F. Wisbrun Liffmann Plaatselijk Nieuws. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout en Vogelenzang L Sr„„^sa»a:e,rrnaamrfals I Uit handen geven P. VAN DER STAD-Tel. 10188 Fotografisch Atelier Dipup WILD EN GEVOGELTE 19e JAARGANG ZATERDAG 31 JANUARI 1925. Uitgever: A. EIKELENBOOM, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: Bloemendaaischeweg 42. - Tel. 22324 I OKXDOOGOOOOO(XXXKXXXXXXXXX>DOOOOOOOCOOOOOOOOOOC)OOOCXXXJOOOOCXX)0000 AARDIGEKIHDEROPNAMEN »IVAV>1 li- Extra voordeelige aanbieding in Tafelgoed - Lingerie - Confectie Zijden en Wollen Stoffen Bloemendaaischeweg 64 Telefoon 22179 Raadsoverzicht. BLOEMENDAAL. waarmee dan tevens dia te niet gedaan zal goede dag voor Bloe- 't veld, drie overwin- ende was wel de zege 2. Het gevaar is niet kans de laatste plaats end grooter geworden, wedstrijd zooveel een- Zondagmorgen. Beide hieraan schuldig. Bij >oral v. Lent, v. Dam, n gezwoegd hebben, en iden speler beide doel- ;omen verdiend. Wordt trijden even goed aan- niet te wanhopen, ital aan 't werk tegen oegen naar het keurige gekeken. Werkelijk er de jongens en er wordt daar het onvoorziene in de competitie maakt, veel grootere en zwaar- iders, maar dat is geen menspel goed partij te lat een onzer donateurs lag een gratis autotocht n heeft. Een schitterend de donateurs hun ver- edragen. Dit bleek ook verlengstuk van de ter buiten de clubkas tot teekenen die wijzen op len vereeniging en be- Zondagmorgen op eigen onde van den nieuwen O.V.A. 2. We verwach- bekercompetitie een ge- zich te rehabiliteeren. ïiddags in Halfweg tegen ÏIJDSGHRtFTEN. reeneweg 61, Groningen, wij een brochure it 'bouwbureau op zeer iemonstreerd. KE STAfóD. ,navon Toczylowski, z; R. L. Rikkers-Proot, z.; z.; E. G. JansenRib- 82 j.; D. D. Stuten, 61 j. G E N D A. 5 Januari. :ndaal voormidd, 10 uur, :r, Amsterdam. A. Wildschut, theol. can- ERK, voormidd. 10 uur, VEEN. SCHOOL, voorm. 10 uur, :i a.s. 's av. 8 uur, de heer ;zing. NHGUT. AerdenhoutBentveld, iikenlaan 5, v.m. 10.30 u. Doopsgez. Pred. Haarlem. POORT. NTE, voormidd. 10 uur, den Bergh van Eysinga, 19b. RIEM. ZINNIG HERVORMDEN Jacobstraat. ■i BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD .f' Advertentiën: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of meer, korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 10 regels 1.elke regel meer 10 cent. Tusschen den tekst of op een bepaalde plaats speciaal tarief. O000000C000CO0Q0O300000000CXX De meeste menschen dragen maskers, die hun nog leelijker staan dan hun zoogenaamde gezicht. A. O. Weber in „Deutsche Wochen- zeitung für die Niederlande". DE KÏKVORSCH EN DE MUIS. I De vorsch die tot de keel toe plonsde in het nat, f Riep tot de muis, die om een dropje bad: 3. „Gaf ik aan duizend die dus smeeken, 1 „Mij zou op 't lest zelf vocht ontbreken, „Elk zorgt voor zich. 'k Bewaar, 'k bespaar dus ('t mijni". De muis hernam: „Naar allen schijn W „Zal haast de regen vloeien „En deze poel doen groeien". B „Misschien gebeurt zulks niet in honderd jaar", Zei de ander, „en dan liep mijn huik gevaar", Met greep een reiger uit de biezen Den vrek, die toen geen droppel wou verliezen, K En slokte straks hem cp. Toen bleef, gelijk (voorheen, Gods nat aan alle dorstigen gemeen. J. B. WELLEKENS (1658—1726). ezag te krijgen. Ze lieten indigden dat zij allen heer ervan waren. Maar een rmheeren heeft, is gelukkig e grijsaard er aan toe. De it van zijn leven honger of :n zullen nooit den ruwen ch den steel van de bijl; niet verwelken door het steenen en zijn voorhoofd n van het denken. Hij zal at de zuidwestenwind zijn t de droogte zijn druiven de regen zijn laaggelegen rnietigen. Anderen zullen nderen zullen den wingerd n wijn zal drinken; anderen en maaien waarvan hij het n zullen de olijven plukken lij zal slechts één doel heb- ■ekken van oost naar west almachtigen geleigeest de en en beladen met rijkdom en aldus onderrichtte hen k koepiet van zijn lied, bij :r, ging de zonderlinge Dans Hen en Blinden voort en de, doffe, eentonige stem: ders ziel bewaar', dien meelzak daar, en koek van klaar; ie! >rs ziel bewaar', die olie daar, :n koek mee klaar; Irie! itje's ziel bewaar', die uien daar, net -de olie gaar len koek mee klaar, avondmaal bewaar; (Nadruk verboden.) Wanneer men de groote werkers der menschheid vraagt, hoe zij met de be perkte krachten van één enkelen mensch zulk een geweldigen arbeid hebben kun nen tot stand brengen, zullen zij antwoor den, dat de kunst van het werken islaten werken. Generaal Booth, de stichter van die wereld-omspannende organisatie, het Heilsleger, verrichtte zijn taak onder de leuze: „Doe nooit iets, wat gij door een ander kunt laten doen." Deze spreuk klinkt vrij zelfzuchtig. Zij doet ons denken aan de schampere opmer king van maatschappelijk minder bedeel den, dat de wereld uit twee soorten van lieden bestaat: zij die arbeiden en zij die laten arbeiden. Laatstgenoemden zijn in hun oogen dan de parasieten der samen leving. Maar laten werken behoeft niet steeds stilzitten te beteekenen. Laten werken vereischt soms zelfs meer inspanning dan zelf doen. Onder de menschen zijn de ver schillende gaven zeer ongelijk verdeeld. Plannen maken is iets anders dan plannen uitvoeren. Maar het bedenken van een ontwerp is een zwaar stuk arbeid. Het uitvoeren van een plan is een werk tuigelijke verrichting, die weliswaar de spieren of de aandacht voortdurend bezig houdt, maar geen inspanning kost aan het brein. Het ontwerpen van een plan is scheppen, en scheppen is een prestatie, die uitput. De kapitein van een schip, het hoofd van een handelshuis, de organisator van een bedrijf, zij dragen een geweldige verantwoordelijkheid. Zij moeten gansch de taak van honderdtallen, vaak duizend- ■tallen overzien; zij moeten het verband egFea. tusschen zeer ongelijksoortige onderdeden. Zij moeten doorkneed zijn in e geheimen van praktijk en vakweten schap en voortdurend op de hoogte blijven, hit m,°e^en geschiedenis peilen tot in nnn- v!r?ste verledenzij moeten het f ea 'la aangrijpen en feilloos handelen vooruitziendeïk ;,egelDkerf m°et hun ue verre toekomst om- i ien' daar alweer mogelijkheden en kansen te ontdekken. xj^e gewe'dige last van het laten rpti Z0U een kider zijn taak kun nen vervullen, zoo hij niet alles uit handen verricht611' 7al"en ander even goed kan ïen dïitfm hlJ Misschien is de leider alles ku"stenaarmisschien kan hij één dint overigen vermogen. Maar hen, en LhTt' de ovengen niet kun- iaardige taak *1 ^t"6 VOrmt de eigen" bepalen. Waartoe hij zich moet Wanneer men gevraagd- Aoht Ean generaal Booth had ren?", zou hit v L gaan collectee" I»Geenszins, maar ib geantwoord: spilling achten, w&nt cdl f kracktsve?"- eerste de beste mi,! collecteeren kan de alleen. En wanneerr prganiseeren kan ik „„li—a""eer ik mlltl aan collecteeren, laat ftw tijd verdoe werk in den keek het ^g^^atie- en onze gemeen- ft Gr. Houtstr. 169, Tel. 13472 bij Iedere weersgesteldheid OPRUIMING I! II schappelijke stichting zou in elkaar vallen." Er behoort moed toe, iets van zijn arbeid uit handen te geven. Velen doen aan hun eigenlijke levenstaak tekort, omdat zij aan zelfoverschatting lijden en geen ver trouwen bezitten in hun omgeving. Door zich met het ondergeschikte werk tot in kleinigheden te bemoeien, komen zij aan het voornaamste niet toe. Vaak vindt men dit gebrek bij onze huisvrouwen. Men vond het althans vaak in dien tijd, toen er nog ouderwetsche huishoudingen bestonden met veel kinde ren en veel personeel. De moeder kon den arbeid alleen niet af en verzekerde zich de hulp van een paar dienstboden, een naaister, een werkster. Maar vaak liep on danks al deze hulp de huishouding in het honderd, wijl de moeder geen stuk van haar taak uit handen kon geven. Niemand deed het haar naar den zin; de naaister verstelde de kleeren anders dan zij, „Geef op maar die naald!" de keukenmeid kon nooit die lekkere schotels klaarmaken, die zij placht op te disschen, „Laat mij maar eens bij het fornuis!" de werkster nam zij de dweil uit de hand, ze kon het net zoo gauw zelf, en ze was al eerder bij de bel dan het loopmeisje. Zoo sloopte zij haar eigen zenuwen en die van het personeel. Deze huisvrouw kon werken, maar zij kon niet hetgeen toch een huisvrouw allereerst be hoort te kunnen: laten werken. Laten werken is een kunst. Er is men- schenkennis voor noodig, de geschikte per soon te vinden voor iedere opdracht. Men moet de gave van onderwijs bezitten, om ieder zijn taak uit te leggen en te doen begrijpen. Voorts dient men te kunnen be rekenen, te kunnen schatten, om te zor gen, dat ieder met zijn werk aldus uit komt, dat de gemeenschappelijke arbeid in zijn verband blijft. Overleg, inzicht, organisatie-vermogen zijn noodig, om alles te regelen. Maar het voornaamste is: geloof in de kunde en den goeden wil van zijn ondergeschikten. Zonder deze eigen schappen komt van het werk niets terecht. Wij kunnen veel meer uit handen geven dan wij beseffen. De opzet van de moderne maatschappij is op een oordeelkundige arbeidsverdeeling gegrondvest. Het ideaal van onze hervormers is, ieder lid van de samenleving tot het besef te brengen van zijn persoonlijke gaven, waarin hij door anderen niet is te vervangen. In verband met die gaven krijgt hij zijn eigenaardige taak. De rest moet hij leeren uit handen geven. Bij een strikte toepassing van dit be ginsel zou het gemeenschapswerk vlotter en degelijker gaan. Maar voorloopig be lemmeren maar al te veel factoren nog, dat ieder in onze maatschappij tot zijn eigen taak komt. Zelfs is het een uitzon dering, een zeldzaam voorrecht, zich aan zijn persoonlijke roeping te mogen wijden. De harde noodzakelijkheid dwingt de meesten onzer, de handen vol te hebben aan dingen, die zij juist het liefst uit han den zouden geven. Ook in dit opzicht ervaren wij nog de onvolmaaktheid van ons bestaan. C. Zitting van 22 Januari. Elke schaduw heeft haar lichtzijde. Dat namen wij ook waar in de Raadszitting, welke de vorige week werd gehouden. Het is de laatste maandexi'Voo- ongeveer de ge woonte geweest Jet doer den IHeer Otto de kastan jes uit het vuur werden gehaald, doch door de Raadsleden neg niet eens werden genuttigd. Men wilde er niet aan, bang als men was dat deze te zwaaT in de maag zouden zitten. In deze zitting was het college van B. en W. niet erg bij, d.w.z, de door dat college ingediende punten ter behandeling, waren vooraf niet bestu deerd, deze waren niet gereed, niet af, er zat geen lijn in, om kort te zijn, de te behandelen punten konden niet worden behandeld, zoodat de voorstellen welke toch nog voor behandeling in aanmerking kwamen, precies andersom werden vastgesteld dan door B. en W. werd voorgesteld. Daardoor, vermoed ik dan ook, was er meer een heid onder de Raadsleden, ik meen te mogen zeg gen, het was weer eens een ouderwetsche zitting, zoo ongeveer als toen de heer Laan nog raadslid was, alles ging gemoedelijk, doch men Het zich geen knollen voor citroenen verknopen. Ja, aan die spreuk dacht ik, toen ik moch aan- hooren het merkwaardige debat betreffende de benoeming van 'n onderwijzeres voor de Openbare Lagere School te Overveen. En toch was het voorstel van B. en W. om mej. Keyzer te benoemen nog niet zoo dom gedacht, nietwaar? Overveen behoort tot het landelijk deel van onze gemeente, de kinderen welke die school bezoeken, zijn voor een flink gedeelte kinderen van eenvoudige landelijke ouders. Wat is er dus meer voor de hand liggend dan een eenvoudige landelijke onderwijzeres te benoemen, zonder veel diploma's, inplaats van den meer geletterde die desnoods het hoofd der school kan vervangen en ik weet al niet waarvan diploma's in haar bezit heeft. Alles heeft zijn grenzen. Ook het geven van onderwijs aan eenvoudige landelijke kinderen. Ons landelijk volk wordt op den duur veel te geleerd. En geleerd zijn beteekent in 99 van de 100 gevallen pedant of eigenwijs en dus dom zijn. Het overblijvende percent is verstrooid en dus onschadelijk. Wat heeft een landelijk volk als het onze aan al die schoolgeleerdheid? Onze vaderen kennen het a. b, c., schreven het met hanepooten, maar duidelijk genoeg, wisten zonder mankeeren een plaats in den Bijbel te vinden en als zij zich in hun optellen en aftrekken somtijds vergisten, was het altijd aan den goeden kant. En nooit was er gelukkiger volk. (Het stelde geen onbescheiden vragen als daar zijn: Wat doe jullie met de be lastingen, om de eenvoudige reden dat ze geen belasting betaalden; wat spook jullie in Indië uit, omdat ze niet wisten waar het lag en waarom houdt jullie er een leger op na, omdat ze zelf niet dienden en als ze zelf dienden, bét deden als rem- plapant en, zeer terecht, in ruil voor hun vader landsliefde, een hangeldje ontvingen. Het waren rustige tijden. Het proletariaat wist niet dat het „proletariaat heette en vertrapt werd en de „rijkdom" wist ook hiet beter of zoo hoor de het. Toen kwam de gezegende politiek en begon zich met het volk te bemoeien, bet „bewust'', dat wil zeggen tot kiezer te maken. Het is haar prachtig gelukt. Nu hebben wij een proletariaat, dat ver trapt wordt; nu hebben wij een rijkdom, die het uitbuit; nu hebben wij arbeiders-afgevaardigden, die er voor betaald worden dit, dagelijks, eenige malen hardop te bidden en we hebben ook kran ten gekregen, die het volk politiek opvoeden. En dat is allemaal de schuld van het onderwijs. En nooit was men links en rechts ontevredener. Dat is het beginsel van alle wijsheid, heb ik eens hoo- ren zeggen. Maar wordt men op deze wijze wijs? Ga tot het volk en aanschouw wat bet onder wijs gewrocht heeft. Het kan nu de 'krantjes lezen over het boksen, het wielrennen en 'tvoeballen; het is groot gebracht bij de Marxistische kracht termen en is bezig al zijn nuchterheid, dat wil zeggen, zijn filosofie te verliezen, die ste'selmatig weggeonderwijsd wordt. En ik ben zoo vrij te be twijfelen of de innerlijke beschaving van, ons volk, vergeleken met die van ons vorig geslacht, er op vooruit is gegaan. Ons naaste voorgeslacht dronk misschien een paar borrels meer en in een dronken bui bakkeleide het zeer onwetenschappelijk met de politie; ze gapten, maar deden het minder ge raffineerd dan onze boeven en of ze zooveel min der moord en doodslagen op hun geweten hadden, betwijfel ik. Van uit dit standpunt bezien zou ik zoo zeg gen, dat het standpunt van B. en W. toch te ver kiezen was, boven dat van de Raadsleden, De Raad dacht er anders over en kon zich niet vereenigen met de motieven van het co'lege van B. en W., n.l. dit jaar althans f 400.uitsparen, omdat het met een beetje minder ontwikkeHng ook wel kon. Mej. Uittenbogaard is benoemd geworden en de school te Overveen zal er niet anders dan wel bij varen. Terecht schreef de H. Editie (O. H. Crt.j: Er staan schooner dagen vermeld in de geschiedenis van den Bloemendaalschen Raad dan die van deze zitting. Dit blad zegt verder; 'Het standpunt van 'B. en W. was: het is maar een onderwijzeres voor de laagste klassen; die behoeft geen taai-akten te bezitten, dus kan ze goedkoop zijn. Nummer één van de voordracht is daarom aangewezen voor deze benoeming, want ze is veel goedkooper dan nummer twee die meer geleerd heeft. De oppositie stelde daar tegenover; de beste leerkracht moeten wij hebben, al is ze een paar honderd gulden duurder. Bovendien zal de andere candidate spoedig ook duurder wor den, want zij zal ook wel a'kten gaan halen. Doet zij 'dat niet, dan is ze geen goede leerkracht. Moet, vroeg nog de heer Otto, de meer ontwikkelde ge straft worden voor haar 'grootere inspanning? En terecht wees dr. Bornwater de opmerking af, dat de tweede candidate in de lagere klassen geen bij-akten noodig heeft. Dat is een redeneering, zei hij, alsof zoo'n akte «en artikel is, dat men zich aanschaft en bij niet-gebruik ter zijde legt. Elke vermeerdering van kennis is een winst en komt het onderwijs ten goede. Hoe meer de onderwijzer weet, hoe beter zal zijn onderwijs zijn. De Raad heeft zich eveneens op dat standpunt gesteld en nummer twee van de voordracht be noemd. Punt 2 der agenda bracht de lachspieren nog al in beweging. De redactie der verschillende artikels welke opnieuw moesten worden vastgesteld was dan ook niet schitterend te noemen: Zoo b.v. artikel 5: „Met gelijke boete wordt gestraft de houder van een hond, die niet op eerste aanzegging van B. en W. zorg draagt, dat deze zich niet meer los- lcopend op den openbaren weg bevindt, wanneer naar het oordeel van B. en W. deze hond daartoe aanleiding geeft". Men kan hier uit lezen dat de eigenaar van een hond zich niet meer los op den openbaren weg mag bevinden en vooral niet, wanneer de hond daartoe aanleiding geeft. De bedoe'ing is natuurlijk anders, doch het staat er. Artikel 6. Artikel 83a wordt ingetrokken en vervangen door: „Art. 83a": Het is aan houders of bestuurders van motorrij tuigen. verboden, op den openbaren weg stand plaats in te nemen of aldaar te stoppen tot het in- of uitlaten van reizigers. Bedoeld worden natuurlijk de autobussen, doch het staat er niet. Zooals de redactie nu luidt mag men met 'n auto niet stoppen om iemand, wie dan ook, in of uit te laten. Wijselijk nam het college van B. en W. de heele serie voorstellen terug. Ook het volgende punt der agenda werd aange houden. IHet was een voorstel inzake het verlee- nen van vergoeding van heelkundige behandeling aan politiepersoneel. Dit zal eerst in de commis sie van georganiseerd overleg behandeld worden. Het volgende punt werd ook alweer aangehou den. 'Dit betrof een vaststelling van den gasprijs TEL. 10188. OPGERICHT 1870 Poulardes Braadkippen Soepkippen Eendvogels Talingen Hazen Fasanten Patrijzen Duinkonijnen Reevleesch KLEINE HOUTSTR. 136 - HAARLEM aan grootverbruikers. (Hoe dat nu precies zat werd mij niet recht duidelijk gemaakt, maar heel erg duidelijk was dat een der leden van de Gascom- missie, n.l. de Heer de Roo v. Alderwerelt heel erg boos was en wel over een brief die niet ge schreven was en toch was aangekomen, terwijl een brief die wel geschreven was niet was aange komen. En dat terwijl de Burgemeester, voorzitter van die Commissie is. Zoo iets was het. Dat men daarover boos wobdt is dan ook zeer begrijpelijk. Bij punt 5 der agenda bemerkte ik dat de har ten meer en meer tot elkaar kwamen. Was het voorheen alleen de Heer Otto, som tijds bijgestaan door den Heer Blankevoort, die den architect Cuypers niet in verband wenschte genoemd te zien met het opnieuw op kaart bren gen van de uitbreidingsplannen onzer gemeente, thans was het ook de Heer de Roo v. Alderwerelt die er niet zoo heel zeker van was of de Heer Cuypers wel de geschikte persoon was. Ook de lieer de Waal Malefijt ir nu niet bepaald enthou siast over de lijnentrekking van den heer Cuypers. De heer Schulz, legde het zondenregister open van B, en W, en deelde daaruit mede dat die nieu we plannen zijn opgemaakt in overleg met de a.s. nieuwe exploitanten van de gronden langs den Zeeweg. Deze mededeeling verwekte alweer eenige ont stemming, doch daar de Heer Otto toen aan deze plannen maar fluks een grappige omschrijving gaf, was de ontstemming weer spoedig vergeten. Laten we ze met een motie van bewondering aan B. en W. terugzenden, stelde de Heer Otto voor. Aldus geschiedde. 'Het verwonderde mij in hoo'ge mate dat tot aan koop der gronden van den heer Verschuyl werd besloten. De oppositie was tamelijk krachtig en vertegenwoordigde alle richtingen. Doch het feit dat de Grond-Commissie met B. en W. voor den aankoop was, terwijl deze Commissie wel bijna de helft van den Raad omvat, terwijl daarnaast dit punt aan een ander punt was gebracht, maakte dat B. en W. een meerderheid in den Raad kon den vinden. De gronden rondom de M.U.L.O.-School zijn dus aangekocht; de vijver in den planten- en vogel- tuin wordt nu ook in orde gébracht en er is 4000 M3 zand verkocht tot het in orde brengen van die terreinen. Er is dus weer werk aan den winkel. Veel is er thans niet meer te vermelden. Een verzoek van den Heer Pouwer om de 3 gemeenteperceelen, n.l. Lage Duin en Daalschewg 1, 3 en 5 te mogen koopen werd op voorstel van den Heer Schulz aangehouden. De Heer Otto sprak bij de rondvraag over het heffen van een baatbelasting van de gronden langs den Zeeweg. Daarover in ons volgend num mer. OPMERKER. Prof. H. H. Kuyper 25 jaar Hoogleeraar. Zeer velen hebben Maandagmiddag gebruik ge maakt van de receptie die onze plaatsgenoot, prof. dr. H. H. Kuyper, hoogleeraar aan de universiteit te Amsterdam in de Senaatzaal van deze Hoo- geschool hield, om hem te complimenteeren met zijn 25-jarig ambtsjubileum. Onder de velen werden opgemerkt het college van directeuren, dat gerepresenteerd werd door de heeren Tyo H. van Eeghen, mr. G. H, A. Gros heide en G. Wolzak Hzn. Namens hen sprak de heer Van Eeghen. Namens deputaten voor de oefening van het verband met de theol. faculteit der V. U. werd de jubelaris gecomplimenteerd door ds. J. 'D. v. d, Munnik, em. predikant te 's-Gravenhage, en dr. J. C. de Moor te Utrecht, die met ds. B. van Schel ven, em. pre^Hwt te Overveen en oud-minister mr. S. de Vriés Czn. ook voor het college van curatoren aany?lig was. Uit naaiq yan Qltd-studenten en studenten sprak dr. H. Kaajfl^ ^jt ytrpcht die den jubilaris een album aanbopd, bevattende de namen van hen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1925 | | pagina 1