m PER i VERVEEN ll Beekman! TWEEDE BLAD Metaphysica. ABR. MEIJER Tel. 11781 r. F. HOED BOEKEN ER INZAGEI unsr erveen Zegt hetvoorll elier „LE NOBEL" BROERSMA 112791 „Bloemendaalsch Weekblad" ZATERDAG II APRIL 1925 er wielen szichtigen elefoon 14376 S ïn „haller werk tikelen ;ansi ste Engelsche Rijwiel rijzen vanaf f 80.- SCHOENMAKER Timmerman, Metselaar en Aannemer WRLEMSGHE OUDE EN [EUWE BOEKHANDEL H. DE VRIES BLOEMENDAAL. OLDENKOTT'S TABAK )RTE KLEVERLAAN 51 vlak over de Centrale, icht de ontvangst van nieu'j -ken Sigaren, Sigaretten i 1 )ak o.a. de Huifkar- en Kosm»| aren. Echte Friesche Heerent)'11 zachte geurige Portorico. r MON ARTZ SIGARETTEN wel: Rijksdepot voor Rentezej!'| Beleefd aanbevelen»'L REVERWIJK. T 0 0 N E E L. BROCHURES EN TIJDSCHRIFTEN. VAN HIER EN DAAR. INGEZONDEN. Tel. 10476 Gr. Houtstraat 16 KOUSEN Dames Chemises en Pants Heeren Flanellen en Pants HEEREN SOKKEN ALLERLEI. No. 14. ■■■■■■■■■■■■■■■■a I ct. p. stuk randend het duurzaamste tillijke prijzen geurige GRATIS GRATIS GRATIS arenkokerskade 20 Gaelstraat 26 Haarlem brandschilderd Glas jrandschilderde Lampen Glas in Lood 1. 0. Gracht 62, Haarlem Telefoon 11042 Gevestigd 1892 KINDERHUISSINGEL 58 RLEMTELEF. 131" worden tegen HOOGE PRIJZEN INGEKOCHT QED. OUDE GRACHT 27 en JACOB1JNESTRAAT3 TELEFOON 10785 Metaphysische studiën voeren den beoefena r opeens geheel buiten de zintuigelijke sfeer; ze wek ken op, ze sporen aan tot diep denken in nieuwe richtingen. Ze roepen tot ernstige, zelfstandige studie, on afhankelijk van vastgestelde precedenten. Om deze reden, zoo niet om nog andere, roepen ze tot inspanning langs nieuwe paden. Tenzij onze gedachten nieuwe paden inslaan en bewandelen, is er geen logische of redelijke grond, om werkelijke verbeteringen in onze uitwendige conditiën te verwachten. De toestanden van den geest worden gereproduceerd in die van het lichaam. Ziedaar alles wat hij of zij moeten weten, die zich met de uitoefening van mentaal-geneeskun dige praktijk wil bezighouden; doch personen, vol komen onbekend met de wetenschap der overeen stemmingen en geen begrip 'hoegenaamd hebben de van de' wet regelende de onderlinge gemeen schap tusschen ziel en lichaam, hebben veel kans vrij wat broddelwerk te verrichten, tenzij ze er in slagen, zich den mensch voor te stellen als een geestelijk schepsel, volmaakt in z'n werkelijk grondwezen, en het stoffelijk lichaam geheel bui ten beschouwing te laten. Oogenblikkelijke genezingen zijn het, waarom trent het meest verwarde 'begrip heerscht onder lieden, die maar steeds onmiddellijk resultaat ver langen en overal toovenarij zien. Er 'hebben zich wel is waar bereids tal van ge vallen voorgedaan, waarin eene enkele behande ling vrij plotseling eene blijvende genezing aan bracht en dus de mogelijkheid daarvan bewezen, doch zooiets is meestal het geval, hetzij bij patiën ten, wier ziekte niet diep geworteld, om niet van ouden datum is, hetzij bij hen, die op velerlei wij zen, doch, naar het scheen, vruchteloos zijn be- behandeld geworden, en die eerst nu geschikt zijn om terstond te reageeren op de zonnestraal, die den doorslag geeft, om de bloemknop te doen ont luiken. Hoe treurig het ook zij te moeten erken nen, dat sommige ziekten ongeneeslijk zijn, is het volkomen waar, dat menige ongesteldheid met be hulp van medicijnen zelfs niet te verzachten is, en zij dus van het standpunt van den pharmaceut met zijn beperkte hulpbronnen, inderdaad ongeneeslijk is. Aan de medicijnen alle recht latende wederva ren en aannemende al, wat er volgens hare aan hangers mede gedaan kan worden, blijft er een steeds aangroeiende menigte ziekten over, die ze met geen mogelijkheid kunnen genezen en deze worden voortdurend talrijker, tengevolge van de eigenaardige psychische en andere veranderingen, die thans in alle klassen der samenleving plaats grijpen. Brandwonden, verzwikkingen, kneuzingen, kun nen met vrucht onderworpen worden aan een be handeling met compressen, cataplasma's en verde re paraphernalia der allopathie en homeopathie, doch dit zijn slechts oppervlakkige ongesteldheden ontstaande uit gebrek aan evenwicht en derhalve in de eerste plaats toe te schrijven aan mentale zwakheid, of onvoorzichtigheid of zorgeloosheid doch de drukkende last van ziekte, waaronder de menschheid gebukt gaat, is van geheel andere aard. Terwijl men vroeger de artsenijen uit onschade lijke kruiden toebereidde, zijn deze tegenwoordig zoo tamelijk in den ban gedaan en in hunne plaats zijn andere praeparaten uit mineralen enz. en, helaas! ook zeer vele vergiften getreden. Of men er in dit opzicht, ondanks de weten schappelijk bestudeerde en ontdekte middelen, he ter aan toe is, dan vroeger met de kruiden? Om zich daaromtrent te vergewissen, zie men in de tegenwoordige ziekenwereld maar eens aan dachtig rond, en vrage men liefst oude, ervaren lieden. Het is mij reeds eenige malen overkomen, dat artsen van verscheidene eenvoudige kruiden niet eens den naam kenden, noch veel minder hunne werking. Een zeer betreurenswaardige vooruitgang in de tegenwoordige geneeskunde is het veelvuldig ge bruik van vergiften. Ik kan niet begrijpen van welke grondbeginselen 'de tegenwoordige geneeskunde uitgaat, als zij bij zoovele ziekten, zoo snel naar het vergift grijpt. Gewoonlijk kan men van dergelijke zijde hoo- ren, dat vergift in groote hoeveelheden schadelijk, in kleine giften geneesmiddel is. Als men eens bij al de verschillende ziekbedden en bij de overige menschen wilde rondgaan en daarbij natuurlijk eene gansche reeks van zieken en ook van herstelden vond, die met vergift be- andeld werden, en hen ondervroeg, welke ant woorden zouden wij dan vernemen? Quinine,.Morphine en Opium zijn drie vergiften, onder welke de tegenwoordige geneeskunde haast iet nuer kan bestaan. Zijn dit nu in werkelijkheid geneesmiddelen? Ni en. Als geneesmiddelen zal wel niemand ze kunnen 'inschrijven en als middelen tot verzachting heb- zij ook geen waarde. Wel verminderen de morphine-inspuitingen ge urende korten tijd de pijnen en de zieke gevoelt rerlichting; maar daarvoor roepen zij later in hem >ok de treurigste gevolgen te voorschijn, j Wi' hunnen dan ook gerust zeggen, dat het mee- :endeel der zieken niet door vergiften te genezen Jaarvergadering Vacantiekolonies. De afdeeling 'Bloemendaal van het Centraal Ge nootschap voor Kinderherstellings- en Vacantieko lonies, hield Donderdagavond, onder leiding van mevr. D'Amalvy Molière 'Gouda, haar jaarverga dering in hotel Vreeburg. Na lezing der notulen van de vorige vergadering, welke zonder wijziging werden vastgesteld, bracht de secretaris, de heer D. Kuiper, het jaarverslag over 1924 uit. Hieruit bleek, dat de afdeeling in 1924 met zeer goede resultaten een 12-tal patiëntjes uitzond en wel 10 kinderen van Mei tot Juni. 2 kinderen kwa men in aanmerking voor naverpleging. Dit aantal werd later met 2 uitgebreid. Voor 1925 zijn de verschillende doktoren aange schreven om opgave van candidaten voor uitzen ding. Slechts een 7-tal kinderen werden opgegeven. Aangezien ook de medewerking der onderwij zers zal worden gevraagd, wordt verwacht, dat dit aantal van 7 nog wel aanmerkelijk vergroot zal worden. Indien mogelijk, zullen dit jaar de kinde ren uitgezonden worden naar Wijk aan Zee en wel van 7 Mei tot 9 Juni, anders naar Egmond aan Zee van 15 Mei tot 17 Juni. De rekening en verantwoording van de penning- meesteresse, mevr. Molière werden nagezien en in orde bevonden door de heeren S. P. Reinierse en S, A. Brongersma. De inkomsten en uitgaven sloten met een bedrag van ƒ1115.36. Op voorstel van den heer S. P. Reinierse werd 25.beschik baar gesteld voor het nieuwe .Boschhuis te Nun- speet. De contributie voor het Hoofdbestuur werd vastgesteld op 10. De aftredende bestuursleden, mevr. Molière Gouda en de heeren Dr. ©rongersma en J. C. de Wijs werden 'herkozen. De heer A. IJzerman werd benoemd tcrt afge vaardigde naar de op 2 Mei te Amsterdam te hou den Algemeene Vergadering. Na de rondvraag, die geen bizonders opleverde, werd de vergadering gesloten. Nog steeds de beste Vraagt OLDO (licht en geurig) 25 ets. Sigarenmagazijn „De Toerist" BAREND HOMBR0É1 lp. Dit geldt vooral voor verschillende zenuwziek ten. Deze zijn alleen te genezen door psychischen [invloed. C. C. J. WITBRAAD, Psycho-Therapeut. \v/. le zijn hart voor de eerzucht opent, sluit het por de rust. Chineesch spreekwoord. Lezing van Dr. Frcderik van Eeden, over zijn „toetreding tot de Katholieke Kerk" in het Gebouw der K. S. A., gehouden op 1 April 1925. De heer M. schrijft ons: Daar de overgang tot de Katholieke Kerk van Dr. Frederik van Eeden, indertijd een zeer bizon deren indruk op mij maakte en ik altijd verlangd had iets meer van zijn motieven tot die toetre ding te zullen vernemen, besloot ik dan ook, nu mij dqartoe de gelegenheid werd geboden, beslist bovengenoemde lezing bij te wonen. De zaal was geheel gevuld en te oordelen naar de eenparige toejuiching na zijn lezing, allen ge loofsgenoten van den spreker, hier en daar mis schien een enkele niet-Katholiek. Wat ik tans laat volgen is een beknopte sa menvatting der belangrijkste punten die Dr. van Eeden besprak. Volgens hem, wordt het Katholieke Geloof door de buitenstaanders en voornamelik door de Protestanten verkeerd begrepen en uitgelegd, het ware wezen daarvan kennen zij niet. Reeds in zijn jeugd voelde van Eeden zich al enigermate tot het aestetis-mystieke der Kath. Kerk aangetrokken. Hoe koud en nietszeggend waren hem de Protestantse Kerken met hunne naakte witte muren. Doch van welk een aestetise en mystieke bekoring en warmte was daarente gen het Roomse Kerkinterieur. Wat allengs de neiging in hem had gewekt tot toetreding tot de Roomse Kerk, het was de „mon nikenorde" geweest. Deze Orde van mannen die zich hadden afge zonderd tot een Godvruchtig heilig gebedsleven, zij hadden in hem voor hen zijn stille bewonde ring en liefde gewekt. Zij zijn als een navolgend voorbeefd van heiliging voor de Katholieke mas sa en niet ieder is voor die Orde rijp. Vol bewondering was van Eeden, voor het machtig organisatiegebouw der Kath. Kerk, als een schone schepping van Kerkelike orde en tucht. Het was één organisatie van mensen, die in liefde trachtten elkander te sterken in 't Geloofs- heiligingsleven, te samen vormend één hechten band. En wat hem dankbaar stemde was dat de Kath. Kerk hem had leren „bidden" en bij haar is het Gebed een grote en machtige factor. Er wordt wel eens gezegd dat God zich niet laat verbidden, dat er onwrikbare natuurwetten zijn waar Hij niet van af kan en wil wijken en er slechts maar één gebed kan zijn, n.l.: „Uw wil geschiede!" Maar dan behoeft men ook dit niet eens te bidden want Zijn wil geschiedt tóch wel. Van Eeden geloofde echter wel degelik aan een kunnen ingrijpen, zij 't ook tijdelik, in de bestaan de natuurwetten, want er zijn hogere, voor ons onbekende wetten die die andere kunnen over heersen. Ook dit is het geval met de z.g. „wonderen"; ook daar wordt door God gebruik gemaakt van wetten die tijdelik in de plaats treden van de door ons gekende. In zijn persoonlik leven van tegenwoordig on dervindt spreker ook voortdurend de weldaad van het gebed. En wat de vorm van het gebed aangaat is dit bij de Kath. Kerk het mystieke zoeken om Gbd, het zoeken om de devote stemming. Ook in „De Kleine Johannes" komt reeds zulk bidden voor, als Johannes staart over het wijde watervlak der zee en hij de zon ziet ondergaan en allengs door schoonheidsontroering een gewij de stemming over hem komt en zijn persoonlik ik zich eindelik oplost in een mystieke eenheid met God, En zó bedoelt het ook de Kath. Kerk. Het snelle achter elkander bidden zoals velen doen is geen voorschrift van haar. Dat er, niettegenstaande de hechte band en zuivere geloofsleer, toch nog slappen en afvalli gen zijn, is te wijten aan het slechte leven. Er zijn jonge Katholieke mannen die door het wereldse stadsleven en zijn verderfelike theoriën den ernst verliezen van hun Geloof en daarom vervreem den. En daarom is het zo goed, dat zij die zich machteloos voelen, dan steun kunnen vinden bij een prelaat die vaster staat dan zij. Maar, zegt men, ook „priesters" zijn er onder de afvalligen. Ook hier is de „stad" de oorzaak. Een groot beletsel tot toetreding tot de Kath. Kerk was voor hem geweest het „leergezag". En destijds kreeg hij wel eens bezoek van een predi kant die hem dan zei: „Van Eeden, ge wordt nooit Katholiek, want dat „leergezag" zal een on- overkomelik bezwaar voor u zijn". Doch ook dit laatste beletsel, als zo velen, is door hem overwonnen. Men is gewoon zichzelf te beschouwen als een Goddelik „middelpunt" en zijn gedachten als de gedachte Gods. Van Eeden is dit echter gaan inzien als een „dwaling" en als niet meer of minder dan „hoogmoedswaan". Ta*.s was hij gekomen tot deze overtuiging, dat waarheid door God buiten ons was vastgest-'ld in een bizondere openbaring en deze Waarheid als het eigendom der Kath. Kerk en haar gewijde mannen, door alle eeuwen h„en door haar was bewaard, beschermd en hoog gehouden en waar aan nooit kan worden getornd of van afgeweken. De mens heeft noodig dat er vaststaande richt snoeren zijn, waaraan hij zich heeft te houden, evenals hij zich heeft te houden aan vastgestelde maatschappelike wetten. Buiten deze geijkte waarheden of leer der Kath. Kerk zijn er geen banden die den gelovige kunnen knellen en ten allen tijde kan hij kritiek uitoefenen op de „orde" of organisatie der Kerk. 'Hierna verzocht Dr. v. Eeden vijf minuten rust en las daarna enkele van zijn gedichten voor; allen van min of meer lyrisen aard. Onder dezen was er ook één op zijn „handen", die hij zag verouderen en vergaan; waarin kwa men de bruine vlekken en reeds vele groeven en rimpels vertoonden. Die handen, zij hadden veler lei op 't papier geheeld ook veel dat tegen God was, doch hij hoopte dat straks, als die handen zouden verstijven dit zou zijn in een samenvou wing tot een eeuwig gebed. en armen, ondanks uiterlijke verschillen van be schaving en goede of minder goede vormen. Deze schepping van een kinderziel behoort, meenen wij, tot de beste werken van den buitengewoon begaafden tooneelschrijver. De opvoering was ook door monteering en spel in vele opzichten prijzenswaardig. S. „Als de jonge wijn bloeit „Als de jonge wijn bloeit, gaat de oude aan het gisten", zou deze titel in zijn geheel moeten luiden van 'Björnstjerne Björnson's stuk, dat „Het Schouwtooneel" Dinsdag 1.1. in den Stadsschouw burg gegeven heeft. Deze titel slaat op een tame lijk bijkomstige gebeurtenis in het stuk, namelijk de verloving van een weduwnaar-predikant van middelbaren leeftijd met zijn heel jonge nichtje. De voornaamste inhoud echter wordt gevormd door de eigenaardige verhouding tusschen den vader en de moeder van dat nichtje, den heer en mevrouw Arvik, wier huwelijksleven nogal onge lukkig is. De vrouw gaat op in haar kinderen en sluit haar man vrijwel buiten, en deze, een goed moedige kerel, berust daarin totdat het hem op een goeien dag te bar wordt. 'Hij loopt weg, en dan is 'het damesgezelschap in nood; moeder en dochters hebben spijt als haren op hun hoofd, dat ze hem niet wat meer au sérieux genomen hebben, de oudste dochter gaat uit om hem op te sporen, en allen zweren, als hij weer terug zal zijn, goed aan hem te maken wat ze al die jaren aan hem misdreven hebben. Wanneer hij terug komt, vergeten de dames uit kracht der gewoonte al haar goede voornemens en geven hem standjes over zijn wegloopen, maar als het dan blijkt, dat hij eigenlijk heelemaal niet weggeloopen was, komt alles in orde, en eind goed al goed. Ondanks menig fijn trekje en menig leuk too- neeltje, ondanks de nu eens guitige dan weer ern stige levenswijsheid van den schrijver kunnen wij voor ons dit tooneelspel niet zoo bijzonder hoog aanslaan, en zullen, met passende erkentelijkheid voor wat er dan toch altijd te genieten was, maar zeggen, dat Björnson zijn grooten naam waarlijk niet aan weinig soliede, maar leuke dingsigheid- jes als dit te danken heeft. De vertooning was in menig opzicht te prijzen. Het spel van mevrouw Van der Horst als mevr. Arvik mocht er zijn, en ook Ko van Dijk als mijnheer Arvik voldeed goed. De anderen werk ten naar de mate.van hun kunnen mede. S. „ROODKAPJE". Tot sluiting van het seizoen zal Mevrouw Hop man—Kwast met haar leerlingen-ensemble nog één enkele voorstelling te Haarlem komen geven in den Stadsschouwburg, en wel op Maandag 13 April (2e Paaschdag). Opgevoerd'zal worden: „Roodkajp- je". Groot tooversprookje met zang in 5 bedrijven en verschillende dansen. Wij ontvingen een exemplaar van een door den heer A. J. Meyerink uitgegeven boekje bevattende een beknopte omschrijving van eenige reddings middelen voor drenkelingen. Dit boekje kan dienen als leiddraad waaruit candidaten voor het diploma C. van den Neder- landschen Bond tot het Redden van Drenkelingen kunnen putten om te voldoen aan den gestelden exameneisch: „Bekendheid met diverse reddings apparaten". Stadsschouwburg. „Uitkomst". Het was goed, dat wij ook te Haarlem dit veel besproken stuk van Heyermans eens te zien kre gen. Want men moet het gezien hebben, dat „spel van droom en leven" en, zooals hier, met Tilly Lus in de hoofdrol. Immers deze tooneelspeelster maakt van deze rol iets zóó bijzonders, dat we ons het stuk zonder Tilly Lus nauwelijks kunnen voorstellen. Men moet zich eens indenken: Daar komt wat voor kijken voor een vrouw, een be schaafde vrouw, zich zóó in het gemoedsleven in te leven van een kind, een jongen, een straat schooiertje met al zijn durf en zijn pochen en zijn verdriet en zijn angst en zijn dolle verbeel ding. Zooals zij in uiterlijk, in houding en toon dien jongen uitbeeldt, is gewoonweg meesterlijk. In dit stuk is Heyermans al zeer oorspronkelijk; zijn Verbeelding heeft hem op een gegeven ge bracht, dat waarlijk eenig genoemd mag worden. De doodzieke Jan, die in de kelderwoning van een Amsterdamsche achterbuurt langzaam ligt te sterven, droomt in zijn koortsen, dat een zwaan uit het Vondelpark hem op zijn rug mee neemt den hemel in, om daar de kostbare diamanten, welke de sterren zijn, te plukken, en met dien geweldigen schat op aarde in de kelderwoning terugkeerd, betaalt hij daarmede den bakker en den schoenmaker (die schrikbeelden voor het ge zin van den werklooze) en koopt hij een diender (zijn eigen schrikbeeld) af. Maar de diamanten verliezen hun glans wanneer de nieuwe bezitters ze bekijken, en de bakker, razend over deze te leurstelling dit bedróg, zegt hij worgt de zwaan. Dit is het einde van den droom. In de armen van zijn moeder jammert de jongen, dat zijn zwaan vermoord is, en de wanhopige vrouw meent, dat hij ijlt. Kort daarop sterft het kind, en dit is de „uitkomst" voor het geteisterde el lendige armeluisgezin, waarin voor zieken en ex tra zorgen, boven de moordende dagelijksche zor gen geen plaats en geen tijd en geen hersens en bij sommigen ook geen hart meer is. De een versuft ,de ander verbittert, in dien ononderbro ken dagelijkschen wreeden strijd tegen leed en dood. Die sfeer van ellende der armen, de vunze behuizing, het gebrek aan het allernoodig- ste, de onmeedoogende schuldeischers, de dokter, die geen tijd voor hen heeft, de geestelijke, die zich met gemeenplaatsen van hen afmaakt, de politie, die hen niet ontziet, al die ellende, welke de rijken met hun geld dagelijks afkoopen, en dus niet begrijpen kunnen, die sfeer heeft Heyermans ons hier met niets ontziend realisme geteekend. Er zijn er, die zich beklagen, dat te genwoordig op het tooneel het misèrie-leven der zoogenaamde lagere klasse wordt afgebeeld. Ja, er was een tijd, dat het juist andersom was en op de planken en in de romans de graven en baronnen, hertogen en dat alles niet van de lucht waren. Maar alle tijden hebben hun weertijden, en het tooneel is de weerspiegeling van de sa menleving. En dan, Heyermans weet in die som bere misérie-wereld toch ook weer de tegenstel ling te scheppen met den waschbaas, dat koste lijke stuk volkshumor, en vooral, hij zet er mid denin dat kind, Jan, met zijn rijke verbeelding „Focus", veertiendaagsch fotoblad onder redac tie van Adriaan Boer. No. 7, 4 April, heeft als inhoud: Platen; Ons Matglas; „Focus" prijsvraag; „Als 't wintert"; Voorjaarsverlangen; Gewone en groothoekige ste reoscopen (2); Recepten en wenken; Snelheden op dure en goedkoope lenssluiters; Gei'llustreerde Critiek; Het „creme" kleuren van ontwikkelings papieren; Beginnershoekje (7); Uit de vereenigin- gen; Correspondentie; Fotobeurs. CENTRAAL GENOOTSCHAP. Sedert December 1.1. zijn van het Centraal Ge nootschap voor Kinderherstellings- en Vacantieko lonies de volgende afdeelingen opgericht: Alphen aan den Rijn, Vlaardingen, Schiebroek, Oostzaan Stiens, Westwoud, Jisp, Glanerbrug, Nijmegen, Schoorl, Haren, Dedemsvaart, Bodegraven, Bath- men en Roden. In niet minder dan 86 gemeenten wordt aan de voorbereiding van de oprichting van een afdeeling gewerkt. Het Centraal Genootschap telt op het oogenblik 297 afdeelingen. Nederlandsch Schoolmuseum. Het Ned. Schoolmuseum zal wegens groote schoonmaak van 20 April af tot nadere aankon diging gesloten zijn. Het museum blijft echter in de Paaschvacantie op de gewone tijden geopend (Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie Zijden f 2.95 f 5.90 Fil f 1.75 f 2 50 Extra aanbieding f 1.45 Fijne kleuren Fil, per stel f 6.50 Zijde, per stel f 13.75 Fijne kleuren Katoen per stel f 5 95 Zijde, per stel f 12.50 Katoen f 0.95 Fil f 1.75 Zijde f 2.95 nu eenmaal anders dan in de kom der gemeente. De meeste bewoners van de Houtvaart wenschten het afval geen maand te bewaren om het aan den ophaaldienst mee te geven. Wel is daar iemand rondgegaan (die dezen particulieren ophaaldienst blijkbaar niet welgezind is) om van de bewoners de verklaring te hooren, dat 'bij hen geen vuilnis was opgehaald, doch uit het bovenstaande blijkt wel, dat zulks niet te wijten is aan nalatigheid mijnerzijds, maar eenvoudig aan het feit, dat er die keeren geen vuilnis op te halen bleek. Zoodat er te dien aanzien geen aanleiding tot klachten kan bestaan. Dan zijn er in de gemeente nog, die teleurgesteld waren omdat wij geen tuinafval medenamen. Tot dezulken wil ik de opmerking maken, dat volgens het contract met de gemeente alleen huisafval mag worden meegenomen tot een bepaalde hoe veelheid. Als we hier de hand niet aan houden, zou het bedrijf spoedig uitgroeien tot een trans portdienst voor alle mogelijke afval uit de tuinen, mitsgaders afgedankte meubelen etc., waarvan het vervoer in bepaalde tijden van het jaar een be- den'kelijken omvang zou aannemen. En even be denkelijk zouden in dat geval de bedrijfsuitkom- sten worden. Intusschen spreekt het vanzelf dat wij een vuil nisbak niet laten staan omdat zij een deciliter te veel inhoudt; evenmin zullen wij 'haar laten staan als er wat takjes of bladeren in meegegeven wor den. Met deze regelen hoop ik mogelijk verkeerde indrukken uit den weg te hebben geruimd. DE AANNEMER VAN DEN VUILNIS-OPHAALDIENST. Bloemendaal, 31 Maart 1925. Naschrift van de Redactie. De aannemer van den vuilnis-ophaaldienst zal wel begrepen hebben dat het van „Opmerker" geen ernst was, toen hij schreef dat een begin was gemaakt met demping van de 'Houtvaart. Dat zou toch in de gaten loopen indien iemand zonder vergunning ging dempen. Persoonlijk ben ik best tevreden over den ophaaldienst en men heeft bij mij ook wel eens iets meer meegenomen dan vol gens contract noodig was. Er is echter in den Raad over gesproken en dusOpmerker" schreef. REDACTIE. DE VUILNIS-OPHAALDIENST. Geachte Redactie! In de laatste raadsvergaderingen zijn door ver schillende leden bemerkingen gemaakt op de ma nier, waarop door mij de vuilnisophaaldienst wordt uitgevoerd. Deze 'bemerkingen en ook enkele „klachten", welke van andere zijde werden gedaan (en grootendeels als overdreven en onjuist moe ten worden beschouwd) zullen bij de ingezetenen wellicht een verkeerden indruk, wekken en daar om zou ik gaarne in de gelegenheid worden ge steld, om op deze plaats de zaken in het juiste licht te stellen. Men heeft voornamelijk het oog gehad op de Houtvaart. Deze 'buurt zou door den dienst schro melijk verwaarloosd zijn en kwam men er al eens, dan werd het opgehaalde vuilnis aldus de zegs man van een raadslid in de Houtvaart gestort. Volgens hun overzichtschrijver zouden wij een be gin hebben gemaakt met een eigenmachtige dem ping van de Houtvaart. Om te beginnen met deze laatste opmerkingen; deze zijn onjuist. Er is natuurlijk nimmer vuilnis in de Houtvaart gestort; wel is het een paar maal gedeponeerd in een in de nabijheid liggende droge sloot en zulks, met toestemming van den aanne mer, die het terrein gaat ophoogen. Van een „dem ping" van de 'Houtvaart is dus geen sprake. Wat nu betreft het ophalen (dat daar ééns per maand moet geschieden), dit is inderdaad één keer door verschillende omstandigheden achterwege ge en zijn wild maar ontvankelijk gemoed, de kin- bleven. Overigens is hier van „verwaarloozing" derziel, die in wezen altijd hetzelfde is, bij rijken geen sprake. De plaatselijke gesteldheid daar is Geachte Redactie! Gaarne zou ik van Uw blad gebruik maken ter beantwoording van het ingezonden stuk, over re clame-biljetten uitreiken aan kinderen buiten de ouders om. Mijnheer, ik vertrouw, dat elk kind dat een goe de opvoeding genoten heeft, altijd zijn ouders zal vragen wat zij mogen doen, al of niet mogen gaan naar een goochelaar of iets dergelijks, dus blijft toch 't laatste woord aan de ouders. Dat men door moderne opvoeding 't voldoende gezag verliest, dat moeten de ouders zelf weten, dan zullen zij ook geen drukte behoeven te maken over hetgeen wat hun kinderen doen. Volgens bovenstaande vind ik 't niet noodig om zoo'n goochelaar verdacht te maken en de be- sfcherming in te roepen van de Autoriteiten. Alsof er al geen wetten genoeg zijn. (Die goochelaar vertoonde zeer onschuldige toeren aan de kinde ren). Waar de autoriteiten eens de aandacht aan moeten schenken, dat is de concurrentie van ver schillende scholen inzake 't al of niet kosteloos disponibel stellen van schoollokalen voor verga deringen enz., soms onder een geleerd tintje, ter wijl 't niets uitstaande heeft met het onderwijs. Geschiedt dit kosteloos, dan kunnen de belas tingbetalers schokken, wordt er voor betaald, dan laat ik aan de lezers over hoe zij denken over de verhouding van zaalexploitanten, die op hooge lasten zitten en scholen waaraan ieder wel belas ting betaald maar de zaalhouders procentsgewijs het meeste. U dankend voor de plaatsruimte, M. L. VAN HOLST. WAT IN ROOK OPGAAT. Het Augustusnummer van 'het maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft de cijfers omtrent hetgeen in 1923 in ons land is ver rookt. Een nauwkeurige opgave hiervan is mogelijk ge worden, nu het met de tabaksbelasting ingevoer de banderollesysteem in staat stelt dit na te gaan. In totaal blijken over dat jaar ongeveer 1.060.000.000 sigaren te zijn afgeleverd, vertegen woordigend een totaal kleinhandelsprijs van bijna

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1925 | | pagina 5