E N
F. H. SMIT
fan Ér Boon f entbolt
lein35
NDAAL
:ver
ren
nades
•PING C°.
rdam
EXPERTISE
CENTRALE
WASSCHERIJ
ffarioesstp. 2, HaarlBi, TbL 10387
U dwaalt
LEM
siting in de Kunstzalen
'ERI j EN
I, FACSIMILES
MAKERIJ
iMotoren
ORTHOPAEDIE
W. IJSSELMUIDEN
.SCHEWEO 48
N No. 139
DE
TSTRAAT 69
idel F. H. SMIT
collectie Graphische
tende meesters
urs naar teekeningen
mie, Maris, Latour
/an anderen
leesportefeuille
ïnde Kunst
hting voor het
ran schilderijen
enten
ia-bron
Nederl. Katholiekendag.
Nederl. Schoolmuseum
te Amsterdam.
Lichaamsoefeningen voor
verschillende leeftijden.
1e klas Reparatie-inrichting
van Automobielen
en
A&\n
Ruime
gelegenheid tot
stalling
Boekbeoordeelingen.
Vragenbus
Boeken en Tijdschriften
Voor de kinderen.
AMSTERDAMSCHE VAART 30A
Uiterst zorgvuldige en vakkun
dige behandeling van boorden,
overhemden, zijden ondergoe
deren, sportkleeding etc., etc.
ElectroTechnisch Bureau
Lood- en Zinkwerkersbedrijf
Ventilatoren in alle prijzen
Electr. Haarden, Strijkijzers
Schemerlampen
Haarlem
Concurreerend Adres
voor alle soort Ortho-
paedisch schoenwerk
speciale inrichting voor
schoenen naar maat
FRANKENSTR. 13
HAARLEM -- TEL 13534
^o. 2.2.4.4.4
iiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
N 10404
4 - georg reens
3 onderzoekingen van den
tgemaakt, dat de genees-
van vele bronnen voor
;en moeten worden aan
et tafelwater uit de
ihnstein
a. Het is aangenaam en
zijn hoog radiumgehalte
n en gezond. Vlctoria-
t bij uitnemendheid. Voor
bijzonder aanbevolen in
:hen, inhoudsprijs 32 cent.
STOEL's uiOfliRfiBUREAU, Bioemendaaisciie uieo ill, Bioeaiendaai
Op 4 Aug.j.l. is de vereeniging Ned. Katholieken
dag te 's Gravenhage met haar 3e congres begonnen.
De groote bladen bevatten er vele bizonderheden
over. De bedoeling van het congres werd in zijne
openingsrede door het Kamerlid Mr. Van Wijnber
gen als volgt geschetsthelder in het licht te
stellen de beteekenis van het katholicisme voor
de beschaving, te laten zien hoe de cultuur, die
ouze Nederlandsche natie bezit, gegroeid is, ook
onder den invloed van het katholicisme. Pater
Molkenboer hield eene rede over de beteekenis
van het katholicisme als hoofdfactor in de bescha
ving van Europa. Over de Jongenspatronaten, de
drankbestrijding, het Vincentius-werk, speciaal de
blindenverzorging werd in afzonderlijke vergade
ringen gehandeld. In de tweede algemeene ver
gadering sprak pastoor Brune over het onderwerp
Ons volk gekerstend door roomschen tot room-
schen; prof. dr. Gerard Brom (eertijds leeraaraan
het Stedelijk gymnasium te Haarlem) over: de
Steden als getuigen van het katholiek verleden.
In de sectie-vergaderingen werden behandeld:
Het beschavingswerk der kloosters, door prof. dr. A.
J. Mulders van het Seminarie te Hoeven, Recht en
wet onder invloed der katholieke kerk in de middel
eeuwen, door prof. dr. W. Mulder van de r. k.
Universiteit in Nijmegen; pater Kruitwagen uit
Woerden sprak overHet volksleven in Nederland
tijdens de katholiek georganiseerde middeleeuwen.
Dr. Sterck, de vroegere schoolopziener te Haarlem,
hield een rede over: Het katholicisme als factor
van beteekenis in de Nederlandsche beschaving ook
in den tijd der onderdrukking, en zijne vrouw mevr.
Sterck—Proot over: De beteekenis der katholieke
vrouw voor de Nederlandsche beschaving. Nog andere
belangrijke onderwerpen warende beteekenis
van het katholicisme voor de Nederlandsche mu
ziek; Katholiek Nederland en Vlaanderen; de
katholieke boekhandel een katholiek belangdoel,
wegen en werkwijze van den Eucharistischen Bond
de invloed van de Derde Orde op het katholieke
leven; de katholieken, verkort in hun burgerrechten
(dit ziet op de toestanden in ons land vóór 1848)
toch oprechte vaderlanders; en ten slotte: de vrij
making en herleving van het katholieke Neder
landsche volksdeel, en in verband daarmede de
protestantsche waan, die de katholieken als dom
en staatsgevaarlijk beschouwde en de Josephis-
tische bemoeizucht en voogdijschap der regeering.
Wij spreken den wensch uit, dat de handelingen
dezer algemeene- en sectie-vergaderingen, die on
getwijfeld zullen worden gedrukt, op ruime schaal
zullen worden verspreid om ook andersdenkenden
in staat te stellen hunner katholieke volksgenooten
in hunne zooveel toewijding en studie bewijzende
getuigenissen en beschouwingen te leeren kennen.
In de afgeloopen maand Juli noteerde deze
instelling 294 bezoeken en 40 aanwinsten.
Alvorens de meest op den voorgrond tre
dende oefeningsvormen voor verschillende
leeftijden te bespreken, is het noodzakelijk
de verschillende levensperiodes af te bake
nen, welke ieder voor zich uit den aard
van den lichaams-toestand een bijzonder
soort oefenstof vergen. Daar n.l. op ver
schillende leeftijden de onderlinge verhoudin
gen in het lichaam verschillend zijn (b.v.
tussehen longvolume en lichaamsvolume,
tussehen hart-inhoud en slagader-doorsnede,
enz.), dient de lichaamsoefening met deze
omstandigheden rekening te honden.
Het meest doeltreffend is de verdeeling
zooals Prof. F. A. Schmidt dit maakt, n.l.:
1°. De jaren der kindsheid, van de ge
boorte tot het begin van het tandwisselen.
2°. De jongens- en meisjes-leeftijd van 6
tot 14 jaar, de leeftijd dus waarop de lagere
school wordt bezocht.
Deze leeftijd wordt nog in twee periodes
verdeeld, n.l. van 6 tot 9 jaar, waarin het
kind allereerst geestelijk en lichamelijk moet
wennen aan het schoolleven. In het eerste
van deze jaren is vooral de lengtegroei zéér
sterk. De tweede periode is die van 914
jaar. Reeds op 8-jarigen leeftijd komt de
breedtegroei meer op den voorgrond ten
opzichte van den lengtegroei.
Vooral op 9 en 10 jaar komt een sterke
ontwikkeling der spierkracht, terwijl ook het
geraamte veel sterker wordt. Tussehen de
11 en 14 jaar wordt de lengtegroei weer
sterker. Dit is vooral opvallend bij meisjes,
die het op dezen leeftijd gewoonlijk van de
jongens winnen in lengte en lichaamsge
wicht, doch niet in borstomvang en spier
kracht.
3°. De puberteitsleeftijd van 14 tot 19
jaar.
Bij den jongeman kenmerkt het begin
dezer jaren zich door een krachtigen groei,
zoo zelfs, dat tussehen de 15 en 16 jaar de
voorsprong is ingehaald, dien de meisjes in
lengte en gewicht hadden. Bij de meisjes
voltrekt zich de geslachts-rijpheid na het 14e
levensjaar vaak zeer snel en is zij meestal
met het le levensjaar voleindigd. Meestal is
na het 18e levensjaar de lengtegroei afge
loopen. Langzamer gaat de geslachtelijke
ontwikkeling van den jongeling, terwijl zijn
lengtegroei zich vaak nog na het 20e levens
jaar voortzet. Behalve door deze feiten, die
bij den jongeman nog gepaard gaan met
„den baard in de keel", waardoor de stem
lager en voller wordt, kenmerkt deze leef
tijd zich vooral door een sterken groei van
hart en longen. De verhouding van hart-
inhoud tot de doorsnee der slagaderen wordt
een geheel andere. Bij het kind is het hart
klein de slagaderen, waarin het bloed door
het hart geperst moet worden, zijn wijd.
Het hart moet dus sneller kloppen, de
bloeddruk is geringer, de bloedsomloop gaat
lichter. Hierdoor kunnen de stofwisseling
en de groei gemakkelijk plaats hebben.
In den puberteitsleeftijd heeft de over
gang plaats tot de verhoudingen zooals die
bij volwassenen zijn. De hartsinhoud wordt
bijna tweemaal zoo groot, terwijl de wijdte-
groei der slagaderen vrijwel stilstaat. Het
gevolg hiervan is gemakkelijk te zien: het
hart moet veel krachtiger werken, de bloed
druk wordt hooger.
In den puberteitsleeftijd neemt de lichaams
lengte toe met 17 het lichaamsgewicht
met 42 het longvolume met 63 en het
hartvolume met 92
4°. De overgangstijd van jongeling tot
man, van het jonge meisje tot vrouw, de
leeftijd van 20 tot 30 jaar. De lengtegroei
houdt op, alleen in de breedte ontwikkelt het
lichaam zich nog, tot ook dit ophoudt. Men
is volwassen, de beenderen van het skelet
zijn alle volgroeid. De spieren zijn sterk, de
gewrichten bewegen zich gemakkelijk, het
geheele lichaam is vol levensvreugd en durf.
5°. Tussehen de 30 en 40 jaren is men in
de volle kracht van het leven. Het skelet is
uitgegroeid, de spieren zijn geoefend, kracht
en uithoudingsvermogen staan op het hoogte
punt. Doch de gewrichtsbanden worden stij
ver, de lenigheid begint reeds te verdwijnen
en ook de snelheid begint af te nemen. Het
karakteristieke van dezen leeftijd is groote
kracht en taai uithoudingsvermogen.
6°. De leeftijd na het 40e jaar. Nu gaat het
in dalende lijn. Bij den een vroeger, den ander
later treden veranderingen op in het bloed
vatenstelsel; de wanden der slagaderen ver
liezen hun veerkracht; krachts-, maar vooral
snelheidsoefeningen beginnen spoedig te lei
den tot hart- en longen-uitputting, men raakt
veel sneller „buiten adem". Dit wordt nog
erger wanneer zich op dezen leeftijd het
embonpoint gaat vertoonen. Steeds nood
zakelijker wordt het op dezen leeftijd een
geregelde levenswijze te gaan volgen.
Zeker geldt dit ook voor de lichaamsoefe
ningen, waarbij nog een tijdlang zeer goed
een gemiddelde prestatie van kracht, snel
heid en uithoudingsvermogen kan worden
geleverd, doch een overdrijving in een dezer
richtingen zeer spoedig schade aan de ge
zondheid kan doen. De overgangsjaren, die
bij de vrouw meestal tussehen de 40 en 50
vallen, gaan dikwijls vergezeld van storin
gen in de gezondheid, die soms lang kunnen
duren.
Na het bovenstaande zal het duidelijk zijn,
dat alle soorten liehaams-oefeningen, op de
zelfde wijze toegepast, niet geschikt kunnen
zijn voor alle leeftijden.
Een eerste eisch is dus, dat deze oefeningen
staan onder deskundige leiding, die niet
aleen technisch, doch ook physiologiseh ge
noeg onderlegd is om te weten wat voor de
verschillende leeftijden nuttig en noodig is.
De leeftijd, waarop het lichaam het best
tegen een stootje kan, licht tussehen de 20 en
49; voor den leeftijd daaronder en daarboven
is dus de eisch van goede deskundige leiding
nog dringender. Deze leeftijden zijn die van
de lagere en middelbare school en van de
„seniores" onzer gymnastiek-vereenigingen.
„Het onverklaarbare in het leven en na den dood",
door Dr. Henri C. A. Muller Meulenhoff. Amster
dam 1925.
Jaren geleden kwam ik eens de volgende anec
dote tegen. In een wel zeer materialistisch ge
zelschap werd gesproken over occulte verschijn
selen en in 't algemeen werd in dien kring weinig
waarde toegekend aan de ervaringen aan „gene
zijde." Over het algemeen bracht men de godsdienst
vormen terug tot astronomische symbolen of tot
phallus eerediensten. De zon, de maan als
lichtgever, levenverwekker, warmtebron of als
oorzaak van getijdewerking namen de voor
naamste plaats in als versymbolen, gepersonifieerd
in Odin, Wodan, Vishoae enz., als symbolen
van de zon of als b.v. de heilige moeder Isis,
welke door de maan werd voorgesteld. Men be
hoeft trouwens maar de geschriften over land- en
volkenkunde van een 25 of 50 jaar geleden op te
slaan om van vrijwel alle andere vormen van
godsdienst dan het Christendom de natuurfiloso
fische verklaring te vinden.
Ook thans nog treft men dit aan.
Blijkbaar verdroot dit een grappenmaker van
bovenbedoeld gezelschap, toen hij zeide, dat ook
Napoleon trouwens nooit bestaan had. De naam
zou dit al aanduiden. „Napoleon" toch was
duidelijk N—apole—oon of nApole—oon
Apoloon Apollo zon. De twaalf maarschalken
waren de twaalf teekens van den dierenriem.
Napoleon kwam in Frankrijk d. i. voor ons
Nederlanders het Zuiden tot machtde zon is
het heftigst in haar werking 's middags om twaalf
uur als ze in het Zuiden staat.
ConclusieNapoleon is een sprookje een
zonnemythos.
Die tijd begint voorbij te geraken. Meer en meer
begint men zich in allerlei kringen bewust te
worden dat er „is more in Heaven and on earth
than ever dreamt of in our filosophy".
A1 is men in het algemeen niet overtuigd
van alles wat spiritisten en occultisten als waar
beschouwen zoo is toch ook het tegenoverge
stelde de botte ontkenning geen gangbare
munt meer.
„La doute est un sentiment extrèmement élevée"
en het is die „twijfel" die thans velen de ooren
opent om tenminste eens te luisteren wat er al-
zoo over dat geheimzinnige, bovennatuurlijke ge*
bied verteld wordt.
Zooals Dr. Muller in zijn bovenaangehaald boek
schrijft is zijn doel dan ook: „in wijderen
„kring meer belangstelling te wekken voor en
„een beteren kijk te verschaffen op de psychische
„verschijnselen, waarvoor men zich hier te lande
„nog te weinig interesseert in tegenstelling tot
„zulke landen als Engeland, Frankrijk, Duitsch-
„land en Amerika, waarin hiervan veel studie'
„wordt gemaakt,"
Met dat doel voor oogen kan men niet anders
zeggen dan dat de schrijver geslaagd is in zijn
pogen. Hij brengt op objectieve, zakelijke wijze
tal van feiten naar voren met een uitvoerige
vermelding der bronnen welke den onwetenden
belangstellende zullen prikkelen eens verder te
onderzoeken en indien zelfs de belangstelling
er niet is, dan is de opsomming van feiten ook
geschikt om de belangstelling te doen ontwaken.
Uit den aard der zaak kan ook een boek van
380 pagina's de stof slechts fragmentarisch be
handelen.
Beginnende bij de Assyriërs en overige Semieten
en eindigende met de jongste onderzoekingen, be
hoeft het wel geen betoog, dat uit hetgeen daar-
tusschen ligt slechts grepen gedaan kunnen worden.
De magie in al haar vormen als witte en
als zwarte magie als oorzaak van de hoogste
extase, zooals gemeld wordt dat de heiligen be
reikten, tot de suggestie van den bekwamen
handelsreiziger, die een voordeeligen post afsluit
bibliotheken zijn gevuld met hare verklaring
beschrijving commentaren.
De schrijver bepaalt zich tot die uitingen zooals
zij o.a. op spiritistische séances tot ons komen
en gebruikt ook de terminologie zooals zij in die
kringen bekend is.
Vandaar dat zijn boek voor theosofen en occul
tisten zooals er tegenwoordig zoovelen gevonden
worden van minder waarde zal zijn. Als weten
schappelijk man meent hij alle verschijnselen te
moeten dagen voor den rechterstoel van de zin-
tuigelijke waarneming en gebruikt hij de „logica"
als openbaar ministerie.
De intuïtie de analogie zooals occultisten
dat verstaan, blijkt voor hem van weinig waarde
bij 't vellen van een oordeel of voor eene
appreciatie der feiten.
Wellicht is deze opvatting juist. Het besef dat
de logica niet het eenige systeem is, waarlangs
men redeneeren kan niet het eenige kompas
dat men bij 't verkennen van onbekende streken
kan gebruiken dat besef is nog niet voor de
velen en zeker niet oor hen, bij wie nog belang
stelling moet worden gewekt. En zouden ook
niet talrijken worden afgeschrikt wanneer men de
schijnbaar zoo vast gefundeerde pilaren der zin-
tuigelijke waarneming begon aan te tasten?
Daarom voldoet het boek aan den eisch, dien
de schrijver zich gesteld heeft„belangstelling te
wekken."
Wat de uitvoering betreft: het is overzichtelijk
ingedeeld en van een goede, prettig leesbare
letter gedrukt.
Het zal ongetwijfeld zijn weg wel vinden.
W. J. DREBBEL.
Beb speelt met een vriendinnetje komedie en
wil een redevoering afsteken voor het begin. Ze
vangt aan met de woorden
Menschen en heeren!
Ze heeft sterke sambal gegeten bij haar rijst
en zegt:
Mag ik een slokje water om mijn mond te
blusschen
Ze komt thuis met de mededeeling:
Onze juffrouw op school is erg kwispelturig.
Ze kan haar tong tegen het puntje van haar
neus houden en zegt: kijk eens hoe lenig ik ben!
Beb (verontwaardigd)Ik heb nooit gezegd, dat
ik met dat kind niet wil spelen, dat zuigt Papa
uit zijn mouw.
De Juli/Aug. aflevering van Het Nieuwe Leven,
maandschrift onder redactie van Kees Meijer be
vat: „De eeuwige droom", door den redacteur,
„De belofte die niet wordt vervuld", door Willem
Zimmerman en „De weg van de kennis tot de
religie", door dr. A. Vloemans.
„Het Oude Huis', naar het Hongaarsch van Ce
cile Tormay, door J. W. Jorissen, is een aan
grijpende roman, waarin het leven van moedige
en melancholieke menschen in familie en maat
schappij is dooreengevlochten tot een verhaal van
de goede soort.
Het is een uitgave van de Firma Van Holkema
en Warendorf in de bekende daalder-editie.
In de Rinkelbel, een reeks ironie, satire en
persiflage van de uitgevers W. L en J. Brussete
Rotterdam, verscheen dezer dagen Allemansspiegel,
zoetzure zottigheid door Job Steynen.
Wanneer wij omtrent dit boekje van onzen be
minden oud-redacteur met de 10 nog geen 100
bladzijden beslaande stukjes zeggen, dat het aan
zijn titel beantwoordt en in deze reeks past, zeg
gen wij weinig, maar genoeg. De visie van Job
Steynen gaat, als ze zich met ons menschen be
zighoudt, van het afschuwelijke naar het liefelijke,
van het liefelijke naar het zotte en van het zotte
naar het onbeholpene en dan blijft er niet heel
veel meer van ons over. Maar toch is 'tin hem
een stille genegenheid voor de menschen, die
maakt, dat hij zoo ontledend en zoo veel zich met
hen bezighoudt. Niemand zal zich de aanschaf-
fin gvan dit vlot, geestig werkje berouwen.
(De vragen moeten in gesloten couvert worden in
gezonden aan een onzer kantoren aan het hoofd van
het blad vermeld, met den naam van den inzender.)
V. Onlangs ontstond een geschil tussehen den
Geref. predikant dr. Geelkerken en een bestuurs
lichaam van de Geref. Kerken in Nederland over
de vraag, of de predikant de in Genesis beschre
ven gebeurtenissen over de schepping van wereld
en menschdom wel als werkelijk gebeurd opvatte.
Kunt u misschien mij daarover nog iets meedeelen
er logeeren eenige gereformeerden uit Amsterdam
bij ons; wij spraken er over maar ik kan mij in
dat vraagstuk niet thuisvinden.
A. Wij kunnen niet beter doen dan verwijzen
naar een brief, die ruim een maand geleden van
geref. zijde over deze zaak aan het Handelsblad
werd gezonden en dien wij toevallig nog bezitten.
Wij plaatsen dien in dit nummer onder Kerk
nieuws. Dr. Geelkerken heeft naar aanleiding van
hem door de classis Amsterdam gezonden vraag
punten eene brochure geschreven, waaraan de
briefschrijver zijne gegevens ontleende.
V. Heeft iemand anders dan u, met name een
der h.h. Eikelenboom het recht een jaarboekje
voor Bloemendaal als „Help u zelf" uit te geven?
A. Neen.
Onder den nieuwen redacteur Gerh. van Dijk
ziet het Augustusnummer der bekende uitgave
van de firma C. J. van Houten te WeespOns
Eigen Tijdschrift er goed uit. De vorige verdien
stelijke redacteur, de heer v. d. Ven, ging blijk
baar de uitgeefster wat te veel alleen den folklo
ristischen kant op. Onze plaatsgenoot dr. Thysse
wordt door Rinke Tolman herdacht, bij een zeer
goed gelijkend portret van onzen geleerden natuur
vriend. A Mossel geeft een eenvoudige beschrij
ving van een zomerreis door het land tussehen
twee woestijnen van Kaïro tot Luxor met foto's
van den schrijver. Verder bevat de aflevering o.a.
Geschiedenis, oude penteekenkunst, belletrie en
heel wat aardigs voor de kinderen.
Wij knippen de volgende leuke opmerkingen
uit „Moeders Dagboek"
Tafeltje, dek je 1 Ezeltje, strek je 1
Knuppel uit den zakl
IV.
Op weg naar huis kwam de jongste zoon
ook aan de herberg, waar zijn twee broers
bestolen waren. Hij legde zijn ransel voor
zich op tafel en hij begon met de andere
gasten te spreken over het wonderlijke, dat
er al zoo in de wereld gebeurde en dat hij
op zijn reizen had gezien.
„Ja", zei hij, „men hoort soms wel eens pra
ten over een „tafelje, dek je" en het is na
tuurlijk wel heel prettig om altijd net zoo veel
en net zoo lekker te kunnen eten als men zelf
maar wil. Zelfs heb ilT wel eens hooren ver
tellen van een „ezeltje, strek je" en dat is
nog veel prachtiger, want dan heeft men net
zoo vele goud als men maar verkiest en daar
voor kan men niet alleen lekker eten koopen,
maar kleeren en huizen en paarden en rijtui
gen en knechten en al wat men maar wil.
Maar dit alles is nog niet te vergelijken bij
den schat, dien ik verworven heb en dien ik
hier in mijn zak meedraag door de wereld."
De waard spitste zijn ooren. Wat ter wereld
mag dat wel zijn? dacEt hij. Zoo'n eenvoudige
jongen zonder ringen aan de hand, in een
eenvoudig werkmanspak! En dan een schat?
Een zoo kostbare schat in een gewonen zak?
Hij zal met opzet een leelijken groven zak heb
ben gekozen om geen argwaan te wekken,
maar misschien is die zak wel vol kostbare
edelsteenen!"
Zoo redeneerde de waard bij zichzelf en hij
nam zich voor dien zak in zijn bezit te krijgen,
want dan had hij ongetwijfeld alle goede din
gen, die er op aarde zijn.
Toen het tijd was om te gaan slapen strekte
de gast, tot groote verbazing van den waard
zich uit op de bank tegen den muur en legde
den zak onder zijn hoofd als hoofdkussen.
Zoodra de waard meende, dat de gast goed
en wel in slaap was gevallen, sloop hij zacht
jes naar hem toe en trok voorzichtig aan den
zak, terwijl hij reeds een anderen zak had
klaar liggen om hem tegen den verlangden
schat in te ruilen.
De jonge man had dit alles wel verwacht en
hield zich eerst slapende. Ja, toen de waard
begon te trekken, begon hij zelfs te snurken,
zoodat de waard, tevreden over zijn poging
en bij zichzelf den jongeling uitlachende over
zijn onnoozelheid, aan den zak ging rukken.
Deze brutaliteit werd den jongen man te
sterk. Hij sprong half overeind en riep:
„Knuppel uit den zak"
Op 't zelfde oogenblik vloog de dikke knoes-
TELEFOONNUMMER 11561
MEEST CONCURREERENDE PRIJZEN
Vlugge bediening. Vraagt onze Prijscourant
tige stok den zak uit en danste op den vetten
rug van den waard en sloeg een doffe rof
fel op de vette ronde bollen, die het lichaam
van den waard onder den rug uitmaakten.
Klap op klap, als regendruppels in een
stortbui kwamen ze neer. Pats op den schou
der, pats op den rug, pats nog meer; naar
beneden, pats op zijn rechterzij, pats op zijn
linkerzij., pats bij zijn hals, pats op zijn dij
en hoe de waard zich ook wendde of keerde,
steeds was de knuppel achter hem en rof
felde maar door, zonder een seconde op te
houden.
De waard schreeuwde en jammerde. Hij
huilde om medelijden, maar hoe meer mis
baar hij maakte hoe raker het knuppeltje er
op los sloeg. Dit duurde net zoo lang tot de
waard, kreunend en steunend op den grond
neerviel en de knuppel even ophield.
Toen begon de jongste der broers te spre
ken:
„Zie zoo", zei hij, „nu heb je voorloopig ge
noeg gehad, dief, die je bent. Als je nu niet
gauw maakt, dat je het tafeltje en den ezel
hier bij mij brengt, dan zal ik je voor ieder
van deze dingen die je gestolen hebt, een dub
belen roffel laten geven!"
De waard keek hem angstig aan.
„Binnen drie tellen of 't is mis met je, want
dan laat ik den knuppel in plaats van op je
vetten rug op je dikken buik ronddansen tot
je pap wordt."
„O!.genade, genade!" smeekte de waard. „Ik
zaj alles teruggeven, wat ik genomen heb,
als u dien vreeselijken sla-duivel maar in zijn
zak laat."
Dat beloofde de jonge man en bovendien
beloofde hij, dat hij den diefstal niet zou aan
brengen bij het gerecht, omdat de waard an
ders stellig in de gevangenis zon komen.
Den volgenden morgen reisde de jongste
zoon verder. Het tafeltje had hij op den ezel
gebonden maar de knuppelzak bengelde aan
een riem over zijn schouder. De waard had
hem heel onderdanig geholpen met touw en
koord en op bevel van den reiziger was hij
zelfs onder den ezel doorgekropen om te
zien of het touw wel goed was bevestigd.
Maar hij kreunde en zuchtte nog bij iedere
beweging, want zijn lichaam was stijf en vol
blauwe plekken. De jonge man echter lachte
hem stillekes uit. Toen hij wegging gaf hij
hem een forschen slag op den dikken schou
der en zei lachend: „gezondheid, maar boven
al opgepast en maak dat ik niet meer be
hoef terug te komen."
De oude kleermaker was blij, toen hij zijn
jongsten zoon weer terug zag en hij vroeg hem
wat hij op zijn reizen al zoo had geleerd.
„Och. beste vader, wat ik geleerd heb is niet
veel en toch ook alles."
„Dat is vreemd."
„Dat is het. Geleerd heb ik alleen ouden
en armen te helpen, dieven te bewegen tot
teruggave van het gestolene, misdadigers te
redden uit de gevangenis, beroofden het hun
ne weer te geven."
„Ei, ei," zei de vader, „dat is geen kleinig
heid! En dat klinkt alles mooi genoeg, 's Zon
dags kan ik het in de kerk haast niet mooier
wanneer U bij het koopen van kleeding
uitsluitend op den prijs Iet
Een costuum. dat U alleen maar koopt
omdat het goedkoop is, zal er ook altijd
goedkoop uitzien.
Onze EERSTE KLAS ENGELSCHE
GEMAAKTE HEERENKLEEDING
is in verhouding tot de prima kwaliteit dei
stoffen laag gesteld in prijs. Ze wordt door
uitsluitend eerste krachten met gebruik van
prima fournituren vervaardigd, vandaar haar
duurzaamheid en elegant model; terwijl een
groote verscheidenheid van modellen in elke
maat een onberispelijkeh pasvorm voor
teder (iguur garandeert.
De
recommandatie
bewast het
Tel: II265Tèmpelijrjstraal
Colbert-cosluums in de nieuw
ste dessins en modellen, vanaf 32.50
jongeheeren-costuums. «-20.—
Gabardine regenjassen 25.—
Sportcostuums. Linnen costuums, Flanellen
pantalons enz.