WILD en GEVOGELTE
P. van der STAD. Tel. 188
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal,
Overveen, Aerdenhout en Vogelenzang
„Ze"
HAARLHMSCHB BANKVbKBUNIüING
XX
lA.bOJKAMR.Zfc
BEHANGERf
MflffiMAKERf
dlOffEERDEIm
RENTEVERGOEDING
De Gemeentebegrooting.
I7e JAARGANG
ZATERDAG 8 DECEMBER 1923
No. 50.
BL0EMENDA&LS6H WEEKBLAD
Uitgever: A. EIKELENBOOM, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: Bloemendaalscheweg 42. - Tel. 22324.
Abonnement:
Voor een half jaar
1.75
LOSSE NUMMERS 5 CENT.
Advertentiën: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of
meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en
verkoop, van 1 tot 10 regels 1.elke regel meer 10 cent.
Tusschen den tekst of op een bepaalde plaats speciaal tarief.
Dit nummer bestaat uit twee bladen,
waarbij een Kindercourant.
Laten wij ons ntot blind staren op wait
ons scheidt, iiaiten wij lever kracht zoeken
in watt ons veneerfst.
Mm. H. Goeman Bonigendus.
GROET.
Kom laat ons hier maar stilstaan
Nog even hand in hand,
Eén blik voor dat wij heengaan
Elk in ons eigen land.
Geen bitter en geen troostend woord,
Niets dat mijn ziel behoeft
Het was mijn schuld zie, ik ga voort,
Ootmoedig, diep bedroefd.
BLOF.MENOt L
DEPOSITO, dagtlijks opeischbaar U/2
voor een maand vast Vi ben. prolongatiekoers.
voor 3 maanden vast 4
voor een jaar vast 4V2 °/0.
met een jaar opzegging 5
SPAARDEPOSITO (Spaarbankboekjes tot maximum f 2500.4
(Nadruk verboden.)
Uit mijn jongenstijd herinner ik
mij, hoe ik eenmaal met onzen meester
en met mijn broertje van de stad kwam.
Onderweg overviel ons een onweer, dat
in de eenzaamheid van het land een
angstwekkenden indruk op ons maakte.
Na een hellen bliksemstraal met daarop
onmiddellijk losknallenden donder zet
ten wij, jongens, het op een loopen.
Maar Meester kalmeerde ons met de la-
konieke opmerking: „Hou je toch be
daard; als ze ons hebben moeten, krij
gen ze ons toch wel!"
Er moet bij de gedachte aan die ge
heimzinnige „ze" toen iets van ontzet
ting door me heen zijn gevaren, anders
zou ik dit woord van den meester niet
zoolang hebben onthouden. Wie zijn die
geheimzinnige „ze", die ons in de macht
hebben, wanneer we op een eenzamen
landweg wandelen, en die zóó onverbid
delijk zijn, dat het niets geeft wat men
te hunnen opzichte onderneemt?
Later heb ik begrepen, dat het de na
tuurmachten waren, die Meester als
noodlot aanvaardde. „Ze" zijn niet met
den vinger aan te wijzen, niet te zien,
niet te hooren; „ze" zijn nergens en
overal; „ze" zijn vaag en gestaltloos en
toch is er niets werkelijker en niets in
vloedrijker dan deze vreeselijke, onont
koombare „ze".
Lfcter heb ik „ze" ook in anderen
vorm leeren kennen dan in die van dol
zinnige onweerswolken, waaruit een
welgemikte bliksem schiet. „Ze" zeggen
van hem.... Wee, als „ze" iets zeg
gen, want wat „ze" zeggen is even raak
als de bliksem. Wanneer zeker mensch
iets van ons zegt, kunnen we ons ver
weren, hem tegenspreken, hem voor 't
gerecht dagen desnoods. Een mensch,
die iets beweert, is feilbaar; een
mensch, die lastert, is tot verontschul
diging te dwingentegen den mond van
één bepaald persoon kan men maatrege
len nemen; zijn uitspraak kan men be
strijden; men kan al zijn krachten in
spannen en ten doode toe worstelen om
den tong, die, het op ons bestaan heeft
gemunt, onschadelijk te maken.
Maar als „ze" wat van ons zeggen
Dan geeft geen zelfverdediging; dan
heeft men zich lijdelijk over te geven.
Als „ze" ons hebben moeten, krijgen ze
ons toch wel.
Wederom, wie zijn deze „ze"? Het
zijn de met den vinger niet aan te wij
zen, vage en gestaltlooze en toch boven
alles werkelijke en invloedrijke machten
van de openbare meening. Door deze
maatschappelijke onzichtbaarheden vol
trekt zich het noodlot evengoed als door
de machten van de natuur.
Geheimzinnige machten zijn deze
„ze". Lezer, hebt ge ooit iemand ont
moet, die oorlog wilde? Wanneer ge in
1914 naar Rusland waart gegaan of
naar Duitschland of Frankrijk en ge
had den eersten den besten boer of on
derwijzer of kolonel op den man af ge
vraagd, of hij zich mede aansprakelijk
stelde voor 't uitbreken van den wereld
oorlog, zou hij u verbaasd hebben aan
gekeken. Want de Russische boer en de
Duitsche onderwijzer en de Fransche
kolonel zijn volkomen gelijk onze Hol-
landsche mannen en jongens op zeker
oogenblik te wapen geroepen omdat
„ze" oorlog wilden.
Wie heeft den wereldoorlog ontke
tend De Duitsche keizer Een of ander
Engelsche diplomaat? Maar wanneer
wij het relaas lezen, dat de kranten kort
geleden hebben ontleend aan de thans
openbaar geworden papieren van de ge
heime diplomatie, ontdekten wij tot onze
ontsteltenis, dat de ministers en ge
zanten en koningen en keizers reeds
sinds tientallen jaren den oorlog ver
wachtten, zonder dat ze wisten met wie
en tegen wie 't zou gaan. Zelfs de hoog
ste gezaghebbers leefden in spanning, of
„ze" eenmaal tot het uitbreken van den
oorlog zouden besluiten.
Men spreekt van oorlogsmisdadigers
en wil zijn wraak koelen op een enkelen
persoon, maar de groote oorlogsmisda
diger is „ze", de geheimzinnige geest,
die het noodlot ontketent. „Ze" maken
oorlog; „ze" maken revolutie;; „ze"
zijn ergens in staking gegaan en „ze"
hebben ergens anders een progrom uit
gelokt.
Had men den wereldoorlog kunnen
keeren. Ja, als de Duitsche keizer.
had men de revolutie kunnen keeren?
Ja, als Lenin of TrotzkyMaarals
„ze" oorlog of revolutie in den zin heb
ben, is alle verzet tevergeefs. „Als ze
ons hebben moeten, krijgen ze ons toch
wel."
„Ze" zijn het ook, die over ons per
soonlijk leven beschikken. „Ze hebben
mij slecht gemaakt"; verontschuldigt
zich een beklaagde. „Ze hebben hem net
zoolang gesard en getrapt, tot hij gek
wierd", vertellen de verpleegsters om
trent een krankzinnige.
Men heeft zich tot wanhopig wordens
toe afgemat met het onderzoek naar de
geheimzinnige „ze", die over mensch en
maatschappij het noodlot ontketenen.
De levensmachten, men heeft beproefd
ze te ontleden en te verklaren: econo
misch, zielkundig, natuurwetenschappe
lijk. Steeds bleef er een onverklaar
bare rest.
„Ze" belagen ons niet slechts van bui
ten, maar ook binnen in ons zetelen
„ze"; de vage, niet te omschrijven,
maar op alle gebied zich openbarende
levensmachten, die mensch en mensch-
heid tegen hun eigen willen en streven
in voeren naar hun onvermijdelijke be
stemming.
Ja, binnen in ons hebben „ze" grooter
macht nog en zijn „ze" moeilijker te
ontdekken en te bedwingen dan daar
buiten. Op „ze" doelde de dichter van
Wilhelm Meister, toen hij zijn harpspe
ler liet zingen: „Wie nooit zijn brood
met tranen at, wie nooit de kommervolle
nachten stil weenend op zijn leger zat,
die kent u niet, hemelsche machten!"
C.
Burgepiee-ster en Wethouders hebben den
Raad aangeboden een ontwe-rp-begrooting de
zer gemeente, voor ihet dienstjaar 1924, verge
zeld van eenei memorie van toelichting, be
nevens een omtwerp-begirooiii-ng vlam het water
bedrijf voor gemeld dienstjaar,, eveneens met
toelicbtdnig.
De samenstelling van beide begrooéingen, is
gesohiied1 aan ide hiamidi van .nieuwe door Ge
deputeerde Sitaten gegeven voorschriften,
boekhoudingsmeth-ade is
TEL. 188. OPGERICHT 1870
Poulardes Hazen
Braadkippen Fasanten
Soepkippen Patrijzen
Eendvogels Duinkonijnen
Talingen Reevleesch
KLEINE HOUTS 1 R. 136 HAARLEM
In den totsten tijd toch iweridi algemeen de
behoefte gevoeld .aan 'een meer pverziohteiliiijkie
boekhouding, Voorname lijk werd de -eisch ige-
.-tat-eld. diat de begroeting duidelijker behoorde
.aan te geven, hoeveel een zeker® tak van
dienst netto oplevert en hoeveel 'een andere
talk van dienst netto lean idle gemeente toost.
Welnu, aan deze -ei-sc-h- is thans, voldaan door
het administreeireni der 'ontvangsten en uitgaven
naar die z.g. netto methode,
Als gevolg van deze methode moesten de
ontvangsten en uitgaven 'tegenover elkander
worden geplaatst, waardoor bat niet meer mo
gelijk -wa-s de memorie van. toelichting in de
begraating te verwerken. Trouwens ini de
nieuwe voorschriften wordt uitdrukkelijk be
paald, dat daze toelichting voortaan afzonder
lijk bij de begroot,in® moet worden overge
legd.
Meid® als gevolg van de netto-methode
moesten verschillende uitgaven,, iwelke voor
heen; voor alle deelen- der gemeentelijke be
moeiing tezamen op een post vlam uitgaaf voor
kwamen, worden onderverdeeld over onder
scheiden,e takken van gemeentedienst.
Zij hebben, hier het oog op de posten wegens
betaling van, rente en aflossing,en van g,elid-
toemingeni, toosten van pensionm-eering, 'omgeval
len- en invaliditeitsverzekering, brandverze-
koring-spremie, pensioenen enz. Daartegenover
stond de v-eirdeeildmg van enkele inkom-stipos-
tern.
Onder Hoofdstuk II van den gewonen dienst
„Algemeen beheer", zijin voor die -onderwerpen
z.-g. verzamel-posten -opgenomen, waarop de in
komsten en uitgaven, te dier zia'kie in één be
drag zijn verantwoord, doch daarna, blijkens
een bij -elk ven die posten voorkomenden, staat
van verd'eelllng, zijn overgeboekt -op -de in die
staten -aangewezen hoofdstukken en paragrafen
en w-e-1 tot de bedragen, i-n die staten aange
geven. -Op elk hoofdstuk -of paragrat-f in -de- ver-
deel-in-gss talen genoemd, toornen met die staten
oor-responidicerenide pos-ten voor. Door deze
overboekingen wondt bereikt, dat -ten bate of
ten laste van elk hoofdstuk of paragraaf komt,
wat 'dl. airop behoort om een zuiver overzicht
te verkrijgen-
Dat een- en- -ander, vooral de verdeeling der
-rente en aflossingen-, waar-door tot sohuld-
spl'iitsing moest worden overgegaan, veel 'tijd
en- arbeid vorderde), behoeft 'nauwelijks be
toog. In dit verb, midi doen zij opmerken, dat
zich bij de samenstelling van -de ontw-erp-be-
g-rooti-ng reeds terstond de moeilijkheid voor
deed, dat niet' -werd beschikt over 'de gege
vens, welke nood'ig waren- om -de kolom-men:
„•werkelijke li-nkomste-n '(uitgaven) volgens de
laatst vastgestelde rekening-" (1922) en .„-ge
raamd- bedrag 'in -het -v-orig j. ar" (1923) -in te
vullen. In de rekening -o-v-er 1922 en in- -de be»
groo-ting voor 1923 toch zijn de cijfers -op een
geh-eel andere wijze gegroepeerd, dam voor
OVERVEEN TELEFOON 956
1924 moest geschieden. Deze bedrag-en al-s ver-
geiijtomgsimatier'ieei bij de begrooti-n® voor 1924
-te gebruiken'-, zo-u dan o-o-k weinig waande heb
ben, tenzij .tot geheete omwerking viae die
cijfers -we-rd overgegaan, ihefgeen Gedeputeerde
Staten- -gemeend hebben- ni-e-t te m-ogen vorde
ren-, met het -oog -op den daaraan verbonden
arbeid. Zij hebben dan ook -eene aanschrij
ving tot de gemeentebesturen, gericht, houdende
medede-elii-ng, dat invulling, der betrekkelijke
kOlomimen voor 1924 achterwege kon- blijven.
Het n-u-t idii-er invulli-n-g toch zou n-i-e-t opwegen
tdg-en den velen tijd, die aam de verzameling
der 'gegevens- zo-u moeten worden -besteed.
Waar zij -echter vermoedden, dat de Raad
er -toch -pr-ijs -op z-ou stellen- ook -te kunnen be
schikken, ove'-r de cijfers -va-n- de rekening 1922
en -van de begrooting 1923, heeft -omwerking-
van -die bedragen, iwelk-e da&r-
tnme m-eening -in aanmerking be-
-men. Vermits -.evenwel omwerking
van sommige cijfers moest -achterwege blijven,
kon optelling -der betrekkelijke bedragen- ni-et
geschieden).
Zo-oal'S hierboven reeds 'werd aangestipt, komt
ten bate of ten taste van elk hoofdstuk of
pa-Pagraaf wat daar-op thuis behoort. Hierdoor
werd het moge-lijk -elk hoofdstuk rn-et een sal
do af 'te' sluiten. Uit dè toegnoo-ti-n© blijkt, dat
-de meeste hoofdstukken van -den gewonen
dienisti een madeellg sia-ldo -opleveren, terwijl
-a-lis voornaamste tegenhanger tegenover al die
nadeelige sloten staat-, heit batig slot van hoofd
stuk XII „Belastingen". Men; kam derh-al-ve
-tba-ns -onmiddellijk z-ien, voor welke doeleinden
-dé belastiingpeninimgen iwo-rden uitgegeven.
Wa-t den kapitaaldienst (voorheen buiten-ge
wonen -dienst) betreft, ook deze -geeft -thans een
duidelijker b-e-eld van -de wijze van beheer-,
V-oor -elk onderdeel der gemeentelijke huis-
hiou-d'ln-g, -waarvoor -in den ge-wonen dienst e-en
hoofdstuk is opgenomen, is tevens voor
zoover 'daartoe aanleiding bestond' een
■hoofdstuk in -den kapitam-ldden-st ingesteld. Daar
naast zijn n-o-g enkele hoofdstukken >i.n den ka-
'Pitiaialdien-st -opgenomen, welke wegen-s hunnen
aa-ridi geen correspondeerend -hoofdstuk in -den
gewonen -dienst beh-oefden.
r^D-eze verdeielim-g in den- kapi-taaldienst beeft
wt v-oordeel, -dat men, thans ki -n nagaan of de
inkomsten, beh-oorende tot een bepaald onder
deel dufs gemeentelijke bemoeiing, werkleKlto
volledig voor dat doel worden «toegeven, en
indien di-e 'inkomsten in het betrokken jaar
van -ontvangst nog -ni-et -of nog' niet geheel
zijn -gebruikt of wel indien die' Inkomsten n-o-g
ni-et voldoende waren om 'de gedane uitgaven
te dekten;, dl n blijkt hoeveel -op elk hoofdstuk
nog is overgebleven -of tekort gekomen. Hier
voor was bet noo-di-g, dat de vo-orh-een be
staande a-lgem-eene on-tvangpost „Geldleeniimg"
werd v-eTvangen- doo-r een verzamelpost, waar
op -d'c leentn-gsg-elden -in één- bedrag worden
verantwoord en dL-anna overgeboekt n-aat -de