DERDE BLAD. Bloemendaalsch Weekblad, 20 Oct. 1923
No. 43.
Officieel Raadsverslag van 20 September 1923.
Het wil zooveel zeggen als „wij stellen het werk van de Ver-
eenigingen uitsluitend in het belang der volkshuisvesting
werkzaam, niet meer op prijs" en hiermede wordt bewaarheid
hetgeen door spreker ook bij de annexatiekwestie naar voren
is gebracht, n.l. dat men hier in Bloemendaal voor den bouw
van arbeiderswoningen niets voelt. Wanneer er oorspronkelijk
plannen door het gemeentebestuur zijn goedgekeurd, dan die
nen in elk geval voorloopig de kosten, als die plannen niet tot
uitvoering komen, voor rekening der gemeente te worden
gebracht.
De heer OTTO had in een motie willen vastleggen dat in het
algemeen bedoelde kosten niet door de gemeente worden ge
dekt. B. en W. willen naar aanleiding van het verzoek van
„Bloemendaal-Noord" een duidelijke uitspraak van den Raad
maar dat moet men niet doen in den vorm van een besluit omdat
de kans groot is dat er zich gevallen zullen voordoen, waarop
de bewoordingen van het besluit niet van toepassing zijn.
De heer BORNWATER is het met deze redeneering niet
eens. Door het nemen van een besluit als door B. en W. is ont
worpen en gewijzigd naar het idee van den heer Prinsenberg,
is de gemeente gedekt en de Woningbouwvereenigingen we
ten waaraan zij zich hebben te houden.
Na eenige discussie brengt de Voorzitter de motie van den
heer Otto, luidende:
„De Raad, van oordeel dat de kosten van het maken en
uitwerken van plannen voor woningen, die eventueel met
steun van het Rijk en gemeente zullen worden gebouwd,
in het algemeen wanneer het niet tot uitvoering dezer
plannen komt niet voor rekening van de gemeente be-
hooren te komen, gaat over tot de orde van den dag".
Deze motie wordt aangenomen met 10 tegen 5 stemmen,
tegen stemmen de heeren Prinsenberg, Van Kessel, Bornwater,
Schulz en Nuyens.
XII. VERSTERKTE AFLOSSING 6% GELDLEENING
1919.
In den loop van dit jaar werden eenige raadsbesluiten ge
nomen tot verkoop van gemeente-gronden, waarvan de totale
opbrengst ongeveer f 33000.zal bedragen.
Dit bedrag, zijnde een buitengewone ontvangst, zal met het
oog op een goed financieel beheer óf in mindering dienen te
komen van een eventueel aan te gane nieuwe leening, óf wor
den aangewend voor versterkte aflossing op eene nog uitstaande
leening.
Waar de aankoop van de in casu bedoelde gronden voor een
groot gedeelte werd bestreden uit de 7% geldleening van 1920,
zou deze leening feitelijk voor aflossing in aanmerking die
nen te komen. Het is echter niet geoorloofd daarvan vóór
1928 meer af te lossen dan het jaarlijksch verplichte bedrag
ad f 34000.—.
Burgemeester en Wethouders hebben zich daarom gewend
tot den Directeur der Rijkspostspaarbank te Amsterdam met
verzoek te willen berichten of hij zich er mede zou kunnen
vereenigen, dat tot versterkte aflossing wordt overgegaan van
de met de spaarbank gesloten 6% geldleening van 1919.
Bedoelde Directeur nu heeft bij schrijven van 11 September
j.l. medegedeeld er geen bezwaar tegen te hebben, dat van de
betrokken leening een bedrag van ongeveer f 33000.extra
wordt afgelost.
Vermits het voordeeliger is de gelden aan te wenden voor
buitengewone aflossing, daar thans zoo noodig tegen een lagere
rente kan worden geleend, stellen Burgemeester en Wethou-
houders voor te besluiten tot vervroegde aflossing op 31 De
cember a.s. van een bedrag van ongeveer f 33000.van de
leening in 1919 gesloten met de Rijkspostspaarbank.
Opgemerkt wordt nóg dat de uitloting der obligaties inge
volge art. 6 van het leeningsplan behoort te geschieden in een
openbare vergadering van het College van Burgemeester en
Wethouders.
De heer SCHULZ wil er zich niet tegen verzetten, maar het
heeft hem toch bevreemd dat de Financieele Commissie niet
gehoord is over deze zaak.
De VOORZITTER zegt dat de Financieele Commissie niet
meer bestond. Bovendien is er een lid afgetreden als raadslid en
een ander lid is Wethouder geworden, zoodat, zelfs al was
de Commissie blijven bestaan, in de Commissie slechts één
persoon zitting zou hebben.
De Raad vereenigt zich daarop met het ontwerp besluit.
Rondvraag.
De heer BLANKEVOORT wil eens even in bespreking brengen
de laatst gehouden aanbesteding voor de levering van brandstof
fen. De zaak is n.l. deze. Bij de onlangs gehouden aanbesteding
van brandstoffen bleek dat de laagste inschrijver was J. A. H.
de Haas. Het was een onderhandsche aanbesteding en het is
gewoonte als men eenige menschen uitnoodigt in te schrijven,
dat de leverantie gegund wordt aan den laagsten inschrijver.
Nu werd gevraagd de prijs op te geven o.a. voor anthraciet
uit schacht 1 en uit schacht 2. Door de Haas werd één prijs
genoemd voor anthraciet uit schacht 1 en 2 onder mededeeling
dat hij bij voorkeur leverde uit elke schacht de helft. B. en W.
hebben echter een herbesteding doen houden waarbij de leve
ring van anthraciet uit schacht 2 was voorgeschreven, iets wat
heelemaal overbodig was omdat de laagste inschrijver immers
zijn prijs opgegeven had én voor schacht 1 én voor schacht 2.
Als er eene aanbesteding heeft plaats gehad zoodat de cijfers
bekend zijn en er volgt op eene herbesteding met betrekkelijk
dezelfde voorwaarden, dan is het niet moeilijk om dan in eens
zooveel beneden de oorspronkelijke inschrijving te gaan dat
men juist iets lager is dan de laagste inschrijver der vorige
besteding, wiens opgave men weet. Het gevolg van deze han
delwijze van B. en W. is geweest dat een ander, die op een
dergelijke unfaire manier gebruik maakte van de cijfers van
zijn collega's, nu de laagste inschrijver is. Spreker vraagt wat
B. en W. bewogen heeft zoo te handelen.
De heer LAAN zegt dat uit de analysen bleek dat de anthra
ciet uit schacht 2 de beste was. B. en W. hebben toen, waar de
inschrijvingen in dat opzicht aan duidelijkheid veel te wen-
schen overlieten, een nieuwe aanbesteding noodig geacht voor
de levering bepaaldelijk van anthraciet uit schacht 2 en andere
brandstoffen.
De heer BLANKEVOORT vindt de inschrijvingen duidelijk
genoeg. De prijzen gelden zoowel voor schacht 1 als voor schacht
2. Er is iemand bij spreker aan huis geweest naar aanleiding
van deze geschiedenis. Nadat die man de zaak uiteengezet had,
heeft spreker telefonisch gevraagd of de opdracht tot levering
al gegeven was. Toen men hem mededeelde dat de opdracht
nog niet was verstrekt heeft hij verzocht het nog even te wil
len aanhouden. Nu zou spreker gaarne het oordeel van den
Raad vernemen. Het wil hem voorkomen dat de levering aan
de Haas moet worden opgedragen.
De VOORZITTER zegt dat B. en W. naar hun gevoelen den
juisten weg bewandeld hebben. Alle inschrijvingen waren min
of meer vaag en daarop is besloten een herbesteding te houden
op een vasten basis.
De heer HOGENBIRK staat heelemaal aan de zijde van den
heer Blankevoort. De leveranciers hebben eerst een uitnoodi-
ging ontvangen om bij onderhandsche aanbesteding hunne
prijzen op te geven en daar ligt billijkerwijze in opgesloten dat
de laagste inschrijver opdracht tot levering krijgt. Nu heeft
de Haas geschreven dat hij bij voorkeur levert van elke
schacht de helft en mocht men de grootste helft of het geheele
juantum van één schacht willen betrekken, dan zou dat nog nader
besproken moeten worden, omdat hij nog niet wist of hij dat
wel leveren kon. Nu had men naar spreker's meening aan de
Haas moeten vragen of hij in staat was alles uit schacht 2 te
leveren en had hij daarop bevestigend geantwoord dan was de
zaak immers in orde geweest. Wanneer de inschrijvingen een
maal bekend zijn, dan is het usance dat men van de eenmaal
opgegeven prijzen niet afwijkt. Het is unfair om, zooals in dit
geval, bij eene wijziging van ondergeschikt belang van het
bestek, bij de herbesteding gebruik te maken van de bekend
geworden cijfers van anderen. Het verheugt spreker dat degene,
die de kat de bel heeft aangebonden, niet de laagste inschrij
ver is. Het zou hem spijten als de Haas gepasseerd werd.
De heer LAAN zegt dat het B. en W. natuurlijk koud laat
wie de leverantie krijgt. B. en W. meenden dat het niet eerlijk
zou zijn als zij gingen onderhandelen met een van de inschrij
vers en daarom werd besloten een herbesteding te houden.
Spreker wil de leverantie, als hij er van overtuigd is dat B. en
W. verkeerd gehandeld hebben, wel gunnen aan de Haas.
De heer SCHULZ gelooft wel aan de goede trouw van B. en
W., maar bij het publiek wordt al gauw den verkeerden indruk
gevestigd, dat men een herbesteding heeft gehouden om een
bevoorrecht leverancier in de gelegenheid te stellen een zoo-
danigen prijs op te geven dat de leverantie aan hem wordt
gegund. Juist om die reden zou spreker het op prijs stellen als
de leverantie werd opgedragen aan dengene die bij de eerste
aanbesteding de laagste inschrijver was, mits die inschrijver
zich dan ook houdt aan de gestelde eischen.
De heer DE ROO VAN ALDERWERLT: d.w.z. dat hij
anthraciet levert uitsluitend uit schacht 2.
De heer BLANKEVOORT zou tevens willen vastleggen dat,
indien de Haas niet leveren kan, de leverantie wordt gegund
aan den op één na laagsten inschrijver de Graaf.
De heer LAAN zou daar nog niet op vooruit willen loopen.
De heer VAN NEDERHASSELT wil er den nadruk op leggen
dat uit de analysen bij de eerste aanbesteding eerst gebleken
is aan B. en W. dat de anthraciet uit schacht 2 de beste was,
maar als de Raad de leverantie liever aan de Haas opdraagt,
spreker vindt het best.
De heer OTTO: de Raad wil niet liever dit of liever dat. De
zaak is dat hier een groote onrechtvaardigheid is begaan. Er
is ingeschreven door 4 personen, van wie twee bij de aanbeste
ding tegenwoordig waren. Bij die gelegenheid zeide de gem.-
architect, de heer de Jong: „je ziet het de Graaf, je bent de
laagste", waarop de ambtenaar Krimp direct liet volgen: „ja,
dat zit nog". De firma Krul heeft op die manier achter de
cijfers kunnen komen om er bij een geheel overbodige herbe
steding gebruik van te maken. Dat het Gemeentebestuur derge
lijke practijken nog in de hand werkt noemt spkeker erg; hij
vindt de heele historie een apert schandaal.
De heer LAAN zegt dat de heer Otto niet met zulke groote
woorden behoeft te schermen. Er is geen sprake van een schan
daal. B. en W. hebben naar hun beste weten gehandeld en
slechts het belang van de gemeente voor oogen gehad. Het kan
zijn dat B. en W. de zaak verkeerd hebben beoordeeld, maar
daarvan is spreker nog niet overtuigd.
De heer KREMER gelooft niet dat de heer Otto de handel
wijze van B. W. zoo scherp hekelde, doch meer het oog had
op de wijze waarop een en ander is behandeld. Ook bij hem is
een inschrijver geweest, die vertelde, dat, toen de heer de Jong
tot de Haas zeide: „Nu, de Haas, je bent de laagste", de heer
Krimp daarop direct liet volgen: „Wacht U even, dat moét nog
blijken". Dergelijke uitlatingen zijn niet goed, zelfs de schijn
van voorkeur moet worden vermeden.
De heer OTTO zegt dat de Voorzitter nu niet kan doen alsof
B. W. eigenlijk weinig met de zaak te maken hebben gehad,
maar er meer van weet, want een van de belanghebbenden is
bij den Burgemeester geweest om over het gebeurde te spreken.
B. W. hadden den ambtenaar Krimp ter verantwoording moe
ten roepen, als zij thans meenen dat hij buiten zijn boekje is
gegaan. Spreker kan dit niet weten, maar als het juist is, dan
is het een groot schandaal dat hier een ambtenaar gedaan weet
te krijgen dat eene aanbesteding nietig wordt verklaard en
dat een herbesteding gehouden wordt met het resultaat, dat
de firma Krul, aan welke firma de ambtenaar Krimp van den
beginne af de leverantie had toegedacht, laagste inschrijver
wordt.
De heer HOGENBIRK vraagt of de aanbestedingen niet
plaats hebben ten raadhuize en of de inschrijvingen niet in de
vergadering van B. W. door den Burgemeester worden open
gemaakt.
De heer VAN KESSEL begrijpt niet wat twee ambtenaren
(de heer de Jong die overladen is met werkzaamheden en de
heer Krimp die toch ook zijn bezigheden heeft) bij zoo'n aan
besteding moeten doen.
INGEZONDEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Geachte Redactie.
Ondergeteeken.de verzoekt beleefd een wei
nig plaatsrüimte in uw blad voor het onder
staande, waarvoor ik U bij voorbaat dank zeg.
Het is een ieder bekend welke plannen de
regeering heeft met het onderwijs. De wette
lijke verplichting tot het in de gelegenheid
stellen om vervolgonderwijs te ontvangen is
reeds opgeheven, hetgeen voor verschillende
gemeenten aanleiding gaf dit onderwijs stop
te zetten, Ook bestaan hiervoor reeds plan
nen in de gemeente Bloemendaal-
Tevens komt het 7e leerjaar in 't gedrang.
Al deze feiten zijn aanleiding dat men met
kracht op moet komen tegen deze verslechte
ring van .het onderwijs.
Waar in Nederland de vereen'ging „Volks
onderwijs" bestaat, welke reeds lange jaren op
dit terrein werkzaam is, moet het verwonde
ring wekken dat in Bloemendaal nog geen af-
deeling is gevestigd.
.Het doel nu van dit stukje is te trachten
in Bloemendaal een afdeeling op te richten. Be
langstellenden noodig ik hiermede uit een be
richtje of kaartje te zenden aan onderstaand
adres. Bij eenigszins voldoende .animo zal een
vergadering worden belegd, waar een lid van
het Hoofdbestuur het doel en het nut van
Volksonderwijs" uiteen zal zetten.
Ik twijfel niet of in Bloemendaal zal een
flinke afdeeling worden gevormd.
Hoogachtend,
D. RLAIJ,
Secr. „Volksonderwijs"
Afdeeling Santpoort
Hagelingerweg 78.
SPORT.
Overzicht 2e klas A. (tweede afdeeling).
Het doet ons een genoegen ditmaal te be
ginnen met liet memoreeren eener Bloemen-
daal-overwinning. En een sprekende ook! Met
niet minder toch dan 41 werd A.F.C- de
baas gebleven. De raad in het vorige over
zicht gegeven is opgevolgd en het geheele elf
tal heeft hard gewerkt. Dit heeft ten slotte den
doorslag gegeven, want al werd er niet over
alle linies altijd vlot gespeeld, met élan werd
begonnen en geëindigd, zoodat den Amsterdam
mers weinig gelegenheid geboden werd tot het
uitvoeren van offensieve plannen. Daarbij komt
dat Sunter uitstekend op dreef was; hij maak
te drie van de vier doelpunten, alle meit goede
schoten. De vierde goal werd gemaakt door
Beijk Jr., hiertoe in staat gesteld door Kop
jes Niemann, die een prachit partij speelde, en
zeker de beste voorhoede-speler was.
We vertrouwen, dat „Bloemendaal" nu de
smaak te pakken heeft en voorspellen haar
Zondag tegen Xerxes in Rotterdam wederom
succes, mits er in 't zelfde tempo gespeeld
wordt als j.l. Zondag.
Schoten dwaalde verder van het goede pad,
en kreeg haar tweede nederlaag te slikken; nu
werd van Neptunus in Rotterdam verloren.
Wel is de nederlaag klein, maar het gaat ten
slotte om de punten. Er zal dan ook tegen
Concordia flink aangepakt dienen te worden,
als de overwinning Zondag aan den Vergier-
denweg moet blijven.
Met Zandvoort botert het ook nog niet erg.
Hoewel de ploeg tegen de club van Thomee
„au grand complet" was, werd het resultaat
wederom nul nul, wat niet pleit voor de aan-
valslinie der geel-blauwen. Het lijkt ons of het
„ieu- ,acré" van het vorig seizoen niet meer
aanwezig is, maar wil Zandvoort aanspraak
maken op de eere-plaats, dan dienen Houtkamp
c.s- de zaken ernstiger op te gaan vatten en
dit is reeds Zondag noodig, want tegen B.M.T-
in den Haag zijn al meer grootheden, gestrui
keld!
De Hagenaars, die door hun nederlaag te
gen Xerxes thans onderaan staan, zullen alle
moeite doen deze weinig benijdenswaardige po
sitie te verbeteren, en zullen het de gasten
zeer moeilijk maken. Een gelijk spel zou ons
cok niet verwonderen.
Ten laatste werd 'ook V.V.A. gestuit in haar
overwinning-reeks, en moest de eer laten aan
A.D.O., dat met rust zelfs met 40 voorstond.
Was in de eerste helft de verdediging van
V.V.A. meer „zeef" dan „safe", na de rust was
d:t het geval met die van A,D.O. De einduit
slag, 43, illustreert dit volkomen.
Met dit al zijn nu alle elftallen twee of
meer punten kwijt, en een blik op de ranglijst
doet ons zien, dat er in deze competitie reeds
groote spanning zit.
gesp.
gew.
gel.
verl.
pnt.
v. t. gem.
V. V. A
4
3
0
1
6
14 8 1.50
3
1
2
0
4
4-2 1.33
A. D. O
4
2
1
5
11-10 1.25
Schoten
4
2
0
2
4
7-6 1.—
Concordia
4
1
2
1
4
9-7 1.—
Zantvoort
4
1
2.
1
4
3-2 1.—
Neptunus.
4
2
0
2
4
6-12 1.—
Bloemendaal
4
1
1
2
3
7-7 0.75
A. F. C.
3
1
0
2
2
6-9 0.66
B. M. T.
4
1
0
3
2
9-13 0.50
Van de lagere Bloemendaal-elftallen waren
het derde en 't vierde in 't veld, daar 't
terrein van D.O-A. afgekeurd werd, en dus de