mmw Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout en Vogelenzang MOEDER. Het Vervoer-wezen. WILD en GEVOGELTE P. van der STAD. Tel. 188 behanger* Fotografisch Atelier DTf^HF"Gr.Houtstr.i69,Tei.3472 Raadsoverzicht. xoas aa taqaSpaoo •3uueptï3 aaui statist v y&z xauiaa>i HOOA 9CI jq uaqasuaui ubb xaAOjaiq [g -uadclBjsui uo 'si Sipoou tui jsjaa uBp Ibjsui jaq fjq ioa 9P öa ;cLiop uaa uba uio qaoz uiaSjB jajtf •jquap ;saq jBBquado ZHOOA 9a aSuijqaBAuaA '1 jaaq BQ qaq uapuoqaS hz jaoui uaui [d aiapuB jaui uBq pBBjj aa uajaAV uaiaaq CquaSia jjaaq i uB(d jaq ap.io uapiaA jaq ui io *taaq 9a puiui qfuSuBi SJV 'JSBA [9M ioos uaa 'uaui IB JUBAV 'uClZ Qg aaaq aa Aa 'lajBAviuoy j5j laaq aa jaui uaiaoA aj ?ou jaq jo uaiz uaiaaq ap jam [aqfU JBAV [3M tq aj lajjo uaa iiapuiA aj iooa 0 [BBpuauiaoia uaSaj ppjsaS ubbp uaui ibz uaAiopaq paoS aq jaq noz jaq ia UBid jaq uba SutqiOAUiaures [3AV Sou uatqas aoS ooz Sousjb laSon ua ojjo Oa uaaq aa 1 uaa jaiu ubbui ,k dat B. en W. nstemming ko- ng in den Raad :e van den heer t-gelijke manier voor de Raads- :s, ook de leden odig hebben om m de Fin. Com- ndelen en eerst de Commissie. worden en als de aanbieding et men het dit en W. zijn niet nissie eventueel van de posten llingsnota, voor oodig heeft, loen als de heer al blijft hij bij r de aanbieding is een adres van C. W. de Visser, van een dorps- de hoogte. Spre- el tijd in beslag ilan is, doch het ndaar dat B. en is dat adressan- omst van 10 No- besloten hebben, en raadslid voor in de tegenwoor- iet denkbaar dat randerd is, dat Spreker begrijpt en. Is het alleen vestigen? Op de >en invloed uit- in den uitersten zooveel mogelijk Raad zeker niet reld zal voteeren. :r blijkbaar prijs leid wordt, zijn ;innen met hulde n op zichzelf be- l het belang van TH—*PiWr' ij A"**ii" j 18e JAARGANG. ZATERDAG 26 JANUARI 1923. No-4- BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD Uitgever: A. EIKELENBOOM, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: Bloemendaalscheweg 42. - Tel. 22324. Abonnement: Voor een half jaar 1.75 LOSSE NUMMERS 5 CENT. Advertentlën: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 10 regels 1.elke regel meer 10 cent. Tusschen den tekst of op een bepaalde plaats speciaal tarief. Dit nummer bestaat uit twee bladen, waarbij een Kindercourant. Met het lijden is 't als met de onweerwolken: in de verte zijn zij zwart, boven ons nauwelijks grijs. JEAN PAUL. LICHT. door BEN VAN EIJSSELSTEIJN. Gij zijt het groote wonder: Licht! gij zijt het groote woord dat wij vergaten en dat wij allen spreken in wel duizend talen en dat wij allen lezen in wel duizend talen, en dat wij lezen in de sterke wereld en in de wereld van elkanders oogen. Gij zijt het hoog gewelf der kathedralen: onder u gaan de menschen als gedaanten en branden kaarsen in de kandelaren en zeggen dat zij uwe beeldt'nis zagen.... En allen spreken woorden in hun talen en zoeken beelden voor uw stille zijn en zij omsluieren hun stralende gelaten en zeggen: „Zon!" „Gij zijt het groote gelaat: de witte engel met het vlammend zwaard, gij zijt het roode en het vale paard!" Gij zijt die achter alle woorden staat Gij zijt Het Groote Woord dat wij vergaten en dat wij allen zoeken in wel duizend talen. (Uit: „Om 't Hooge Licht", uitgave W. en J. Brusse te Rotterdam). (Nadruk verboden) Het is prettig, van de film iets goeds te kunnen zeggen. Want, men moge over deze instelling denken gelijk men wil, vast staat, dat zij in het volksleven een overwegende plaats inneemt. De bios coop is inderdaad in veel opzichten ge worden, wat vroeger de arena, het thea ter, het passie-spel, het leerzame pren tenboek, ja, de kerk is geweest. Ja, de kerk. Terwijl ik met een ken nis, die tot den geestelijken stand be hoort, door een Amsterdamsche straat wandelde, en wij in onzen loop gestuit werden door de menigte, die zich voor den ingang van de bioscoop verdrong, zei hij op ietwat weemoedige wijze„Zie de kerk voor de massa!" De gedachte aan dit argelooze publiek, dat zonder kritiek aanvaardt hetgeen het verleidelijk kijkspel het biedt, dat zich met hart en ziel ontvankelijk stelt voor de moreele en artistieke opvoeding die de vertooners het opdringen, maakte ons een oogenblik stil. Want hier gaan de drommen, niet alleen te Amsterdam, maar in alle groote steden; niet alleen in de groote steden, maar ook in alle kleine dorpen; hier, in ons land, maar ook ginds in Frankrijk, Rusland, Perzië, Indië, maar ook aan de overzijde in het land van de „movies". De film is de school, de kerk, de kunst zaal der aardewat de krant is geweest, is nu de bioscoop: de gids en leermees teres van heel het dringende, levende, zwoegende menschdom. Wat de bioscoop voordoet, doet het menschenras na; het menschenras als geheelhet massale menschenras. Wat de bioscoop predikt, beaamt het volk, dat duizend-, dat mil- lioenenhoofdig van bloed en zenuwen trillend lichaam, dat de aarde als een le vend en bewegelijk net omspant. Er zit iets ontzagwekkends in het in- en uit gaan van de bioscoop. Men houdt zijn hart vast voor de on bewuste, ontvankelijke zielen, die zich in beroering laten brengen door het geen de rolprent vertoont; die op ieder trilbeeld reageeren als ware het een ge zaghebbend stuk werkelijkheid. Het zijn de onvolgroeiden, de kinderen zijn het, wier gang naar de bioscoop het diepst treft. Hier besteden ze hun spaarcent en hun vrije uur. Hier is hun heiligdom en hun geheimenis; vergeten zijn vader en MODERNE DAMES- EN LMJj HEERENPORTRETTEN HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING BLOEMENDAAL AATij zigrizig; Deposito rente DEPüSlTO, dagelijks opeischbaar 2V2 voor een inaand vast V4 ben. prolongatiekoers. voor 3 maanden vast 4 voor een jaar vast 4y2 met een jaar opzegging 5 SPAARDEPOS1TO (Spaarbankboekjes tot maximum f 2500.—) 4 moeder en meester en baas ten over staan van den explicateur, priester die uitlegging geeft van het zich steeds ver der ontrollend Wonder. Het is een verschrikkelijke gedachte, dat de bioscoop veel slechts leert. Wee, wie deze kleinen ergert en tot het kwade brengt. Wee de ontijdige hartstochten; de opwekking van moord- en wellustge dachten; wee de wansmaak, de onecht heid, de valsche schijn. Goddank, dat de bioscoop ook iets goeds kan leeren. Daar zitten ze in 't duister bijeen; een spelonk vol in sche merige droomen broedende wezens, half rijp nog, zóó van de straat, uit den win kel, buiten bereik van het ouderhuis, dat zijn gezag heeft verloren. Ze wachten op de geesten, die de geheimzinnige gids met de hoiie stem zal oproepen op den bleeken cirkel van 't zwarte doek. Een Moeder verschijnt. Zij is de moe der, zooals allen die kennen, maar nooit eerder hebben aanschouwd. Zij vraagt niets maar geeft alles. Zij offert, stil zwijgend, zonder misbaar. Zij slooft en zwoegt en staat voor ieder klaar. Zij oogst geen dank en maakt geen aan spraak op loon. Zij is de liefde, die niet praalt en haar eigen belang niet zoekt; die niet wordt verbitterd en het kwade niet toerekent. Zij is de liefde, die alles bedekt, alles gelooft, alles hoopt, alles duldt. Zij is de liefde, die nooit op houdt. Zij is de liefde-en is het zichzelf niet bewust. Zij is de liefde en niemand is het zich bewust. Niemand weet, dat zij de liefde is; niemand denkt er om en handelt er naar; haar zelfopoffering is vanzelfsprekend en verlangt geen waar deering. Maar nu ze haar plotseling voor zich aanschouwen, hier op het geheimzinnige doek, begrijpen zij plotseling Moeder, de boefjes en deerntjes, de brutale kna pen en de suffe sloofjes, nu weerspie gelt zich heur heilige gestalte in hunne harten en zij denken aan thuis. De moeder op het doek wordt ouder; haar gedaante vervalt en heur haar wordt grijs. En haar zonen en dochteren zijn haar boven 't hoofd gegroeid en zijn haar ontwassen. Ginds in de wereld be oogt ieder zijn eigen belang en het ver vallen oudje zijn ze vergeten. Moeder klopt bij het werkhuis aan. En de spelonk vol halfwassen wezens in 't duister verschrikt, omdat dit in 't werkelijke leven precies zoo gebeurt. Ze schamen zich en worden klein en gaan huilen. Doch dan komt de held ten tooneele: de zoon, die ver weg waart en verlangst naar huis heeft gekregen. Hij zal moe der verheugen met het verhaal, hoe goed het hem is gegaan. Moeder zal een kras oudje zijn in een knusse woning. Doch hij vindt moeder in 't werkhuis. Natuurlijk brengt hij haar recht streeks naar huis terug. En natuurlijk krijgt moeder nu wat haar toekomt en er is vrede en vreugde. En de zoons en de dochters zijn blij, dat het in de bioscoop duister is en men hun tranen niet ziet en ze doen een hei lige gelofte, dat ze eens zullen doen als de held, die hun allen tot beschamend voorbeeld werd gesteld, hier op het ge heimzinnige doek. Zoo kan de film opvoeden tot elemen taire deugd. Ik ben blij, dat ik in de bios coop ben gaan gelooven. C. Het transport-wezen van menschen, dieren en goederen, is in den loop der tijden steeds aan verandering onderhevig geweest. Naarmate de menschelijke geest nieuwe vormen baarde en techniek, kreeg het transportbedrijf een an der karakter. Het vlugger en degelijker willen overbren gen van goederen, waarbij steeds grooter boe veelheden vervoerd moesten worden, deed het menschelijk vernuft zoeken naar nieuwe mid- len die parallel gingen aan de economische ont wikkeling der maatschappij. Denken wij terug aan de tijden dat bijv. in ons land de Germa nen met zeer primitieve middelen, waarbij lichamelijke kracht nog een belangrijke rol speelde, menschen, dieren en goederen ver vieren moesten. Brachten dé feodale tijden reeds een over gang naar beter vervoer; eerst bij de opkomst der steden was er sprake van zekere stabili teit die belangrijk beter genoemd kon worden dan dit het geval was in het Germaansche en Feodale tijdperk. De diligence en trekschuit voor menschen en de vrachtrijder en vracht boot voor dieren en goederen, hadden het ter rein voor zich veroverd. In genoemde vervoer middelen hadden de menschen het uiterste be reikt, zonder andere drijfkracht dan dien van mensch, dier en wind. Het steeds dichter bevolkt worden van stre ken als Nederland, bracht drukker vervoer en onze uitgebreide handelsrelatie's eischten dat alles wat het transportbedrijf betrof zich ver grootte. Het grooter worden der vervoermid delen drong aan de gemeenschap op, dat we gen werden herzien en kanalen gegraven en verbreed werden. Ook speelden de oorlogen uit dien tijd een niet onbelangrijke rol in de wegenaanleg en in 't graven van kanalen. Het vervoer van zwaar oorlogstuig eischte vooral in ons land telkenmale herziening der wegen. Wie denkt nu niet aan Napoleon die zijn tijd inzooverre omvatte in den geest, dat bijv. „eerst" wegenaanleg aan de orde was, alvo rens zijn voertuigen in gebruik genomen wer den. Napoleon begreep beter zijn tijd, dan wij den onzen, dit dient ter zijner eere gezegd te worden. Het gebruik maken van stoomkracht bracht een nieuw tijdperk in het transportbedrijf. De aanleg van spoor- en tramwegen en het ver- breeden en verdiepen der kanalen voor de stoomboot was het gevolg. Daar het laatste zich echter in hoofdzaak beperkte buiten de wegen die dienden voor de voetgangers, was hier een gevolg van, dat die wegen niet vol doende verbeterd werden. En nu komt onze achterstand. De overgang die gebracht werd door electriciteit kon nog wel ten deele een plaatsje krijgen, daar het voortbewegen door stroom, nu nog rails met zich meebracht. Doch het gebruik maken van motoren moest noodwendig wegenherziening met zich brengen. Dit laatste is in Nederland slechts vaag begrepen; men geloofde schijn baar niet aan een geweldig druk verkeer per motor. Dit was een achterlijk begrip, dat zich niet vergoelijken laat; immers aan uitbreiding per lucht-motor of ander lucht-bewegen werd hier óók niet gewerkt. Het principe van Napo leon had ons tot leermeester behooren te zijn; het is echter vergeten en nu zitten wij in Ne derland met een transport per land, dat veel overeenkomt met dat bekende geval te Kam pen. De volksoverlevering vertelt ons; „dat men eens te Kampen een boot bouwde in een huis. Toen het schip klaar was, bleek echter dat de deuren en ramen „te nauw" waren om het schip uit te laten." De wegen zijn thans „te nauw" om zich met vracht-auto's en auto bussen te kunnen handhaven. De mensch die echter de polsslag van dezen tijd voelt, zal zeg gen; „de wegen verbreed, om „het vervoer" in te laten." TEL. 188. OPGERICHT 1870 Poulardes Hazen Braadkippen Fasanten Soepkippen Patrijzen Eendvogels Duinkonijnen Talingen Reevleesch KLEINE HOUTSTR. 136 HAARLEM 30000000000000000000000000000Q AMSTERDAMSCHE ANTHRACIET MAATSCHAPPIJ Vertegenwoordigster der DOMANIALE MIJNEN Z BUITENSPAARNE 46, Tel. 2504, 3511 MEÜBElMERf OVERVEEN TELEFOON 956 De groote wereldoorlog bracht Europa's vaste land in aanraking met het Amerikaansche gebruik van motoren. Het gebruik maken van vrachtauto's en personen-auto's overweldigde plotseling a.h.w. ook ons land. En nu blijkt overal dat wij nog niet klaar zijn voor dergelijk vervoer. De wegen zijn meestal onvoldoende gehard en veel te smal voor dit zware en kolossale vervoermiddel: „de vrachtautomobiel" en „autobus". Met energie moet echter aangepakt worden om de wegen in zooverre op peil te brengen, dat het rijden van autobussen en vrachtauto mobielen geen „angst" baart voor voetgangers, wielrijders en menschen die zich in en met pri mitiever vervoermiddelen moeten bewegen. Wij zijn reeds te laat, doch toonen wij alsnog be grepen te hebben dat wegenherziening geschie den „moet". Niet alleen uit traditie en het be grijpen van een historische taak, doch mede als idealisten die nog „hard" moeten „arbei den" om een „goeden" indruk te maken op het komende geslacht. Toen de verkiezingen achter den rug waren is door mij eens geantwoord geworden op een vraag hoeveel vrouwelijke Raadsleden er thans in den Raad waren, „gelukkig niet één". Welk een dom antwoord was dat en welk een kolossale fout beging ik. Niet dat ik voelde dat het gemeentebelang er door geschaad zou worden of dat het pres tige in den Raad zou verdwijnen. O neen, (wat het eerste betreft zou misschien het tegenover gestelde beter gezegd kunnen worden en wat het laatste betreft, het ware te wenschen ge weest dat er eenige dames waren benoemd geworden) louter uit angst dat de debatten te veel gerekt zouden worden. Puur egoïsme dus. Onnoozele die ik was. De debatten hadden in bijzijn van of door vrouwen niet meer gerekt kunnen worden. De besprekingen zouden zeer waarschijnlijk hof- lijker geweest zijn en men had elkander stellig niet in de haren gevlogen. Dit laatste vooral om het prestige. Of was dit alles maar politiek? Dan heeft de politiek tenminste dit voor dat men kan leeren hoe men elkaar bijna in de haren vliegt, doch zich nog precies op tijd weet te beheerschen en elkaar warm de hand drukt. Gelukkig waren er bij dit geschermutsel geen dames op de publieke tribune, het prestige van de heeren der schepping zou stellig in het ge drang gekomen zijn. Zooals verwacht kon worden was punt 7 der if I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1924 | | pagina 1