F. Wisbrun Liffmann
Plaatselijk Nieuws.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal,
Overveen, Aerdenhout en Vogelenzang
L Sr„„^sa»a:e,rrnaamrfals
I
Uit handen geven
P. VAN DER STAD-Tel. 10188
Fotografisch Atelier Dipup
WILD EN GEVOGELTE
19e JAARGANG
ZATERDAG 31 JANUARI 1925.
Uitgever: A. EIKELENBOOM, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: Bloemendaaischeweg 42. - Tel. 22324
I OKXDOOGOOOOO(XXXKXXXXXXXXX>DOOOOOOOCOOOOOOOOOOC)OOOCXXXJOOOOCXX)0000
AARDIGEKIHDEROPNAMEN »IVAV>1 li-
Extra voordeelige aanbieding in
Tafelgoed - Lingerie - Confectie
Zijden en Wollen Stoffen
Bloemendaaischeweg 64 Telefoon 22179
Raadsoverzicht.
BLOEMENDAAL.
waarmee dan tevens
dia te niet gedaan zal
goede dag voor Bloe-
't veld, drie overwin-
ende was wel de zege
2. Het gevaar is niet
kans de laatste plaats
end grooter geworden,
wedstrijd zooveel een-
Zondagmorgen. Beide
hieraan schuldig. Bij
>oral v. Lent, v. Dam,
n gezwoegd hebben, en
iden speler beide doel-
;omen verdiend. Wordt
trijden even goed aan-
niet te wanhopen,
ital aan 't werk tegen
oegen naar het keurige
gekeken. Werkelijk er
de jongens en er wordt
daar het onvoorziene
in de competitie maakt,
veel grootere en zwaar-
iders, maar dat is geen
menspel goed partij te
lat een onzer donateurs
lag een gratis autotocht
n heeft. Een schitterend
de donateurs hun ver-
edragen. Dit bleek ook
verlengstuk van de ter
buiten de clubkas tot
teekenen die wijzen op
len vereeniging en be-
Zondagmorgen op eigen
onde van den nieuwen
O.V.A. 2. We verwach-
bekercompetitie een ge-
zich te rehabiliteeren.
ïiddags in Halfweg tegen
ÏIJDSGHRtFTEN.
reeneweg 61, Groningen,
wij een brochure
it 'bouwbureau op zeer
iemonstreerd.
KE STAfóD.
,navon Toczylowski, z;
R. L. Rikkers-Proot, z.;
z.; E. G. JansenRib-
82 j.; D. D. Stuten, 61 j.
G E N D A.
5 Januari.
:ndaal
voormidd, 10 uur,
:r, Amsterdam.
A. Wildschut, theol. can-
ERK, voormidd. 10 uur,
VEEN.
SCHOOL, voorm. 10 uur,
:i a.s. 's av. 8 uur, de heer
;zing.
NHGUT.
AerdenhoutBentveld,
iikenlaan 5, v.m. 10.30 u.
Doopsgez. Pred. Haarlem.
POORT.
NTE, voormidd. 10 uur,
den Bergh van Eysinga,
19b.
RIEM.
ZINNIG HERVORMDEN
Jacobstraat.
■i
BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD
.f'
Advertentiën: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of meer, korting.
Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 10 regels
1.elke regel meer 10 cent. Tusschen den tekst of op een bepaalde
plaats speciaal tarief.
O000000C000CO0Q0O300000000CXX
De meeste menschen dragen maskers, die hun
nog leelijker staan dan hun zoogenaamde gezicht.
A. O. Weber in „Deutsche Wochen-
zeitung für die Niederlande".
DE KÏKVORSCH EN DE MUIS.
I De vorsch die tot de keel toe plonsde in het nat,
f Riep tot de muis, die om een dropje bad:
3. „Gaf ik aan duizend die dus smeeken,
1 „Mij zou op 't lest zelf vocht ontbreken,
„Elk zorgt voor zich. 'k Bewaar, 'k bespaar dus
('t mijni".
De muis hernam: „Naar allen schijn
W „Zal haast de regen vloeien
„En deze poel doen groeien".
B „Misschien gebeurt zulks niet in honderd jaar",
Zei de ander, „en dan liep mijn huik gevaar",
Met greep een reiger uit de biezen
Den vrek, die toen geen droppel wou verliezen,
K En slokte straks hem cp. Toen bleef, gelijk
(voorheen,
Gods nat aan alle dorstigen gemeen.
J. B. WELLEKENS (1658—1726).
ezag te krijgen. Ze lieten
indigden dat zij allen heer
ervan waren. Maar een
rmheeren heeft, is gelukkig
e grijsaard er aan toe. De
it van zijn leven honger of
:n zullen nooit den ruwen
ch den steel van de bijl;
niet verwelken door het
steenen en zijn voorhoofd
n van het denken. Hij zal
at de zuidwestenwind zijn
t de droogte zijn druiven
de regen zijn laaggelegen
rnietigen. Anderen zullen
nderen zullen den wingerd
n wijn zal drinken; anderen
en maaien waarvan hij het
n zullen de olijven plukken
lij zal slechts één doel heb-
■ekken van oost naar west
almachtigen geleigeest de
en en beladen met rijkdom
en aldus onderrichtte hen
k koepiet van zijn lied, bij
:r, ging de zonderlinge Dans
Hen en Blinden voort en
de, doffe, eentonige stem:
ders ziel bewaar',
dien meelzak daar,
en koek van klaar;
ie!
>rs ziel bewaar',
die olie daar,
:n koek mee klaar;
Irie!
itje's ziel bewaar',
die uien daar,
net -de olie gaar
len koek mee klaar,
avondmaal bewaar;
(Nadruk verboden.)
Wanneer men de groote werkers der
menschheid vraagt, hoe zij met de be
perkte krachten van één enkelen mensch
zulk een geweldigen arbeid hebben kun
nen tot stand brengen, zullen zij antwoor
den, dat de kunst van het werken islaten
werken. Generaal Booth, de stichter van
die wereld-omspannende organisatie, het
Heilsleger, verrichtte zijn taak onder de
leuze: „Doe nooit iets, wat gij door een
ander kunt laten doen."
Deze spreuk klinkt vrij zelfzuchtig. Zij
doet ons denken aan de schampere opmer
king van maatschappelijk minder bedeel
den, dat de wereld uit twee soorten van
lieden bestaat: zij die arbeiden en zij die
laten arbeiden. Laatstgenoemden zijn in
hun oogen dan de parasieten der samen
leving.
Maar laten werken behoeft niet steeds
stilzitten te beteekenen. Laten werken
vereischt soms zelfs meer inspanning dan
zelf doen. Onder de menschen zijn de ver
schillende gaven zeer ongelijk verdeeld.
Plannen maken is iets anders dan plannen
uitvoeren. Maar het bedenken van een
ontwerp is een zwaar stuk arbeid.
Het uitvoeren van een plan is een werk
tuigelijke verrichting, die weliswaar de
spieren of de aandacht voortdurend bezig
houdt, maar geen inspanning kost aan het
brein. Het ontwerpen van een plan is
scheppen, en scheppen is een prestatie, die
uitput.
De kapitein van een schip, het hoofd
van een handelshuis, de organisator van
een bedrijf, zij dragen een geweldige
verantwoordelijkheid. Zij moeten gansch
de taak van honderdtallen, vaak duizend-
■tallen overzien; zij moeten het verband
egFea. tusschen zeer ongelijksoortige
onderdeden. Zij moeten doorkneed zijn in
e geheimen van praktijk en vakweten
schap en voortdurend op de hoogte blijven,
hit m,°e^en geschiedenis peilen tot in
nnn- v!r?ste verledenzij moeten het
f ea 'la aangrijpen en feilloos handelen
vooruitziendeïk ;,egelDkerf m°et hun
ue verre toekomst om-
i ien' daar alweer mogelijkheden
en kansen te ontdekken.
xj^e gewe'dige last van het laten
rpti Z0U een kider zijn taak kun
nen vervullen, zoo hij niet alles uit handen
verricht611' 7al"en ander even goed kan
ïen dïitfm hlJ Misschien is de leider
alles ku"stenaarmisschien kan hij
één dint overigen vermogen. Maar
hen, en LhTt' de ovengen niet kun-
iaardige taak *1 ^t"6 VOrmt de eigen"
bepalen. Waartoe hij zich moet
Wanneer men
gevraagd- Aoht Ean generaal Booth had
ren?", zou hit v L gaan collectee"
I»Geenszins, maar ib geantwoord:
spilling achten, w&nt cdl f kracktsve?"-
eerste de beste mi,! collecteeren kan de
alleen. En wanneerr prganiseeren kan ik
„„li—a""eer ik mlltl
aan collecteeren, laat ftw tijd verdoe
werk in den keek het ^g^^atie-
en onze gemeen-
ft Gr. Houtstr. 169, Tel. 13472
bij Iedere weersgesteldheid
OPRUIMING
I!
II
schappelijke stichting zou in elkaar
vallen."
Er behoort moed toe, iets van zijn arbeid
uit handen te geven. Velen doen aan hun
eigenlijke levenstaak tekort, omdat zij
aan zelfoverschatting lijden en geen ver
trouwen bezitten in hun omgeving. Door
zich met het ondergeschikte werk tot in
kleinigheden te bemoeien, komen zij aan
het voornaamste niet toe.
Vaak vindt men dit gebrek bij onze
huisvrouwen. Men vond het althans vaak
in dien tijd, toen er nog ouderwetsche
huishoudingen bestonden met veel kinde
ren en veel personeel. De moeder kon den
arbeid alleen niet af en verzekerde zich de
hulp van een paar dienstboden, een
naaister, een werkster. Maar vaak liep on
danks al deze hulp de huishouding in het
honderd, wijl de moeder geen stuk van
haar taak uit handen kon geven.
Niemand deed het haar naar den zin; de
naaister verstelde de kleeren anders dan
zij, „Geef op maar die naald!" de
keukenmeid kon nooit die lekkere schotels
klaarmaken, die zij placht op te disschen,
„Laat mij maar eens bij het fornuis!"
de werkster nam zij de dweil uit de
hand, ze kon het net zoo gauw zelf,
en ze was al eerder bij de bel dan het
loopmeisje. Zoo sloopte zij haar eigen
zenuwen en die van het personeel. Deze
huisvrouw kon werken, maar zij kon niet
hetgeen toch een huisvrouw allereerst be
hoort te kunnen: laten werken.
Laten werken is een kunst. Er is men-
schenkennis voor noodig, de geschikte per
soon te vinden voor iedere opdracht. Men
moet de gave van onderwijs bezitten, om
ieder zijn taak uit te leggen en te doen
begrijpen. Voorts dient men te kunnen be
rekenen, te kunnen schatten, om te zor
gen, dat ieder met zijn werk aldus uit
komt, dat de gemeenschappelijke arbeid
in zijn verband blijft. Overleg, inzicht,
organisatie-vermogen zijn noodig, om
alles te regelen. Maar het voornaamste is:
geloof in de kunde en den goeden wil van
zijn ondergeschikten. Zonder deze eigen
schappen komt van het werk niets terecht.
Wij kunnen veel meer uit handen geven
dan wij beseffen. De opzet van de moderne
maatschappij is op een oordeelkundige
arbeidsverdeeling gegrondvest. Het ideaal
van onze hervormers is, ieder lid van de
samenleving tot het besef te brengen van
zijn persoonlijke gaven, waarin hij door
anderen niet is te vervangen. In verband
met die gaven krijgt hij zijn eigenaardige
taak. De rest moet hij leeren uit handen
geven.
Bij een strikte toepassing van dit be
ginsel zou het gemeenschapswerk vlotter
en degelijker gaan. Maar voorloopig be
lemmeren maar al te veel factoren nog,
dat ieder in onze maatschappij tot zijn
eigen taak komt. Zelfs is het een uitzon
dering, een zeldzaam voorrecht, zich aan
zijn persoonlijke roeping te mogen wijden.
De harde noodzakelijkheid dwingt de
meesten onzer, de handen vol te hebben
aan dingen, die zij juist het liefst uit han
den zouden geven.
Ook in dit opzicht ervaren wij nog de
onvolmaaktheid van ons bestaan. C.
Zitting van 22 Januari.
Elke schaduw heeft haar lichtzijde.
Dat namen wij ook waar in de Raadszitting,
welke de vorige week werd gehouden.
Het is de laatste maandexi'Voo- ongeveer de ge
woonte geweest Jet doer den IHeer Otto de kastan
jes uit het vuur werden gehaald, doch door de
Raadsleden neg niet eens werden genuttigd. Men
wilde er niet aan, bang als men was dat deze te
zwaaT in de maag zouden zitten.
In deze zitting was het college van B. en W.
niet erg bij, d.w.z, de door dat college ingediende
punten ter behandeling, waren vooraf niet bestu
deerd, deze waren niet gereed, niet af, er zat
geen lijn in, om kort te zijn, de te behandelen
punten konden niet worden behandeld, zoodat de
voorstellen welke toch nog voor behandeling in
aanmerking kwamen, precies andersom werden
vastgesteld dan door B. en W. werd voorgesteld.
Daardoor, vermoed ik dan ook, was er meer een
heid onder de Raadsleden, ik meen te mogen zeg
gen, het was weer eens een ouderwetsche zitting,
zoo ongeveer als toen de heer Laan nog raadslid
was, alles ging gemoedelijk, doch men Het zich
geen knollen voor citroenen verknopen.
Ja, aan die spreuk dacht ik, toen ik moch aan-
hooren het merkwaardige debat betreffende de
benoeming van 'n onderwijzeres voor de Openbare
Lagere School te Overveen.
En toch was het voorstel van B. en W. om mej.
Keyzer te benoemen nog niet zoo dom gedacht,
nietwaar? Overveen behoort tot het landelijk deel
van onze gemeente, de kinderen welke die school
bezoeken, zijn voor een flink gedeelte kinderen
van eenvoudige landelijke ouders. Wat is er dus
meer voor de hand liggend dan een eenvoudige
landelijke onderwijzeres te benoemen, zonder veel
diploma's, inplaats van den meer geletterde die
desnoods het hoofd der school kan vervangen en
ik weet al niet waarvan diploma's in haar bezit
heeft.
Alles heeft zijn grenzen.
Ook het geven van onderwijs aan eenvoudige
landelijke kinderen.
Ons landelijk volk wordt op den duur veel te
geleerd. En geleerd zijn beteekent in 99 van de
100 gevallen pedant of eigenwijs en dus dom zijn.
Het overblijvende percent is verstrooid en dus
onschadelijk.
Wat heeft een landelijk volk als het onze aan
al die schoolgeleerdheid? Onze vaderen kennen
het a. b, c., schreven het met hanepooten, maar
duidelijk genoeg, wisten zonder mankeeren een
plaats in den Bijbel te vinden en als zij zich in
hun optellen en aftrekken somtijds vergisten, was
het altijd aan den goeden kant. En nooit was er
gelukkiger volk. (Het stelde geen onbescheiden
vragen als daar zijn: Wat doe jullie met de be
lastingen, om de eenvoudige reden dat ze geen
belasting betaalden; wat spook jullie in Indië uit,
omdat ze niet wisten waar het lag en waarom
houdt jullie er een leger op na, omdat ze zelf niet
dienden en als ze zelf dienden, bét deden als rem-
plapant en, zeer terecht, in ruil voor hun vader
landsliefde, een hangeldje ontvingen.
Het waren rustige tijden. Het proletariaat wist
niet dat het „proletariaat heette en vertrapt werd
en de „rijkdom" wist ook hiet beter of zoo hoor
de het.
Toen kwam de gezegende politiek en begon zich
met het volk te bemoeien, bet „bewust'', dat wil
zeggen tot kiezer te maken. Het is haar prachtig
gelukt. Nu hebben wij een proletariaat, dat ver
trapt wordt; nu hebben wij een rijkdom, die het
uitbuit; nu hebben wij arbeiders-afgevaardigden,
die er voor betaald worden dit, dagelijks, eenige
malen hardop te bidden en we hebben ook kran
ten gekregen, die het volk politiek opvoeden. En
dat is allemaal de schuld van het onderwijs. En
nooit was men links en rechts ontevredener. Dat
is het beginsel van alle wijsheid, heb ik eens hoo-
ren zeggen. Maar wordt men op deze wijze wijs?
Ga tot het volk en aanschouw wat bet onder
wijs gewrocht heeft. Het kan nu de 'krantjes lezen
over het boksen, het wielrennen en 'tvoeballen;
het is groot gebracht bij de Marxistische kracht
termen en is bezig al zijn nuchterheid, dat wil
zeggen, zijn filosofie te verliezen, die ste'selmatig
weggeonderwijsd wordt. En ik ben zoo vrij te be
twijfelen of de innerlijke beschaving van, ons volk,
vergeleken met die van ons vorig geslacht, er op
vooruit is gegaan. Ons naaste voorgeslacht dronk
misschien een paar borrels meer en in een dronken
bui bakkeleide het zeer onwetenschappelijk met
de politie; ze gapten, maar deden het minder ge
raffineerd dan onze boeven en of ze zooveel min
der moord en doodslagen op hun geweten hadden,
betwijfel ik.
Van uit dit standpunt bezien zou ik zoo zeg
gen, dat het standpunt van B. en W. toch te ver
kiezen was, boven dat van de Raadsleden,
De Raad dacht er anders over en kon zich niet
vereenigen met de motieven van het co'lege van
B. en W., n.l. dit jaar althans f 400.uitsparen,
omdat het met een beetje minder ontwikkeHng
ook wel kon.
Mej. Uittenbogaard is benoemd geworden en de
school te Overveen zal er niet anders dan wel
bij varen.
Terecht schreef de H. Editie (O. H. Crt.j: Er
staan schooner dagen vermeld in de geschiedenis
van den Bloemendaalschen Raad dan die van deze
zitting.
Dit blad zegt verder;
'Het standpunt van 'B. en W. was: het is maar
een onderwijzeres voor de laagste klassen; die
behoeft geen taai-akten te bezitten, dus kan ze
goedkoop zijn. Nummer één van de voordracht is
daarom aangewezen voor deze benoeming, want
ze is veel goedkooper dan nummer twee die meer
geleerd heeft. De oppositie stelde daar tegenover;
de beste leerkracht moeten wij hebben, al is ze
een paar honderd gulden duurder. Bovendien zal
de andere candidate spoedig ook duurder wor
den, want zij zal ook wel a'kten gaan halen. Doet
zij 'dat niet, dan is ze geen goede leerkracht. Moet,
vroeg nog de heer Otto, de meer ontwikkelde ge
straft worden voor haar 'grootere inspanning?
En terecht wees dr. Bornwater de opmerking af,
dat de tweede candidate in de lagere klassen geen
bij-akten noodig heeft. Dat is een redeneering, zei
hij, alsof zoo'n akte «en artikel is, dat men zich
aanschaft en bij niet-gebruik ter zijde legt. Elke
vermeerdering van kennis is een winst en komt het
onderwijs ten goede. Hoe meer de onderwijzer
weet, hoe beter zal zijn onderwijs zijn.
De Raad heeft zich eveneens op dat standpunt
gesteld en nummer twee van de voordracht be
noemd.
Punt 2 der agenda bracht de lachspieren nog al
in beweging.
De redactie der verschillende artikels welke
opnieuw moesten worden vastgesteld was dan ook
niet schitterend te noemen:
Zoo b.v. artikel 5:
„Met gelijke boete wordt gestraft de houder van
een hond, die niet op eerste aanzegging van B.
en W. zorg draagt, dat deze zich niet meer los-
lcopend op den openbaren weg bevindt, wanneer
naar het oordeel van B. en W. deze hond daartoe
aanleiding geeft".
Men kan hier uit lezen dat de eigenaar van een
hond zich niet meer los op den openbaren weg
mag bevinden en vooral niet, wanneer de hond
daartoe aanleiding geeft.
De bedoe'ing is natuurlijk anders, doch het
staat er.
Artikel 6.
Artikel 83a wordt ingetrokken en vervangen
door: „Art. 83a":
Het is aan houders of bestuurders van motorrij
tuigen. verboden, op den openbaren weg stand
plaats in te nemen of aldaar te stoppen tot het
in- of uitlaten van reizigers.
Bedoeld worden natuurlijk de autobussen, doch
het staat er niet. Zooals de redactie nu luidt mag
men met 'n auto niet stoppen om iemand, wie dan
ook, in of uit te laten.
Wijselijk nam het college van B. en W. de heele
serie voorstellen terug.
Ook het volgende punt der agenda werd aange
houden. IHet was een voorstel inzake het verlee-
nen van vergoeding van heelkundige behandeling
aan politiepersoneel. Dit zal eerst in de commis
sie van georganiseerd overleg behandeld worden.
Het volgende punt werd ook alweer aangehou
den. 'Dit betrof een vaststelling van den gasprijs
TEL. 10188. OPGERICHT 1870
Poulardes
Braadkippen
Soepkippen
Eendvogels
Talingen
Hazen
Fasanten
Patrijzen
Duinkonijnen
Reevleesch
KLEINE HOUTSTR. 136 - HAARLEM
aan grootverbruikers. (Hoe dat nu precies zat werd
mij niet recht duidelijk gemaakt, maar heel erg
duidelijk was dat een der leden van de Gascom-
missie, n.l. de Heer de Roo v. Alderwerelt heel
erg boos was en wel over een brief die niet ge
schreven was en toch was aangekomen, terwijl
een brief die wel geschreven was niet was aange
komen. En dat terwijl de Burgemeester, voorzitter
van die Commissie is.
Zoo iets was het.
Dat men daarover boos wobdt is dan ook zeer
begrijpelijk.
Bij punt 5 der agenda bemerkte ik dat de har
ten meer en meer tot elkaar kwamen.
Was het voorheen alleen de Heer Otto, som
tijds bijgestaan door den Heer Blankevoort, die
den architect Cuypers niet in verband wenschte
genoemd te zien met het opnieuw op kaart bren
gen van de uitbreidingsplannen onzer gemeente,
thans was het ook de Heer de Roo v. Alderwerelt
die er niet zoo heel zeker van was of de Heer
Cuypers wel de geschikte persoon was. Ook de
lieer de Waal Malefijt ir nu niet bepaald enthou
siast over de lijnentrekking van den heer Cuypers.
De heer Schulz, legde het zondenregister open
van B, en W, en deelde daaruit mede dat die nieu
we plannen zijn opgemaakt in overleg met de a.s.
nieuwe exploitanten van de gronden langs den
Zeeweg.
Deze mededeeling verwekte alweer eenige ont
stemming, doch daar de Heer Otto toen aan deze
plannen maar fluks een grappige omschrijving gaf,
was de ontstemming weer spoedig vergeten.
Laten we ze met een motie van bewondering
aan B. en W. terugzenden, stelde de Heer Otto
voor. Aldus geschiedde.
'Het verwonderde mij in hoo'ge mate dat tot aan
koop der gronden van den heer Verschuyl werd
besloten. De oppositie was tamelijk krachtig en
vertegenwoordigde alle richtingen. Doch het feit
dat de Grond-Commissie met B. en W. voor den
aankoop was, terwijl deze Commissie wel bijna de
helft van den Raad omvat, terwijl daarnaast dit
punt aan een ander punt was gebracht, maakte
dat B. en W. een meerderheid in den Raad kon
den vinden.
De gronden rondom de M.U.L.O.-School zijn dus
aangekocht; de vijver in den planten- en vogel-
tuin wordt nu ook in orde gébracht en er is 4000
M3 zand verkocht tot het in orde brengen van die
terreinen.
Er is dus weer werk aan den winkel.
Veel is er thans niet meer te vermelden.
Een verzoek van den Heer Pouwer om de 3
gemeenteperceelen, n.l. Lage Duin en Daalschewg
1, 3 en 5 te mogen koopen werd op voorstel van
den Heer Schulz aangehouden.
De Heer Otto sprak bij de rondvraag over het
heffen van een baatbelasting van de gronden
langs den Zeeweg. Daarover in ons volgend num
mer. OPMERKER.
Prof. H. H. Kuyper 25 jaar Hoogleeraar.
Zeer velen hebben Maandagmiddag gebruik ge
maakt van de receptie die onze plaatsgenoot, prof.
dr. H. H. Kuyper, hoogleeraar aan de universiteit
te Amsterdam in de Senaatzaal van deze Hoo-
geschool hield, om hem te complimenteeren met
zijn 25-jarig ambtsjubileum.
Onder de velen werden opgemerkt het college
van directeuren, dat gerepresenteerd werd door
de heeren Tyo H. van Eeghen, mr. G. H, A. Gros
heide en G. Wolzak Hzn. Namens hen sprak de
heer Van Eeghen.
Namens deputaten voor de oefening van het
verband met de theol. faculteit der V. U. werd de
jubelaris gecomplimenteerd door ds. J. 'D. v. d,
Munnik, em. predikant te 's-Gravenhage, en dr.
J. C. de Moor te Utrecht, die met ds. B. van Schel
ven, em. pre^Hwt te Overveen en oud-minister
mr. S. de Vriés Czn. ook voor het college van
curatoren aany?lig was.
Uit naaiq yan Qltd-studenten en studenten sprak
dr. H. Kaajfl^ ^jt ytrpcht die den jubilaris een
album aanbopd, bevattende de namen van hen,