Veldheer, „De Nacht", nog de volgende 'bij dragen: Het Rommeipottoopen op Vastenavond, door V. met twee foto's. Zuid Limburg, gedicht van Dr. Felix Rutten. De Boerderij, gedicht van A. E. van den Tol. Naar een nieuwe kunst en levensleer, door C. H. de Boer, met 6 afbeel dingen naar schilderijen, houtkoolteekening en litihographiën van F. H. v. d. Stok, D. Schafer en W. van den Berg. Reislied, gedicht van Her man Salomonson. Op bezoek bij een- oud-platte lands-schoolmeester, door D. J. van der Ven, met een teekening van Oeorge van Raemdonck en drie 'bladzijden' uit mieester's voorbeelden- schrift. De groeiende stad, door Jo de Wit, met een teekening van Jan Schonk. De voge- larij op Schiermonnikoog, (slottafereel uit de lentefilm van D. J. van der Ven) getoondicht door Julius Röntgen en geillustreerd met twee reproducties naar 'houtsneden van Jan Schonk. Jacob Maris bij Kleykamp door Anne Hailema, met een reproductie naar de schilderij „vis- schersbom op het Soheveningsche strand" van Jacob Maris. Het stra-rijden op Westerschou- weu door V. met twee foto's. Voor onze kin deren. De golden kuierstok, een Giethoornsche dorpsvertelling door Annigje Maat met 6 foto's van H. Berssenbrugge, Jos. Raemaekers e.a. J'ij Ook, gedicht van A. W. van E., De Secon den, gedicht van Jet van Strien. De Mijn ramp, door David Tomkins, met een' teekening naar een lithographie van Sj. Kuperus. Uit den ouden doos, een heel ouderwetsch kinderrijmpje. Voor vrije uurtjes. H. B. BROCHURES EN TIJDSCHRIFTEN. Versclienen de Januari-Februari aflevering van het Theosophische Pad, Internationale Maandeeelijksche Revue buiten kerkelijk cn politiek verband onder leiding van Katherine Tingley. Bij W. Versluis, Amsterdam is de 4de druk verschenen van „Dj Inrichting van onzen Staat" door A. Smit. De schrijver heeft alle aanvulling en veranderingen aangebracht, die door de nieuwe wijziging der Grondwet noodi'g waren geworden. Ook het gedeelte over Ned. Indië is bijgewerkt. Wie zich deze nieuwe wij zigingen eigen wil maken, bestelle dit populaire werkje. Een tweede druk is verschenen van „Het Geluksland", een vertaling door A. E. Huber van den Deensohen roman „Lykkens Land" door J0rgen Falk R0nne. Onder het opschrift „Geen Zwakheid" schrijft Luciei) Chassaigne het navolgende in „Le Journal" van 5 Februari j.l. Het is liet oogenblik voor ons om op onze hoede te zijn en ons niet bloot te geven aan eeni'ge slinksche manoeuvres, die zich zonder twijfel zullen vermenigvuldigen. Drie weken geleden zijn we den strijd begonnen uitsluitend tegen het kolensyndicaat; de houding van den heer Cuno heeft ons verplicht hem kortweg tegen zijn gouvernement te richten. Ditmaal zou er van een wapenstilstand geen sprake kunnen zijn. Duitschland heeft den scherpen, economischen oorlog gewild. Het heeft er heil van verwacht omdat het gemeend beeft het langer te kun nen uithouden dan wij. Hoe lang zou Duitsch land den dwang die wij sinds gisteren er op uitoeefenen door het de Roerkolen te ontne men, kunnen weeerstaan? Bet bezette gebied gaf Duitschland per maand 21/. millioen ton kolen en 500.000 ton cokes. Deze cijfers vertegenwoordigen ongeveer 50% van de hoeveelheid, die het noodi'g heeft. De rest kreeg het uit de mijnen van Saksen en Sïlezië. Om dit belangrijk tekort aan te vullen, kan het zijn toevlucht nemen tot 1 tx het intensief gebruik van bruinkolen, waarvoor het' zich de laatste jaren speciaal heeft ingericht; 2e. vreemde kolen. Zijn financieele toestand veroorlooft echter dit laatste niet. Maar het Rijk heeft ruime reserves. De voorraad van de spoorwegen verzekerde vroe ger het verbruik voor een week; op het ©ogen blik schat men, dat hij voldoende is voor de behoeften van 45 dagen. De fabrieken hebben gemiddeld voor 30 dagen kolen. Het verbruik zal natuurlijk tot 't hoognoo- dtge worden teruggebracht. Ten einde teleur stellingen te voorkomen moet men rekenen dat de 3 hulpmiddelen, bruinkolen, vreemde kolen en voorraden, een Duitschland, dat be sloten 'is, het ergste af te wachten, in staat kunnen stellen het 6 of 8 weken uit te houden. Dat is echter geen termijn die ons veront rusten kan. lil den- Stadsschouwburg gaf het Wiener Hofburg Theater een voorstelling van Das Kon- zert, het fijne en geestige blijspel van Hermann Bahr. De tooneelliefhebbers uit onze buurt zul len verheugd zijn geweest, dezen troep en dit stuk, waarover in de groote pers reeds zooveel is geschreven, ook in eigen woonplaats te heb ben kunnen genieten» Een andere opvoering, ook door een Duitsch sprekende troep, was die van een drietal operettetjes in één bedrijf, als Musikalische Kammerspiele aangeboden. Deze spelers met hun vroolijk, vlot genre zijn hier reeds eeniger- mate ingeburgerd. Die zerrissene Hose kon ons minder beviallen dan het idyllische Prinzesschen en de burleske Roman in der Waschkiiche, waarbij Claire Jaehe als waschvrouw door haar koddige creatie het publiek deed schudden van 't lachen. Maandag geeft deze troep een laatste voor stelling met nieuw programma. Voor wie van vroolijk, gekuischt vermaak houdt, dus nog maals een gelegenheid. De Nationale Opera gaf Woensdag een uit voering van Traviata. Men heeft den spot ge dreven met het „nationaal" karakter van deze onderneming. En niet ten onrechte, want de hoofdrollen waren bezet door Italianen, waar onder kopstukken uit de ook ten onzent zoo ge vierde ltaliaansche Opera. Dit ltaliaansche bestanddeel schijnt wel het beste van dezen „Hollandschen" troep. Ena Surinacti, die de inspannende partij van Violetta onberispelijk vertolkte; Giletta, die als Rodöl- phe weer van zijn prachtig orgaan deed ge nieten en Conati als de, vader oogstten warmen 'bijval van den flink bezetten schouwburg, die d'e gemakkelijke en melodische muziek van Verdi met welgevallen volgde. De orkestleider Uriel Nespoli, ook al geen erg „nationale" naam! ontving liet hem toekomend deel van den geestdraftigen lof. C. Haarlemsche Orkestvereeniging. Dinsdag avond 13 Maart a.s. zal door het Haarlem's Orkest een concert gegeven worden ten bate van het Steun- en Pensioenfonds der Orkest leden. De voor ons Haarlemmers zoo goed' bekende solisten Di Mooriag (zang) en Henriëtte Bos nians (piano) zullen daarbij geheel belangeloos hunine medewerking verleenen. De toegangsprijs voor dit concert is gesteld op één gulden voor den eersten ran'g en op 50 cents voor den tweeden rang. Deze prijs is zoodanig, dat het Bestuur der H.O.V. zeer stel lig verwacht dat de zaal geheel uitverkocht zal zijn. Deze verwachting wordt gekoesterd, niet alleen omdat de uitgevoerde muziek stellig eene algemeene belangstelling vraagt, maar nog meer omdat de Haarlemsche muziekliefhebbers, die nu wederom den geheelen winter tegen uiterst matige prijzen van het energieke werk der orkestleden hebben geprofiteerd, thans eene goede gelegenheid zullen hebben te doen blij ken dat zij voor dit orkest ook nog iets meer over hebben dan een hartelijk applaus alleen! Het Bestuuur der H. O. V. zou zijn streven be loond achten, wanneer het Haarlemsche publiek reeds van te voren zooveel blijken van belang stelling gaf voor dit sympathieke doel, dat lang vóór a.s. Dinsdag kan worden aangekondigd dat de zaal uitverkocht is. 'Reeds nu kunnen plaatsbewijzen worden ge kocht en besproken bij de firma's Alphenaar en Vernout. Vrijdagavond 16 Maart a.s., zullen zangleer- lingen van Mevr. SytbrandiJJal'berstadt een concert geven in de Muziekzaal van het Prov. Ziekenhuis te Santpoort. Uitgevoerd zullen worden solo's, duetten, perzetten en koortjes. De begeleiding is in handen van Mej. Emmy van Eden en Mej. Sennef. KUNST. PLASTIEK. Onder de aspicien der dames A. D. J'ansens, Annie Serphos en Marie v. Zeggelen komt mejuf frouw W. Wesselsi, Zondag, 18 dezer, des middags in den schouwburg, Jansweg, plas- tiekvoordrachten geven, met demonstraties, begeleid door muziek. Mejuffrouw Wessels beoogt met haar voor drachten den toehoorder en toeschouwer een beter begrip bij te brengen van plastiek, als •het aesthetisch weergeven van alle aandoe ningen door het menschelljk lichaam. Zij be handelt plastiek als kunstuiting en als schoon heidscultuur in het dagelijksch leven. Wij hebben eemige recenlsies gelezen in dag bladen van de voordrachten, die Mej. Wessels in andere plaatsen gehouden heeft en die be oordeelingen .hebben ons overtuigd, dat zij met haar voordracht en vooral met haar door mu ziek begeleide demonstraties verrassende re sultaten bereikt. De bezoekers blijken over hun middag bui tengewoon tevreden te zijn geweest en meer gekregen te hebben, dun zij aanvankelijk ver wachtten. Hetgeen Mej. Wessels geeft moet zijn: kunst voor allen, in den goeden zin van het woord. NIET AGHTERUIT! Een partijtje toeristen volgde een leider langs eeni zeer moeilijken; steiiem weg naar een meer, aan welker oever zij zouden picndccen. Na een 'kwartier kwamen zij eeil man tegen. „Hoe lang is .het naar het meer?" vroeg de leider. „Anderhalve mijl" was het antwoord. Weer een kwartier later ontmoetten zij weer een voetganger. „Hoe lang is het nog naar 'het meer?" „Anderhalve mijl". Zij kwamen voor de derde maal iemand te gen; De leider, die zich nu het ziweet van het voorhoofd veegde, vroeg alweer: „Hoe lang is het nog naar het meer?" En weer was het antwoord: „anderhalve mijl". De leider ig'ing op een rotsblok zitten. Toen hij even' uitgerust had, riep hij tevreden: „Nu, 'wij zijn ten minste niet achteruitge gaan". Alles betreffende deze rubriek te zenden aan den damredacteur van ons blad, den heer Herm. de Jongh, Valeriusstraat 64 huis, Amsterdam. EEN INTERESSANT PARTIJFRAGMENT. Volgens bovenstaand heeft Wit als laatsten zet 44-39 gespeeld, in de meening Zwart 35-40 te kunnen 'beletten. Zwart heeft echter berekend dat- hoewei Wit na 35-40 door 50-45 schijf 40 aanvalt; hij hij door dezen zet de partij wint! Dus: 1. 35—40!! 2. 5045 thans wel gedwongen. 2. 24—29 Wit mag nu niet met schijf 33 slaan door Z. 8-13! De uitruil 35:34 geeft Zwart vrij en doorgang naar dam door 29 40 Boven dien denkt Wit na: 3.23 34 40 38 een winnende com binatie te kunnen uitvoeren, waarom hij dan ook tot dezen stap besloot: 4. 28—22 17 28 5. 27—22 28 17 6. 18—12 7 18 7. 37—32 38 27 8. 31 4 Wit heeft thans een dam, Zwart's volgende zet bewijst echter dat men zich alvorens tot het uitvoeren van een combinatie over te gaan eerst goed moet overtuigen dat de overblijvende stand aan de verwachting voldoet. 8. 8—13 9. 4:11 617 met gewonnen eindspel voor Zwart. In dezen stand won Zwart (B. Springer) zeer sierlijk door het offeren van een schijf: 1 .18—22 2. 27 20 14 34 3. 32—27 9—13 4. 38—32 13—18 5. 4338 Zwart kan nu niet win nen door 1822, 16 27 enz. want dan slaat Wit naar dam. Zeer sterk is echter: 5. 19—24! 6. 32—28 gedw. 18 29 7. 33—28 7—11 8. 38—33 29 38 9. 32 43 24—29! en wat Wit nu ook speelt, doorbraak op z'n rechtervleugel is niet te voorkomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1923 | | pagina 5