F. WISBRUN LIFFMANN
ieën
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal,
Overveen, Aerdenhout en Vogelenzang
I
enmakerij
BIEREN
vasscherij
Vorstelijk gedrag
urenliandel
ikinrichting
prijsopgaaf
Fotografisch Atelier pï(^Up"Gr.Houtstr.l69,Tel.3472
Nieuwste dessinsVoiles, Schotsche Zephir, Crêpes
Heden verschenen:
ADRESBOEK
der gemeente
Bloemendaal
min prijs f 2.50 min
18e JAARGANG.
ZATERDAG 21 JUNI 1924
No. 25
)EMIST
mendaal
at - HAARLEM
irichting
8T1KKER1J
HAARLEM
aarlem
m den Mensch
i de Vrouw.
annen
Dnggehuwden.
en en Meisjes.
Uitgever: A. EIKELENBOOM, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: Bloemendaalscheweg 42. - Tel. 22324.
AGENDA:
Toen ik dit verhaal herlas, bleef ik
een oogenblik over mijn Bijbel staren,
want droefheid beving mij, omdat dit
vorstelijk gedrag in den strijd zulk een
uitzondering is, dat het buitengewone
loftuiting verdient. Is het zoo moeilijk,
den strijd te voeren op vorstelijke
wijze En is deze tekortkoming aan
ridderlijkheid zoo iets algemeen-men-
schelijks, dat wij haar niet aan de
„tijdsomstandigheden" mogen toeschrij
ven, maar kunnen vinden evenzeer in
het antieke, oostersche herdersleven als
in de moderne westersche maat
schappij
BLOEMENDAALSCHEWEG 64 TELEFOON 22179
GEMEENTERAAD.
Verkrijgbaar bij uitgever dezes
HOTEL „DUIN EN DAAL"
ZONDAGMIDDAG-CONCERT
VAN 3- 5.30 UUR
ng van boomen,
irveen. Tel. 3819.
ïFOON 22242
WAREN
kV AREN
KARTIKELEN
van allo soorten
uw en reparatie
ns
REKEN
Telefoon 1722
VOOR ALLE
4MHEDEN
rs Maatschappij en
Telephoon 46460.
in de fijnste onder-
jdellen van
III. De neus.
IV. Het oor.
rottenhoofd.
rdt zeer duidelijk en
g toegelicht door 16
:6 c.M. Gebonden in
laande plaat in kleu-
n voorstellende, met
;es en een voorwoord
dain. tiebonden f 2.50.
VAN DER VUURST
der urinewegen en
ilechts f 0.90.
htige uitslaande plaat
e druk, is met groote
1 op kunstdrukpapier.
verkt en geïll. met 20
;e voor jonge moe "Iers.
an dit werk verkocht.
an voor den prijs van
pakket) betaalbaar in
f a contant. Toezending
rstaand bestelbiljet.
GRAAUW's Uitgevers
am, Singel 80, T elef oon
i Het Bloemendaalsch
prijs van f10.50 (franco
etalen in 7 maandeiijk-
aangeven.
BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD
Abonnement:
Voor een half jaar 1,75
LOSSE NUMMERS 5 CENT.
Advertentiën: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of meer, korting.
Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 10 regels
1.elke regel meer 10 cent. Tusschen den tekst of op een bepaalde
plaats speciaal tarief.
Lijden is eerst lijden wanneer het voor ons ziele-
leven onvruchtbaar blijft. VAN EEDEN.
DE STILTE.
Min de stilte in uw wezen,
Zoek de stilte die bezielt,
Zij die alle stilte vreezen
Hebben nooit hun hart gelezen
Hebben nooit geknield.
Draag uw kleine levenszegen
Naar het droomenlooze land,
Lijk de golve' heur oogst bewegen,
Tot zij zachtjes breken tegen
Het doodstille strand.
Zie den boom de paden tooien
Rondom zijnen stillen voet.
Laat uw ziel zich zoo ontplooien
En haar bloemen om zich strooien
Uit een vroom gemoed.
Leer u aan de stilte laven
Waar het leven u geleidt:
Zij is uwe veil'ge haven,
Want zij is de groote gave
Van de eeuwigheid.
Sluit de stilte in uw gaarde,
Wees in haar gelukkig kind:
Al wie ze aan haar schoot vergaarde
Alle zaligen op aarde
Hebben haar bemind.
C. S. ADAMA VAN SCHELTEMA.
BLOEMENDAAL.
Rusthoek. Zondag middag- en avond-concert 3
5.30 en 7.30—10.30. uur.
Duin en Daal. Zondagmiddag van 35.30 uur, con
cert.
Dinsdag 24 Juni 8 uur. Ledenvergadering Bl'daal-
sche Reddingsbrigade.
OVERVEEN.
Vrijdag 27 Juni, te 8 uur, muziekuitvoering dooi
„Euphonia", Zandv. pad.
HAARLEM.
H. O. V. Zondag 22 Juni Matinee den Hout, 2.30
uur, Dinsdag 24 Juni Ledenconcert Bronge
bouw, 8 uur, Donderdag 26 Juni, Concert den
Hout,, 8 uur.
Atlanta bioscoop. Alle avonden 8 uur voorstelling
Zondag, Woensdag en Zaterdag matinee van
24.30 uur.
SCHOTEN.
Hagenbeck's Amusements Park.
Dagelijks geopend van 211 uur. Zaterdag
middag kinderspelen, Maandagavond 811
uur Volksfeesten, Donderdagavond na 11 uur
schitterend vuurwerk. Vrijdagavond eltie-voor-
stelling, champagneringsteken, etc. op de
Rodelbaan.
(Nadruk verboden).
Wanneer in het algemeen bekende
verhaal Vader Jakob bij den beek wor
stelt met den geheimzinnigen man, die
hem de heup ontwricht maar hem niet
kan overwinnen, zegt de man, dat
Jakob zich in die worsteling „vorste
lijk" heeft „gedragen".
Voor menigeen met mij zal het ver
haal van Jakob's worsteling tot de aan
grijpendste gedeelten uit den Bijbel be-
hooren. Juist om dat vage, dat geheim
zinnige van dien „man", tegen wien hij
om zijn leven moest vechten. Was dat
nevelachtig wezen een mensch, was het
een god, was het het leven, was het het
e'k.geva'> was het Jakob's tegen
stander, dien hij moest overwinnen of
door wien hij moes t ondergaan. En
daarmee belichaamt die „man" ons al
ler geheimzinnigen, doodelijken tegen-
ontkomt Wlens greeP ®een van ons ooit
Of het ons tegenloopt in onze car
rière; of wij niet op kunnen tegen de
duistere raadselen, waarvoor het leven
ons plaatst; of we te vechten hebben
tegen ingeboren schadelijke neigingen;
of ons het toeval dan wel de fortuin in
den weg staat, allen voeren wij dien
strijd tegen den onzichtbaren tegen
stander, dien wij niet op de juiste
plaats weten aan te grijpen, maar die
ons dwingt tot een worsteling op leven
en dood.
Is het bestaan ons niet vaak bijna te
zwaar Wij ploeteren om er boven op te
blijven, lichamelijk, geldelijk, maar ook
geestelijk. Armoede, verbijstering, le
vensmoeheid bedreigen ons iederen dag.
Zoodra onze aandacht verslapt en wij
het opgeven, daar ligt onze arbeid,
ons beginsel, ons geloof.
Worstelen moeten wij van de wieg
tot het graf tegen dien overmachtigen
Onbekende, die ons, als wij aemechtig
bij de beek liggen, vermoeid van den te
zwaren dag, in het duister aangrijpt en
ons tot tegenweer dwingt. Worstelen
moeten wij, en wij zijn zoo zwak.
Er is een spreekwoord, even leelijk
als waar. Wie niet sterk is, moet slim
wezen. Geen van allen zijn wij sterk,
als wij staan tegen de geheimzinnige
levensmachten, het ondoorgrondelijk
lot, het onverklaarbare toeval, de raad
selachtige fortuin. Slimheid is onze
eenige toevlucht. Als slimme menschen
i -. het, dat wij worstelen om ons
bestaan.
O, wij zijn allen zoo slim! Wij redden
er ons uit; als alen kronkelen wij in de
vuist van den geweldigen Aanrander en
waarlijk, wij ontkomen hem. Telkens
ontkomen wij hem weer. Wij glippen
tusschen de moeilijkheden door; wij
verzinnen listen; wij slijpen ons ver
nuft; en wij spartelen weer vrij, tel-,
kens wanneer het oogenblik van onzen
ondergang scheen gekomen. Zoo berei
ken wij aan het slot van het leven ons
einddoelons bestaan is geweest als dat
van den deelnemer aan een behendig
heidswedstrijd, wien men allerlei belet
sels en staketsels in den weg heeft ge
legd, die hij handig had te ontwijken.
Maar het is niet, wijl hij overwonnen
heeft, dat Jakob door den geheimzinni
gen man wordt geprezen. Had hij door
slimheid overwonnen, hij zou geen uit
zondering zijn geweest. Jakob wordt
geridderd, omdat hij op ridderlijke
wijze heeft gevochten. Het is de ma
nier, waarop hij de overwinning be
haalt, die zijn goddelijken tegenstan
der eerbied afdwingt: hij heeft zich
vorstelijk gedragen.
Vorstelijk gedrag in den strijd. Dit
is hetgeen in de wereld ontbreekt. Te
kort aan vorstelijkheid maakt den le
vensstrijd van het menschdom tot een
triest en zielig schouwspel. Strijd op
zichzelf kan verheven zijn. Een worste
ling kan een aanblik verschaffen, in
drukwekkender dan een onweer; schoo
ner dan een zonsopgang. Het riddertor-
nooi der middeleeuwen bootste in den
vorm van een spel na, wat het leven in
ernst behoorde te zijn: een vorstelijke
strijd.
Vorstelijk gedrag! Dit een enkele
maal te aanschouwen, ontroert als een
godsdienstoefening. Een nobel karak
ter zich te zien openbaren in de worste
ling om het bestaan; een eerlijk hart,
een fier gemoed, een ridderlijke hand
Vorstelijkheid, soms in de gestalte van
een eenvoudige ziel, die ons, in ander
opzicht beter ontwikkelden, beschaamt.
Vorstelijkheid, die van geen slinksche
streken wil weten; die liever eerlijk
verliest dan oneerlijk wint. Vorstelijk
heid in den zwakke, die niet sterk is,
maar toch niet slim wezen wil.
Is er vorstelijkheid in onzen omgang,
in onze levenshouding, in den stijl van
onzen arbeid? Vorstelijk gedrag in on
zen politieken strijd; in ons verweer te
gen benijders en mededingers; in ons
verkeer met andersdenkenden; in ons
standpunt ten opzichte van de groote
problemen omtrent leven en dood?
Misschien zullen wij allen onze moei
lijkheden overwinnen, maar de ware
overwinning zal zijn, zoo men van ons
kan getuigen, dat wij ons vorstelijk
hebben gedragen, ook al is dan onze
heup in de worsteling ontwricht. C.
EEN AARDIG KINDERPORTRET J. V^J. ,,„.ui...
verhoogt het geluk uwer jaardag
Vrijdagmiddag 2 uur kwam de Raad onzer ge
meente in openbare zitting bijeen.
Voorzitter: Jhr. A. Bas Backer.
Afwezig de heeren Laan en Bornwater.
Na opening gaat de Raad onmiddellijk in comité-
generaal.
Na heropening komt in behandeling punt 1,
Ingekomen stukken.
a. Verslag van het Lager Onderwijs over 1923.
Nadat dit is goedgekeurd dringt de heer Otto
aan op mindere publiciteit van dergelijke versla
gen.
b. Adres van D. Vriesendorp c.s. inzake den bouw
eener garage aan de Julianalaan.
B. en W. stellen voor, dit adres voor kennis
geving aan te nemen, daar toch de Raad zelf
bouw heeft mogelijk gemaakt door aan den stichter,
G. Kemper, ontheffing van art. 7 der Bouwveror
dening te verleenen. u
De heer Kremer vraagt eenige inlichtingen om
trent dit adres. De zaak is z.i. niet zoo onschuldig
als het wel lijkt. In Februari 1923 is aan G. Kern-
per ontheffing verleend voor den bouw van een
garage met twee bovenwoningen doch zij wisten
toen niets af van een handelszaak zooals deze
thans is.
Meerdere leden voeren het woord doch er schijnt
niet veel aan te doen te zijn.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Nagekomen Ingekomen stukken.
Eenige aanvragen voor bouwvergunningen, o.a.
van den heer v. Kampen worden toegestaan.
De rest der nagekomen in gekomen stukken
worden naar B. en W. gezonden om prae-advies.
Punt 2. Verkoop van grond aan den heer J.
Martijnse te Haarlem.
Op verzoek van den heer de Waal Malefijt
komt het verzoek om ontheffing van dezelfde
persoon in behandeling, n.l. den bouw van vier
woningen, daar dit verband houdt met punt 2.
Tot verkoop van grond wordt besloten nadat
besloten is om de ontheffing wel te verleenen.
Punt 3. Ontheffing bepalingen der Bouwver
ordening.
Verzoek van F, H. Peterse en N. J. Tromp voor
bouw van 4 woningen aan de Rampenlaan.
B. en W. stellen voor afwijzend te beschikken,
daar het terrein slechts ruimte biedt voor drie
woningen.
De Raad besluit het gevraagde wel toe te staan.
Punt 4. Vaststelling: 3e suppletoire begrooting,
besluit tot af- en overschrijving, besluit tot be
schikking uit Onvoorzien, dienst 1923; en
4a. Goedkeuring van de balans, winst- en ver
liesrekening enz. van het Gemeentelijk Water
leidingbedrijf over 1923.
De heer Otto maakt eenig bezwaar tegen deze
3e suppletoire begrooting. We hebben er reeds
2 versleten zegt spreker en hier komt men nu met
no. 3. De grootste grief tegen deze begrooting is
wel dat er ook al weer geen publiciteit aan is
gegeven. Wel heeft het 8 dagen ter inzage gele
gen, doch dat is volgens spreker niet afdoende.
De Raadsleden behooren volgens spreker van de
financieele Commissie een rapport te ontvangen
om een en ander te kunnen bestudeeren. Spreker
gaat voort met eenige bezwaren ie noemen om
trent de wijze van behandeling.
De Voorzitter antwoorde dat dit alles een ge
woon verloop heeft gehad en er dus geen reden
is om dit nu eens als bijzonder te gaan beschou
wen.
De heer Schulz vindt de mededeeling van den
heer Luden wel heel simpel om kortweg te zeg
gen dat de uitgaven reeds gedaan zijn en er dus
niets anders op zit dan betalen. Spreker meent
dat er toch wel iets meer over is gezegd en had
ook wel gehoopt dat het advies van de Fin. Com
missie op papier was gebracht ter secretarie. Ook
ondersteunt spreker de woorden van den heer
Otto betreffende meer publiciteit en toezending
aan raadsleden van de meest belangrijke stukken.
Punt 4 en 4a worden hierna goedgekeurd.
Punt 5. Goedkeuring rekening der Gezondheids
commissie over 1923.
Wordt goedgekeurd.
Punt 6. Wijziging der Verordening op den Keu
ringsdienst van vee en vleesch.
Goedgekeurd.
Punt 7. Verleening medewerking ingevolge art.
72 der Lager Onderwijswet 1920 aan de: Christe
lijke school voor M.U.L.O., R.K. St. Jozefschool en
R.K. Aloysiusschool.
De heer Otto wenscht over dit punt wel het
een en ander te zeggen en wel in hoofdzaak het
verzoek van de R.K. Aloysiusschool. Spreker be
gint met een lijstje voor te lezen van de artikelen
welke men zooal wenscht aan te schaffen voor de
inrichting van het Gymnastieklokaal. Spreker
noemt deze inrichting verbazend luxieus en niet
in overeenstemming met den tijd waarin wij thans
leven. Dat maar steeds aanvallen doen op de ge
meentekas omdat de wetgever dat toelaat kan
spreker niet goedkeuren.
De heer Schulz kan mei den heer Otto
niet meegaan, daar z.i. de inrichting van de open
bare lagere scholen ook tamelijk luxieus is en
zoolang de bijzondere scholen daar niet boven
gaan zal spreker zijn stem er niet aan onthouden.
De heeren van Kessel en Prinsenberg komen op
tegen de woorden van den heer Otto, daar dit h.i,
is een steeds haspelen van den heer Otto als het
aanvragen van bijzondere scholen betreft.
De heer van Nederhasselt leest een wetsartikel
vcor wat behelst dat de Raad eenvoudig zijn mede
werking heeft te verleenen.
Wordt daarop goedgekeurd.
Punt 8. Aanvragen om gemeentelijke vergoeding
ingevolge art. 100 der Lager Onderwijswet 1920
door de; R.K. Jongensschool te Overveen, R.K.
Meisjesschool te Overveen en de Bloemendaalsche
Schoolvereeniging.
Wordt goedgekeurd.
Punt 9. Belooning onderwijzeres aan den cursus
in het Fransch aan de Openbare Lagere School te
Bloemendaal.
De heer Otto deelt mede wat verder reeds be
kend is dat het niet toelaatbaar is dat aan onder
wijzers een vergoeding wordt toegekend. Toen de
onderwijzers dit ook inzagen hebben zij hun ver
zoek ingetrokken en gewijzigd ingezonden, zoo
dat thans door hen het verzoek wordt gedaan bij
wijze van gratificatie.
De heer van Kessel haalt aan een besluit van
Ged. Staten toen door een onderwijzer werd ge
vraagd om vergoeding voor het overblijven in de
middaguren wat door den Raad werd geweigerd
aan de hand der wet en ook door Ged. Staten
werd geweigerd. Spreker vindt dit een dergelijk
geval.
De heer Schulz kan het met den heer van Kes
sel niet eens zijn daar dit toch wel een ander
geval is.
Na nog eenig debat wordt besloten de belooning
ongeveer f 1800.in totaal, aan de onderwijzers
toe te kennen, onder voorwaarde dat Ged. Staten
dit besluit goedkeuren.
Punt 10, Schoolgeldregeling Middelbaar Onder
wijs.
De heer Schulz bespreekt uitvoerig dit punt aan
de hand van de schets van B. en W.
De heer Otto kan met de woorden van den heer
Schulz niet meegaan. Spreker vindt het niet juist,
zelfs zeer onjuist dat de ouders van leerlingen
in onze gemeente bijna gedwongen worden om
de kinderen naar de hoogere scholen te zenden
in eigen gemeente. Spreker vindt het vervolgens
een fout, alle democratie ten spijt, dat volgens
deze schets, de ouders die niet meer inkomen
hebben dan 16.per week hun kinderen voor
1 5-per jaar op die hoogere scholen kunnen
plaatsen. Dat is 'n groote fout, een lokken van die
kinderen die er krachtens hun aanleg absoluut niet
thuis hooren. Wel is spreker er sterk voor om
alle kinderen waar intellect in schuilt dat onderwijs
te verstrekken wat hen rechtmatig toekomt.
De regeling welke thans wordt voorgesteld acht
spreker onjuist omdat alle kansen niet gelijk staan.
Indien b.v, de school ,,Het Kopje" aan de hand van
deze regeling volgestopt wordt met kinderen van
Bloemendaal voor 5.per jaar welke zij in de
eerste plaats moet toestaan omdat die de voor
keur hebben, zij zouden gewoonweg hun school
kunnen sluiten in tegenstelling met de Lycea, die
een belangrijke rijkssubsidie genieten.
Spreker verzoekt B. en W. deze regeling nog
eens goed onder de oogen te zien en zoo moge
lijk met een gewijzigd voorstel te komen.
De heer Schulz komt op tegen de redeneering
van den heer Otto, n.l. het aan banden leggen van
een toegestane vrijheid aan ouders van kinderen.
Wat de heer Otto wil, n.l. alleen dan aan minver
mogende kinderen gelegenheid op gemeente
scholen geven wanneer de onderwijzers daarin
toestemmend adviseeren en dus niet de' ouders
daarin zelf te laten beslissen, daartegen komt
spreker met kracht op en spreker ondersteunt dan
ook met kracht de regeling zooals B. en W. thans
voorstellen.
De heer Prinsenberg kan nóch met de regeling
van B. en W. nóch met de motieven tot verwer
ping van deze door den heer Otto in het midden
gebracht meegaan, doch had zicih een kleine wij
ziging van de regeling van B, en W. ingedacht.
Spreker betwijfelt of deze regeling wel door
HELP II ZELF
den Raad genomen kan worden daar het z.i, aan
den Minister is, om een regeling vast te stellen,
daar het Rijk deze scholen subsidieert en dus ook
die zaak in handen heeft.
De heer van Kessel komt in hoofdzaak op tegen
de woorden van den heer Otto, als zou aan het
arme kind de gelegenheid tot doorleering, indien
het daartoe in staat is, worden ontnomen. Spreker
ondersteunt dan ook de regeling van B. en W.
De heer Blankevoort zegt er niet veel van te
begrijpen en stelt voor een Commissie te benoe
men ter voorlichting aan de Raadsleden.
Alhoewel hierom gelachen wordt verklaren
onmiddellijk ook de heeren Luden en Kremer zich
niet competent om over deze regeling te oorde
len.
De heer van Nederhasselt verklaart dat deze
regeling is gemaakt onder den druk van Haarlem,
daar door de onmogelijke eischen welke Haarlem
stelt voor buiten-leerlingen B. en W. genoodzaakt
waren voor haar gemeente 'n regeling te ontwer
pen welke wel niet zonder fouten zal zijn, doch
toch zóó is gemaakt dat de meeste ingezetenen
daarmede tevreden kunnen zijn.
De heer Hogenbirk schaart zich aan de zijde van
den heer Blankevoort en acht een Commissie ge-
wenscht.
De Voorzitter stelt dan voor om eene Commis
sie ad hoc in te stellen, deze wordt benoemd en
zal bestaan uit de heeren Otto, Hogenbirk en
Prinsenberg welke commissie in de volgende
vergadering, welke 10 Juli zal worden gehouden,
rapport zal uitbrengen.
Punt 11. Verleening van een tweede voorschot
groot f 35.000.— aan de Woningbouwvereniging
„Bosch eii Duin".
De heer Otto komt er tegen op dat bij dit punt
geen rapport is uitgebracht aan de Raadsleden, Het
voorstel van B. en W. lijkt zeer onschuldig doch
inderdaad is het geld 'werpen in een bodemlooze
put. Spreker zou het wenschelijk vinden indien
er eene Commissie werd benoemd om eens te
onderzoeken en rapport uit te brengen.
De heer Prinsenberg meent dat er toch een
accountant is die elke drie maanden verslag uit
brengt. Dit is gebeurd, alleen het heeft niet bij de
stukken gelegen. Dan verklaar ik, zegt spr., dat
het een hopelooze historie is.
De heer de Roo van Alderwerelt zegt dat zon
der een huurverhooging de rente voor het opnieuw
op te nemen bedrag kan worden betaald.
De heer Hogenbirk herinnert aan een schuld van
23.000.aan de gemeente, zoodat de gemeente
een voorschot verstrekt om dat bedrag weer aan
de gemeente te kunnen betalen.
De Voorzitter noemt het een onverkwikkelijke
zaak.
Het debat wordt steeds onduidelijker en de
Cedel. Commissaris, de heer de Roo van Alder
werelt zegt dat het in dit geval maar het beste
is om de gevraagde gelden toe te staan. Er zijn
kapitale fouten gemaakt die voor een leek zicht
baar waren.
De heer Prinsenberg dringt nogmaals aan op
een goed opgesteld rapport.
De heer Blankevoort ondersteunt dat en zal er
zoo zijn stem niet aan geven.
Ook de heer Otto uit zich in dezen geest, doch
voegt er nog aan toe dat desnoods, nadat het rap
port door de accountants zal zijn uitgebracht zal
worden toegelegd op vastloopen van de heele
zaak, dan kan men wel weer zien.
Besloten wordt eene Commissie ad hoc in te
stellen bestaande uit de heeren Blankevoort,
Prinsenberg en de Waal Malefijt.
Punt 12. Verzoek van M. J. Doemen om schade
loosstelling.
Afgewezen.
Punt 13. Verzoek van Kok en Meeuwig om la' gs
den kant van den Bloemendaalscheweg te mogen
bouwen.
De Voorzitter stelt voor geen afwijking te geven
aan genoemde heeren.
De heer Otto meent te moeten opmerken dat
wat thans wordt voorgesteld toch niet door den
beugel kan. Spreker gaat dan nog eens na het
"T
1