SPIER Co. HAARLEM
MEUBEL', BEDDEN- EN TAPIJTMAGAZIJN 5=53
JANSWEG 27 - TELEF. 10287
Gordijnen-Wasscherij „KLEVERPARK'
FAMILIE-GROEPEN
GEBR. WEBER
ETALEERT
N. V.
Wed.
J. J. LANSDORP
A. F. KORS - GARAGE
Voor de Kinderen.
Het Paars
lv
E N G ROS lmllTr,n EN DETAIL
Allovers - Vitrage - Linoleum - Vloerzeil vanaf 95 et. per el - Axm. Karpetten
T.B. Karpetten - Loopers in Axm. - Bouclé - Wol en Jutte - China-matten
Cocosloopers en Matten - Steeds groote sorteering - Ongekend lage prijzen
«y» MEVROUW! Laat Uw Gordijnen bij ons behandelen en «j
U bent tevreden. Aflevering met 3 dagen. Billijke prijzen.
WEYERT VAN ZANEN
BRANDSTOFFENHANDEL
Firma J. H. KRUL Jr.
Ruime keuze Behangselpapier
A. v. DONSELAAR, Eendrachtstraat 19, Haarlem
F. BROERSMA
Kunst- en Plaathandel
ADR. KURVERS
IvTF. HOED
Atelier „LE NOBEL"
WASSCHERIJ „FEMINA"
N.Y. STOEL'S WONINGBUREAU
Stock - Michelin
ANEGANG 24
HAARLEM
3 Sprookjes van Riihezahi.
f 9e JAARGANG
Telef. 10131 SANTPOORTERSTRAAT 41 Telef. 10131
KUNSTFOTOGRAAF
Baan 17 HAARLEM Tel. 11258
Uw bezoek aan de Bloementen
toonstelling te HEEMSTEDE,
bezichtige men ook onzen stand
Behalve kleedjes in alle formaten,
en kussens met voorjaarsbloemen
beschilderd, treft U prachtige
pouffes, piano= en schoorsteen-
kleeden, batikdoeken en tafel-
kleeden enz. alles thans tegen zéér
voordeelige prijzen
KUNSTATELIER „FLORIGAZA"
FRANS HALSSTRAAT 25 - HAARLEM
Santpoort: Hagelingerweg 82
Schoten: Llndenstr. 24
Leveren prima Anthraciet, Eier
kolen, Giet-, Brech-, en Gascokes
Verhuur van Luxe Automobielen
Stalling en Onderhoud
Bioemendaalscheweg 8 - Tel. 22387
BLOEMENDAAL
Stock - Mickelin HUDSON ESSEX
F. DE GRAAF OVERVEEN
AANLEG EN ONDERHOUD VAN TUINEN
Haarlemsche Ijzerhandel, Riviervischmarkt 1, Telefoon 14376
Koperen Gordijnroeden
Traproeden - Horrengaas
Asphalt
Vlechtwerk
GASCOMFOREN „HALLER
B. K. EMAILLE, het duurzaamst
BLIKWERK
TUIN ARTIKELEN
Timmerman,
Metselaar
en Aannemer
SCHOENMAKER
Garenkokerskade 20
Gaelstraat 26
Haarlem
Ged. 0. Gracht 62, Haarlem
Levert U heldere Wasch
n BLOEMEN DAAL S
TELEFOON KANTOOR 22089
Herstelplaats van Auto's, Motoren en Rijwielen
Luxe Auto's te huur
Werkpl. Schapenplein, Woonpl. Rustenburger!. 14r.
J. WINDHORST DROGIST
Uitgeve
DE LUGE'S
sr -
TOT BEZOEK VRIENDELIJK UITNOODIGEND
WITTEN
REPAREEREN VAN PLAFONDS. HET KLEUREN VAN GEVELS
EN ALLE VOORKOMENDE STUCADOORWERKEN WORDEN
SNEL, GOEDKOOP EN NETJES TEN UITVOER GEBRACHT DOOR
OVERVEEN
Tel. 11617
BLOEMENDAAL
Tel. 22012
Streng concurreerende prijzen
vanaf 10 ets. per rol
Prijsopgaaf van Behangen wordt gaarne verstrekt
ADRES:
Automobielen - Motorrijwielen
OOMPVLOEDSLAAN 35
LEVERING VAN ALLE SOORTEN HEESTERS
AANLEG EN ONDERHOUD VAN TENNISBANEN
vanaf 35 ct. per Meter
vanaf f 2.60 per rol
vanaf 5 ct. p. M.
vanaf 95 ct. p. stuk
Zuinigbrandend
tegen zeer billijke prijzen
K1NDERHUISS1NQEL 58
HAARLEM TELEF. 13111
Lijstenmaker
Vergulder
Encadreur
SMEDESTRAAT 13, HAARLEM
Telefoon 12072
Gebrandschilderd Glas
Gebrandschilderde Lampen
Glas in Lood
Telefoon 11042
Gevestigd 1892
Wilhelminalaan 20 - OVERVEEN Telefoon No. 13466
tegen zeer concurreerende prijzen
Laat uw wasch voor proef geheel gemangeld afleveren
en gij zult voldaan zijn
aaaDDannoanaanoDoannoaDanononoDnDOCO
□aoDDD BLOEMENDAALSCHEWEG 161 BDDDaD
□□□□□□□□□□□□□□□□□OOOQDDQQD
Tel. 22195 BLOEMENDAAL Tel. 22195
,,Ja, en dat alleen door zoo'n groote domoor van
een knecht, voor een oude afgedragen kiel en vier
aardappeltjes. De vent is zoo dom als hij sterk is.
Straks zullen we zijn heele kiel nog eens door
snuffelen, want hij zal wel slapen en snurken als
een os.
Nauwelijks had de boer dat gezegd of de deur
vloog aan splinters de- boerenkeuken in en Rübe-
zahl, die met één trap de deur uit elkaar had doen
vliegen, stond in de opening. Zijn oogen fonkelden
van drift,
„Gierige vrek, hier heb je mijn kiel" en de berg
geest smeet zijn kiel met beenen knoopen zóó hard
tegen liet gezicht van den boer, dat zijn neus plat
op zijn wang lei en het worstevet in het rond
spatte.
„En jij, wijf dat je bent, ik zal je leeren
om 's nachts botersaus te eten en een knecht met
vier peuter-aardappels af te schepen". En terwijl
hij de doodelijk-verschrikte vrouw met één hand
beet greep, goot hij de b tersaus over 'haar vuile
haren en wreef alles goed door elkaar, „En eet
nu je worst verder", en hij brak een stuk worst
af zoo groot als zijn vuist en stopte die in haar
mond, zoodat ze bijna stikte.
Toen moest hij lachen om de platte neus van
den hoer, die geen drie kon tellen, en om de rage
bol van de boerin, wie het vet uit de haarstrengels
droop en die worst-brokken uitbraakte,
„Als jullie heter bent, ga dan je nieuwe koe
bewonderen. Ik groet je".
Hij stopte de worst en de aardappelen die nog
over waren in zijn mond, draaide zich om en ging
heen, terwijl hij met zijn vuist de lamp stuksloeg,
zoodat boer en boerin in pikdonker achterbleven.
„Ik., ik., ik., st.. st - stik", hikte de boerin.
„Au-au-au, aaauuuw", kreunde de boer die over
zijn gezicht wreef.
„Smeer je bloedneus niet aan mij af", krijschte
de boerin, want in 't donker zag de boer niet, dat
hij zijn hand waarmee hij zijn bloedneus bette, af
veegde aan zijn vrouw's gezicht.
„Braak jij je worst niet over mij uit", mopperde
de hoer terug, want hij voelde worst-spuugsel op
zijn zeere, platte, stukgeslagen neus.
Toen maakte de bedrieger licht.
Ze huilden van woede toen ze zichzelf en el
kaar zagen.
„Laten we naar de koe gaan zien", en ze gin
gen naar de stal. Maar op de plaats waar de nieu
we mooie vreemde koe had gestaan, lag nu een
nest met reuzen-ratten, zoo groot als konijnen.
De gierige boer en boerin gaven een gil van
schrik en vluchtten naar binnen.
Rübezahl liep boos en verdrietig den donkeren
nacht in. Hij haatte de menschen.
Wat waren dat voor wezens, waarvan de klei
nen zoo wreed waren dat ze de vliegen de pootjes
uittrokken en waarvan de grooten zoo gierig en
zoo leugenachtig waren dat ze iemand, die hen
wilde helpen, bedrogen!
Bah! Hij, de berggeest, wilde niets meer van
hen weten.
Maar 't mooiste was, dat deze menschen op zijn
land waren komen wonen zonder het hem te vra
gen, Hij zou ze die brutaliteit wel eens afleeren.
En om dat goed te overleggen ging hij in het
bosch op een mosheuveltje zitten.
Daar viel hij in slaap. Hij droomde heel verward
van reuzen-wolven die mudden aardappelen op
aten, van reuzen-vliegen, die kleine kinderen vin
gers en teenen afbeten en van nog veel meer ake
ligheden. Hij hoorde een kindje schreien, zóó dui
delijk, dat hij er wakker van werd.
En werkelijk: daar schreide een kindje.
„Stil maar, broertje" stil maar hoor! Moesje
komt gauw terug. Wil groote zus bloempje pluk
ken voor kleine broertje, ja?"
Zoo hoorde hij een vriendelijk stemmetje spre
ken. Hij keek eens voorzichtig rond en zag een
meisje van veertien jaar met een klein jongetje
bij zich in 't bosch zitten. Ze waren armoedig ge
kleed."
„Kijk eens, wat mooie bloempjes ik heb".
Het schreiende jongslee begon te lachen.
Willen we voor Moesje een mooie krans vlech
ten, broertje? Voor die arme Moes, die nu zoo
hard moet werken voor ons? Later zal broertje
Moes goed helpen hè?"
Rübezahl luisterde met aandacht. Zijn goedige
gezicht glimlachte.
„Kan ik Moes ook helpen?" vroeg hij.
De kinderen schrikten, maar kleine broertje was
niets bang voor dezen vreemden man en stak zijn
handjes naar hem -uit. De berggeest tooverde lek
kere koekjes uit zijn rok en sneed een mooi paard
je uit een stuk hout. Hij floot mooie wijsjes, die
de kabouters zongen diep onder de aarde en die
hier onbekend zijn.
De kinderen genoten en vergaten hun ellénde.
Toen kwam moeder, zwoegend onder een groote
takkenbos.
„Hier zijn je kindertjes, moedertje en geef mij
dien takkenbos maar", zei Rübezahl.
De vrouw begreep het eerst niet goed, maar
haar dochtertje vertelde alles. „Gaat U mee naar
onze woning?" vroeg de vrouw, „ik dank U wel
dat U zoo vriendelijk bent geweest".
„Niets te danken, moedertje", en de berggeest
duwde tot groote verbazing der anderen een paar
boomstammen in de takken bos. „We moeten toch
een vuurtje kunnen maken", zei hij lachend.
Thuis gekomen maakte de vrouw het vuur aan.
Ze wilde volstrekt niet hebben dat de berggeest
iets deed. In den leunstoel van haar man, die nog
maar kort geleden gestorven was, moest hij uitrus
ten. „Want U moet wel moe zijn van 't dragen
van zoo'n zware bos".
't Meisje zette koffie. Alles was keurig-zindelijk
in 't hutje. Want een huis was 't eigenlijk niet. In
een hoek achter een planken schot stond een geit
je, een mager beestje, waarvoor het meisje onder
weg gras- had geplukt. Kleine broertje zat op
Rübezahl's schoot.
Toen 'tvuur opvlamde en de koffie klaar was,
kreeg de berggeest eerste kopje. -Hij alleen kreeg
een scheutjè melk, de vrouw en het meisje dron
ken zwarte koffie, het broertje kreeg een kroes
melk met water.
„Ik heb nog boterhammen bij me", zei Rübezahl.
„O neen! eet toch met ons mee, als U tenminste
ons eigen gebakken roggebrood voor lief wilt ne
men. 't Is gelukkig juist versch en eet maar zoo
veel als U wilt".
Rübezahl deed maar net of hij niet veel honger
had en zei dat hij niet van boter hield en hij smeer
de de boter, die op zijn boterham 't dikst was, op
die van 't meisje.
Dit kreeg een kfeur van blijdschap, want ze had
nog nooit zoo'n dubbelgesmeerde boterham gehad.
„Dank je wel voor alles, moedertje, en als ik je
weer helpen kan, roep me dan maar", zei Rübe
zahl en hij stond op. Maar.... o wonderop
't zelfde oogenblik veranderde het geitenhokje in
een flinke koeienstal met tien prachtige dikke
melkkoeien en het hutje veranderde in een boer
derij. Op dè plaats van het roggebrood lag een
krentebrood van wel vijf pond!
Moeder en dochter keken elkaar aan. Zij ween
den van blijdschap.
Kleine broertje lachte en schreeuwde van plei-
zier, want naast zijn stoel stond een groot hob
belpaard met echte nfanen en een heel-nieuw pak-1
je lag voor 'hem op tafel.
Het duurde wel vijf minuten, voordat moeder I
en dochter er aan dachten Rübezahl achterna te
loopen om hem te bedanken.
Toen 't meisje eindelijk de nieuwe deur van hunl
nieuwe boerderij uitliep en riep: „Beste vreem
deling, waar bent U, wij danken U toch zoo i
zag ze niemand meer. Maar wat ze wel zag was, I
dat rondom de boerderij alle bosch en hei veraa-1
derd was in akkerland en weide.
Nog altijd heet die boerderij „De goede Geest I
van den Berg" en nog altijd wonen er goede men-1
schen, die voor iederen vreemdeling vriendelijk j
en gastvrij zijn.
Rübezahl besloot naar zijn rijk onder de Aardel
terug te keeren. Hij had ondervonden dat er onde'l
de menschen goede en slechte zijn en hij besloot I
na verloop van tijd weer op te stijgen om te on-l
derzoeken of de menschen beter of slechter wa-|
ren geworden. (Wordt vervolgd,)
EEN KUNSTJE.
Daar gingen eens drie vrouwtjes over een zwik'l
zwak bruggetje.
De eerste heette vrouw Biba. De tweede vrou'l
Biba Bibelebinka. De derde vrouw Sina Sniksnak']
knikkerdeknikknak.
Toen nam vrouw Biba een steen, en go"
vrouw Biba Bibelebinka naar 't been, zoodat
Sniksnakknikkerdeknikknak er van green.
Zeg dit versje, nu eens héél vlug achter
op zonder dat je met je tong struikelt of
dat je je verslikt of de hikkerdehik krijgt.
Voor een half jaar
DE GROOTHEID
Ster-licht Gewelf! Uitspa
Wereld van liefde! Ruin
Het kan dit wonen in zóó
In een eng huis, zóó wan!
Hoe vat één Ziel, levend zt
In zich de ziel van al wat
Dat zij durft noemen 't Wez
Des eengen Gods, die al is
Een mensch kruipt over d'
En zoekt zijn brood en loop
En speelt zijn leventj' als ee
Totdat één Vonk zijn dorre
En ook in hem de Wereldb
En hij zijn God bij 't licht di
Uit: „Ellen" van Fr.
(Nadruk verl
In een boek vol oude
iswaar niet in den Jood:
Christelijken Bijbel is
dat onder de zoogenaam
onze voorvaderen erg in
een woord, dat veel geef
kende over de doeltreffe
ken der Schepping, ves
er de aandacht op, dat i
paarsgewijs bestaat.
„Tegenover het kwade
zegt hij, „en tegenover
ven, alzoo tegenover der
zondaar. Zie ook aldus
des Allerhoogstentwee
tegenover het ander".
En elders in zijn boek
opmerking; wel een bev
schijnsel in de Scheppin
heeft gemaakt.
„Alles bestaat paarsf
daar, „het eene tegenove
eene bevestigt het geluk
Het is wel merkwaardij
mensch tot de oude wij
Of liever, hoe er eeuwen j,
zijn uitgesproken, die eij
niet pasten in het kade
doch eerst na een lang
schiedenis onder een ni<
haar recht zouden komer
Wel is de gedachte aan
oud als de wereld. Maai
heeft dit verschijnsel niel
doening aanvaard als dez
wij, moderne menschen. I
en kwaad, licht en duist
tegenover elkaar plaatje
zich over deze tegenstellii
konden verdragen, doordr
ingaf, dat zij eenmaal opj
Dan eerst zou de volmaak
zen, wanneer het goede
vernietigd, het licht het
wonnen en de machte:
machten der duisternis 1
lijk gemaakt. Het paarsj
de ouden derhalve slecht;
toestand, waarnaar zij
schikken als in een nood
Anders is het met d<
schepping looft, wijl he
het ander staat. Dit verse
hem een openbaring var
in de tegenstelling ziet
dnjfveer ook van het lev
tegenstelling op, door de
tend goed te maken, dan
wereld gedaan zijn.
Eigenlijk zou men dar
-goed" kunnen spreken. Y!
eerst „goed", als het teg
staat. In een zondelooze 1
orave menschen denkba
eerst de tegenstelling to
o braafheid doet uitkor
„iicnt zou men niet hebt
b°? de duisternis n
,llcht is een verschijn:
trekt> nadat mer
nis heeft kennis gemaakt
Het valt velen onzer 1
Sme,n, dat het kwade
a tijd zullen bestaan, zool;
scbwl1! ht sPrake zal zij
schrikt ons, voorzoover wi
eèuwio- 8vfr S Zij?' de gedac
Ten2gri J?ende kwaad ei
vS duisternis? Waaroi
zak-n me£ e-n PriJzen wij
niet oiz® ^s? Omdat wij'
v !,ets v°lstrekts be;
00r de ouden lag er e