m
PER
i
VERVEEN ll
Beekman!
TWEEDE BLAD
Metaphysica.
ABR. MEIJER
Tel. 11781
r. F. HOED
BOEKEN
ER INZAGEI
unsr
erveen Zegt hetvoorll
elier „LE NOBEL"
BROERSMA
112791
„Bloemendaalsch Weekblad"
ZATERDAG II APRIL 1925
er wielen
szichtigen
elefoon 14376 S
ïn „haller
werk
tikelen
;ansi
ste Engelsche Rijwiel
rijzen vanaf f 80.-
SCHOENMAKER
Timmerman,
Metselaar
en Aannemer
WRLEMSGHE OUDE EN
[EUWE BOEKHANDEL
H. DE VRIES
BLOEMENDAAL.
OLDENKOTT'S
TABAK
)RTE KLEVERLAAN 51
vlak over de Centrale,
icht de ontvangst van nieu'j
-ken Sigaren, Sigaretten i 1
)ak o.a. de Huifkar- en Kosm»|
aren. Echte Friesche Heerent)'11
zachte geurige Portorico. r
MON ARTZ SIGARETTEN
wel: Rijksdepot voor Rentezej!'|
Beleefd aanbevelen»'L
REVERWIJK.
T 0 0 N E E L.
BROCHURES EN TIJDSCHRIFTEN.
VAN HIER EN DAAR.
INGEZONDEN.
Tel. 10476 Gr. Houtstraat 16
KOUSEN
Dames Chemises en Pants
Heeren Flanellen en Pants
HEEREN SOKKEN
ALLERLEI.
No. 14.
■■■■■■■■■■■■■■■■a I
ct. p. stuk
randend
het duurzaamste
tillijke prijzen
geurige
GRATIS
GRATIS
GRATIS
arenkokerskade 20
Gaelstraat 26
Haarlem
brandschilderd Glas
jrandschilderde Lampen
Glas in Lood
1. 0. Gracht 62, Haarlem
Telefoon 11042
Gevestigd 1892
KINDERHUISSINGEL 58
RLEMTELEF. 131"
worden tegen HOOGE
PRIJZEN INGEKOCHT
QED. OUDE GRACHT 27
en JACOB1JNESTRAAT3
TELEFOON 10785
Metaphysische studiën voeren den beoefena r
opeens geheel buiten de zintuigelijke sfeer; ze wek
ken op, ze sporen aan tot diep denken in nieuwe
richtingen.
Ze roepen tot ernstige, zelfstandige studie, on
afhankelijk van vastgestelde precedenten.
Om deze reden, zoo niet om nog andere, roepen
ze tot inspanning langs nieuwe paden.
Tenzij onze gedachten nieuwe paden inslaan en
bewandelen, is er geen logische of redelijke grond,
om werkelijke verbeteringen in onze uitwendige
conditiën te verwachten. De toestanden van den
geest worden gereproduceerd in die van het
lichaam.
Ziedaar alles wat hij of zij moeten weten, die
zich met de uitoefening van mentaal-geneeskun
dige praktijk wil bezighouden; doch personen, vol
komen onbekend met de wetenschap der overeen
stemmingen en geen begrip 'hoegenaamd hebben
de van de' wet regelende de onderlinge gemeen
schap tusschen ziel en lichaam, hebben veel kans
vrij wat broddelwerk te verrichten, tenzij ze er in
slagen, zich den mensch voor te stellen als een
geestelijk schepsel, volmaakt in z'n werkelijk
grondwezen, en het stoffelijk lichaam geheel bui
ten beschouwing te laten.
Oogenblikkelijke genezingen zijn het, waarom
trent het meest verwarde 'begrip heerscht onder
lieden, die maar steeds onmiddellijk resultaat ver
langen en overal toovenarij zien.
Er 'hebben zich wel is waar bereids tal van ge
vallen voorgedaan, waarin eene enkele behande
ling vrij plotseling eene blijvende genezing aan
bracht en dus de mogelijkheid daarvan bewezen,
doch zooiets is meestal het geval, hetzij bij patiën
ten, wier ziekte niet diep geworteld, om niet van
ouden datum is, hetzij bij hen, die op velerlei wij
zen, doch, naar het scheen, vruchteloos zijn be-
behandeld geworden, en die eerst nu geschikt zijn
om terstond te reageeren op de zonnestraal, die
den doorslag geeft, om de bloemknop te doen ont
luiken. Hoe treurig het ook zij te moeten erken
nen, dat sommige ziekten ongeneeslijk zijn, is het
volkomen waar, dat menige ongesteldheid met be
hulp van medicijnen zelfs niet te verzachten is, en
zij dus van het standpunt van den pharmaceut met
zijn beperkte hulpbronnen, inderdaad ongeneeslijk
is.
Aan de medicijnen alle recht latende wederva
ren en aannemende al, wat er volgens hare aan
hangers mede gedaan kan worden, blijft er een
steeds aangroeiende menigte ziekten over, die ze
met geen mogelijkheid kunnen genezen en deze
worden voortdurend talrijker, tengevolge van de
eigenaardige psychische en andere veranderingen,
die thans in alle klassen der samenleving plaats
grijpen.
Brandwonden, verzwikkingen, kneuzingen, kun
nen met vrucht onderworpen worden aan een be
handeling met compressen, cataplasma's en verde
re paraphernalia der allopathie en homeopathie,
doch dit zijn slechts oppervlakkige ongesteldheden
ontstaande uit gebrek aan evenwicht en derhalve
in de eerste plaats toe te schrijven aan mentale
zwakheid, of onvoorzichtigheid of zorgeloosheid
doch de drukkende last van ziekte, waaronder de
menschheid gebukt gaat, is van geheel andere aard.
Terwijl men vroeger de artsenijen uit onschade
lijke kruiden toebereidde, zijn deze tegenwoordig
zoo tamelijk in den ban gedaan en in hunne plaats
zijn andere praeparaten uit mineralen enz. en,
helaas! ook zeer vele vergiften getreden.
Of men er in dit opzicht, ondanks de weten
schappelijk bestudeerde en ontdekte middelen, he
ter aan toe is, dan vroeger met de kruiden?
Om zich daaromtrent te vergewissen, zie men
in de tegenwoordige ziekenwereld maar eens aan
dachtig rond, en vrage men liefst oude, ervaren
lieden.
Het is mij reeds eenige malen overkomen, dat
artsen van verscheidene eenvoudige kruiden niet
eens den naam kenden, noch veel minder hunne
werking.
Een zeer betreurenswaardige vooruitgang in de
tegenwoordige geneeskunde is het veelvuldig ge
bruik van vergiften.
Ik kan niet begrijpen van welke grondbeginselen
'de tegenwoordige geneeskunde uitgaat, als zij bij
zoovele ziekten, zoo snel naar het vergift grijpt.
Gewoonlijk kan men van dergelijke zijde hoo-
ren, dat vergift in groote hoeveelheden schadelijk,
in kleine giften geneesmiddel is.
Als men eens bij al de verschillende ziekbedden
en bij de overige menschen wilde rondgaan en
daarbij natuurlijk eene gansche reeks van zieken
en ook van herstelden vond, die met vergift be-
andeld werden, en hen ondervroeg, welke ant
woorden zouden wij dan vernemen?
Quinine,.Morphine en Opium zijn drie vergiften,
onder welke de tegenwoordige geneeskunde haast
iet nuer kan bestaan.
Zijn dit nu in werkelijkheid geneesmiddelen?
Ni en.
Als geneesmiddelen zal wel niemand ze kunnen
'inschrijven en als middelen tot verzachting heb-
zij ook geen waarde.
Wel verminderen de morphine-inspuitingen ge
urende korten tijd de pijnen en de zieke gevoelt
rerlichting; maar daarvoor roepen zij later in hem
>ok de treurigste gevolgen te voorschijn,
j Wi' hunnen dan ook gerust zeggen, dat het mee-
:endeel der zieken niet door vergiften te genezen
Jaarvergadering Vacantiekolonies.
De afdeeling 'Bloemendaal van het Centraal Ge
nootschap voor Kinderherstellings- en Vacantieko
lonies, hield Donderdagavond, onder leiding van
mevr. D'Amalvy Molière 'Gouda, haar jaarverga
dering in hotel Vreeburg.
Na lezing der notulen van de vorige vergadering,
welke zonder wijziging werden vastgesteld, bracht
de secretaris, de heer D. Kuiper, het jaarverslag
over 1924 uit.
Hieruit bleek, dat de afdeeling in 1924 met zeer
goede resultaten een 12-tal patiëntjes uitzond en
wel 10 kinderen van Mei tot Juni. 2 kinderen kwa
men in aanmerking voor naverpleging. Dit aantal
werd later met 2 uitgebreid.
Voor 1925 zijn de verschillende doktoren aange
schreven om opgave van candidaten voor uitzen
ding. Slechts een 7-tal kinderen werden opgegeven.
Aangezien ook de medewerking der onderwij
zers zal worden gevraagd, wordt verwacht, dat dit
aantal van 7 nog wel aanmerkelijk vergroot zal
worden. Indien mogelijk, zullen dit jaar de kinde
ren uitgezonden worden naar Wijk aan Zee en wel
van 7 Mei tot 9 Juni, anders naar Egmond aan Zee
van 15 Mei tot 17 Juni.
De rekening en verantwoording van de penning-
meesteresse, mevr. Molière werden nagezien en
in orde bevonden door de heeren S. P. Reinierse
en S, A. Brongersma. De inkomsten en uitgaven
sloten met een bedrag van ƒ1115.36. Op voorstel
van den heer S. P. Reinierse werd 25.beschik
baar gesteld voor het nieuwe .Boschhuis te Nun-
speet. De contributie voor het Hoofdbestuur werd
vastgesteld op 10.
De aftredende bestuursleden, mevr. Molière
Gouda en de heeren Dr. ©rongersma en J. C. de
Wijs werden 'herkozen.
De heer A. IJzerman werd benoemd tcrt afge
vaardigde naar de op 2 Mei te Amsterdam te hou
den Algemeene Vergadering.
Na de rondvraag, die geen bizonders opleverde,
werd de vergadering gesloten.
Nog steeds de beste
Vraagt OLDO
(licht en geurig)
25 ets.
Sigarenmagazijn
„De Toerist"
BAREND HOMBR0É1
lp.
Dit geldt vooral voor verschillende zenuwziek
ten. Deze zijn alleen te genezen door psychischen
[invloed.
C. C. J. WITBRAAD,
Psycho-Therapeut.
\v/.
le zijn hart voor de eerzucht opent, sluit het
por de rust.
Chineesch spreekwoord.
Lezing van Dr. Frcderik van Eeden, over zijn
„toetreding tot de Katholieke Kerk" in het
Gebouw der K. S. A., gehouden op 1 April 1925.
De heer M. schrijft ons:
Daar de overgang tot de Katholieke Kerk van
Dr. Frederik van Eeden, indertijd een zeer bizon
deren indruk op mij maakte en ik altijd verlangd
had iets meer van zijn motieven tot die toetre
ding te zullen vernemen, besloot ik dan ook, nu
mij dqartoe de gelegenheid werd geboden, beslist
bovengenoemde lezing bij te wonen.
De zaal was geheel gevuld en te oordelen naar
de eenparige toejuiching na zijn lezing, allen ge
loofsgenoten van den spreker, hier en daar mis
schien een enkele niet-Katholiek.
Wat ik tans laat volgen is een beknopte sa
menvatting der belangrijkste punten die Dr. van
Eeden besprak.
Volgens hem, wordt het Katholieke Geloof
door de buitenstaanders en voornamelik door de
Protestanten verkeerd begrepen en uitgelegd, het
ware wezen daarvan kennen zij niet.
Reeds in zijn jeugd voelde van Eeden zich al
enigermate tot het aestetis-mystieke der Kath.
Kerk aangetrokken. Hoe koud en nietszeggend
waren hem de Protestantse Kerken met hunne
naakte witte muren. Doch van welk een aestetise
en mystieke bekoring en warmte was daarente
gen het Roomse Kerkinterieur.
Wat allengs de neiging in hem had gewekt tot
toetreding tot de Roomse Kerk, het was de „mon
nikenorde" geweest.
Deze Orde van mannen die zich hadden afge
zonderd tot een Godvruchtig heilig gebedsleven,
zij hadden in hem voor hen zijn stille bewonde
ring en liefde gewekt. Zij zijn als een navolgend
voorbeefd van heiliging voor de Katholieke mas
sa en niet ieder is voor die Orde rijp.
Vol bewondering was van Eeden, voor het
machtig organisatiegebouw der Kath. Kerk, als
een schone schepping van Kerkelike orde en
tucht.
Het was één organisatie van mensen, die in
liefde trachtten elkander te sterken in 't Geloofs-
heiligingsleven, te samen vormend één hechten
band.
En wat hem dankbaar stemde was dat de Kath.
Kerk hem had leren „bidden" en bij haar is het
Gebed een grote en machtige factor.
Er wordt wel eens gezegd dat God zich niet
laat verbidden, dat er onwrikbare natuurwetten
zijn waar Hij niet van af kan en wil wijken en
er slechts maar één gebed kan zijn, n.l.: „Uw wil
geschiede!" Maar dan behoeft men ook dit niet
eens te bidden want Zijn wil geschiedt tóch wel.
Van Eeden geloofde echter wel degelik aan een
kunnen ingrijpen, zij 't ook tijdelik, in de bestaan
de natuurwetten, want er zijn hogere, voor ons
onbekende wetten die die andere kunnen over
heersen.
Ook dit is het geval met de z.g. „wonderen";
ook daar wordt door God gebruik gemaakt van
wetten die tijdelik in de plaats treden van de
door ons gekende.
In zijn persoonlik leven van tegenwoordig on
dervindt spreker ook voortdurend de weldaad
van het gebed.
En wat de vorm van het gebed aangaat is dit
bij de Kath. Kerk het mystieke zoeken om Gbd,
het zoeken om de devote stemming.
Ook in „De Kleine Johannes" komt reeds zulk
bidden voor, als Johannes staart over het wijde
watervlak der zee en hij de zon ziet ondergaan
en allengs door schoonheidsontroering een gewij
de stemming over hem komt en zijn persoonlik ik
zich eindelik oplost in een mystieke eenheid met
God,
En zó bedoelt het ook de Kath. Kerk. Het
snelle achter elkander bidden zoals velen doen is
geen voorschrift van haar.
Dat er, niettegenstaande de hechte band en
zuivere geloofsleer, toch nog slappen en afvalli
gen zijn, is te wijten aan het slechte leven. Er zijn
jonge Katholieke mannen die door het wereldse
stadsleven en zijn verderfelike theoriën den ernst
verliezen van hun Geloof en daarom vervreem
den. En daarom is het zo goed, dat zij die zich
machteloos voelen, dan steun kunnen vinden bij
een prelaat die vaster staat dan zij.
Maar, zegt men, ook „priesters" zijn er onder
de afvalligen. Ook hier is de „stad" de oorzaak.
Een groot beletsel tot toetreding tot de Kath.
Kerk was voor hem geweest het „leergezag". En
destijds kreeg hij wel eens bezoek van een predi
kant die hem dan zei: „Van Eeden, ge wordt
nooit Katholiek, want dat „leergezag" zal een on-
overkomelik bezwaar voor u zijn".
Doch ook dit laatste beletsel, als zo velen, is
door hem overwonnen. Men is gewoon zichzelf te
beschouwen als een Goddelik „middelpunt" en
zijn gedachten als de gedachte Gods. Van Eeden
is dit echter gaan inzien als een „dwaling" en als
niet meer of minder dan „hoogmoedswaan". Ta*.s
was hij gekomen tot deze overtuiging, dat
waarheid door God buiten ons was vastgest-'ld in
een bizondere openbaring en deze Waarheid als
het eigendom der Kath. Kerk en haar gewijde
mannen, door alle eeuwen h„en door haar was
bewaard, beschermd en hoog gehouden en waar
aan nooit kan worden getornd of van afgeweken.
De mens heeft noodig dat er vaststaande richt
snoeren zijn, waaraan hij zich heeft te houden,
evenals hij zich heeft te houden aan vastgestelde
maatschappelike wetten.
Buiten deze geijkte waarheden of leer der
Kath. Kerk zijn er geen banden die den gelovige
kunnen knellen en ten allen tijde kan hij kritiek
uitoefenen op de „orde" of organisatie der Kerk.
'Hierna verzocht Dr. v. Eeden vijf minuten rust
en las daarna enkele van zijn gedichten voor;
allen van min of meer lyrisen aard.
Onder dezen was er ook één op zijn „handen",
die hij zag verouderen en vergaan; waarin kwa
men de bruine vlekken en reeds vele groeven en
rimpels vertoonden. Die handen, zij hadden veler
lei op 't papier geheeld ook veel dat tegen God
was, doch hij hoopte dat straks, als die handen
zouden verstijven dit zou zijn in een samenvou
wing tot een eeuwig gebed.
en armen, ondanks uiterlijke verschillen van be
schaving en goede of minder goede vormen. Deze
schepping van een kinderziel behoort, meenen
wij, tot de beste werken van den buitengewoon
begaafden tooneelschrijver.
De opvoering was ook door monteering en spel
in vele opzichten prijzenswaardig. S.
„Als de jonge wijn bloeit
„Als de jonge wijn bloeit, gaat de oude aan
het gisten", zou deze titel in zijn geheel moeten
luiden van 'Björnstjerne Björnson's stuk, dat „Het
Schouwtooneel" Dinsdag 1.1. in den Stadsschouw
burg gegeven heeft. Deze titel slaat op een tame
lijk bijkomstige gebeurtenis in het stuk, namelijk
de verloving van een weduwnaar-predikant van
middelbaren leeftijd met zijn heel jonge nichtje.
De voornaamste inhoud echter wordt gevormd
door de eigenaardige verhouding tusschen den
vader en de moeder van dat nichtje, den heer en
mevrouw Arvik, wier huwelijksleven nogal onge
lukkig is. De vrouw gaat op in haar kinderen en
sluit haar man vrijwel buiten, en deze, een goed
moedige kerel, berust daarin totdat het hem op
een goeien dag te bar wordt. 'Hij loopt weg, en
dan is 'het damesgezelschap in nood; moeder en
dochters hebben spijt als haren op hun hoofd,
dat ze hem niet wat meer au sérieux genomen
hebben, de oudste dochter gaat uit om hem op te
sporen, en allen zweren, als hij weer terug zal
zijn, goed aan hem te maken wat ze al die jaren
aan hem misdreven hebben. Wanneer hij terug
komt, vergeten de dames uit kracht der gewoonte
al haar goede voornemens en geven hem standjes
over zijn wegloopen, maar als het dan blijkt, dat
hij eigenlijk heelemaal niet weggeloopen was,
komt alles in orde, en eind goed al goed.
Ondanks menig fijn trekje en menig leuk too-
neeltje, ondanks de nu eens guitige dan weer ern
stige levenswijsheid van den schrijver kunnen wij
voor ons dit tooneelspel niet zoo bijzonder hoog
aanslaan, en zullen, met passende erkentelijkheid
voor wat er dan toch altijd te genieten was, maar
zeggen, dat Björnson zijn grooten naam waarlijk
niet aan weinig soliede, maar leuke dingsigheid-
jes als dit te danken heeft.
De vertooning was in menig opzicht te prijzen.
Het spel van mevrouw Van der Horst als mevr.
Arvik mocht er zijn, en ook Ko van Dijk als
mijnheer Arvik voldeed goed. De anderen werk
ten naar de mate.van hun kunnen mede. S.
„ROODKAPJE".
Tot sluiting van het seizoen zal Mevrouw Hop
man—Kwast met haar leerlingen-ensemble nog één
enkele voorstelling te Haarlem komen geven in den
Stadsschouwburg, en wel op Maandag 13 April
(2e Paaschdag). Opgevoerd'zal worden: „Roodkajp-
je". Groot tooversprookje met zang in 5 bedrijven
en verschillende dansen.
Wij ontvingen een exemplaar van een door den
heer A. J. Meyerink uitgegeven boekje bevattende
een beknopte omschrijving van eenige reddings
middelen voor drenkelingen.
Dit boekje kan dienen als leiddraad waaruit
candidaten voor het diploma C. van den Neder-
landschen Bond tot het Redden van Drenkelingen
kunnen putten om te voldoen aan den gestelden
exameneisch: „Bekendheid met diverse reddings
apparaten".
Stadsschouwburg. „Uitkomst".
Het was goed, dat wij ook te Haarlem dit veel
besproken stuk van Heyermans eens te zien kre
gen. Want men moet het gezien hebben, dat „spel
van droom en leven" en, zooals hier, met Tilly
Lus in de hoofdrol. Immers deze tooneelspeelster
maakt van deze rol iets zóó bijzonders, dat we
ons het stuk zonder Tilly Lus nauwelijks kunnen
voorstellen. Men moet zich eens indenken: Daar
komt wat voor kijken voor een vrouw, een be
schaafde vrouw, zich zóó in het gemoedsleven in
te leven van een kind, een jongen, een straat
schooiertje met al zijn durf en zijn pochen en
zijn verdriet en zijn angst en zijn dolle verbeel
ding. Zooals zij in uiterlijk, in houding en toon
dien jongen uitbeeldt, is gewoonweg meesterlijk.
In dit stuk is Heyermans al zeer oorspronkelijk;
zijn Verbeelding heeft hem op een gegeven ge
bracht, dat waarlijk eenig genoemd mag worden.
De doodzieke Jan, die in de kelderwoning van
een Amsterdamsche achterbuurt langzaam ligt te
sterven, droomt in zijn koortsen, dat een zwaan
uit het Vondelpark hem op zijn rug mee neemt
den hemel in, om daar de kostbare diamanten,
welke de sterren zijn, te plukken, en met dien
geweldigen schat op aarde in de kelderwoning
terugkeerd, betaalt hij daarmede den bakker en
den schoenmaker (die schrikbeelden voor het ge
zin van den werklooze) en koopt hij een diender
(zijn eigen schrikbeeld) af. Maar de diamanten
verliezen hun glans wanneer de nieuwe bezitters
ze bekijken, en de bakker, razend over deze te
leurstelling dit bedróg, zegt hij worgt de
zwaan. Dit is het einde van den droom. In de
armen van zijn moeder jammert de jongen, dat
zijn zwaan vermoord is, en de wanhopige vrouw
meent, dat hij ijlt. Kort daarop sterft het kind,
en dit is de „uitkomst" voor het geteisterde el
lendige armeluisgezin, waarin voor zieken en ex
tra zorgen, boven de moordende dagelijksche zor
gen geen plaats en geen tijd en geen hersens en
bij sommigen ook geen hart meer is. De een
versuft ,de ander verbittert, in dien ononderbro
ken dagelijkschen wreeden strijd tegen leed en
dood. Die sfeer van ellende der armen, de
vunze behuizing, het gebrek aan het allernoodig-
ste, de onmeedoogende schuldeischers, de dokter,
die geen tijd voor hen heeft, de geestelijke, die
zich met gemeenplaatsen van hen afmaakt, de
politie, die hen niet ontziet, al die ellende, welke
de rijken met hun geld dagelijks afkoopen, en
dus niet begrijpen kunnen, die sfeer heeft
Heyermans ons hier met niets ontziend realisme
geteekend. Er zijn er, die zich beklagen, dat te
genwoordig op het tooneel het misèrie-leven der
zoogenaamde lagere klasse wordt afgebeeld. Ja,
er was een tijd, dat het juist andersom was en
op de planken en in de romans de graven en
baronnen, hertogen en dat alles niet van de lucht
waren. Maar alle tijden hebben hun weertijden,
en het tooneel is de weerspiegeling van de sa
menleving. En dan, Heyermans weet in die som
bere misérie-wereld toch ook weer de tegenstel
ling te scheppen met den waschbaas, dat koste
lijke stuk volkshumor, en vooral, hij zet er mid
denin dat kind, Jan, met zijn rijke verbeelding
„Focus", veertiendaagsch fotoblad onder redac
tie van Adriaan Boer.
No. 7, 4 April, heeft als inhoud: Platen; Ons
Matglas; „Focus" prijsvraag; „Als 't wintert";
Voorjaarsverlangen; Gewone en groothoekige ste
reoscopen (2); Recepten en wenken; Snelheden
op dure en goedkoope lenssluiters; Gei'llustreerde
Critiek; Het „creme" kleuren van ontwikkelings
papieren; Beginnershoekje (7); Uit de vereenigin-
gen; Correspondentie; Fotobeurs.
CENTRAAL GENOOTSCHAP.
Sedert December 1.1. zijn van het Centraal Ge
nootschap voor Kinderherstellings- en Vacantieko
lonies de volgende afdeelingen opgericht: Alphen
aan den Rijn, Vlaardingen, Schiebroek, Oostzaan
Stiens, Westwoud, Jisp, Glanerbrug, Nijmegen,
Schoorl, Haren, Dedemsvaart, Bodegraven, Bath-
men en Roden.
In niet minder dan 86 gemeenten wordt aan de
voorbereiding van de oprichting van een afdeeling
gewerkt.
Het Centraal Genootschap telt op het oogenblik
297 afdeelingen.
Nederlandsch Schoolmuseum.
Het Ned. Schoolmuseum zal wegens groote
schoonmaak van 20 April af tot nadere aankon
diging gesloten zijn. Het museum blijft echter in
de Paaschvacantie op de gewone tijden geopend
(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie
Zijden f 2.95 f 5.90
Fil f 1.75 f 2 50
Extra aanbieding f 1.45
Fijne kleuren
Fil, per stel f 6.50
Zijde, per stel f 13.75
Fijne kleuren
Katoen per stel f 5 95
Zijde, per stel f 12.50
Katoen f 0.95
Fil f 1.75
Zijde f 2.95
nu eenmaal anders dan in de kom der gemeente.
De meeste bewoners van de Houtvaart wenschten
het afval geen maand te bewaren om het aan den
ophaaldienst mee te geven. Wel is daar iemand
rondgegaan (die dezen particulieren ophaaldienst
blijkbaar niet welgezind is) om van de bewoners
de verklaring te hooren, dat 'bij hen geen vuilnis
was opgehaald, doch uit het bovenstaande blijkt
wel, dat zulks niet te wijten is aan nalatigheid
mijnerzijds, maar eenvoudig aan het feit, dat er
die keeren geen vuilnis op te halen bleek. Zoodat
er te dien aanzien geen aanleiding tot klachten
kan bestaan.
Dan zijn er in de gemeente nog, die teleurgesteld
waren omdat wij geen tuinafval medenamen. Tot
dezulken wil ik de opmerking maken, dat volgens
het contract met de gemeente alleen huisafval
mag worden meegenomen tot een bepaalde hoe
veelheid. Als we hier de hand niet aan houden,
zou het bedrijf spoedig uitgroeien tot een trans
portdienst voor alle mogelijke afval uit de tuinen,
mitsgaders afgedankte meubelen etc., waarvan het
vervoer in bepaalde tijden van het jaar een be-
den'kelijken omvang zou aannemen. En even be
denkelijk zouden in dat geval de bedrijfsuitkom-
sten worden.
Intusschen spreekt het vanzelf dat wij een vuil
nisbak niet laten staan omdat zij een deciliter te
veel inhoudt; evenmin zullen wij 'haar laten staan
als er wat takjes of bladeren in meegegeven wor
den.
Met deze regelen hoop ik mogelijk verkeerde
indrukken uit den weg te hebben geruimd.
DE AANNEMER VAN DEN
VUILNIS-OPHAALDIENST.
Bloemendaal, 31 Maart 1925.
Naschrift van de Redactie.
De aannemer van den vuilnis-ophaaldienst zal
wel begrepen hebben dat het van „Opmerker"
geen ernst was, toen hij schreef dat een begin was
gemaakt met demping van de 'Houtvaart. Dat zou
toch in de gaten loopen indien iemand zonder
vergunning ging dempen. Persoonlijk ben ik best
tevreden over den ophaaldienst en men heeft bij
mij ook wel eens iets meer meegenomen dan vol
gens contract noodig was.
Er is echter in den Raad over gesproken en
dusOpmerker" schreef.
REDACTIE.
DE VUILNIS-OPHAALDIENST.
Geachte Redactie!
In de laatste raadsvergaderingen zijn door ver
schillende leden bemerkingen gemaakt op de ma
nier, waarop door mij de vuilnisophaaldienst wordt
uitgevoerd. Deze 'bemerkingen en ook enkele
„klachten", welke van andere zijde werden gedaan
(en grootendeels als overdreven en onjuist moe
ten worden beschouwd) zullen bij de ingezetenen
wellicht een verkeerden indruk, wekken en daar
om zou ik gaarne in de gelegenheid worden ge
steld, om op deze plaats de zaken in het juiste
licht te stellen.
Men heeft voornamelijk het oog gehad op de
Houtvaart. Deze 'buurt zou door den dienst schro
melijk verwaarloosd zijn en kwam men er al eens,
dan werd het opgehaalde vuilnis aldus de zegs
man van een raadslid in de Houtvaart gestort.
Volgens hun overzichtschrijver zouden wij een be
gin hebben gemaakt met een eigenmachtige dem
ping van de Houtvaart.
Om te beginnen met deze laatste opmerkingen;
deze zijn onjuist. Er is natuurlijk nimmer vuilnis
in de Houtvaart gestort; wel is het een paar maal
gedeponeerd in een in de nabijheid liggende droge
sloot en zulks, met toestemming van den aanne
mer, die het terrein gaat ophoogen. Van een „dem
ping" van de 'Houtvaart is dus geen sprake.
Wat nu betreft het ophalen (dat daar ééns per
maand moet geschieden), dit is inderdaad één keer
door verschillende omstandigheden achterwege ge
en zijn wild maar ontvankelijk gemoed, de kin- bleven. Overigens is hier van „verwaarloozing"
derziel, die in wezen altijd hetzelfde is, bij rijken geen sprake. De plaatselijke gesteldheid daar is
Geachte Redactie!
Gaarne zou ik van Uw blad gebruik maken ter
beantwoording van het ingezonden stuk, over re
clame-biljetten uitreiken aan kinderen buiten de
ouders om.
Mijnheer, ik vertrouw, dat elk kind dat een goe
de opvoeding genoten heeft, altijd zijn ouders zal
vragen wat zij mogen doen, al of niet mogen gaan
naar een goochelaar of iets dergelijks, dus blijft
toch 't laatste woord aan de ouders.
Dat men door moderne opvoeding 't voldoende
gezag verliest, dat moeten de ouders zelf weten,
dan zullen zij ook geen drukte behoeven te maken
over hetgeen wat hun kinderen doen.
Volgens bovenstaande vind ik 't niet noodig om
zoo'n goochelaar verdacht te maken en de be-
sfcherming in te roepen van de Autoriteiten. Alsof
er al geen wetten genoeg zijn. (Die goochelaar
vertoonde zeer onschuldige toeren aan de kinde
ren). Waar de autoriteiten eens de aandacht aan
moeten schenken, dat is de concurrentie van ver
schillende scholen inzake 't al of niet kosteloos
disponibel stellen van schoollokalen voor verga
deringen enz., soms onder een geleerd tintje, ter
wijl 't niets uitstaande heeft met het onderwijs.
Geschiedt dit kosteloos, dan kunnen de belas
tingbetalers schokken, wordt er voor betaald, dan
laat ik aan de lezers over hoe zij denken over de
verhouding van zaalexploitanten, die op hooge
lasten zitten en scholen waaraan ieder wel belas
ting betaald maar de zaalhouders procentsgewijs
het meeste.
U dankend voor de plaatsruimte,
M. L. VAN HOLST.
WAT IN ROOK OPGAAT.
Het Augustusnummer van 'het maandschrift van
het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft de
cijfers omtrent hetgeen in 1923 in ons land is ver
rookt.
Een nauwkeurige opgave hiervan is mogelijk ge
worden, nu het met de tabaksbelasting ingevoer
de banderollesysteem in staat stelt dit na te gaan.
In totaal blijken over dat jaar ongeveer
1.060.000.000 sigaren te zijn afgeleverd, vertegen
woordigend een totaal kleinhandelsprijs van bijna