E N F. H. SMIT fan Ér Boon f entbolt lein35 NDAAL :ver ren nades •PING C°. rdam EXPERTISE CENTRALE WASSCHERIJ ffarioesstp. 2, HaarlBi, TbL 10387 U dwaalt LEM siting in de Kunstzalen 'ERI j EN I, FACSIMILES MAKERIJ iMotoren ORTHOPAEDIE W. IJSSELMUIDEN .SCHEWEO 48 N No. 139 DE TSTRAAT 69 idel F. H. SMIT collectie Graphische tende meesters urs naar teekeningen mie, Maris, Latour /an anderen leesportefeuille ïnde Kunst hting voor het ran schilderijen enten ia-bron Nederl. Katholiekendag. Nederl. Schoolmuseum te Amsterdam. Lichaamsoefeningen voor verschillende leeftijden. 1e klas Reparatie-inrichting van Automobielen en A&\n Ruime gelegenheid tot stalling Boekbeoordeelingen. Vragenbus Boeken en Tijdschriften Voor de kinderen. AMSTERDAMSCHE VAART 30A Uiterst zorgvuldige en vakkun dige behandeling van boorden, overhemden, zijden ondergoe deren, sportkleeding etc., etc. ElectroTechnisch Bureau Lood- en Zinkwerkersbedrijf Ventilatoren in alle prijzen Electr. Haarden, Strijkijzers Schemerlampen Haarlem Concurreerend Adres voor alle soort Ortho- paedisch schoenwerk speciale inrichting voor schoenen naar maat FRANKENSTR. 13 HAARLEM -- TEL 13534 ^o. 2.2.4.4.4 iiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii N 10404 4 - georg reens 3 onderzoekingen van den tgemaakt, dat de genees- van vele bronnen voor ;en moeten worden aan et tafelwater uit de ihnstein a. Het is aangenaam en zijn hoog radiumgehalte n en gezond. Vlctoria- t bij uitnemendheid. Voor bijzonder aanbevolen in :hen, inhoudsprijs 32 cent. STOEL's uiOfliRfiBUREAU, Bioemendaaisciie uieo ill, Bioeaiendaai Op 4 Aug.j.l. is de vereeniging Ned. Katholieken dag te 's Gravenhage met haar 3e congres begonnen. De groote bladen bevatten er vele bizonderheden over. De bedoeling van het congres werd in zijne openingsrede door het Kamerlid Mr. Van Wijnber gen als volgt geschetsthelder in het licht te stellen de beteekenis van het katholicisme voor de beschaving, te laten zien hoe de cultuur, die ouze Nederlandsche natie bezit, gegroeid is, ook onder den invloed van het katholicisme. Pater Molkenboer hield eene rede over de beteekenis van het katholicisme als hoofdfactor in de bescha ving van Europa. Over de Jongenspatronaten, de drankbestrijding, het Vincentius-werk, speciaal de blindenverzorging werd in afzonderlijke vergade ringen gehandeld. In de tweede algemeene ver gadering sprak pastoor Brune over het onderwerp Ons volk gekerstend door roomschen tot room- schen; prof. dr. Gerard Brom (eertijds leeraaraan het Stedelijk gymnasium te Haarlem) over: de Steden als getuigen van het katholiek verleden. In de sectie-vergaderingen werden behandeld: Het beschavingswerk der kloosters, door prof. dr. A. J. Mulders van het Seminarie te Hoeven, Recht en wet onder invloed der katholieke kerk in de middel eeuwen, door prof. dr. W. Mulder van de r. k. Universiteit in Nijmegen; pater Kruitwagen uit Woerden sprak overHet volksleven in Nederland tijdens de katholiek georganiseerde middeleeuwen. Dr. Sterck, de vroegere schoolopziener te Haarlem, hield een rede over: Het katholicisme als factor van beteekenis in de Nederlandsche beschaving ook in den tijd der onderdrukking, en zijne vrouw mevr. Sterck—Proot over: De beteekenis der katholieke vrouw voor de Nederlandsche beschaving. Nog andere belangrijke onderwerpen warende beteekenis van het katholicisme voor de Nederlandsche mu ziek; Katholiek Nederland en Vlaanderen; de katholieke boekhandel een katholiek belangdoel, wegen en werkwijze van den Eucharistischen Bond de invloed van de Derde Orde op het katholieke leven; de katholieken, verkort in hun burgerrechten (dit ziet op de toestanden in ons land vóór 1848) toch oprechte vaderlanders; en ten slotte: de vrij making en herleving van het katholieke Neder landsche volksdeel, en in verband daarmede de protestantsche waan, die de katholieken als dom en staatsgevaarlijk beschouwde en de Josephis- tische bemoeizucht en voogdijschap der regeering. Wij spreken den wensch uit, dat de handelingen dezer algemeene- en sectie-vergaderingen, die on getwijfeld zullen worden gedrukt, op ruime schaal zullen worden verspreid om ook andersdenkenden in staat te stellen hunner katholieke volksgenooten in hunne zooveel toewijding en studie bewijzende getuigenissen en beschouwingen te leeren kennen. In de afgeloopen maand Juli noteerde deze instelling 294 bezoeken en 40 aanwinsten. Alvorens de meest op den voorgrond tre dende oefeningsvormen voor verschillende leeftijden te bespreken, is het noodzakelijk de verschillende levensperiodes af te bake nen, welke ieder voor zich uit den aard van den lichaams-toestand een bijzonder soort oefenstof vergen. Daar n.l. op ver schillende leeftijden de onderlinge verhoudin gen in het lichaam verschillend zijn (b.v. tussehen longvolume en lichaamsvolume, tussehen hart-inhoud en slagader-doorsnede, enz.), dient de lichaamsoefening met deze omstandigheden rekening te honden. Het meest doeltreffend is de verdeeling zooals Prof. F. A. Schmidt dit maakt, n.l.: 1°. De jaren der kindsheid, van de ge boorte tot het begin van het tandwisselen. 2°. De jongens- en meisjes-leeftijd van 6 tot 14 jaar, de leeftijd dus waarop de lagere school wordt bezocht. Deze leeftijd wordt nog in twee periodes verdeeld, n.l. van 6 tot 9 jaar, waarin het kind allereerst geestelijk en lichamelijk moet wennen aan het schoolleven. In het eerste van deze jaren is vooral de lengtegroei zéér sterk. De tweede periode is die van 914 jaar. Reeds op 8-jarigen leeftijd komt de breedtegroei meer op den voorgrond ten opzichte van den lengtegroei. Vooral op 9 en 10 jaar komt een sterke ontwikkeling der spierkracht, terwijl ook het geraamte veel sterker wordt. Tussehen de 11 en 14 jaar wordt de lengtegroei weer sterker. Dit is vooral opvallend bij meisjes, die het op dezen leeftijd gewoonlijk van de jongens winnen in lengte en lichaamsge wicht, doch niet in borstomvang en spier kracht. 3°. De puberteitsleeftijd van 14 tot 19 jaar. Bij den jongeman kenmerkt het begin dezer jaren zich door een krachtigen groei, zoo zelfs, dat tussehen de 15 en 16 jaar de voorsprong is ingehaald, dien de meisjes in lengte en gewicht hadden. Bij de meisjes voltrekt zich de geslachts-rijpheid na het 14e levensjaar vaak zeer snel en is zij meestal met het le levensjaar voleindigd. Meestal is na het 18e levensjaar de lengtegroei afge loopen. Langzamer gaat de geslachtelijke ontwikkeling van den jongeling, terwijl zijn lengtegroei zich vaak nog na het 20e levens jaar voortzet. Behalve door deze feiten, die bij den jongeman nog gepaard gaan met „den baard in de keel", waardoor de stem lager en voller wordt, kenmerkt deze leef tijd zich vooral door een sterken groei van hart en longen. De verhouding van hart- inhoud tot de doorsnee der slagaderen wordt een geheel andere. Bij het kind is het hart klein de slagaderen, waarin het bloed door het hart geperst moet worden, zijn wijd. Het hart moet dus sneller kloppen, de bloeddruk is geringer, de bloedsomloop gaat lichter. Hierdoor kunnen de stofwisseling en de groei gemakkelijk plaats hebben. In den puberteitsleeftijd heeft de over gang plaats tot de verhoudingen zooals die bij volwassenen zijn. De hartsinhoud wordt bijna tweemaal zoo groot, terwijl de wijdte- groei der slagaderen vrijwel stilstaat. Het gevolg hiervan is gemakkelijk te zien: het hart moet veel krachtiger werken, de bloed druk wordt hooger. In den puberteitsleeftijd neemt de lichaams lengte toe met 17 het lichaamsgewicht met 42 het longvolume met 63 en het hartvolume met 92 4°. De overgangstijd van jongeling tot man, van het jonge meisje tot vrouw, de leeftijd van 20 tot 30 jaar. De lengtegroei houdt op, alleen in de breedte ontwikkelt het lichaam zich nog, tot ook dit ophoudt. Men is volwassen, de beenderen van het skelet zijn alle volgroeid. De spieren zijn sterk, de gewrichten bewegen zich gemakkelijk, het geheele lichaam is vol levensvreugd en durf. 5°. Tussehen de 30 en 40 jaren is men in de volle kracht van het leven. Het skelet is uitgegroeid, de spieren zijn geoefend, kracht en uithoudingsvermogen staan op het hoogte punt. Doch de gewrichtsbanden worden stij ver, de lenigheid begint reeds te verdwijnen en ook de snelheid begint af te nemen. Het karakteristieke van dezen leeftijd is groote kracht en taai uithoudingsvermogen. 6°. De leeftijd na het 40e jaar. Nu gaat het in dalende lijn. Bij den een vroeger, den ander later treden veranderingen op in het bloed vatenstelsel; de wanden der slagaderen ver liezen hun veerkracht; krachts-, maar vooral snelheidsoefeningen beginnen spoedig te lei den tot hart- en longen-uitputting, men raakt veel sneller „buiten adem". Dit wordt nog erger wanneer zich op dezen leeftijd het embonpoint gaat vertoonen. Steeds nood zakelijker wordt het op dezen leeftijd een geregelde levenswijze te gaan volgen. Zeker geldt dit ook voor de lichaamsoefe ningen, waarbij nog een tijdlang zeer goed een gemiddelde prestatie van kracht, snel heid en uithoudingsvermogen kan worden geleverd, doch een overdrijving in een dezer richtingen zeer spoedig schade aan de ge zondheid kan doen. De overgangsjaren, die bij de vrouw meestal tussehen de 40 en 50 vallen, gaan dikwijls vergezeld van storin gen in de gezondheid, die soms lang kunnen duren. Na het bovenstaande zal het duidelijk zijn, dat alle soorten liehaams-oefeningen, op de zelfde wijze toegepast, niet geschikt kunnen zijn voor alle leeftijden. Een eerste eisch is dus, dat deze oefeningen staan onder deskundige leiding, die niet aleen technisch, doch ook physiologiseh ge noeg onderlegd is om te weten wat voor de verschillende leeftijden nuttig en noodig is. De leeftijd, waarop het lichaam het best tegen een stootje kan, licht tussehen de 20 en 49; voor den leeftijd daaronder en daarboven is dus de eisch van goede deskundige leiding nog dringender. Deze leeftijden zijn die van de lagere en middelbare school en van de „seniores" onzer gymnastiek-vereenigingen. „Het onverklaarbare in het leven en na den dood", door Dr. Henri C. A. Muller Meulenhoff. Amster dam 1925. Jaren geleden kwam ik eens de volgende anec dote tegen. In een wel zeer materialistisch ge zelschap werd gesproken over occulte verschijn selen en in 't algemeen werd in dien kring weinig waarde toegekend aan de ervaringen aan „gene zijde." Over het algemeen bracht men de godsdienst vormen terug tot astronomische symbolen of tot phallus eerediensten. De zon, de maan als lichtgever, levenverwekker, warmtebron of als oorzaak van getijdewerking namen de voor naamste plaats in als versymbolen, gepersonifieerd in Odin, Wodan, Vishoae enz., als symbolen van de zon of als b.v. de heilige moeder Isis, welke door de maan werd voorgesteld. Men be hoeft trouwens maar de geschriften over land- en volkenkunde van een 25 of 50 jaar geleden op te slaan om van vrijwel alle andere vormen van godsdienst dan het Christendom de natuurfiloso fische verklaring te vinden. Ook thans nog treft men dit aan. Blijkbaar verdroot dit een grappenmaker van bovenbedoeld gezelschap, toen hij zeide, dat ook Napoleon trouwens nooit bestaan had. De naam zou dit al aanduiden. „Napoleon" toch was duidelijk N—apole—oon of nApole—oon Apoloon Apollo zon. De twaalf maarschalken waren de twaalf teekens van den dierenriem. Napoleon kwam in Frankrijk d. i. voor ons Nederlanders het Zuiden tot machtde zon is het heftigst in haar werking 's middags om twaalf uur als ze in het Zuiden staat. ConclusieNapoleon is een sprookje een zonnemythos. Die tijd begint voorbij te geraken. Meer en meer begint men zich in allerlei kringen bewust te worden dat er „is more in Heaven and on earth than ever dreamt of in our filosophy". A1 is men in het algemeen niet overtuigd van alles wat spiritisten en occultisten als waar beschouwen zoo is toch ook het tegenoverge stelde de botte ontkenning geen gangbare munt meer. „La doute est un sentiment extrèmement élevée" en het is die „twijfel" die thans velen de ooren opent om tenminste eens te luisteren wat er al- zoo over dat geheimzinnige, bovennatuurlijke ge* bied verteld wordt. Zooals Dr. Muller in zijn bovenaangehaald boek schrijft is zijn doel dan ook: „in wijderen „kring meer belangstelling te wekken voor en „een beteren kijk te verschaffen op de psychische „verschijnselen, waarvoor men zich hier te lande „nog te weinig interesseert in tegenstelling tot „zulke landen als Engeland, Frankrijk, Duitsch- „land en Amerika, waarin hiervan veel studie' „wordt gemaakt," Met dat doel voor oogen kan men niet anders zeggen dan dat de schrijver geslaagd is in zijn pogen. Hij brengt op objectieve, zakelijke wijze tal van feiten naar voren met een uitvoerige vermelding der bronnen welke den onwetenden belangstellende zullen prikkelen eens verder te onderzoeken en indien zelfs de belangstelling er niet is, dan is de opsomming van feiten ook geschikt om de belangstelling te doen ontwaken. Uit den aard der zaak kan ook een boek van 380 pagina's de stof slechts fragmentarisch be handelen. Beginnende bij de Assyriërs en overige Semieten en eindigende met de jongste onderzoekingen, be hoeft het wel geen betoog, dat uit hetgeen daar- tusschen ligt slechts grepen gedaan kunnen worden. De magie in al haar vormen als witte en als zwarte magie als oorzaak van de hoogste extase, zooals gemeld wordt dat de heiligen be reikten, tot de suggestie van den bekwamen handelsreiziger, die een voordeeligen post afsluit bibliotheken zijn gevuld met hare verklaring beschrijving commentaren. De schrijver bepaalt zich tot die uitingen zooals zij o.a. op spiritistische séances tot ons komen en gebruikt ook de terminologie zooals zij in die kringen bekend is. Vandaar dat zijn boek voor theosofen en occul tisten zooals er tegenwoordig zoovelen gevonden worden van minder waarde zal zijn. Als weten schappelijk man meent hij alle verschijnselen te moeten dagen voor den rechterstoel van de zin- tuigelijke waarneming en gebruikt hij de „logica" als openbaar ministerie. De intuïtie de analogie zooals occultisten dat verstaan, blijkt voor hem van weinig waarde bij 't vellen van een oordeel of voor eene appreciatie der feiten. Wellicht is deze opvatting juist. Het besef dat de logica niet het eenige systeem is, waarlangs men redeneeren kan niet het eenige kompas dat men bij 't verkennen van onbekende streken kan gebruiken dat besef is nog niet voor de velen en zeker niet oor hen, bij wie nog belang stelling moet worden gewekt. En zouden ook niet talrijken worden afgeschrikt wanneer men de schijnbaar zoo vast gefundeerde pilaren der zin- tuigelijke waarneming begon aan te tasten? Daarom voldoet het boek aan den eisch, dien de schrijver zich gesteld heeft„belangstelling te wekken." Wat de uitvoering betreft: het is overzichtelijk ingedeeld en van een goede, prettig leesbare letter gedrukt. Het zal ongetwijfeld zijn weg wel vinden. W. J. DREBBEL. Beb speelt met een vriendinnetje komedie en wil een redevoering afsteken voor het begin. Ze vangt aan met de woorden Menschen en heeren! Ze heeft sterke sambal gegeten bij haar rijst en zegt: Mag ik een slokje water om mijn mond te blusschen Ze komt thuis met de mededeeling: Onze juffrouw op school is erg kwispelturig. Ze kan haar tong tegen het puntje van haar neus houden en zegt: kijk eens hoe lenig ik ben! Beb (verontwaardigd)Ik heb nooit gezegd, dat ik met dat kind niet wil spelen, dat zuigt Papa uit zijn mouw. De Juli/Aug. aflevering van Het Nieuwe Leven, maandschrift onder redactie van Kees Meijer be vat: „De eeuwige droom", door den redacteur, „De belofte die niet wordt vervuld", door Willem Zimmerman en „De weg van de kennis tot de religie", door dr. A. Vloemans. „Het Oude Huis', naar het Hongaarsch van Ce cile Tormay, door J. W. Jorissen, is een aan grijpende roman, waarin het leven van moedige en melancholieke menschen in familie en maat schappij is dooreengevlochten tot een verhaal van de goede soort. Het is een uitgave van de Firma Van Holkema en Warendorf in de bekende daalder-editie. In de Rinkelbel, een reeks ironie, satire en persiflage van de uitgevers W. L en J. Brussete Rotterdam, verscheen dezer dagen Allemansspiegel, zoetzure zottigheid door Job Steynen. Wanneer wij omtrent dit boekje van onzen be minden oud-redacteur met de 10 nog geen 100 bladzijden beslaande stukjes zeggen, dat het aan zijn titel beantwoordt en in deze reeks past, zeg gen wij weinig, maar genoeg. De visie van Job Steynen gaat, als ze zich met ons menschen be zighoudt, van het afschuwelijke naar het liefelijke, van het liefelijke naar het zotte en van het zotte naar het onbeholpene en dan blijft er niet heel veel meer van ons over. Maar toch is 'tin hem een stille genegenheid voor de menschen, die maakt, dat hij zoo ontledend en zoo veel zich met hen bezighoudt. Niemand zal zich de aanschaf- fin gvan dit vlot, geestig werkje berouwen. (De vragen moeten in gesloten couvert worden in gezonden aan een onzer kantoren aan het hoofd van het blad vermeld, met den naam van den inzender.) V. Onlangs ontstond een geschil tussehen den Geref. predikant dr. Geelkerken en een bestuurs lichaam van de Geref. Kerken in Nederland over de vraag, of de predikant de in Genesis beschre ven gebeurtenissen over de schepping van wereld en menschdom wel als werkelijk gebeurd opvatte. Kunt u misschien mij daarover nog iets meedeelen er logeeren eenige gereformeerden uit Amsterdam bij ons; wij spraken er over maar ik kan mij in dat vraagstuk niet thuisvinden. A. Wij kunnen niet beter doen dan verwijzen naar een brief, die ruim een maand geleden van geref. zijde over deze zaak aan het Handelsblad werd gezonden en dien wij toevallig nog bezitten. Wij plaatsen dien in dit nummer onder Kerk nieuws. Dr. Geelkerken heeft naar aanleiding van hem door de classis Amsterdam gezonden vraag punten eene brochure geschreven, waaraan de briefschrijver zijne gegevens ontleende. V. Heeft iemand anders dan u, met name een der h.h. Eikelenboom het recht een jaarboekje voor Bloemendaal als „Help u zelf" uit te geven? A. Neen. Onder den nieuwen redacteur Gerh. van Dijk ziet het Augustusnummer der bekende uitgave van de firma C. J. van Houten te WeespOns Eigen Tijdschrift er goed uit. De vorige verdien stelijke redacteur, de heer v. d. Ven, ging blijk baar de uitgeefster wat te veel alleen den folklo ristischen kant op. Onze plaatsgenoot dr. Thysse wordt door Rinke Tolman herdacht, bij een zeer goed gelijkend portret van onzen geleerden natuur vriend. A Mossel geeft een eenvoudige beschrij ving van een zomerreis door het land tussehen twee woestijnen van Kaïro tot Luxor met foto's van den schrijver. Verder bevat de aflevering o.a. Geschiedenis, oude penteekenkunst, belletrie en heel wat aardigs voor de kinderen. Wij knippen de volgende leuke opmerkingen uit „Moeders Dagboek" Tafeltje, dek je 1 Ezeltje, strek je 1 Knuppel uit den zakl IV. Op weg naar huis kwam de jongste zoon ook aan de herberg, waar zijn twee broers bestolen waren. Hij legde zijn ransel voor zich op tafel en hij begon met de andere gasten te spreken over het wonderlijke, dat er al zoo in de wereld gebeurde en dat hij op zijn reizen had gezien. „Ja", zei hij, „men hoort soms wel eens pra ten over een „tafelje, dek je" en het is na tuurlijk wel heel prettig om altijd net zoo veel en net zoo lekker te kunnen eten als men zelf maar wil. Zelfs heb ilT wel eens hooren ver tellen van een „ezeltje, strek je" en dat is nog veel prachtiger, want dan heeft men net zoo vele goud als men maar verkiest en daar voor kan men niet alleen lekker eten koopen, maar kleeren en huizen en paarden en rijtui gen en knechten en al wat men maar wil. Maar dit alles is nog niet te vergelijken bij den schat, dien ik verworven heb en dien ik hier in mijn zak meedraag door de wereld." De waard spitste zijn ooren. Wat ter wereld mag dat wel zijn? dacEt hij. Zoo'n eenvoudige jongen zonder ringen aan de hand, in een eenvoudig werkmanspak! En dan een schat? Een zoo kostbare schat in een gewonen zak? Hij zal met opzet een leelijken groven zak heb ben gekozen om geen argwaan te wekken, maar misschien is die zak wel vol kostbare edelsteenen!" Zoo redeneerde de waard bij zichzelf en hij nam zich voor dien zak in zijn bezit te krijgen, want dan had hij ongetwijfeld alle goede din gen, die er op aarde zijn. Toen het tijd was om te gaan slapen strekte de gast, tot groote verbazing van den waard zich uit op de bank tegen den muur en legde den zak onder zijn hoofd als hoofdkussen. Zoodra de waard meende, dat de gast goed en wel in slaap was gevallen, sloop hij zacht jes naar hem toe en trok voorzichtig aan den zak, terwijl hij reeds een anderen zak had klaar liggen om hem tegen den verlangden schat in te ruilen. De jonge man had dit alles wel verwacht en hield zich eerst slapende. Ja, toen de waard begon te trekken, begon hij zelfs te snurken, zoodat de waard, tevreden over zijn poging en bij zichzelf den jongeling uitlachende over zijn onnoozelheid, aan den zak ging rukken. Deze brutaliteit werd den jongen man te sterk. Hij sprong half overeind en riep: „Knuppel uit den zak" Op 't zelfde oogenblik vloog de dikke knoes- TELEFOONNUMMER 11561 MEEST CONCURREERENDE PRIJZEN Vlugge bediening. Vraagt onze Prijscourant tige stok den zak uit en danste op den vetten rug van den waard en sloeg een doffe rof fel op de vette ronde bollen, die het lichaam van den waard onder den rug uitmaakten. Klap op klap, als regendruppels in een stortbui kwamen ze neer. Pats op den schou der, pats op den rug, pats nog meer; naar beneden, pats op zijn rechterzij, pats op zijn linkerzij., pats bij zijn hals, pats op zijn dij en hoe de waard zich ook wendde of keerde, steeds was de knuppel achter hem en rof felde maar door, zonder een seconde op te houden. De waard schreeuwde en jammerde. Hij huilde om medelijden, maar hoe meer mis baar hij maakte hoe raker het knuppeltje er op los sloeg. Dit duurde net zoo lang tot de waard, kreunend en steunend op den grond neerviel en de knuppel even ophield. Toen begon de jongste der broers te spre ken: „Zie zoo", zei hij, „nu heb je voorloopig ge noeg gehad, dief, die je bent. Als je nu niet gauw maakt, dat je het tafeltje en den ezel hier bij mij brengt, dan zal ik je voor ieder van deze dingen die je gestolen hebt, een dub belen roffel laten geven!" De waard keek hem angstig aan. „Binnen drie tellen of 't is mis met je, want dan laat ik den knuppel in plaats van op je vetten rug op je dikken buik ronddansen tot je pap wordt." „O!.genade, genade!" smeekte de waard. „Ik zaj alles teruggeven, wat ik genomen heb, als u dien vreeselijken sla-duivel maar in zijn zak laat." Dat beloofde de jonge man en bovendien beloofde hij, dat hij den diefstal niet zou aan brengen bij het gerecht, omdat de waard an ders stellig in de gevangenis zon komen. Den volgenden morgen reisde de jongste zoon verder. Het tafeltje had hij op den ezel gebonden maar de knuppelzak bengelde aan een riem over zijn schouder. De waard had hem heel onderdanig geholpen met touw en koord en op bevel van den reiziger was hij zelfs onder den ezel doorgekropen om te zien of het touw wel goed was bevestigd. Maar hij kreunde en zuchtte nog bij iedere beweging, want zijn lichaam was stijf en vol blauwe plekken. De jonge man echter lachte hem stillekes uit. Toen hij wegging gaf hij hem een forschen slag op den dikken schou der en zei lachend: „gezondheid, maar boven al opgepast en maak dat ik niet meer be hoef terug te komen." De oude kleermaker was blij, toen hij zijn jongsten zoon weer terug zag en hij vroeg hem wat hij op zijn reizen al zoo had geleerd. „Och. beste vader, wat ik geleerd heb is niet veel en toch ook alles." „Dat is vreemd." „Dat is het. Geleerd heb ik alleen ouden en armen te helpen, dieven te bewegen tot teruggave van het gestolene, misdadigers te redden uit de gevangenis, beroofden het hun ne weer te geven." „Ei, ei," zei de vader, „dat is geen kleinig heid! En dat klinkt alles mooi genoeg, 's Zon dags kan ik het in de kerk haast niet mooier wanneer U bij het koopen van kleeding uitsluitend op den prijs Iet Een costuum. dat U alleen maar koopt omdat het goedkoop is, zal er ook altijd goedkoop uitzien. Onze EERSTE KLAS ENGELSCHE GEMAAKTE HEERENKLEEDING is in verhouding tot de prima kwaliteit dei stoffen laag gesteld in prijs. Ze wordt door uitsluitend eerste krachten met gebruik van prima fournituren vervaardigd, vandaar haar duurzaamheid en elegant model; terwijl een groote verscheidenheid van modellen in elke maat een onberispelijkeh pasvorm voor teder (iguur garandeert. De recommandatie bewast het Tel: II265Tèmpelijrjstraal Colbert-cosluums in de nieuw ste dessins en modellen, vanaf 32.50 jongeheeren-costuums. «-20.— Gabardine regenjassen 25.— Sportcostuums. Linnen costuums, Flanellen pantalons enz.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1925 | | pagina 3