en Oranje'
JST 27
1ANDEL
EANEN
Zn.
volksbestaan
is staatsbeleid
astingüruk
mvolk en land
*eg No. 48
22444
„BioemendaaSscii Weekblad"
IL Jr.
et, Eier-
Sascokes
ERVBEN
VAN TUINEN
AF
Tel. 11258
)EMENDAAL
60
en anthiek leer
Amateurskiekjes,
Raadsoverzscht
No 25. vooroordeeld naast staat. Maar op zoo'n vergade-
rf* T-i ring, waar hun standpunt eens netjes uiteengezet
r 1 1[Al S |3 A g wordt, ga je die partij toch anders beschouwen.
ZATERDAG 27 JUNI 1925
ïNDAAL
22012
prijzen
35
HEESTERS
TENNISBANEN
eer en raakte met de
st de hoeven der paar-
irder het land der vrij
waard in. Zij kon niet
ir afstijgen en na een
en zij naar het slot van
vreugde beiden ontving
ie den koning gesmeekt
op zich te mogen ne-
r benoemde.
:ijn onderaardschen ar-
menschen te vergeten,
dit echter niet gelukte.
r zich nooit meer met
Zij waren andere
Hij was nu eenmaal een
was «en mensch Zij
-angen tijd bleef hij in
as verdwenen.
roor, dat de beeken en
hun water konden put-
ier en zilver en ijzer en
lat de wortels der boo-
krijgen.
t de menschen.
ivontuur verteld en het
Men maakte spotvers-
e kermissen werden ge-
hl
hl
f.
rapensteler
Ella snellerl
(Wordt vervolgd).
Andere jaren zie ik den lsten Juli altijd met
een zeker genoegent erger nog, met een groot ge
noegen of nog beter, met een onuitsprekelijk ge
noegen tegemoet. Als 't 1 Juli is geweest, dan
scheiden nog slechts een dag of 12, 14 me van
't oogenblïk, dat ik m'n kantoor jasje aan den kap
stok kan hangen en tegen m'n gelen, inkt besmeur
den lessenaar kan zeggen: ,,zie zoo, trouwe vriend
in m'n emotievol kantoormenschenbestaan, zie 't
nu maar eens weer 14 dagen zonder me te stellen, matische telephoon met electrisch licht, kookgas
Eigenlijk is 't toch weer, dat zij op 't gebied van
onderwijs erg achteruit gesuld worden en dat zij
ur nog noodig eenige miljoentj^s bij moesten heb
ben voor hun middelbaar onderwijs. En die tarief-
wet, die zoo afgebroken wordt, werkt toch eigen
lijk meer goed, dan verkeerd. Al verbood mijn niet-
R.K.-zijn mij eigenlijk op de Roomsche lijst te
sternoten, zou ik toch mijn vrouw (die me, uit ge
brek aan tijdf om aan politiek te doen, al een
paar keer gevraagd heeft: toe zeg, zeg jij nu eens,
op wie moet ik eigenlijk stemmen) adviseeren, op
de Roomsche lijst te stemmen,
Maar de Vrijheidsbond, die zoo tegen die prach
tige Tariefwet is, krijgt mijn stem niet meer. Wie
dan wel? De plattelanders? Maar ik ben Bloe
mendaler en voel me als Bloemendaler, die een
motorwals en een motorgrasmaaimachine en auto-
Ik ga m'n vacantietoeslag, die me niet werd uit
betaald, verteren in de zonnige Rivièra of aan
de rotsige kust van 't land van de middernachts-
zon. 't Spijt me wel, dat ik je niet mee kan nemen.
Maar als ik dat kon, deed ik 't nog niet, want
ik wil door niets herinnerd worden aan mijn Hol-
landsche millionairsbestaan''.
Maar dit jaar is de eerste Juli voor mij een
nachtmerrie, een dag, waar ik tegen op zie als
tegen 't trekken van een kies, of als tegen 't moe
ten betalen van mijn belastingschuld. O, wat kan
ik de menschen benijden, die den eersten Juli
zonder vrees, zonder 'bekommernis kunnen tege
moet zien. Want de gedachte aan den lsten Juli
laat me geen oogenblik los. Als ik aan 't ontbijt
m'n morgenblad opensla, 't eerste, waar ik aan
herinnerd word, is de lsten Juli. Als ik de adver
tentiekolommen na lees, om te zien, of een ge
fortuneerde oude heer een ongefortuneerden dito
vraagt, om op kosten van den eersten dezen te
vergezellen op zijn reis naar de Dolomieten of de
Rivièra, dan word ik plotseling uit de Dolomieten
of uit de Noorsche fjorden gerukt door: stemt op
lijst 22.
Loop naar den duivel met je lijst 22! Ik moet
ouwe heeren hebben, die tegen vergoeding van
gezelschap een andere ouwe heer wil vrij houden.
„Stemt op lijst 27", grijnst 't me tegen. En een
hartelijk: „val in mooten" met je lijst 27 ontvliedt
aan mijn 'kuische lippen.
ook de vraag of de straatverlichting al of niet j hebben gevonden de Graslaan af te sluiten als Werkelikheid, dit „Wezen der „Vorm is een
voldoende is. speelterrein. Spr. zou gaarne zien dat in elk geval „levend" iets, anders zou 't zich niet kunnen open
een commissaris van politie help bekostigen,
allesbehalve vermaagdschapt aan een Lutjebroe-
ker plattelander. De rapaillepartij dan? Ik vind,
dat er rapaille genoeg is buiten de Kamer. De
Vrijz. Democraten dan? Die willen ons door ont
wapening, verlies van Indië enz. dure sigaren be
zorgen. Ik moet eerlijk zijn en zeggen, dat ik 't niet
weet. Blanco stemmen dan? Ja, maar dan bevoor
deel ik m'n tegenpartij. Als ik nu maar wist, wie
mijn partij is, dan zou i'k wellicht kunnen uitvis-
schen, wie mijn tegenpartij is. En om nu een onbe
kende tegenpartij te bevoordeelen, daar pas ik ook
voor. Weet je wat? Alle partijen zijn de beste. Ze
zullen dus allemaal m'n stem hebben. De heele
zaak moet maar rood. Want daar gaat 't toch op
aan, volgens de voorstanders van rood.
Ziezoo, ik kan den lsten Juli thans met meer rust
afwachten. Maar 't heeft moeit gekost aan
DIXI.
(Vergadering van Donderdag 18 Juni).
Zonder slag of stoot heeft thans de benoeming
plaats gevonden van staf en personeel der Vrij
willige Brandweer, zonder slag of stoot is in de
vorige zitting die Commissie er gekomen, welke
Commissie thans heeft bereikt wat door B. en W.
niet wel mogelijk was, n.l. de benoeming van een
'k Ga naar 't kantoor en passeer een schutting.
Stemt op lijst 12, staat er op een half afgescheurd
plakbiljet. 'k Heb nog geen tijd gehad, om alle
aanbevelers van lijst 12 naar de Mookerhei te
wenschen, of met evenveel brutaliteit wordt me
opgedrongen om op lijst zooveel of zooveel te
stemmen, 't Is of je de stemmen maar voor 't uit-
deelen hebt. En dat, terwijl je maar één, één stem
metje hebt weg te géven. O, als ik voor alle 84
partijen een stem te vergeven had, dan kregen ze
hem allemaal. Maar in dit opzicht ben ik even
zoo rijk en evenveel man van invloed als mijn
buurman Jonkheer van Die en die, die er 5 auto's
en 75 costuums op nahoudt, benevens een huis
knecht en een kamenier (voor z'n vrouw). Met
die eene stem moet ik dus, tot heil van 't lieve
vaderland, zuinig zijn. Maar wie moet de uitver
korene nu zijn, die die eene stem van mij krijgt?
'kWeet 't niet en 'k vraag me af: waar halen de
jong bungels van jochies en deerntjes de wijsheid
vandaan om te durven beweren, dat die of die
gestemd moet worden. Ben ik dan zoo'n driedub
bel overgehaalde ezel, ('kheb eind-diploma 3-j.
H.B.S., benevens boekhouden M.O., verder trouw-
acte en goedgekeurd voor een levensverzekering,
schijn ik dus ook niet aan geestesstoringen te lij
den), dat ik totaal in 't duister tast? Wie is er
zoo'n trouw bezoeker van alle politieke vergade
ringen in (Haarlem, Spaarndam, Heemstede en de
verdere gemeenten, die onder Bloemendaal ressor-
tceren? Wie heeft dus de zaak zoo aan alle kan
ten hooren bespreken, als ik? Ik ben naar de
A.R. vergaderingen geweest en ik was 't roerend
met die lui eens, dat wij, menschen van de post
onder 't Christelijk bewind, aardig vooruit waren
gegaan in salaris. En 'k was 't er ook mee eens,
dat ik uit dankbaarheid, aan die partij wel m'n
stem mocht geven. Dit greep me in m'n ziel en
'k zou, hoewel ik soms nog al eens revolutionèrde-
rig ben aangelegd (vooral als m'n knoopjes van
m'n overhemd zijn stuk gemangeld) dus A.R. stem
men. Maar 2 dagen later zit i'k op een S.D.A.P.-
vergadering. Nee maar, die spreker had ook eigen
lijk gelijk. Contractbrekers waren 't toch eigenlijk,
die menschen van 't tegenwoordige bewind. Heb
ben ze ons artikel 40 niet vervodjepapierd? Neen,
de vent (rooien mag men gerust zoo noemen) had
gelijk. Die A.R.-ders zijn toch geen menschen om
je stem aan te geven. Die èsdeapeeders; dat zijn
nog eens knullen. Die willen 't leger weg hebben.
En gelijk hebben ze, want wij kunnen ons land
toch niet verdedigen. Bovendien enfin. Zij krij
gen mijn stem. 'k Was blij, dat ik nu besloten was.
Maar 't zal me toch benieuwen, wat die Vrij-
heidsbonders nu nog te vertellen hebben, dacht ik.
Bovendien, ze geven een gratis bioscoopvoorstel
ling. Dus naar de Vrijheidsbondsvergadering.
'n Knappe kerel, die meneer Hoeheetieookweer.
En wat ie zei, was toch eigenlijk ook waar. Ja, ja,
ontwapening is wel mooi, maar 't zou nog mooier
zijn, als alle landen 't deden. En stel voor, dat ze
ons onze Oost afnemen! Dan gaan onze goedkoope
sigaren, thee, 'kokoszeep en verdere koloniale wa
ren ook naar de maan. En die 8-urige arbeidsdagl
Wat drommel, staat mijn arme vrouw 's morgens
niet om half 7 op en zit ze 's avonds niet om
half 12 nog kousen te stoppen of staat ze dan nog
niet te strijken, omdat we momenteel gedu
peerd zijn door den dienstbodennood? Wat die
S.D.A.P.-ers dus willen, is wel mooi, maar ik
voel toch eigenlijk meer voor den Vrijheidsbond.
En die zal dus mijn stem hebben, hoewel ik eer
lijk moet bekennen, dat de A.R. en de S.D.A.P.
er toch eigenlijk ook een stukje van moesten heb
ben. Bovendien de Vrijheidsbond is tegen 't tarief.
En dat geeft ook wel een beetje een doorslag,
't Was dus meer uit nieuwsgierigheid, dan wei om
de keus van m'n stem te bepalen, dat ik een be
zoek bracht aan de vergadering van de R.K. ver-
eeniging. Omdat ik zelf niet R.K. ben, maar m'n
vrouw wel, werd ik nog toegelaten. Maar 't stond
bij mij vast, dié partij kreeg m'n stem nooit.
Maar toch moest ik erkennen, dat ik me in die
partij leelijk vergist heb. Die lui heb je altijd zoo'n
beetje links laten liggen (dat wil zeggen: hun poli
tiek), met dit gevolg, dat je er ook eigenlijk be-
Commandant, staf en verder personeel in overleg
cn inet medewerking der Vrijwillige Brandweer en
wij verwachten dan ook dat, nu het reeds zoover
is, de staf met behulp der Raadscommissie, of de
Raadscommissie met behulp der staf, met den
meesten spoed met nieuwe voorstellen zal komen
aandragen, zoodat wij binnen afzienbaren tijd, doch
in elk geval zoodra het noodlot hen op 'het appèl
roept, de tastbare resultaten zullen kunnen aan
schouwen van een zich ernstig geoefend hebbend
corps en zal blijken dat de gelden, welke zijn
gevoteerd geworden, en de materialen, wel'ke
daarvoor zijn verstrekt, vruchtbaar zijn besteed.
De Vereeniging „Kennemer Lyceum" heeft te
elfder ure ingezien, dat zij de hulp noodig had van
het gemeentebestuur van Bloemendaal om te ko
men tot oprichting van een literair-economische
afdeeling in haar inrichting.
Men voelde dat het aantal leerlingen, noodig
om een Rijkssubsidie te ontvangen, niet kon wor
den bereikt (31 leerlingen is het minimum aantal),
dat evenwel het totstandkomen van zoo'n afdee
ling een eisch des tijds kan worden genoemd, ter
wijl anderzijds van het particulier initiatief, dat
deze modelschool tot stand heeft weten te bren
gen ook niet alles meer kan worden verlangd.
Men was dus op hulp van de gemeente aange
wezen, nu het Rijk de grenzen zoo eng trok en zelf
hel bestuur der school naar de gemeente had
verwezen.
De zaak was echter voor het Dagelijksch Be
stuur niet zoo gemakkelijk te overzien, terwijl men
toch gaarne wilde helpen.
Dit is in 't kort de voorgeschiedenis.
Door B. en W, is daarop een voorstel aan den
Raad voorgelegd, wat echter niet voldoende bleek
te zijn, daar hiermede de school voor dit jaar niet
geholpen zou zijn, zoodat de oprichting der nieuwe
afdeeling achterwege zou moeten blijven. Zoowel
B. en W, als het schoolbestuur zaten met deze
quaeslie, die, het is bij de debatten wel gebleken,
ook niet zoo gemakkelijk te regelen was. Men
beeft zich toen maar tot het raadslid, den heer
Otto gewend, als wij goed begrepen hebben met
volle instemming van B .en W., en hem alles uit
eengezet en zoo er dan een mouw aan te passen
was, zou deze er wel voor zorgen. En zoo is het
gebeurd. Door dit „onnoemelijke'' raadslid werden
toen een serie amendementen ingediend, waarin
alles werd geregeld. Daardoor werd voorkomen,
dat het de gemeente het eerste jaar meer dan
1200 gulden zal kosten, maar waardoor tevens
voorkomen werd, dat subsidie werd verstrekt ten
behoeve van leerlingen niet in onze gemeente
woonachtig.
De behandeling in den Raad ging een beetje
eigenaardig. De Voorzitter had vermoedelijk geen
uitvoerige besprekingen bijgewoond, zoodat soms
de heer Otto of ook wel de wethouder, de heer
Laan, die er ook heel wat vanaf wist, leiding moest
geven aan de debatten, eenmaal zelfs hoofdschud
dend den Voorzitter tot de orde moest roepen.
Maar dat was maar bijzaak.
Het gaf aan de zaak af en toe wat humor, de
Raad bleef er door in de stemming en het slot
was, dat de Raad zijn volle vertrouwen stelde in
zijn onnoemelijk medelid en deze en dit was
hoofdzaak had het onderwerp dermate onder
de knie dat zijn voorstellen met algemeene stem
men werden aangenomen. Het Kennemer Lyceum
kan nu ten minste reeds dit jaar met zijn literair-
economische afdeeling beginnen.
Blijkt nu dat deze afdeeling niet genoeg levens
vatbaarheid bezit om volgende jaren voor Rijks
subsidie in aanmerking te komen, dan wordt in
dat geval niet voortgegaan.
Echter zullen dan wel de leerlingen, welke thans
in deze afdeeling plaatsing zullen krijgen, de drie
klassen kunnen doorloopen, zoodat de gemeente
de kans loopt .in ieder geval 3 jaar lang te moeten
subsidieeren. Maar daarvoor zijn dan ook de kos
ten van de eerste raming van 4000 tot 1200
ais maximum teruggebracht.
Alles is betrekkelijk.
Ook de stelling dat alles betrekkelijk is, dus
De wethouder, de heer Laan, beweerde dat het
licht meer dan slecht is en heeft er dan ook ont
zettend veel moeite voor gedaan om de P.E.N.-
Directie te bewegen meer en beter licht te geven
voor niet te veel centen. De lampen, thans van
32 'kaarsen worden dan vervangen door lampen
van 100 kaarsen.
En daar komt nu zoo waar een Raadslid met
de mededeeling dat hij de verlichting best vindt
en ook absoluut geen betere verlichting wenscht.
't Heeft zelfs nog nooit z'n aandacht getrokken,
dat de verlichting hier slechter is dan in eenige
andere gemeente, terwijl hij toch een avondwan
delaar is.
Echter vindt de heer Blankevoort wel goed als
de P.E.N. er zwaardere lampen in wil draaien,
mits het de gemeente maar geen geld kost.
Maar er zijn misschien ook wel menschen, die
als ze 's avonds wandelen liever nog minder licht
hebben.
De P.E.N.-Directie is echter ook bij den tijd,
zoodat zij met alle liefde het tarief wilde verlagen
mits het contract met 5 jaar werd verlengd.
Ook die verlaging is betrekkelijk.
De gemeente krijgt dan weliswaar een lager
tarief, maar zwaardere lampen, en het eind van
't liedje is toch, dat de gemeente maandelijks een
hcoger bedrag zal hebben te betalen.
De Raad ging er niet op in.
Of ja, weer wel ook.
Men vond goed dat de lampen van thans door
zwaardere zullen worden vervangen, doch mits
de termijn van het contract niet wordt verlengd.
Men weet, dat dit contract ons op 42 cents per
K.W. komt te ^taan, terwijl de prijs van een
K.W. nog geen 10 ct. bedraagt.
Zoodat op den heer Laan de aangename taak
rust, opnieuw te gaan confereeren en hij het
P E.N. zal hebben te vertellen, dat wij hier ook
al reeds met een heel beroerd gascontract in onze
maag zitten, gewoonweg gegast worden, en voor-
icopig niet van plan zijn ons ook nog te laten
electroceeren.
Gedeputeerde Staten hadden in overweging ge
geven, of wellicht thans ware te volstaan met
het geven van ontslag aan den heer C. W. de Jong,
voorheen hoofd der gemeentediensten van Bloe
mendaal.
Met andere woorden: laten we aan den heer de
Jong geen levenslange straf geven, doch maak er
nu maar een eind aan, 't is thans welletjes.
Men verlangt dus geen herziening, of geen nieuw
onderzoek, hij blijft ontslagen, alleen zijn pensioen
vruchten blijven dan behouden.
Het was verbazend jammer, dat B. en W. in
dit geval niet wat milder gestemd waren. De
heer gaf toch den wenk: „laten wij ge
nade voor recht laten gelden".
Er worden straffen uitgedeeld voor ernstige mis
drijven, voor moordaanslagen en weet ik wat al
meer van één tot vijf jaar, welnu, met die maat
metende zou men toch kunnen zeggen: het ontslag
blijft gehandhaafd, doch waar hij na eenige jaren
van ontbering recht op heeft, dat is op zijn pen
sioen. De gemeente behoeft dan meteen de vrouw
niet langer te ondersteunen, zooals zij thans doet.
Daarmee is nog niet gezegd of uitgemaakt, dat
de straf toch al niet te zwaar is geweest, doch
in elk geval men kan hier wat goed maken, men
kan hier nog wat redden, men kan hier nog wat
verzachting brengen.
Doch ik hen vol vertrouwen.
De stemmen hebben gestaakt en bij de 7 tegen
stemmers zullen er na ernstige overdenking zeker
nog wel een paar van meening veranderen en
voor zichzelf erkennen, dat 't water daar tot aan
de lippen gekomen is, doch dat 't nu ook tijd wordt
dat er redding wordt gebracht.
tot de groote vacantie de Graslaan voor de kinde- baren. Deze levende Werkelikheid is „Bewust-
ren als speelplaats bleef gehandhaafd. zijn" (beter: Al-Bewustzijn), want „leven" en „be-
De heer Laan zegt dat de heer Tinholt genoe- wustzijn" is identiek. Dit Al-Bewustzijn noem ik
gen heeft genomen met deze afsluiting. „God".
De heer Schulz zegt: er is een verzoek ingeko- Het grote „Doel" van dit Wezen der dingen, de-
men van de Oudercommissie. ze Werkelikheid, dat Al-Bewustzijn of God is „vol-
De heer Prinsen-berg meent dat weder openstel- komen openbaring"; openbaring van zijn „wezen"
ling op paedagogische gronden niet toelaatbaar is. of „hoedanigheid". En deze „hoedanigheid" omvat
Over paedagogisch gesproken: indien de heer i „Liefde", „Wijsheid", „Schoonheid". En zoals een
Prinsenberg bedoelde dat het onpaedagogisch zou boom, plant of bloem eerst in een onogelik zaad
zijn, indien B. en W. op hun besluit terugkwamen,
dan verklaar ik het omgekeerde.
je, zo is, wat in 't klein is in 't groot, en is die
openbaring begonnen van beneden af en heeft dit
En indien hij dat niet 'bedoelde, wat bedoelde hij proces de verschillende stadiums doorlopen, door
dan wel? mineraal, plant en dier heen, tot er in den „mens"
Bevreemdend was het voor mij, dat volgens den een zeker doel was bereikt.
Wethouder de heer Tinholt genoegen had geno- Die openbaring was er een in „vorm", „bewust-
men met deze afsluiting, terwijl de Oudercommis- zijn" en „hoedanigheid". Een dezer hoedanigheden:
sie van zijn school het verzoek deed tot weder- „liefde", reeds genoemd, was in haar beginsopen-
openstelling. baring slechts minimum, onbetekenend in mineraal
Ik ben daarom eens bij den heer Tinholt op en plantenwereld, tot zij bij de meerdere openba-
Door de Oudercommissie van de Openbare La
gere School was het volgende verzoek tot den
Raad gericht:
Ondergeteekenden, Oudercommissie van de
Openbare Lagere School te Bloemendaal nemen
beleefd de vrijheid het volgende onder Uw aan
dacht te brengen:
Zooals U bekend zal zijn is in Uwe vergadering
van 15 Mei 1924 besloten om als overgangsmaat
regel toe te staan da tde schoolkinderen alleen in
het speelkwartier en alsdan onder toezicht van
onderwijzers in de z.g. Graslaan van het Bloemen
daalsche Bosch spelen, hetgeen én aan den beer
K Tin-holt, Hoofd der Openbare Lagere School èn
aan de Oudercommissie met een schrijven van 16
Mei d.a.v. van het Gemeentebestuur is bevestigd.
Tot hare groote verbazing vernemen zij nü dat
deze speelplaats plotseling door bet college van
B. en W, is opgezegd. En waar het speelterrein
in het park Bosch en Duin, wat voor de kinderen
in orde zou worden gemaakt nog steeds niet als
speelterrein geschikt is, verzoeken zij U beleefd,
doch met klem er voor te zorgen, dat de z.g. Gras
laan als speelplaats voor de kinderen blijft aange
wezen, totdat aan de in het vorige jaar gedane
belofte van B. en W., n.l, het in orde brengen van
bedoeld speelterrein zal zijn voldaan.
En nu het antwoord:
,,B. en W. berichten den Raad, dat de speelplaats
bij Bosch en Duin in orde gemaakt wordt, doch
dal. zij op grond van het advies van den deskun
dige, den -heer L, A. Springer, geen vrijheid vin
den, de z.g. Graslaan in het Bloemendaalsche Bosch
als kinderspeelplaats weder open te stellen".
Dat is geen antwoord op de vraag van de Ouder-
commissie.
Door hen wordt gevraagd of B. en W. hun be
lofte willen nakomen.
Daarop wordt niet geantwoord.
Wel wordt gezegd, dat het advies van den heer
Springer van dien aard is, dat men geen vrijheid
vindt, enz.
Ik vraag me zelf af: als men den heer Springer
gezegd zou hebben, dat na enkele weken de
nieuwe speelplaats gereed zal zijn, dat men door
een belofte aan de Oudercommissie gebonden is,
de kinderen in het speelkwartiertje in de Graslaan
te laten pelen, zou het dan ti ch gezegd hebben:
„geen dag meer?''
Ik betwijfel het ten sterkste.
Ons raadsverslag zegt er nog van:
De heer Schulz is ten zeerste verwonderd dat
niettegenstaande de besprekingen in de vorige zit-
ting, niettegenstaande het speelterrein in Bosch en
Duin nog niet gereed is( B, en W, toch de vrijheid
bezoek geweest, ook al omdat een der leden van
de Oudercommissie het geval uitermate onaange
naam vond en heb de vrijheid genomen hem eenige
vragen te stellen.
Mijn eerste vraag was dan: Mag ik van U ver
nemen of B. en W. met U over de afsluiting der
Graslaan gesproken hebben en zoo ja wanneer was
dat?
Anwoord:
Onmiddellijk, na de voorlaatste vergadering werd
ik door B. en W. in hun vergadering ontboden
en werd mij medegedeeld, dat de kinderen niet
meer in de Graslaan mochten spelen. Dat moest
dadelijk ophouden, want dan kon direct worden
begonnen met het in orde brengen van die laan,
anders wat het voor dit jaar te laat. De Graslaan
zou dus terstond worden afgesloten, terwijl direct
de speelplaats in Bosch en Duin in orde zou wor
den gemaakt. Het personeel der school zou dan
gedurende een tweetal weken het speelkwartier
anders dan met spelen doorbrengen.
Ik gaf toe, dat wilde men de 'laan dit jaar nog
in orde krijgen, er zeer ze'ker direct mee moest
worden begonnen. Bovendien, twee weken zich
redden zou wel gaan, al was het niet aangenaam
voor het personeel.
Vraag:
Vermoedde U niet, ik bedoel voelde U niet, dat
het personeel van Uw school maar half tevreden
zou zijn over Uw z.g.n. coulante houding tegen
over B. en W.
Antwoord:
Neen, ik verliet de vergadering met het gevoel
niet anders te kunnen en mogen handelen, te meer
daar ik in het vooruitzicht werd gesteld van over
een tweetal weken de beschikking te zullen krij
gen over een speelplaats die naar mijn eigen ad
vies zou worden ingericht. Ik vond dit een royale
en loyale toezegging van het Dagelijksch Bestuur.
Vraag:
En wordt nu die speelplaats naar Uw eigen ad
vies ingericht? Ik meen in de laatste raadszitting
gehoord te hebben, dat de speelplaats in Bosch en
Duin zal worden in orde gemaakt, op dezelfde
wijze als de speelplaats van de Bloemendaalsche
Schoolvereeniging, De heer Wilson was over die
speelplaats zeer tevreden.
Antwoord:
Neen, ik zou er niet gaarne verantwoordelijk
voor willen zijn. Zooals ze nu wordt vrees i'k ern
stig dat er spoedig van den kant van de ouders
in tweeërlei opzicht klachten zullen komen.
Vraag:
Maar de heer Wilson heeft toch verklaard dat
het speelterrein best bevalt? Dit vernam ik althans
van de tafel van B. en W.
Antwoord:
Ik heb daar ook den heer Wilson eens naar
gevraagd, doch deze wist zich niet te herinneren,
dat zijn oordeel door B. en W. gevraagd was.
Bovendien is de speelplaats nog te kort in ge
bruik, daar de kinderen altijd hebben gespe ld op
het z.g.n. Aardappelveld, om te kunnen oordeelen,
terwijl het grootste deel der kinderen buiten de
speelplaats spelen. Maar och, laten we maar eens
afwachten. Misschien valt het nog wel mee.
Ik bedankte daarop den heer Tinholt voor dit
onderhoud, vertrok en liep zoo vlug mogelijk naar
de Graslaan om daar te constateeren dat deze
nog niet was afgesloten en er evenmin al iets aan
gedaan was. De laan lag er nog even verlaten als
op den eersten dag toen de 'kinderen er niet meer
vertoefden. Dat is nu ongeveer vijf weken geleden.
Tot slot nog eenige allegaartjes.
De heer Van Kessel roert zich duchtig over de
stofplaag in den Aerdenhout. Het vorig jaar heeft
men dat deel der gemeente vergeten, thans gaat
het denzelfden kant uit. Het is zoo erg, zegt de
heer Van Kessel, dat de heer Laan die mij anders
steeds vriendelijk groet, dit niet deed, toen hij mij
onlangs in zijn auto gezeten, in Aerdenhout tegen
kwam. Hij heeft me toen niet durven groeten,
omdat hij zich schaamde voor mij vanwege de
stof, welke hij opjoeg, of hij heeft me om die reden
niet kunnen zien.
De heer Laan stelde den heer Van Kessel gerust
op allerlei manier, zoodat dit incident spoedig was
afgehandeld.
Op de vragen van de heeren Blankevoort en
Kremer zal in een volgende vergadering geant
woord worden vanwege het late uur, doch ik
hoop mijn lezers in ons volgend nummer een en
ander te kunnen mededeelen, naar aanleiding van
de vragen over de onderhandelingen inzake de
exploitatie der gronden langs den Zeeweg, door
den heer Kremer gesteld. OPMERKER.
ring van „bewustzijn" in de dierenwereld, het ken
merk krijgt van liefde tot 'het „zelf" of egoisme
en eindelik in den „mens" hogere kenmerken be
gint te vertonen.
Naarmate der grootte van dit groeiende „liefde-
bewustzijn" hebben de verschillende wezens in de
achter ons liggende eeuwen gehandeld en hande
len ze nog. Er is een tijd geweest dat ons bewust
zijn en onze liefde ook die was van bet dier en
toen was er ook enkel zucht tot „zelfhandhaving"
en daarmede gepaard gaande „strijd" in groven
vorm. Allengs heeft die „zelfhandhaving" zich ver
fijnd, is er dus nog, doch zal ook straks voor go_d
verdwijnen.
Want in velen is dit „zelf"-bewustzijn, groeiende
en gegroeid tot de eerste trap van Zelf-bewustzijn,
of anders gezegd: „Gods-bewustzijn". En overeen
komstig dit zich ontwikkelende Zclf-bewustzijn is
ook hun „liefde". En de dragers van dit Bewust
zijn zien in of achter alles en allen dit grote
„Zelf" of „God". Hun Zelf is per slot van reke
ning het „Zelf" van al wat leeft en daarom groeit
hun liefde tot een liefde voor alle wezens, een
Al-liefde, zich openbarend tot den „mens" als het
gevoel van, „naastenliefde" of „broederschap". En
voor den „Mens", in wien dit hogere Bewustzijn
en deze hogere Liefde vorming gaat maken, is er
niets „hogers", niets „belangrijker" dan die Broe
derschap". En al mag hij gehecht zijn aan zijn dorp,
zijn stad of de streek waar hij woont, liefde voe
len voor zijn „taal", daarboven gaat voor hem de
„broederschap", de „eenheid" der waarheid. In
't „niet verdwijnt voor hem eigen land, eigen taal,
voor dat ene: de „mens", de „broeder", 't zij deze
wit of zwart is, „nederlands", „frans", „engels" of
„maleis" spreekt.
En als twee van zulke mensen, die dat heerlike,
ruime gevoel van universele broederschap bezit
ten, toevallig elkander ontmoeten, laat de een zijn
een Fransman, de ander een Duitser, dan, schud
den ze elkander warm en bartelik de hand en spre
ken zij één taal, de Taal der Ziel. Beiachelik, klein
en kinderachtig is voor dezulken héél het „afge
scheiden", z.g. „nationaal gedoe in al z'n vormen.
En, (het is haast onnodig te zeggen) de bezit
ters dezer universele Broederschaps-Idé Verfoeien
den oorlog met al den aankleve van dien. En zij
kunnen niet anders dan 'beslist Weigeren daaraan
mede te doen. Zij hebben niets te verdedigen, want
zij bezitten niets wat zij hoger stellen dan deze
Idé, deze „parel van grote waarde".
En zij, die het belijden van dit Beginsel, ziekc-
lik geluid te noemen, zij zijn nog niet toe tot dat
hogere gevoel, en hun rest maar één ding, zich
eerbiedig te houden op een afstand en dit gevoel
te respecteren, en thuis te houden hun „dwang",
hun „noodzaken" met geweld te dalen tot hun
achterlik standpunt. Zij zijn de ziekeliken, de „ab-
normalen", de „gevaarliken" en zij behoorden op
gesloten te worden, want zij brengen wee en ver
derf over de mensheid. Al datgene wat het meest
neigt .naar het „Goddelike", het „Universele", naar
„allesomvattende Eenheid", dit is het Normale,
want dit ligt in de lijn van het Grote Scheppings-
doel.
Na dit betoog, wil ik even het stuk van J. E. K.
gemakshalve op den voet volgen en enkele be
langrijke punten als volgt beantwoorden.
„Bekrompen" en „dom" is alleen wat niet streeft
in de richting van het grote universele levensdoel
en een achterlik, daartegenovergesteld standpunt
wil blijven innemen.
INGEZONDEN.
(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.)
IS HET ANTI-MILITAIRISME UITVOERBAAR?
Uit eigen aandrang, versterkt door het verlan
gen der Redactie onder het ingezonden stuk in het
nummer van 18 April met bovengenoemden titel,
dat een der lezers, de kwestie van tegenoverge
steld standpunt bezien, eens zou wilen behandelen,
neem ik de pen op om daartoe een poging te
wagen.
Dus ter zake:
Deze wereld van ruimte en tijd is de ten dele
volkomen, ten dele on-volkomen realisatie der
Werkelikheid; of anders gezegd: de „uitdrukking",
de „openbaring", de „schepping" daarvan. Deze
Dat dit universele gevoel van broederschap
reeds bij velen bestaat of groeiende is, is een
teken dat eens de oorlog zal verdwijnen. Het ver
stand dat dit niet inziet is „niet gezond".
Dat wezens, in de grote openbaring of evolutie
van het Leven, in een beperkt bewustzijn- en
liefdestadium, krachtens dit stadium, nog uiterlike
strijd moeten voeren heb ik aangetoond, doch op
de hogere evolutietrappen houdt geleidelik deze
physieke strijd op en wordt het een „geestelike".
De ware Mens strijdt ook nog, doch zijn strijd is
niet meer tegen den broeder, doch tegen zijn
Jager-zelf" en tegen de „boze machten in de
lucht", de lagere, achterlike ideën, die de mens
heid hinderen in haar opwaartsen gang.
Absurd, scheef, en als 't ware bijgesleept, is dat
aangaande de Zon. Als ik m'n handen te dicht
bij de kachel houdt zal ik ze branden, doch dit
is niet omdat die kachel zich daardoor wil verde
digen. Insgelijks met de Zon. Door haar warmte
stralen wordt op zekere distantie leven verwekt
en onderhouden. En alleen op die distantie is dat
mogelijk. Die „vuurhaard", en van de kachel, en
van de Zon moet er zijn, anders kunnen zij beiden
geen warmte produceeren en afzenden. Wat dit
met „verdedigen" te maken heeft begrijp ik niet.
Dat de aarde een zeker pantser heeft wil ik graag
aannemen, doch hier op past eerder het woord:
„bescherming". En zo hebben wij nog met dit doel
ons hoofdhaar en de dieren 'hun vachten, beiden
als bescherming tegen te sterke invloeden. En dit
zelfde woord „bescherming" geldt ook voor de
„Kameleon" en 't „wandelend takje".
Het uitwerpen van gloeiende lava door de aarde
is eenvoudig het zich „ontlasten" van 'het over
tollige en heeft met strijd niets te maken.
Zéér zeker is er in de eerste of lagere levens
lagen physieke strijd, aanval en verdediging en
deze is een logies gevolg van een nog laag ont-