HUMOR IN WOORD EN BEELD
Abonneert U op
dit Blad.
Opg€
Wij moet€
Heri
19e JAARGi
slootwater was veranderd in een kristallen
karaf met prachtig' fonkelend vruchtennat.
„Wel, wel," zei de oude, „zie nu eens aan
hoe God de domuien voort helpt op reis".
Zij spreidden hun mantels uit op het gras,
gingen daar op zitten en begonnen te eten.
Ze hadden een heerlijken maaltijd en de
oude dankte den domme voor al wat hij ge
geten en gedronken had en zei: „luister nu
goed, mijn zoon. Ga in het bosch, plaats je
bij den eersten dikken boom dien je ziet,
teeken op dien boom en op je zelf een kruis,
een anker en een hart snijd met je mes
een kerf in den bast, laat je dan oogenblik-
kelijk op den grond vallen en blijf stil liggen
tot iemand je zal wekken. Deze zal het schip
voor je bouwen, ga daar in zitten en vlieg
waarheen je wilt, maar neem onderweg
iedereen op, dien je zult ontmoeten".
De domme bedankte den grijsaard en daan-
na namen zij afscheid van elkander. De oude
ging zijns weegs, de domme echter ging naar
het bosch.
Hij liep het bosch in, vond weldra tusschen
de dunne boomen een forschen dikken eik,
teekeude met zijn vinger over den bast een
kruis, een anker en een hart, teekende die
zelfde figuren over zijn borst, sneed met
zijn mes een kerf in den bast aan den voet
van den boom en liet zich toen op den grond
vallen.
Hij sliep oogenblikkelijk in en hij sliep
maar door. Hoe lang hij sliep, heeft hij nooit
geweten. Maar na langen tijd voelde hij plot
seling dat iemand hem aanraakte en hem
wekte met deze woorden: „Sta op, je geluk
ligt voor je klaar, sta oogenblikkelijk op!"
De domme ontwaakte, stond op en toen hij
rond keekdaar stond het schip! Heele-
maal van goud met zilveren masten, met zij
den zeilen, die zich reeds bolden alsof ze di
rect het schip wilden meevoeren in de lucht.
De domme bedacht zich niet lang en nam
plaats in het schip, dat zich op 't zelfde
oogenblik verhief en weg vloog. Het vloog
steeds verder als een pracht-vogel: lager dan
de hemel, hooger dan de aarde geen
mensch die het zag, kon zijn oogen gelooven!
De domme vloog en vloog.
Plotseling zag hij op den breeden weg
beneden hem: een mensch lag met zijn oor.
op den grond. Hij lag te luisteren.
De domoor riep hem toe: „Goeden dag,
oompje".
„Goeden dag, neefje".
„Wat voer jij daar uit?"
„Ik luister of de menschen al op het feest
bij den keizer zijn".
„Dat is knap, want we zijn er nog duizend
mijl vandaan. Maar wil je er ook heen?"
J a
„Goed, stap dan maar in mijn schip".
De luisteraar stapte in 't schip en ze vlo
gen samen weg.
(Wordt vervolgd).
In Rusland heeft men heel groote en heel
hooge kachels, die tevens gebruikt worden
als een soort van bed of rustbank. Men klimt
daar op de kachels om te slapen.
Het kruis is het teeken van het geloof,
het anker van de hoop en het hart van de
liefde.
RAADSELS.
Oplossingen.
1. Ham.
2. Marken.
3. Schar, laken; scharlaken.
4. h
lam
hagel
hagedis
vader
kim
s hagedis.
Nieuwe Raadsels
1. Ladderraadsel.
x boerengereedschap
x uitnemend voedsel
x paardenharen
x wat men in zee doet
x een heeleboel boomen
x waar wij op loopen
x een kleur
x wat vlisgen kan.
Op de kruisjeslijn staat een heuvelrij uit
ons land.
2. Ik ben een vogel van 2 lettergrepen.
Mijn eerste lettergreep noemt een viervoe
tig dier.
Mijn tweede een zoetigheid.
3. Een half huis een halve zaal de romp
van een arend vormen samen een troep
ruiters.
4. Twee pond anderhalf el, hoe lang is dat
bij elkaar?
5. Met een t in 't midden word ik gebruikt
bij 't koken.
Met een r in 't midden ben ik een' man.
Met een g in 't midden ben ik een deel van
een spel.
Met een m in 't midden ben ik een groot
dier.
Abonnemi
per jaar f 3.!
De pr
Abonnement
Door de 1 Jul
in het administral
ons blad is het
in den Gids foutie
Onze telefoonnu
Bloemendaal 22
Haarlem 13684
11862
Leiden 73
Wij moeten sterk
en Ö.1 aanvaarden
maar bljj moet zj;
die zich verkoos d
Zichzelf beperken;
open te bloeien, 1
dan wint de kracht
en blinkt hetlichl
Dün wordt hij h
zijn oorsprong we
wijs man, een kin
Zoö mensch te zi.
met alles één, me
met al wat leeft,
Zaterdag 12 Sept
(Nadi
Walt Whitmar
ter, die het forsi
dat er in de nati
menschen valt i
oog voor het te;
herfst, in de doo
gende Maand", ze
spin, waar zij op
genden hoek alle;
„hoe zij, om d<
zich heen te ond
Zich spinnend
langzaam liet ai
draden,
Die zij steeds
verlengde".
En deze herfst
iets te zeggen.
„En gij, o mijr
hij uit.
„Omgeven, los,
Ruimte,
Eindeloos peir
zoekt gij de sfe
binden,
Tot de tijd, to
zal gelegd zijn,
vasthoudt,
Tot de herfstd
aan vast blijft, o
Er ligt iets ee
heimzinnig spim
den stillen, plecl
er een huiverin
wandelend langs
gend tusschen d<
van de noeste, g
Herfstdraden, w<
laten, want ze i
nen ons zelf, o
onze handen en
herfstwereld is
zinnige draden,
kers arbeiden, oi
Zijn ze niet, d
nen, het beeld v
aanraking zoeke
binding trachten
waarvan zij tot n<
Gelijk de dichte
matelooze ocean
niets dan zwe'
Heelal. Wat is
met zijn omgevi
hem meester, d
hem, waar hij e
kraenten en g<
blijven in eenza;
Heel het wer
slotte niet and;
verbinding. Al
Kasper, Stockholm Sydney Bulletin
Sydney Bulletin, Australia Pele Mele, Paris
Verkooper: „Beter bewijs, hoe sterk de koffer
is, kan ik u toch niet geven!"
Klant: „Alles goed, maar ik zou het eerst zelf
willen probeeren, eer ik hem koop
Kasper, Stockholm
„Je zei altijd, dat je meer van mij hield, dan
van wat ook ter wereld!"
„Ja, maar ik ken nu beter aardrijkskunde dan
vroeger!"
Pele Mele, Paris
„Ik heb maar een ei gehad en je berekent me
een kip!"
„Ja, dat is de gewoonte van 't huis!"
„Nou, dan bon ik blij, dat ik geen biefstuk heb
besteld!"
-- '"tr- „Heb je Jean Jacques Rousseau gelezen."
Boer door de regen uit zijn huis verjaagd„Neen, van geen van allen iets."
„Verschenen Zondag bad onze pastoor voor wat
regen. Dit is toch niet slecht voor ons klein kerkje."
Sydney Bulletin, Australia
Sydney Bulletin, Australia
„Hij vertelde mij, dat hij Zondagnacht van mij
droomde."
„Zoo, hjj vroeg me juist een middeltje tegen
nachtmerrie."
„Allemachtig! Hoe heb je je handen zoo vuil
gemaakt?"
„Ik waschte mjjn gezicht!"
„Het was aardig van je om je plaats aan
oude dame te geven."
k „Ja, het tochtte erg."
Le Bire, Paris
„Dit is een schitterende klok als je weet hoe
je er op moet kijken."
„Hoe je er op moet kijken?"
„Ja. Wanneer de kleine wijzer op 12 staat en
hij slaat 5, dan is 't half drie."
„Jij loopt ook hard!"
„Als ik alleen ben, loop ik nog veel harder 1"
„Dan ben ik toch blij, dat ik nooit met je loop,
s je alleen bent
Sydne/i Bulletin, Australia
Buy Bias, Paris
Modern trein verke er in Frankrijk pagsing s}ww< Londm
Tourist uit Stockholm bezoekt Italië.
die
Dominee: „Windt u niet zoo op Mej. Evertsen,
uw man is binnen de maand weer bij u."
Mej. Evertsen: „Dat is 'them juist, eerwaarde!
Ik had gedacht dat hjj zes maanden zou krijgen
„Denk er om, geen bloemen!"
Passing Show, Londen
lettend!
„Waarom werk je niet! Van hard werken zal
niemand dood gaan
„Dan weet U 't toch niet mevrouw. Ik heb alle
bei mijn vrouwen op die manier verloren
VrouwKon je je hoed niet afnemen voor mevr.
Franken? Je bent toch ook altijd zoo onop-
Sondagsnisse-Strix, Stockholm
Kasper, Stockholm
Uf.A/.Gftcv*.