HUIZE DENIJS J. HUISMAN Onze gerenommeerde Borstplaat in 14 smaken Vïsolihandel J. Balm Zn. VAN R1EI ROMP TWEEDE BLAD. Blosmeiidaalsch Weekblad, 20 Oct. 1923 Officieel Raadsverslag van 20 September 1923. Straatweg 101, Bloemendaal, Tel. 22175 Klein, gevuld en dik Speculaas Boschlaan 71—73, Bloemendaal Huis- en Decoratieschilder C. CASSEE BUICK 1924 Agente: GEBR. BEEKMAN Fragmenten. No. 43. VERGADERING van den RAAD der Gemeente Bloemendaal, gehouden den 20 September 1923. Voorzitter: de Burgemeester. Tegenwoordig de heeren: D. Blankevoort Dzn., J. Th. Born- water, H. Hogenbirk, J. G. van Kessel, A. F. Kremer, J. C. Laan, Mr. Dr. J. Luden, E. W. A. van Nederhasselt, N. Nuyens, P. Otto, A. J. Prinsenberg, Ch. F. de Roo van Alderwerelt, C. Sehulz, P. Verdegaal Rzn., A. J. de Waal Malefijt. De VOORZITTER opent de vergadering en vraagt of de Raad zich kan vereenigen met de notulen van 19 Juli 1923. De heer ROO VAN ALDERWERELT heeft in overweging gegeven door de H.O.V. nog een concert te doen geven in Overveen, Aerdenhout en Vogelenzang, niet meer in Bloemen daal. Het woord „Bloemendaal" op pag. 137 onderaan kan dus vervallen. Aldus gewijzigd worden de notulen van 19 Juli 1923 goed gekeurd zooals die in druk verschenen zijn. Vervolgens wordt overgegaan tot de behandeling van de agenda. I. INGEKOMEN STUKKEN. Ingekomen zijn: a. Berichten van de heeren H. Hogenbirk, A. Koolhoven, P. Verdegaal Rzn. en A. J. de Waal Malefijt, houdende de ver klaring dat zij hunne benoeming tot lid der schattingscommis sie aannemen. Voor kennisgeving aangenomen. b. Een exemplaar van het door den Directeur van den Keuringsdienst van Waren uitgebracht verslag over 1922. Voor kennisgeving aangenomen. c. Een verzoek van het Bestuur der Woningbouwvereeniging „Bloemendaal-Noord" om de door haar gemaakte kosten ad 124.66 voor bestek en teekeningen van 10 woningen, welke zij voornemens was te bouwen, doch waarvoor zij niet de ver- eischte medewerking kon verkrijgen, voor rekening der ge meente te nemen, daar de Vereeniging geen fondsen heeft, waaruit zij dergelijke rekeningen kan betalen. B. en W. stellen voor dit verzoek in te willigen. De heer OTTO zou bij dit punt wel enkele opmerkingen wil len maken. Het lijkt hem formeel niet juist om stukken die moeten leiden tot een besluit van den Raad bij de ingekomen stukken te behandelen. Behalve dat is de aanvrage zelve uiterst sober en naar spreker's meening onvoldoende toegelicht. „Bloemendaal-Noord" heeft het plan gehad eenige woningen te laten bouwen en nu blijkt, nadat zij reeds bestek en teekeningen liet maken, dat zij niet in staat is de plannen uit te voeren. Dat kan een gewoon burger ook overkomen, maar het gaat toch niet aan om dan maar de gemeente voor de kosten te laten opdraaien. De Vereeniging zegt eenvoudig dat zij geen fondsen heeft om dergelijke rekeningen te betalen. Dus als iemand geen fondsen heeft om zijn schulden te betalen, dan gaat hij maar naar de gemeente, dat is al heel gemakkelijk. Blijkbaar hebben B. en W. zelf al ingezien dat het zoo niet gaat, het besluit dat bij punt 11 aan de orde komt strookt met zijne bedoelingen. Het wil hem alleen voorkomen dat zoo'n besluit overbodig is, want de gemeente is absoluut niet ver plicht dergelijke kosten te betalen en daarom meent spreker dat het veel verstandiger is om het voorstel van B. en W. niet aan te nemen. De VOORZITTER is het met den heer Otto eens dat de gemeente niet verplicht is die kosten te betalen, maar er is toch wel een zekere billijkheid in gelegen om die gelden voor rekening der gemeente te nemen. Het is inderdaad de bedoe ling van B. en W. om bij punt 11 een uitspraak van den Raad in het algemeen uit te lokken. De heer SCHULZ zegt dat de toestand wel eenigszins anders is als de heer Otto het wil doen voorkomen. Het is aan „Bloe mendaal-Noord", op wiens weg het ligt te voorzien in de behoefte aan arbeiderswoningen, verleden jaar gelukt de beschikking te verkrijgen over een stuk grond, waarop 10 woningen zouden kunnen verrijzen. Er werd bouwpremie voor aangevraagd en verkregen. Nadien zijn de plannen afgestuit op het bezwaar van de gemeente en particulieren om geld beschikbaar te stel len voor dien bouw, daar de Provincie de grond slechts wilde afstaan in erfpacht. De Vereeniging heeft dus te goeder trouw die kosten gemaakt en daarom zou spreker het voorstel van B. en W. krachtig willen ondersteunen. De heer LAAN is het ook direct met den heer Otto eens dat de gemeente tot niets verplicht is. Om in den vervolge teleur stelling te voorkomen hebben B. en W. een besluit ontworpen, dat straks bij punt 11 aan de orde komt. Het bouwen van die 10 woningen was zeker doorgegaan wanneer de Provincie bereid was geweest bedoelden grond in eigendom af te staan, maar het is te begrijpen dat niemand er wat voor voelt om geld te steken in huizen die over 50 jaren, bij het afloopen van de erfpacht, eigendom der Provincie worden. Het zou voorzeker voorzichtiger geweest zijn als de Vereeniging er zich eerst van overtuigd had dat de gemeente, indien het plan niet tot uitvoe ring kwam, de kosten zou dragen, maar men heeft in den beginne zeker gedacht dat de zaak in orde zou komen. De Vereeniging „Bloemendaal-Noord" zal groote moeite hebben om die gelden bijeen te brengen en daarom geeft spreker in overweging het dezen keer nog toe te staan. De heer OTTO heeft er geen bezwaar tegen, waar het gaat over een betrekkelijk gering bedrag, de zaak te laten rusten. Echter blijft hij bij zijn meening dat deze kwestie een punt op de agenda had moeten uitmaken. De VOORZITTER zegt dat de Raad gerust beraadslagen en besluiten kan over zaken, die niet als een afzonderlijk punt op de agenda staan vermeld. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarop besloten het verzoek van de Woningbouwvereeniging „Bloemendaal-Noord" in te willigen. d. Een verzoek om instemming te betuigen aan een besluit van den Raad van Voorhout, waarbij aan de Regeering drin gend verzocht wordt art. 244a der Gemeentewet te wijzigen in dien zin, dat forensenbelasting worde opgelegd naar rato van de grootte van het grondbezit der bedrijven, te normaliseeren naar de belastbare opbrengst der grondbelasting. B. en W. stellen voor dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. Zij deelen mede dat inderdaad de vage bewoordingen van art. 244a sub 3 der Gemeentewet al heel wat stof hebben opgejaagd en dat het aantal reclames tegen belastingaanslagen, ingevolge deze wetsbepaling opgelegd, ieder jaar buitengewoon groot is. De Raad van Voorhout echter zal voornoemd artikel uitsluitend getoetst hebben aan de omstandigheden in die gemeente. Daar is men naar het schijnt van de gedachte uit gegaan, dat elke zaak is een landbouwbedrijf, welks omzet en winst ongeveer afhangt van de oppervlakte van den grond, die men ter beschikking heeft. Het behoeft naar de meening van B. en W. geen betoog dat dit allerminst een goede maatstaf is voor het opleggen van aanslagen als forens. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt besloten. II. ONTHEFFINGEN BEPALINGEN BOUWVERORDE NING. Ingekomen zijn de volgende verzoeken om ontheffing van het bepaalde in art. 7 der Bouwverordening: a. Van A. de Vries, voor het verbouwen van een veranda tot serre aan de woning De Génestetweg no. 18, op het kad. perceel Sectie A. no. 5033. b. Van W. K. Kemper, voor het bouwvan een berg- tevens werkplaats, achter de woning Kerkplein no. 17, op het kad. perceel Sectie A. no. 4844. B. en W. stellen voor de gevraagde ontheffingen te verleenen. De heer PRINSENBERG zegt, dat uit de teekeningen die overgelegd zijn blijkt, dat het de bedoeling is van Kemper om die berg- en werkplaats van hout te maken. Nu lijkt het spreker zeer ongewenscht zoo'n gebouwtje in een dichtbevolkte buurt van hout te doen vervaardigen, zulks met het oog op brandgevaar, dat, vooral waar het betreft een schildersbedrijf, niet denkbeeldig is. Wanneer het de bedoeling van B. en W. is te zijner tijd ontheffing te verleenen van art. 25 der Bouw verordening, zou spreker zich tegen inwilliging van dit verzoek moeten verklaren. De VOORZITTER zegt dat B. en W. dienaangaande nog geen beslissing hebben genomen, dat komt eerst later aan de orde. De heer PRINSENBERG wil gaarne weten wat B. en W. voornemens zijn te doen. De heer OTTO vindt het standpunt van den heer Prinsenberg volkomen juist. Wijl de Raad alleen iets te maken heeft met art. 7 en het verder heelemaal aan B. en W. wordt overgelaten, is het logisch en in zekeren zin een plicht, als de Raad bevreesd is voor brandgevaar, dat men er zich vooraf van op de hoogte stelt hoe verder de zaak zal worden geregeld, want indien van de tafel van B. en W. de verklaring komt dat zij het bouwen van hout in casu toestaan, dan zullen er waarschijnlijk meer raadsleden zijn die zich verplicht gevoelen thans tegen te stemmen. De heer BLANKEVOORT meent dat deze discussie wel achterwege had kunnen blijven. Als de Raad besluit ontheffing te verleenen voor een gebouwtje van steen, dan is men toch klaar. De heer LAAN zegt dat de Raad slechts bevoegd is ontheffing te verleenen voor zooverre het de rooilijn betreft. Hij voor zich kan echter wel verklaren het bouwen van hout daar niet te zullen toestaan. De heer VAN NEDERHASSELT zal het ook nooit goedkeu ren om in die buurt van hout te bouwen. De RAAD verleent daarna de gevraagde ontheffingen. III. BENOEMING VOORZITTERS EN LEDEN VAN VER SCHILLENDE COMMISSIEN. De heer KREMER zou, alvorens tot de benoeming van die verschillende Commissies wordt overgegaan gaarne vernemen welke van de Commissies zijn Commissies van bijstand en welke Commissies van advies. Het wil hem voorkomen dat het aanbeveling verdient meer Commissies van bijstand in het leven te roepen. Het verwondert hem dat in eene gemeente als Bloemendaal ontbreekt eene Commissie voor het Onderwijs en eene Commissie voor Publieke Werken, wat, naar hij meent, meer zin zou hebben dan b.v. een Werkloozencommissie. De VOORZITTER deelt mede dat het bij Burgemeester en Wethouders een punt van overweging uitmaakt welk voorstel te dien aanzien aan den Raad zal worden gedaan. Commissies van bijstand zijn n.l. alleen op voordracht van Burgemeester en Wethouders benoembaar. Overigens kan spreker zeggen dat de Commissie voor de Strafverordeningen is eene Commissie van advies, de Waterleidingscommissie eene Commissie van bijstand, de Financieele Commissie eene Commissie van advies, de Grondcommissie eene Commissie van bijstand en de Werk loozencommissie eene Commissie van advies. De Centrale Commissie van overleg is geen Raadscommisse, de Raad be noemt slechts de vertegenwoordigers van het gemeentebestuur. De heer DE ROO VAN ALDERWERELT is het er niet mede eens dat de Grondcommissie eene Commissie van bijstand is. Spreker heeft er geen bezwaar tegen om er eene Commissie van bijstand van te maken, maar dan moet men eene verorde ning op den werkkring dier Commissie vaststellen. De VOORZITTER meent dat de Grondcommissie reeds eene Commissie van bijstand is. De heer DE ROO VAN ALDERWERELT merkt op dat er nimmer eene verordening ex art. 55 der Gemeentewet is vast gesteld voor de Grondcommissie. Den heer OTTO wil het voorkomen dat wat door de heeren Kremer en de Roo van Alderwerelt is gezegd zeker overweging verdient. De Commissiën van bijstand moeten inderdaad be noemd worden op voordracht van B. en W. en nu is er geen enkele voordracht. Er wordt slechts een staatje overgelegd. De VOORZITTER zegt dat dat staatje ook niets meer dan een leiddraad is. De heer OTTO: juist, maar er moet een voordracht van B en W. zijn. De VOORZITTER geeft dat toe wanneer het betreft de instelling van een geheel nieuwe Commissie, doch het gaat nu om de benoeming van leden van bestaande Commissies. Het is niet noodig om elk jaar opnieuw bestaande Commissies weder in te stellen. De heer LAAN zegt dat de heer Otto gelijk heeft als hij slechts op het oog heeft gehad de Grondcommissie; de heer de Roo van Alderwerelt deed reeds uitkomen dat de Grondcommis- ADVERTENTIËN. HEINEKENS EN AMSTEL BIEREN MEDICINALE EN GAZEUZE DRANKEN WIJNEN DER FIRMA'S JAGER GERLINGS, HOFLEVERANCIER, EN DE LUZE ET FILS - BINNEN- BUITENLANDSCHE LIKEUREN BLOEMENDAALSCHEWEG 14 TELEFOON 22265 BLOEMENDAAL TELEF. 22007 OZESTIEIFLS IMPERIALEN l ÏUISSCHILDERS EN DECORATEURS Uiterst concurreerend en solied adres voor alle voorkomende SCHILDER- EN GLASWERKEN Beleefd aanbevelend BLOEMENDAALSCHEWEG 46. De nieuwste modellen met belangrijke verbeteringen op komst HAMILCAR'S RIJKDOMMEN. 'Bij Em. Querido te Amsterdam is 'een- ver taling door An-dries -de 'Rosa verschenen van üustave Flaubert's beroemden roman Salambó. Het volgend fragment geeft een beeld van dan weelderigen- stijl en inhoud van -dit span nende boek. H'amilcar, de -machtige veldheer, is na een reeks tegenslagen, te Ca-rthago teruggekomen en zijn dienlaar Abdalonim toont hem, wat er nog van zijn schatten is overgebleven- Aan het einde van de gang -gekomen- open de Abdalonim met een der aan zijn gordel hangende sleutels, een groote vierkante ka mer, in -het midden d-oor ced-erzuilen verdeeld. Gouden, zilveren en bronzen munten, op ta fals of in nissen gerangschikt en verborgen, lagen daar langs de vier wanden opgestapeld tot aan de zold'erlijsten. Ontzaglijke bennen van nijlpaardenhuid droegen in de hoeken der zaal, dichte rijen kleinere zakken; -hoo-pen pasmunt, vormden heuveltjes op den vloer; en een -hier en -daar wegens de hoogte om- evallen stapel, scheen een ingestorte zuil. De groote geldstukken van sCartlhago, voorstel lend Taanit met een paard onder 'n palmboom, voegden zich bij de munten der koloniën, ge- tempeld met een stier, een ster, een aardbol cf 'een -halve maan. Ook bevonden zich daar gerangschikt in ongelijkmatige bedragen, stuk ken van iedere waarde, van iedere grootte, van 'alle tijden, vanaf de oudste uit Assyrië, dun als -een nagel, tot de oudste uit Latium, dikker d-an de hand, met de ik-noopen van Egina, de platen van Bactrië, de korte roe den van het oude Dacedemonië; vele -dezer munten zagen ge,roest, bevuild, groen uitgesla- en door water of zwart -door vuur, wijl zij door netten -of na belegeringen uit -de puin-hoo- pen -der steden werden verkregen. De Schofet ha,d spoedig nagerekend of de aanwezige ommen beantwoord-den aan de winsten en verliezen hem uit de voorlezing bekend; en luist wilde hij vertrekken toen hij -drie groote, :eheel ledige metalen kruiken bemerkte. Abda lonim wendde het hoofd- af, ten- teeken van afgrijzen, en gelaten, zweeg Hamilcar. Zij liepen nog door andere 'gangen, andere zalen, en stonden eindelijk voor een deur aan welke, ter -betere bewaking, een- mian met d-e buik door een lange in den muur gemetselde eten was vastgemaakt, een juist te Carthago ingevoerd gebruik der Romein-en. Zijn baard en nagels waren bovenmatig gegroeid, en hij schommelde van links naar rechts -met d-e aanhoudende beweging van gekooide dieren. Zoodra herkende -hij Oa-mi-lcar, of hij stortte op 'aem af onder .het roepen van: „Genade, Oog van Baalerbarming! dood mij! In tien jaar zag ik de zon niet! -In naam uw-s vaders, genade!" Zonderte antwoorden, klapte 'Hamilcar in de handen, drie -mannen verschenen; en ge vieren- de la-rmeni spannend, lichtten zij den

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1923 | | pagina 5