Plaatst Uw Advertentiën in dit Blad HUMOR IN WOORD EN BEELD :houding. Boekwerken. aria. IIA-WATER Jhr. Mr. Floris Willem van Styrum 8 Juli 1855-8 Juli 1925 dag 13 Juli te 2.30 uur i één week tevoren bij :e Nieuwland, Nijmegen. >ting fl.tot f2.per 3.— per dag. listratie der School, bij overschrijving op onze i van dit nummer blijkt Dek en finantieele kracht tijdperk van bloei be- heeft eene aanzienlijke g ondergaan, en wij iets mededeelen B*S. ik België is drooggelegd, ilogen van elke richting leeren kennen als een onze gevangenissen en vorden gevuld, heeft ons i nu en dan omtrent de g op hollandschen bodem hebben vóór ons liggen: 15, het orgaan van den udersbond, kortelijk aan- rat uitsluitend uit jonge- van beider kunne. Het oer maand, is keurig ge- spelling en bevat behalve •gegevens over vergade- ïgressen, oorspronkelijk reuken, Het maakt een :n tevens vredelievenden t het boek van Giovanni to (De geschiedenis van ïdseh vertaald door Ir. J. in", zegt hij, „zooals je op voelt, hoe de wind door or een tijdje verlaten hebt kplaats. Je kunt dan wel genieting. Zo ook zul je Papini's Storia di Christo. i in, iets fris, dat je wel- Igende gedichtje )ND. niet meer zingen, i slapen gaan, i zilveren stralen l uit de maan 1 weer gekomen t gansch heelal zoete droomen le blijven zal! na Wagner, door Herbert J. de Gruyter. No. 37 van ibliotheek. i het leven en na den dood. door dr. Henri C. A. Muller, rer, Amsterdam, rte roman, door Elizabeth sevier's Algemeene biblio- t bespreking. evers, die boeken ter recen- >cht telkens den prijs op te daarnaar. Er zjjn er die meenen, ten zoo walgelijk smakende erboomolie), uit menschen- dit is niet zoo, de wonder plant. Doch het is heel net een afkeerwekkenden jkende gedachte verbindt, iten van menschenvet trou- steeds bij het denken aan Dalen)in het 18e eeuwsche leerling van den ljjfarts XV, Quesnay, dien men in ■an het Westen noemdein od gaf hij als smakelooze i eens den zonderlingen raad nenschenlijken te winnen, revolutie verspreidden in de zonderlingste geruchten: in laarzen van menschen- i zou den aristocraten inde en vleesch van geguilloti- l, en zoo meer. Zoo vormen lemen tijd legenden. Het is len mensch eigen traagheid zijn nadenkend onderzoek raarvan hij verneemt, telkens de sleur van het dagelijksch E aan iets wonderbaarlijks of bekoring van het ongewone. 'ordt door onze stemming ed en omgekeerd is onze groot deel afhankelijk van let geregeld gebruik van irlahnstein woon gunstigen invloed op iwendige organen, en daar- ndheid en humeur. Het is wekkend en zeer aangenaam ink. Voor huishoudelijk ge- mbevolen in heele Liter- 1, inhoudsprijs 32 cent. STOEL's QUOmiGBUREOU, Bioemendaalsche weg 161, Bloemendaal De O.H.Crt. van Dinsdag 7 Juli j.l. wijdde het volgende artikel aan jhr. mr. F. W. van Styrum ter gelegenheid van diens 70en jaar dag. Het dagblad, waaraan verbonden is de naam der familie Enschedé, zij het dan ook alleen voor hen, die bekend zijn met de ge schiedenis van Haarlem in het laatste deel der 19e en het begin der 20e eeuw, rekent het zich tot een eer aan den vooravond van den 8en Juli van dit jaar den merkwaardi- gen burger van Haarlem te gedenken, die hier morgen zijn zeventigsten verjaardag viert. Wars als hij is van openbaar eerbe toon, zou jhr. mr. F. W. van Styrum de eerste zijn om zelf ons tot matiging daarbij aan te sporen, doch deze aansporing behoeven wij niet; want omtrent jhr. mr. Van Styrum's leven een en ander mededeelende, komt van zelf datgene naar voren, wat geen openbaar gerucht maakt, maar niettmin tot het beste behoort, wat het openbare leven kan ople veren: het voorbeeld van een eerzaam leven, dat niemand beleedigt en 'n ieder het zijne gunt. De geregelde stamreeks der Van Styrum's, een voor zoover is nagegaan, uit Zutphen afkomstig protestant geslacht, vangt aan met Gerrit van Styrum, wiens zoon Antho ny in 1606 te Zutphen geboren werd. Bij Koninklijk besluit van 8 Juli 1816 no. 56 werd Jan van Styrum, Schepen, baljuw van Brederode, in 1801 lid van het Wetgwvend lichaam, in 1807 landdrost van Amstelland, in 1810 prefect van Nantes, in den Neder- landschen adel verheven met den titel van baron bij eerstgeboorte. Floris Willem van Styrum was de tweede zoon van mr. Floris Willem, baron van Styrum, destijds presi dent der arrondissemens-rechtbank te Haar lem en lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland. Na de lagere school en daar na 2 klassen der H.B.S. te Haarlem te heb ben doorloopen, ging de jonge Floor van Styrum over naar het Gymnasium en werd ongeveer in den tijd, dat zijn vader kwam te overlijden, student in de rechten te Leiden.1 Het corpslied van het Leidsche Studenten corps, door hem gecomponeerd op woorden van zijn vriend, den lateren bekenden advo caat en Indisohe specialiteit, mr. C. Th. van Deventer: „Wat flonkert gij fier op het donker fluweel, vijf pijlen verbonden tot een., enz.",! toont in zijn opgewekte en krachtige melo- altijd veel hooger, niet alleen om den finan- cieelen kant daarvan. Zijn huwelijk, op 21 Mei 1881 met Adriana van Heyst te Wijk bij Duurstede voltrokken, werd de grondslag voor een groot, vriendelijk en gastvrij gezin. Het arrondissement Haarlem was in dien die den geest van den aankomenden rnuzi- kalen jurist. Jhr. Van Styrum promo veerde op eene degelijke dissertatie over de erfdienstbaarheden volgens het Nederlandsch recht en vestigde zich, uit roeping, in zijn geboortestad als advocaat. Wel aanvaardde hij veel later eene benoeming tot rechter- plaatsvervanger in de Eechtbank alhier, maar het vak van advocaat stelde hij toch tijd voor advocaten een ton deele onontgon nen terrein. Voor groote zaken gingen velen naar Amsterdam en de Amsterdamsche ad vocaten zochten voor hunne Haarlemsche elienten te Haarlem een procureur, zoo kreeg ook Van Styrum een groote procu- reurspractijk, maar zijn eerzucht was toch op den duur zijn stadgenooten, die hulp zochten, een reis naar elders te besparen. Een groote ramp trof den jongen advocaat, toen in 1886 zijne woning aan de Ripperdastraat met alle niet-levende have geheel verbrandde; dat de sterke soliede man betrekkelijk vroeg kaal van hoofdhaar was, moet een gevolg zijn van zijne moedige pogingen om uit de vlammenzee nog iets te redden. Toen ging ook verloren het handschrift eener mono grafie over de oude A. V., waarvan de jurist bijzonder studie had gemaakt, een studie die echter later tal van architecten en aanne mers, die Van Styrum als raadsman kozen, ten goede kwam. Achtereenvolgens kwam nu mr. Van Sty rum, zooals men dat destijds noemde „overal in". De titel van mr. in de rechten was nog de stijgbeugel, waarin jonge mannen die werken wilden, het toen ook niet altijd even wilde paard eener hooge maatschappe lijke positie bestegen. Verhuisd naar de Zijl straat, het huis, waar thans de firma Kley- nenberg arbeidt en in 1893 naar het ouder lijk huis aan de Nieuwe Gracht no. 9, werd de door kunde, groote werkkracht en een no bele opvatting van ambten en leven bevoor rechte man, allengs lid van en de rechts kundige in den gemeenteraad, auditeur militair bij den Schuttersraad (menig nu nog door Haarlem ronddwalend oud-scliutter i zal zich den strengen, maar voor een eerlij ke verontschuldiging vatbaren meester her inneren), zorgzaam regent van de Hofjes van Staats en van Noblet, regent der ge vangenissen (welke betrekking hij in 1926 veertig jaren bekleedt) en secretaris van den Raad van beroep der belastingen (in welke qualiteit des avonds onder de gaslamp onge looflijke hoeveelheden arbeid door hem zijn verricht), eerelid van Zang en Vriendschap en intusschen rechtskundig adviseur van de meeste gemeentebesturen uit den omtrek en van de groote plaatselijke financieele instel lingen als Haarlemsche Bank, Haarlemsche Hypotheekbank en Haarlemsche Brand verzekering Maatschappij, instellingen waar- 'aan hij nog als adviseur of als president- commissaris verbonden is. Teyler's Stichting, Gedeputeerde Staten, de Commissie van Toe zicht over het toenmalig gesticht Meeren- berg, de E.N.E.T., alle lichamen van betee- kenis, richtten zich in nood om raad gere geld tot hem, en zijn kantoor was voor de verschillende medewerkers, die hij daar ach tereenvolgens toeliet, een even voorname als vruchtbare leerschool. Innig en trouw was zijn vriendschap met de heeren mr. Jan Enschedé en diens broeder Charles, personen destijds in Haarlem van grooten invloed. Bewonderaar van den kranigen liberalen veteraan mr. S. van Houten, was hij in het staatkundige toch meer verwant aan prof. Van der Vlugt en den gematigden knappen Tydeman, het Bredasche Kamerlid, dien hij bijstond in het oprichten van den Bond van vrije liberalen, welke hem in de Tweede Ka mer bracht. Zonder politieke eerzucht, hij zou een uitnemend minister van justitie zijn aldaar werd door de Koningin beloond met het ridderschap van den Nederlandschen Leeuw. De veranderde politieke constellatie bracht wat men noemt meer democrati sche elementen in het politieke leven naar voren, met het gevolg dat zijn mandaat niet werd hernieuwd, waarna mr. Van Styrum zich uit de politiek terugtrok. In zijn aan vaarding van een bestuurslidmaatschap der Ned. Juristenvereeniging en van zijne be noeming tot Deken der orde van advocaten te Haarlem ligt het symbool van wat deze eerbiedwaardige man het naast aan het hart is blijven liggen: de advocatie, als het be roep, waarin de man die de maatschappij en het privé-leven zijner medeburgers begrijpt en het recht kent, optreedt als geneesheer van maatschappelijke wanverhoudingen, steeds den weg wijzende naar een eerzaam leven, naar een ontzien van eens anders persoonlijkheid en naar een gunnen aan een iegelijk wat hem of haar naar recht en billijk heid toekomt. Als zoodanig staat jhr. mr. Van Styrum nog bij de rechterlijke macht en balie in hoog aanzien, ook al vragen zij zich in de laatste jaren wel eens af, of hij zich zeiven, uit bescheidenheid, niet te zeer op den achtergrond heeft gehouden. Dat die vraag wordt gesteld ten opzichte van hem die zijn 70ste jaar heeft bereikt, toont welke kracht van suggestie van zijn leven is uitgegaan. Dit leven heeft zich ge kenmerkt in de jeugd door een benijdens waardige bevoorrechting, gedurende den mannelijken tijd door een bewonderenswaar dige werkkracht op het veelzijdig terrein van publiek- zoowel als het privaatrecht, op late ren leeftijd door rijkdom aan erkenning van verdienste en naar wij mogen aannemen ook door rijkdom aan levensgeluk. Moge zijn ouderdom den zegen ondervinden, die aan ieder toekomt die van zijne persoonlijkheid op een goeden grondslag een gebouw heeft weten te maken eenvoudig en nobel van stijl en sterk van inhoud! geweest, toonde hij zijn gaven meer in de afdeelingen dan in het openbaar. Zijn werk Macht der gewoonte The Pasting Show Lustige Bldtter Sketch A n n i e (bij haar avondgebedje)En zegen Pappa en Mammie en maak ze gelukkig - tenminste als ze nog niet te oud zijn voor zoo iets. Gewezen verkeersagent in de wildernis. Bediende: Zullen we deze manuscripten maar aan de schrijvers terug sturen, meneer? Uitgever: Neen, laten we ze maar aan nemen. We kunnen de bijge voegde postzegels-voor-antwoord zoo goed gebruiken. London Opinion Rechter: U stamt uit Amsterdam, beklaagde Beklaagde: Ja! Voor 't kleinste gedeelte, Edelachtbare. Rechter: Wat bedoel je daarmee, voor 't kleinste gedeelte? Beklaagde: Nou, toen ik uit Amsterdam ben weggegaan, woog ik nog geen acht pond en nou weeg ik d'r twee honderd! Passing Show Tegenwoordigheid van geest The Humorist Bankroover: Mond dicht en geef me gauw al wat er aan postzegels ontvangen is. De redder in doodsangst: Beambte: Volgend loket, alstublieft. Dit is telegrammen Kjjk uit je oogen kerel de flesch valt er uit! Artiste: Oh, dank u wel, naar die punaise zocht ik al zoo lang.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1925 | | pagina 3