G= STRINGER TWEEDE BLAD i Laat Uw meubelen vervaardigen bij „Bloemendaalsch Weekblad" Gemeenteraad. Kinderhuisvest 47 - Haarlem 2 ABR. MEIJER 5 GROOTE HOUTSTRAAT 16 ZWITSERSCH ONDERGOED S CAMISOLES 5 - PANTALONS No. 20. ZATERDAG 17 MEI 1924 Donderdagmiddag vergaderde de Raad onze gemeente ten gemeentehuize, des namiddags 2 uur. Voorz. Jhr. A. Bas Backer, burgemeester. Afwezig de heer Kremer. PUNT I. INGEKOMEN STUKKEN. a. B. en W. stellen voor den brief van den heer P. Grimmon inzake de levering 'van de motorbrandspuit voor kennisgeving aan te ne men. De heer van Kessel houdt een warm pleidooi voor aanschaffing van een motorbrandspuit. Er zijn thans enkele duizendjes te verdienen. De heer Schulz zou niet gaarne de behande ling der begrooting willen vooruitloopen. Ook daarom is door spr. het zeer lijvige rapport niet bestudeerd. De heer Laan kan met den heer Schulz mee gaan. Bovendien wil spr. er de leden opmerk zaam op maken dat er een vrijwillige brand weer wordt of is opgericht, zoodat ook met hun wenschen rekening zal worden gehouden. De heer Hogenbirk voelt er niet veel voor, om door een zoogenaamde goedkoope aanbie ding een dergelijk besluit te overhaasten. b. Dankbetuiging van de Hoofdcommissie van Uitvoering der H.A.M.I.T. voor verleende etremedaille. Kennisgeving aangenomen. c. Verslag over 1923 der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. Kennisgeving aangenomen. d. Verzoek om een deel van het Bloemen- daalsche bosch onder de boomen voor kinder speelplaats te bestemmen. Burgemeester en Wethouders stellen voor, hierop afwijzend te beschikken, daar indertijd besloten is, dat het bosch niet voor dat doel gebezigd mag worden en de boomen er boven dien te zeer door zullen lijden, zoodat de Ge meente door inwilliging in strijd met de Bosch- wet zou handelen. Tevens zij er op gewezen, dat de speelplaats achter de huizen in het Bosch en Duinpark voor alle kinderen toegan kelijk is en niet alleen voor de leerlingen der O.L. school te Bloemendaal. De heer Luden houdt een pleidooi voor open stelling van het geheele Bloemendaalsche bosch, ook voor kinderen. Jaren en jaren is daar gespeeld en gewandeld geworden en thans wil men dat tegen gaan. De wethouder, de heer van Nederhasselt, zegt dat gedeeltelijke afzetting beslist noodzakelijk is. Spr. uit hier niet alleen zijn eigen meening, doch vooral die van den heer Sprenger, een deskundige, die genoemd kan worden. De heer Schulz kan volkomen meegaan met de woorden van den heer Luden. De bezwa ren van den heer v. Nederhasselt kan spr. niet deelen. De heer de Roo v. Alderwerelt zou de Gras laan willen aanwijzen voor speelplaats. De heer Hogenbirk vindt het een moeilijke zaak. Spr. is er echter wel voor om toch iets aan te wijzen. De heer Laan zou het ten zeerste betreuren indien het bosch aan de kinderen werd toege wezen als speelplaats. Spr. deelt mede, dat Dr. Jac. P. Thijsse en meer anderen thans bezig zijn om te trachten van het groote zandterrein bij de Bloemendaalsche Schoolvereeniging, waar het vorige jaar de muziektent heeft gestaan, iets meer te maken, dan het thans is. Ook wijst spr. nog op het terrein achter de Boschlaan. Door het aanbrengen van wat boomen aan de zuidzijde kan daar misschien nog wel wat be reikt worden. De Voorzitter brengt nog in het midden, dat in de koopacte is opgenomen dat het bosch als bosch behouden moet blijven en dat er ook altijd nog een boschwet bestaat en er ten slotte deskundigen zijn geweest, die de belangen van het bosch zijn komen bepleiten. Er wordt thans besloten, dat B. en W. plan nen zullen indienen voor een speelplaats, doch dat zoolang de kinderen in hun speelkwartiertje van de Graslaan gebruik mogen maken. e. Verzoek der vereeniging „Zuigelingen zorg" om het subsidie van f 25.te verhoogen tot f 50.—. Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit adres te behandelen bij de begrooting voor 1925. Aldus besloten. PUNT 2, Ontheffing bepalingen der Bouw verordening. 1. Verzoek van D. J. van Buuren voor bouw van een woning aan de Boschlaan. B. en W. stellen voor het verzoek in te willi gen. Aldus besloten. MEUBELMAKERS 2 2 2. Verzoek van G. J. Koelen voor bouw van een winkel met bovenwoning. B. en W. stellen voor dit verzoek in te wil ligen. Aldus besloten. 3. Verzoek van H, Huysser voor verbouw van perceel Ter Hoffsteedeweg no. 9a. B. en W. stellen voor dit verzoek in te willi gen. Aldus besloten. 4. Verzoek van A. M. Joustra voor bouw van twee garages aan de Oranje Nassaulaan. B, en W. stellen voor dit verzoek toe te staan. De heer Laan deelt mede, dat nadat door B. en W. deze zaak was behandeld en het advies toestemmend was hen ter kennis kwam, dat de heer Joustra reeds aan den bouw was begon nen. Direct is proces-verbaal opgemaakt voor deze overtreding, zoodat hij zijn straf niet zal ontgaan. Wat zullen wij nu doen? Hij verdient dat B. en W. besluiten hem de zaak maar weer te laten afbreken. De Voorzitter vraagt zich af: wat zouden wij gedaan hebben als zij niet aan het bouwen waren gegaan. Natuurlijk toegestemd. Welnu dan zou het zuiver zijn ook thans de toestem ming te verleenen. Aldus wordt besloten. 5. Verzoek van J. C, Laan voor bouw van een atelier aan den Saxenburgerweg. B. en W. stellen voor op dit verzoek gunstig te beschikken. Aldus besloten. 6. Verzoek van D. van Kampen voor bouw van 2 maal 3 huizen aan den Lage Duin en Daalscheweg en voor bouw van een dubbele villa aan de Mesdaglaan. B. en W. geven den Raad in overweging op dit verzoek afwijzend te beschikken, daar vooral de afwijking voor het meest oostelijk bouwterrein aan den Lage Duin en Daalsche weg te groot is. De heer de Waal Maletijf raadt aan op de aanvrage van Van Kampen gunstig te beschik ken, dan komt aan die rommel daar eens een einde, maar dan op voorwaarde dat adressant de helft betaalt van de kosten van demping van een sloot achter het terein en van het ma ken van een rioleering. Dit bedrag dient dan vooruit in de gemeente kas gestort te worden. De heer Prinsenberg is ook voor toestem ming, doch niet op de adviezen van den heer de Waal Malefijt, daar men dan maar rommel behoeft te gaan maken om een vergunning er door te krijgen. De heer de Roo van Alderwerelt herinnert zich dat ook 'n jaar of twaalf geleden een aan vraag om ontheffing is ingekomen. Deze is toen ook niet verleend geworden en sindsdien heeft van Kampen daar een rommel gemaakt. Het Dagelijksch Bestuur is ook die meening toegedaan en verzet er zich dan ook met hand en tand tegen. De heer Otto bekijkt de zaak anders. Spr. noemt het een handigheid om een stuk grond te koopen wat te klein is volgens de bouwveror dening om daarop een of meer huizen te bou wen en dan toch de toestemming trachten te verkrijgen. Daar zit toch geen kwaad in. De heer Hogenbirk vraagt of de toestemming wel verleend zal worden als de heer van Kam pen inplaats van drie, één woning op bedoeld stuk grond plaatst. De heer Laan zegt dat wat hem betreft men dan zooveel mogelijk hem ter wille zal zijn. Thans gaat dat niet. Alle bewoners van het park hebben zich groote uitgaven voor grond moeten getroosten omdat dit nu eenmaal voor geschreven werd, terwijl de heer van Kampen een verloren stukje grond koopt, wat te klein is voor een woning en er thans maar eventjes 3 op wil plaatsen. Besloten wordt dit punt aan te houden om met den heer van Kampen overleg te plegen. 7. Verzoek van de heeren J. Meeuwig en J. Kok om op den kant van den Bloemendaalsche- weg te mogen bouwen, B. en W. stellen voor op dit verzoek afwij zend te beschikken, aangezien de rooilijn 10 meter uit den kant van den Bloemendaalsche- weg en 6 meter uit de kantlijn van de Dr. Dirk Bakkerlaan is vastgesteld. De heer Otto zegt, dat het een wonderlijke boel is waar er verschil van meening bestaat wat of de rooilijn of de kantlijn is. Deze ver warring is in de hand gewerkt door den archi tect die een verkeerde stippellijn heeft getrok ken. Spr. zet dan uiteen hoe hij zich een win- kelbuurt indenkt. Men stelt eischen die men voor winkelhuizen niet eischen mag. Principa len zijn zoo bereidwillig om een stuk grond beschikbaar te stellen, indien B. en W. een grootere straal noodig achten dan aanvankelijk hun plan was. Na een zeer uitvoerige discussie verzoekt de heer Hogenbirk aanhouding van dit punt, daar men thans maar in 't wilde weg praat en niets definitiefs weet omtrent rooi- of kantlijn. De heer Otto bestrijdt dit en noemt dit van den heer Hogenbirk een op de lange baan schuiven. Alle leden weten precies wat de rooi lijn is en deze staat ook op de kaart aangege ven. Spr. gaat nog verder en durft beweren, dat men deze zaak op de lange baan schuift om alsnog te trachten om te komen tot een dorpspleintje. De heer Hogenbirk vindt dit een insinuatie. Spr. verklaart uitdrukkelijk, dat bij hem niets anders voorzit dan wat hij heeft gezegd, n.l. geen goed overzicht. Ook B. en W. uiten zich in dien geest. De heer Otto verklaart dan, vooral nu door den heer Hogenbirk over insinuatie wordt ge sproken en wat het toch niet is, dat hij op het bureau van Publieke Werken is geweest en men daar verklaard heeft, dat men het idee van dorpspleintje nog niet loslaat. De heer de Roo van Alderwerelt zegt dat het toch niet opgaat dat door den heer Otto der gelijke insinuatie de zaal worden ingeslingerd. Wij moeten hier onzen tijd verbeuzelen om maar steeds weer naar dergelijke praatjes te luisteren, terwijl wij daar niet van ge diend zijn, en er bovendien nog op moeten ant woorden. Dit punt wordt daarop aangehouden. 8. Verzoek van A. F. Bos om een kleine af wijking van de Bouwverordening. Wordt toegestaan. f 9. Verzoek van den heer Robbemond tot het bouwen van een woning met garage te Bentveld. B. en W. stellen voor dit verzoek niet toe te staan, daar een plat dak door hen niet wen- schelijk wordt geacht. In Aerdenhout is den bouw een geheel andere dan adressant wil. De heer Otto verklaard dat hij vóór dit ver zoek zal stemmen. Dit gebouw kan de omgeving niet ontsieren. Spr. bekritiseert dan de houding van B. en W. betreffende die platte daken. Bij Publieke Werken is men stellig in de verbeel ding dat B. en W. absoluut geen platte daken willen. De heer Laan bestrijdt dit, doch voegt er aan toe, dat hij den Marokkobouw aan den Juliana- laan afschuwelijk vindt. Het verzoek wordt toegestaan. PUNT 3. Verzoek van W. Dijkstra om ont heffing van het bepaalde bij de Verordening op de Dranklokaliteiten ten behoeve van het Pa viljoen „De Nieuwe Zeeweg". B .en W. stellen voor, aan W. Dijkstra geen ontheffing te verleenen van de bepalingen van de artt. 2 en 3 der Verordening op de eischen voor Dranklokaliteiten van 17 Juni 1909 ten behoeve van de door hem gevraagde vergun ning voor den verkoop van sterken drank in het klein in zijn paviljoen aan den Zeeweg. Aldus besloten. PUNT 4. Eervol ontslag aan mej. Beumer. B. en W. stellen voor, aan mej. W. J. C. Beu mer met ingang, van 30 April eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres in nuttige en fraaie handwerken aan de openbare Mulo-school. Dit eervol ontslag wordt verleend, PUNT 5. Vaststelling van het percentage van den Hoofdei. Omslag dienstjaar 1924-1925. B. en W. stellen voor het belastingpercentage voor 19241925 te bepalen op 3. Het belastbaar inkomen wordt geraamd op ongeveer f 22.000.000. De minderheid in de financieele commissie is van oordeel, dat het veiliger is het percentage voor het belastingjaar 19241925 bepalen op 31/*. Hierop is van den heer Kremer een voorstel ingekomen het percentage te brengen op 31/; pet. en het overschot te gebruiken voor delging van schuld. Aangezien de heer Kremer nog niet ter ver gadering verschenen is, verduidelijkt de heer Otto de bedoeling van den heer Kremer. Handhaaft men eenigen tijd het percentage van 31/:!, dan zullen personen, die zich hier ves tigen, weten waaraan ze toe zijn. Heft men thans nog steeds 3 pet. dan beloopt men de kans over eenigen tijd misschien wel 5 pet. te moeten heffen. Spr. beveelt het voorstel van den heer Kre mer aan. Wethouder Laan antwoordt, dat in Bl'daal de heffing van 3 pet. behoort te blijven om de trek van toekomstige bewoners te behouden. Het gevaar van 5 pet., waar de heer Otto op wees, zal zoo spoedig niet komen. De heer Schulz begrijpt de redeneering van den heer Otto niet. Spr. ziet niet de noodzake lijkheid in om de belasting te verhoogen. Met een percentage van 3 pet. zal zeker kunnen worden volstaan. De heer Luden gelooft dat, wanneer het ge meente-huishouden zuinig wordt beheerd en wanneer het reservefonds niet wordt aange sproken het mogelijk is 3 pet. te heffen. Het voorstel van B, en W. wordt met de stem van den heer Otto tegen aangenomen. Thans komt aan de orde: PUNT 9. Aanvraag om beschikbaarstelling van gelden voor stichting van een R.K. school in Aerdenhout. B. en W. adviseeren op deze aanvraag on gunstig. Het volgende ontwerp-besluit is door hen aan den Raad voorgelegd: De Raad der gemeente Bloemendaal: Gezien het adres van het Kerkbestuur der Sint Antoniusparochie te Aerdenhout-Bentveld dd. 12 Maart 1924, houdende verzoek om be schikbaarstelling van de voor de stichting van een schoolgebouw benoodigde gelden; Overwegende, dat de overgelegde verklaring, bedoeld in artikel 73 onder a, der Lager Onder wijswet 1920, vermeldt de namen van 54 leer lingen, waarvan 8 een bijzondere Roomsch Katholieke school te Overveen; 19 de idem te Zandvoort; 2 de idem te Voge lenzang; 4, de idem in Heemstede; 3 de idem te Haarlem; 2 de idem te Amsterdam; 13 nog geen school, en 1 de openbare lagere school te Zand voort bezoeken, terwijl van 2 der opgegeven leerlingen niet bekend is, welke school door hen wordt bezocht; dat althans ten aanzien van de opgegeven leerlingen, die de scholen te Overveen en Zandvoort bezoeken in totaal 27 blijkens schrijven van den Inspecteur van het Lager On derwijs in de inspectie Haarlem dd. 2 Mei 1924 no. 1651 1162 24 bevestigend kan worden beantwoord de vraag of voor hen na het ver laten der school, waarop zij thans als leerling staan ingeschreven, gelegenheid tot plaatsing in de voor hen bestemde klasse zou blijven; dat derhalve de vorenbedoelde verklaring niet voldoet aan de eischen, krachtens art. 73 sub a der Lager Onderwijswet 1920 jo. art. LXIV par. 11 der slot- en overgangsbepalin gen van de Wet van 16 Februari 1923 (Stbl. no. 38) gesteld; dat de toeneming der bevolking in de wijk Aerdenhout geen aanleiding tot de stichting eener Roomsch Katholieke school geeft; besluit: de gevraagde beschikbaarstelling van gelden te weigeren. De heer van Nederhasselt zou het billijker VOOR DAMES CHEMISES vanaff 1.20 Fil d' écosef 3.75 Crêpe de Santé f 2.50 Zware Fil d'écose f 3.25 5 vanaff 2.75 vinden om nu maar te zeggen dat de uitbrei ding van de gemeente het toelaat dat daar een school komt en dus de benoodigde gelden be schikbaar te stellen. De heer Laan doet opmerken, dat het de bedoeling van den minister is, dat nu eenmaal moet worden bezuinigd en dat de raad in deze moet medewerken. Daar het maar een heel klein aantal kinderen geldt die de school zullen bezoeken, meent spr. dat in dit geval de gelden niet moeten worden verleend. De heer van Kessel zet uiteen dat het in Aer denhout in de richting van een uitbreiding van de bevolking gaat. Moet nu de gemeente dien aanwas bevorderen door de stichting van een school? Spr. meent van ja. Indien er een school is, dan zal dat de vestiging van vreem delingen bevorderen. Bovendien kinderen van ouders die er nu wonen moeten een heel eind loopen om naar een school te gaan, wat inzonderheid in den winter heel lastig is. Men moet niet alleen met bezuiniging rekening houden. Spr. is voor de inwilliging van de aanvrage. De heer de Waal Malefijt meent dat het veel meer op den weg van Zandvoort ligt om daar een school te bouwen. De heer Schulz oordeelt dat men voorzichtig moet zijn om de kosten van het onderwijs op te drijven. Hier kan dan aan worden ontkomen. Er is geen noodzakelijkheid hier een school te vestigen. De heer van Nederhasselt merkt op, dat in dien deze school er niet komt het R.K. gedeelte der bevolking in het nadeel bij het andere deel der bevolking komt. Immers voor een andere school werd wel medewerking verleend. De heer Nuyens zet uiteen, dat het toch in derdaad niet zonder gevaar is, om kinderen zóó lang op een eenzamen weg te laten loopen, met het oog op allerlei individuen die daar kunnen rondzwerven. Ook daaraan dient de raad ge dachtig te zijn. De heer Hogenbirk wil wel medewerking verleenen indien aan alle wettelijke voorschrif ten kan worden voldaan: maar daaraan is nu nog niet voldaan. De heer Otto is voor het voorstel van B. en W. Hij zet uiteen dat het hier niet gaat tegen de R.K. maar om te komen tot bezuiniging. De heer van Kessel doet nog opmerken, dat de school die nu in Aerdenhout is een standen school is, dat het bestuur besluit over de toe lating van kinderen en dat dus daar het minder goede deel der bevolking van alle onderwijs is verstoken. De heer Laan verklaart naar aanleiding daar van, dat de heer van Dedem aan B. en W. toe zegde zooveel mogelijk alle kinderen op de school toe te laten. Het voorstel van B. en W. komt daarna in stemming en wordt aangenomen met tegen- stemming van de heeren van Nederhasselt, van Kessel, Prinsenberg, Nuyens en Verdegaal. PUNT 6. Voorstel van B. en W. inzake uit gifte van grond in erfpacht aan: a. de Woning- bouwvereeniging „St. Benedictus", b. den heer Hijmans. Goedgekeurd, PUNT 7. Voorstel van B. en W. inzake een grondruiling met den heer A. J. Stoel Jr. Goedgekeurd. PUNT 8. Voorstel van B. en W. tot verhuur van het perceel Bloemendaalscheweg no. 229 aan G. J. de Groot. De Voorzitter deelt mede, dat een telegram is ingekomen van mej. Zoethout om huurster te mogen blijven. Vervolgens dat een hoofdambte naar gaarne deze woning wil hebben voor den door de commissie vastgestelden huurprijs, ter wijl ook door hem gaarne de onderhoudskos ten zullen worden betaald. De heer Hogenbirk betreurt het dat nu pas een telegrafisch verzoek is ingekomen van mej. Zoethout om huurster te mogen blijven. Zij is dus veel te laat met dit verzoek. De heer Otto licht de zaak eenigszins anders toe en zegt dat haar verklaring van 3 Dec. j.l„ waarin zij heeft beloofd met 1 Mei de woning te zullen ontruimen, een antwoord is geweest op een brief van B. en W. Toen die plannen van B, en W. anders zijn uitgeloopen dan verwacht was, heeft deze eenvoudige vrouw gedacht dat zij nu kon blijven wonen. (Er wordt ge lachen! Verstandige vrouw, verbetert dan de spreker.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1924 | | pagina 5