TWEEDE BLAD J. G. W. v. d. Pol Kunst AATLESSEN Rijwielen DAAL Solo-Violist V WER iermakerij ijne Lederwaren Reparatiën tr. is-Haarlem ten meer! VTIONAAL" JrCo* TELEF. 1289 van dameskleeding I.J. B.KRÜLJr. „Bloemendaalsch Weekblad" Gemeentebestuur. Timmerman en Aannemer aarlem No. 1329 i Jongens- Rij w i e I e n schadiging, met h volkomen ge- TGESCHENKEN ING STOOP's BAD sens, ook voor huiselijk en demonstraties geeft *AAT 25 A, HAARLEM elefoon Kantoor 22089 [A J, DE REIGER i TELEFOON 2155 iogUJs: Jmandics, Papiermanden, Stoelen en Poppenwiegen Beveelt zich beleefd aan. Adr. Zijlweg 85 SCHABLONEEREN, ïring )EREN en BATIKKEN ch Batik) EN SCHABLONEN :r 3 maanden I per 2i/2 uur 3S VAN 4-7 UUR Coornhertstraat 15 EN en ONDULEEREN f 1.25 n elk genre. T 69 - Telef. 883 XXXXXXXXXXX300000 EN 7—22012 uur alléén 22012). No. 52. ZATERDAG 22 DECEMBER 1923. Donderdag om 10 uur 's morgens vergaderde de Raad onzer Gemeente ten Raadhuize Over- vcen. De Raadszitting was reeds aangevangen al vorens de pers toegelaten werd. Voorzitter: Jhr. A. Bas Backer. Aanwezig: alle Raadsleden. Ingekomen was een voorstel van het St. Joseph-gesticht te Haarlem waarin voorgesteld werd, dat zij bereid waren de wegverbinding Joh. VerhulstwegKennemerweg aan de Ge meente over te doen, indien de Gemeente de helft in de kosten der verharding zou bijdragen. Tevens bieden zij hierbij aan een stuk grond van 1400 M2. a f 6.per meter. De heer Schulz betoogt dat de Joh. Verhulst weg vrij goede verbinding heeft met de Kenne merweg en acht de kosten voor de Gemeente te hoog. Noodig is het niet dat de gemeente dezen weg in bezit neemt, zegt de heer Schulz. De heer Otto ondersteunt het betoog van den heer Schulz en vindt nu vooral, waar er zonder bouwv rgunning aan Capelbouw begon nen is, dat de Raad dezen weg niet over moet nemen. De Voorzitter licht toe dat er geen wegyerbe- tering behoeft plaats te vinden, doch enkel ac cepteeren van weg plus verbreeding strook en een stuk grond van 1100 M2. Hij voelt er zelfs voor dit gedeelte 'n zijn natuurlijke gaafheid te behouden. De heer Prins- .berg zegt, dat de Raadsleden de R.K. houw „7 ennenheuvel" moet gescheiden houden van de ,ve»k,wiïstie. Zoo noodig draagt „Dennenheuvel bij in de helft van de kosten der bestrating. De heer de Waal Malefijt acht het 't best bouwpermLsie te geven en wegverbetering over te laten aan de stichting „Dennenheuvel". De heer Otto ondersteunt dit. De heer Prinsenberg laat aan den Raad over hoe er in dit geval beslist wordt, er zijn echter kwesties bij betrokken die het Gemeentebelang ten zeerste kunnen schaden als dit voorstel der stichting niet aangenomen wordt. In het open baar deze ik we1: ties udsmieni vindt de teer Prinsenberg echter bezwaarlijk. De heer Schulz stelt voor om' te ve.rgiaderfen met gesloten deuren:, maar aanleiding van bet- gen door den heer Prinsenberg gezegd is. De heer Laan betoogt, dat wegverharding nog niet de bedoeling is van B. en W„ doch de Gemeente kan den grond overnemen tegen f 6. per M2. Blijkt later dat wegverharding noodig is, dan is altijd nog te zien. De heer de Roo van Alderweralt beweert dat de weg verhard moet wordtn, aangezien de bouw van Capel en school dit medebrengt. De heer de Roo is voor behandeling in gesloten zitting. De heer Otto is tegen geheime zitting, daar dit een1 openbare zteak betreft. De heer Kessal zegt dat het voorgedeelte der Dennenweg behoort tot de stichting. Het belang Capelbouw is geheel iets anders dan het belang stichtingbouw. Spreker is tegen ge heime zitting. De heer Prinsenberg betoogt dat het er om gaat bouw van de Capel mogelijk te maken en hoopt dat de Raad ingaat op het verzoek van de parochie Bloemendaal. De Voorzitter geeft toe dat de bouw van de Capel het gemeentelijk belang niet schaadt. Het voorstel om in gesloten zitting over te gaan wordt aangenomen met 8 stemmen voor en 6 tegen. Als de pers weer toegelaten is wordt de be grooting voor 1924 besproken. De heer V. Kessel vindt dat verschillende posten een belangrijke verslechtering hebben ondergaan, wanneer hij ziet dat er dit jaar f 100.000 is bezuinigd. Als dit zoo doorgaat be- teekent dit in alle opzichten voor de Gemeente verslechtering. Verschillende posten zijn veel te laag, vooral de rekening „Onderhoud". De heer Laden betoogt dat er bij de verkie zingen z.i. Opdracht gegeven is aan de Raadsle den om te bezuinigen, 't liefst zoo veel mogelijk. Bij Openbare Werken is ook inbegrepen on derhoud van wegen. Nu is in de Gemeente Bloe mendaal alles Gemeenteweg; geen Provinciale of Rijkswegsnijding is er. Ruim 60.000 M2. weg heeft de Gemeente in onderhoud en zij komt beter voor den dag met de wegen als dit met vele andere Gemeenten het geval is. Pos ten Onderwijs berusten op Wetsbepalingen en hier kan de Gemeente weinig aan veranderen. Misschien kan er van Gemeentewege toch nog wel iets bezuinigd worden. Hoewel spr. het eens is met den heer v. Kessel, dat bezuiniging geen verslechtering mag worden. Hoofdelijke Omslag van 3% is niet te handha ven z.i. Als dit echter blijft zal de burgerij bin nen eenige jaren een aanzienlijk hooger bedrag moeten betalen. De heer Luden noemt zichzelf pessimistisch, daar hij gelooft dat de reserves van onze ge meente spoedig uitgeput zullen zijn. In tegen stelling met een ander Hd der financieelc com missie, die meent dat de bestaande Hoofdelijke Omslag de reserves bestendigen. De heer Luden hoopt dat hij gelijk heeft, doch vreest dat zijn pessimisme bewaarheid wordt. Wij moeten blij ven handhaven bezuiniging, vooral weelde-uit- ®aven moeten vermeden worden. Blijven inkom sten niet in de lijn van Gemeentelijke welvaart dan moeten wij de Hoofdelijke Omslag verhoo- gen. De heer Kramer wil er vooral op wijzen dat het optimisme van den ouden Raad, dat het belastbaar inkomen 20 millioen gulden bedraagt en er dus gerekend kan worden op f 600.000. Gemeentelijke inkomsten, niet in het zelfde sta dium blijft. De Rijks-Inkomsten loopen 25 achteruit, dit moeten! wij bij de tegrooting voor oogen hou den. Stellen wij de belastbare inkomens op 15 millioen, dan is dit een juist beeld. Zoo als de begrooting nu is, komen de lasten geheven van de burgerij in de jaren 1925'26 z.i. op 6 of 7 De heer Schulz antwoordt den heer Luden. niet dat deze onjuist is in zijn beweren, doch omdat er z.i. rede was voor optimisme. De Gemeenterekening begint met een batig saldo van het vorig jaar groot f 431,869.05®. Het te kort tusschen vorig jaar en dit jaar bedraagt slechts f 30.000. Reeds het vorig jaar werden bezwaren geopperd als de heeren Luden en Kremer nu doen, toen was het den heer Laan. De heer Schulz bestrijdt de meening dat het be lastbaar inkomen in Bloemendaal minder zal bedragen dan 20 millioen gulden; z.i. zal het aanzienlijk hooger worden met het oog op het bouwen wat er nu gedaan wordt. Er blijft altijd nog 252.000 gulden om 't be- grootingtekort aan te vullen als geen nieuwe leeningen aangegaan worden zal de begrooting steeds in tekort minderen. In onze Gemeente verrijzen momenteel bouw werken gezamenlijk tot een bedrag van f 1.500.000.Trekt men het Kennemer Lyceum er af, dan blijft het toch nog 1 millioen. Waar dit geen arbeiderswoningen zijn, bewijst dit voor den heer Schulz, dat dit een belangrijk be drag zal toevoegen aan belastbare inkomens. Zeker is nog niet te zeggen hoeveel, doch de schatting van den heer Kremer kan even goed opgevoerd worden boven 20 millioen. Dat er bezuinigd moet worden op de arbei ders van wegen, parken en plantsoenen be hoeft in Bloemendaail absoluut niet. Wol is de heer Schulz het eens met de Financieele Com missie dat de post Raadhuisbouw groot f 50.000.geschrapt wordt. Hierin is te be zuinigen vooral met het oog op den onzekeren toestand. Als het noodig zou zijn dat in 1925'26 een aanzienlijk hooger belastingpercentage gehe ven moest worden, dan zou spr. er voor zijn de belasting naar evenredigheid te verhoogen. Het is echter niet noodig z.i. De heer Otto zal t.o. van onderwijs niet op bezuiniging aandringen. Goed onderwijs is voor hem een te groot volksbelang. Spr. wil wel een verwijt richten aan 't oude college van B. en W. Het financieele beleid van hen was van dien aard, dat wij nu met een schuld zitten van 4 millioen. Van de Inkomstenbelasting is meer dan 2/3 noodig om de rente te voldoen. Er is niet na te gaan precies waar al dat ge leende geld voor besteed moest worden. Dit geslacht zal 25 jaar moeten worstelen om uit deze schulden te geraken. Het is een steek voor de burgers als zij we ten dat 2/3 der Irakiomstenfoelasting geofferd wordt aan rente. De Gemeente-bemoeiing eischt veel te groote uitgaven. De Gemeente begeeft zich op velerlei terrein waar zij buiten kan blijven. De post Publieke Werken is thans f 389.000. moet dit nu zoo hoog zijn? In 1913 kwam de zelfde post op de begrooting voor groot f 5000.—, in 1918 8984.— en in 1922 f 45.000.— Met de post Plantsoenen is dit evenzoo, 1918 bracht f 32.000.en nu is dit ruim verdub beld. De heer Otto wil de bezuiniging aan pakken in dit principe, dat de Gemeente meer overlaat aan het particulier initiatief. Van de begrooting kan f 200.000.af z.i. Is men voor de burgerij verantwoord als men zoo doorgaat? Als het belastbaar inkomen 40 gedaald is in Nederland, dan zal dit met de gemeente Bloemendaal ook wel zoo zijn, dit heeft de heer Kremer goed gezien. De uitgaven van de Gemeente moeten ruim met f 150.000 verlaagd worden volgens den heer Otto. De begrooting moet nog eens door B. en W. onder handen genomen worden en ir dien geest gewijzigd, anders kan de heer Otto er niet voor stemmen. Resumeerend be toogt spr. dat het gemakkelijk is over reserves te beschikken. Dit is echter een moreele fout van de gemeente daar zij teveel geheven heeft. Reserve gebruiken tot delging van schuld, dat komt ten goede van belastingbetalers. De heer Otto's voorloopige conclusie is dat inschroeving van begrooting in overeenstem- min® is met wat momenteel in de geheete we reld gedaan wordt in financieel beleid. En kele diensten inkrimpen, desnoods afschaffen; particulieren zouden dit 2 maal goedkooper doen. De kwestie plantsoenen is hetzelfde, vooral in onze gemeente, waar zooveel bloe misten zijn. Een begrooting behakken wil de heer Otto niet gaarne en daarom wenscht hij herziening door B. en W. De heer Laan merkt op dat de onderstel len® dat toet beêa-stbf.ar Inkomen 40% achter uitgegaan is, niet juist genoemd kan worden en ihier m Bloememéaal is daar niet oen enkele ■onderstelling toe. De praktijk heeft aan den heer Laan bewe zen dat er met een heffing van 3 volstaan kan worden- En met den heer Schulz is do heer Laan het eens dat de reservemiddelen moeten dienen voor slechte jaren. Dat er ech ter ruw omgesprongen is met geld door 't oude college van B. en W. is den heer Laan ook opgevallen en hij heeft zich er indertijd dan ook herhaaldelijk tegen verzet. Niet alleen de salaris-regeling hebben de tekorten doen ontstaan doch vooral den korteren werktijd. De heer Laan voelt niet voor buitengewone uitgaven of nieuwe ieeningen en gelooft, dirt- als wij doorgaan leening en aflossing te ver kleinen, de Gemeente in de goede richting gaat. Deze begrooting is z.i. absoluut sluitend, zoo noodig zou reserve aangesproken kunnen wor den, doch dit lijkt den heer Laan niet noodig toe. De heer van Nederhassclt betoogt dat het geen de heer Otto aan 't oude college van B cn W. verweet, niet opging, daar de Raad toch sanctie verleend had. Het oude college >an B. en W. heeft er uitdrukkelijk op gewe zen, dat toen reeds door en W. in de rich ting van bezuiniging gd.ïrongen werd. Niet vergeten dient te wordem dat zoo de schulden aangezuiverd zijn, de gemeente dan bezittingen heeft die daar als waarde tegenover kunnen staan. De heer de Waal Malefijt wil aan den heer Otto wel mededeelen dat uitbesteding van gemeentereiniging reeds 10-tallen malen is ge schied. Doch de enkelen die dit in handen kre gen, waren vrachtrijders uit naaste omgeving, die er een monopolie van maakten. Geen en kele Haarlemmer schreef er op in. De heer v. Kessel zegt dat de oude gemoe delijkheid in den Raad niet opgevat moet wor den, alsof het toen slechter ging. De leenings- politiek was als het ware opgedrongen door het Rijk en de geest van den tijd. Spr. be strijdt het standpunt van den heer Otto, waar deze het een moreele fout noemt dat er teveel belasting geheven is. Het waren alweer tijds omstandigheden die dit in de hand werkten. Het bezuinigen, van 1.5 ton k 2 ton kan door den heer v. Kessel niet gezien worden. Hij vraagt zich dan ook af hoe de heer Otto dat wjl doen. De heer Schulz wil nog aan den heer Otto vragen welke leeningen dan niet gesloten moesten worden? In het afgeloopen jaar zijn zij nog controleerbaar. Zoo is bijv. verharding Zeeweg en aankoop Bloemendaalsche Bosch toch niet iets wat foutief was. Men moet rekening houden in wel ken tijd aankoopen gedaan werden en leenin gen gesloten. De heer Otto zal geen mooi betoog houden, doch met cijfers komen. In 1913 was er een schuld van 42.000 gld., in 1918 was dit bedrag 858.000 gld. en nu is dit reeds 4. 417.000 gld. En zelfs ondanks deze cijfers was Bloemen daal bereid om de gronden langs den Zeeweg te koopen. Dit werpt z.i. een ander licht op de gevoerde leenings-politiek. Het is de geest van den tijd geweest die dat opdreef onder invloed van zekere groepen. Het wordt nu tijd dat de Gemeentelijke bemoeiing zich inkrimpt. Spr. stelt een motie voor waar in B. en W. opnieuw de begrooting onder han den moeten nemen, zoodat de totaal uitgaven met ten minste 15 verlaagd worden. De Voorzitter stelt voor om de motie van den heer Otto na de pauze te behandelen en sluit de ochtendzitting om l®/a uur. Om 2.30 uur heropent de Voorzitter. De heer Otto heeft ingezien dat B. en W. ernstig pogen om bezuiniging door te voeren en vraagt nu of B. en W. aan den Raad een bezuiniging kunnen beloven van f 90.000 over het volgende jaar. De heer Laan vindt het onnoodig om de Raad te beloven f 90.000 te bezuinigen, als alles in het werk gesteld wordt om te bezui nigen. De heer de Waal Malelijt vraagt den heer Otto of hij kans ziet zijn motie zoo te wijzi gen dat de Raad f 90.000 bezuinigd. De Voorzitter stelt voor om over de motie van den heer Otto te stemmen. Deze motie luidt: De Raad; overwegende, dat de geraamde uitgaven nog weer, belangrijk hooger zijn dan het vorig jaar; dat het belastbaar inkomen der burgerij aan zienlijk daalt; dat bovendien het heffingspercentage van de gemeentelijke inkomstenbelasting tot 3 is verlaagd; dat derhalve bij de geraamde uitgaven een tekort in den dienst 1924 onafwendbaar zal zijn; dat weliswaar dit tekort over het jaar 1924 door de bijdrage uit bet betaistingoverschot kan worden gedekt; dat evenwel daarna eert ingrijpende toelasting- verihooging niet zlal zijn te vermijden, tenzij de uitgaven belangrijk worden ingekrompen; dat zulk een inkrimping alleen dan goed en afdoend zal kunnen worden geleid, wanneer B. en W. zich daarmede belasten; noodiigt B. en W- uit in den loop van bet jaar de begrooting opnieuw in behandeling te ne men en zoodanige maatregelen te nemen, dat de totaaluitgaven met ten minste 15 wor den verlaagd. De motie wordt bij stemming verworpen met 3 stemmen voor, n.l. de heeren Otto, Blanke voort en Kremer. De Voorzitter stelt voor om eerst aan de Uitgaven te beginnen: De heer Kessel stelt voor om de jaar wedde van de Wethouders die voor f 2500. op de begrooting staan te verhoogen tot f 3000.En dit aan Gedeputeerde Staten ter goedkeuring te zenden. De heer Laan is hier tegen, gezien de tijds omstandigheden. De heer Nuyens vindt dat ingeval er een wethouder in deze gemeente komt die geen an der inkomen tevens heelt, dat het bedrag f 2500.te weinig is en ook f 3000.slechts f 500.plus, is niet verstrekkend genoeg. Het voorstel van den1 heer v. 'Kessel :in stem ming gebracht wordt aangenomen, tegenstem den de heeren Verdegaal en Laan, de heer van Nederhasselt "blanco. De heer Otto stelt voor om post No. 90 met 20 te verlagen. Het geldt hier de jaarwed den van de ambtenaren en bedienden ter ge meentesecretarie, den congierge en dc boden en van het kantoor van den gemeente-ont vanger. De heer Laan wijst er op dat er aan het secretarie wordt gewerkt in die mate dat 20 niet bezuinigd kan worden. De Voorzitter stelt voor bij vacature's 20 te bezuinigen. De heer Schulz doet opmerken dat 20 verlagen van jaarwedden in strijd met de re geling der rechtspositie van de ambtenaren is. De heer Kremer wil bezuinigen op het secre- tariepersoneel. De heer Hogenbirk is overtuigd dat in per soneel niet bekrompen kan worden op 't secre tarie. tl Bloemendaalscheweg 23 - SANTPOORT Telefoon 22315 Geschikst adres voor Burgertimmerwerk T>e heer Otto zegt dat het bij hem om het principe gaat. Het is z.i. niet mogelijk dat de maatschappij blijft bestaan als overheidsbe moeiing zich op bestaande basis voortzet. De heer Schulz vraagt of de heer Otto naar een lasfenheffing van 0% wil- De heer de Roo kan volstaan met verklaring van B. en W. dat er in den loop van het jaar bezuinigd wordt. Post No. 93 een verhooging van f 500.voor druk- en bindwerk werd met algemeene stem men aangenomen. De toeslag op woninghuur aan gemeente ambtenaren, Post No. 114 ontlokt levendige discussie. De heer Prinsenberg acht dezen geheelen post overbodig. De heer Laan voelt er meer voor om dezen post eens door B. en W. te laten onderzoe ken of hij niet geschrapt kan worden. De heer Schulz gaat in zooverre met den heer Laan samen, dat ook hij liever een on derzoek omtrent dezen post ingesteld door B. en W. wenscht. Toch is dezen post te moti- veeren, daar ambtenaren, die door de Ge meente verplicht worden hooger huur te be talen daar den dienst verhuizing fischt, niet vrijwillig deze hoogere huur betalen. De heer Laan neemt over een voorstel van den heer Otto en stelt deze motie voor: De Raad; van oordeel dat post 114 princi pieel niet juist is, verzoekt B. en W. om te trachten dezen post te veranderen. Met alle stemmen aangenomen. In memorie van toelichting luidt post 114: Bij raadsbesluit van 19 October 1922 werd besloten tot het verleenen van toeslag op wo ninghuur aan het personeel in gemeentedienst. De ih'Oüf'disitreikikin® vlam dit toesluit is, dat een bijdrage wordt gegeven voor hetgeen de huur meer bedraagt dan: a. 12 van de jaarwedde voor ambtena ren met een jaarwedde boven f 3000. b. 10 van de jaarwedde voor ambtenaren met een jaarwedde van f 3000.of minder; echter met dien verstande, dat aan ambtena ren, wier jaarwedde meer dan f 3000,be draagt, slechts bijslag wordt gegeven op een huur van niet meer dam f600.en aan amb tenaren met een jaarwedde van f 3000.of minder, slechts bijslag wordt gegeven op een huur van niet meer dan f 325. Er is vermoedelijk slechts één ambtenaar, vallende onder hoofdstuk II der begrooting, die voor toeslag in aanmerking komt. De Post Rijwieltoelagen aan gemeente-amb tenaren vindt den heer Otto wel wat hoog. De heer Blankevoort stelt voor deze post 50 te minderen. Dit wordt verworpen met vier stemmen voor. Een voorstel van den heer Hogenbirk om 25 te minderen wordt met alle stemmen voor aangenomen. De heer Otto wijst op de laksche houding van B. en W. inzake Post 117, kosten ter be strijding der annexatieplannen» Hij vraagt ®icn al wat de oorzaak is, dat verschillende leden der Ged. Staten de billijkheid van Bloemen- daalsch houding inzagen. Laten B. en W. zoo'n belangrijke zaak niet aan hun aandacht ont glippen? De Voorzitter antwoordt, dat hij reeds vele malen voor deze zaak naar Den Haag is ge weest. Post 119. Kosten van het uitbreidingsplan groot f 250.komt te vervallen. De heer Otto doet een voorstel om Post 124 met 34.000 gld. te verminderen. Deze post luidt in toelichting; Ingevolge art. 36 der Pensioenwet 1922 toe draagt de bijdrage per jaar voor eigen pen sioen 10 en voor weduwen- en weezenpen- sioen 5®/i van den pensioensgrondslag van den gemeente-ambtenaar. Voor eigen pensioen zal ongeveer verschuldigd zijn f 27546, en voor weduwen- en weezenpen- sioen 1 14575. Totaal f 42121.— Blijkens den aan den in casu bedoelden post toegevoegden staat worden de pensioensbij dragen verdeeld over die hoofdstukken der be grooting, waarop ook de jaarwedden van hen, voor wien de bijdragen verschuldigd zijn, wor den verantwoord. In 1922 werd ter zake uitgegeven een bedrag van f 28408.77, terwijl voor 1923 is geraamd een som van f 34000. Bij raadsbesluit van 4 December 1913, no. 297, werd besloten de pensioensbijdragen ge heel voor rekening der gemeente te nemen. De heer Otto vindt dat een toeslag die erg lichtvaardig in Bloemendaal toegestaan is, op volkomen gerechtelijke basis kan teruggeno men worden. De heer v. Kessel vraagt of de heer Otto wel weet welk een schade hij op deze wijze toebrengt aan de arbeiders. Het voorstel wordt verworpen met 4 stem men voor. De Voorzitter sluit. (Vrijdagmorgen 10 uur voortzetting). FOTOftBAFISCH ATELIER TH. SCHOONEBEEK NIEUWE GRACHT 24 HAARLEM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1923 | | pagina 5