HUMOR IN WOORD EN BEELD Gratis HAARLE DE MAN MEI I JEUGD EN TUCHT VOOR DE HUISVROUW WELDADIGHEID KERKAGENDA M UITGAVE DE uncolfabri Wij ontvingen van den Algemeenen Se cretaris der Tuchtunie Acacialaan 10 te Baarn, onder den titel: „Onze jeugd en de tucht" het rapport van de Centrale com missie uit de Tucht-unie ter bestudeering van het vraagstuk der baldadigheid van de jeugd met zeven rapporten van Sub- com- missie's en een lijst van voorstellen en ver langens van de Commissie van rapporteurs. Aan dit rapport hebben personen van alle mogelijke richtingen medegewerkt. Wij geven het op aanvrage gaarne aan belang stellenden onder onze abonnee's ter inzage, doch kunnen niet nalaten eenige treffende gedeelten hier over te nemen. „Tuchteloosheid is een overdreven zucht naar ongebonden vrijheid, die zich niet aan de wetten van orde der samenleving stoort, de vrijheid van anderen niet eerbiedigt, de uiting van persoonlijke ondeugden tot schade van de gemeenschap vrijlaat en de persoonlijke rechten van anderen niet ont ziet, omdat zij de eigen plichten tegenover de maatschappij doet over het hoofd zien. Die tuchteloosheid bestaat in alle stan den, op eiken leeftijd, bij beide geslachten en bij eiken graad van stoffelijke wel vaart." Uit de reeks van vermelde oorzaken van tuchteloosheid, die, betreffen de aard van het kind: Is er hier een aangeboren misdadige aan leg aanwezig? Volgens Dr. Burt (Congress British Association te Londen) niet: de verkeerde gedragingen van sommige kin deren zijn versterkte uitingen van alge meen menschelijke instincten. Ook de Hoofdcommissaris van politie te Amster dam („Gong" No. 4/5 April/Mei 1921 blz. 3637) meende, dat de criminaliteit van de jeugd minder een gevolg is van crimi- neelen aanleg dan wel van de zucht om de eentonigheid van het bestaan te verbre ken. Dr. S. van Mesdag (artikel in het „Nieuwsblad van het Noorden", 31 Dec. 1913, in het archief der Tucht-Unie) gaat nog verder in die richting en brengt vele baldadigheden terug tot uitingen van ver hoogde gemoedsstemming als vreugde, die overgaat tot moedwil en eindelijk tot bal dadigheid. (Zie ook blz. 11 vlg. van het reeds genoemde rapport eener commissie uit het Alg. Ned. Verbond 1907). Wel kan ook naar het aanvankelijk oordeel van de ondergeteekenden niet ontkend worden, dat een soort overmoed, ontsproten aan den drang der levensuiting, die vooral in de opgroeiende jeugd, ook in verband met de toenemende lichaamskracht en met de behoefte aan lichamelijke handeling, de behoefte om iets te doen, zijn krachten metterdaad ergens op te probeeren, aan vele baldadigheden ten grondslag ligt. Dit wijst tevens dadelijk op de wijze, waarop die baldadigheid voor een groot deel wel licht kan worden voorkomen, n.l. door te zorgen, dat de gelegenheid tot het uiten van dien levensdrang op ruime wijze en langs gevaarlijke banen wordt gegeven, waarop hieronder bij het bespreken van de richtingen, waarin verbetering zou kunnen worden betracht, nader zal worden terug gekomen (zie ook „Gong" 9/10 Sept.Oct. 1923 blz. 76). Uit de reeks van verbeteringen, welke men bedacht, datgene wat de overheid zou kunnen doen: „Bioscoopcensuur. Brievenbussen (tegen brandstichten enz.) aan trams, in politieposthuizen, brugwach tershuisjes aanbrengen. Enkele duidelijke, pakkende waarschu wingen op openbare plaatsen, trams enz., b.v.„geen bloemen plukken", „steeds rechts houden" enz. Meer speelplaatsen (zie artikel M. Kra mer in „Alg. Handelsblad" 22 Juni 1922). Schoolwerktuinen. Verbetering woningtoestanden. Leeszalen en bibliotheken. Bevorderen van spaarzaamheid. Onbehoorlijke woorden op schuttingen enz. ten spoedigste verwijderen. Bevorderen van sport, en zang. Goed inrichten van volksfeesten. Naast den Centralen Jeugdraad verder jeugd- en kinderraden instellen." En uit het rapport van de Sub-commissie VI (Het kind en het huisgezin) het vol gende „Men kweeke in huis een geest van wel willendheid tegenover de onderwijzers en anderen, onder wier leiding de kinderen komen te staan. Men oef ene geen onjuiste en zelfs geen juiste critiek op de onderwij zers in het bijzijn van de kinderen. Hoog stens wijze men er op dat men zelf een an dere opvatting heeft, doch dat die van den onderwijzer zeer zeker ook haar goeden kant bezit. Men vermijde ook: voor kinder- ooren niet bestemde noch geschikte „strijd vragen" en behandele deze niet in het bij zijn van kinderen. Men wijze de kinderen op welwillenden toon op fouten. Men leere ze deze inzien en verbeteren, men legge uit. De kinderen behoeven niets te verbergen of achter te houden als er wederzijdsch ver trouwen bestaat en zij weten dat zij ge holpen zullen worden." SCHUREN. In de huishouding komen nog heel wat gebruiksvoorwerpen van ijzer voor. En wel om de eenvoudige reden, dat ijzer een van de goedkoopste metalen is. Maar één ding is lastig, het roest zoo gauw. Dus moet er geschuurd worden. Daartoe dompelen we het voorwerp in heet water, waarin zoo veel soda is opgelost, dat het een beetje vet aanvoelt. Dan nemen we een lap met Brusselsch zand of fijn zand en schuren het voorwerp in één richting. Dan afspoe len in schoon water, afdrogen en dadelijk met warm fijn zand naschuren. Hebben we pudding- of andere vormen, waarvan het vertinsel is afgesleten, dan moeten die ook geschuurd worden. Maar niet aan den bin nenkant. En vooral deze vormen zoo min mogelijk met soda behandelen,omdat ze daardoor niet glad genoeg blijven en de puddingen zouden blijven haken. Heele kleine ijzeren of stalen voorwerpen, die door schuren bedorven zouden worden, kunnen we eenige malen in een rauwe aard appel steken of ze met een stukje rauwe aardappel blank wrijven. Heel vuil of ge- roest ijzer- of staalwerk schuren we, vóór het natschuren (sodawater en Brusselsch zand) met schuurlinnen, of ook wel met zand en azijn blank. En helpt ook dat nog niet voldoende, neem dan een lapje ge drenkt in zoutzuur en wrijf daarmee de vlekken weg. Doch men moet er beslist om denken, het voorwerp daarna heel goed en snel met schoon water na te spoelen, om dat zoutzuur sterk op het metaal invreet en bovendien vergif is. Zelfs moeten we andere metalen voorwerpen die te veel van deze laatste behandeling te lijden zou den hebben, als scharen, sleutels enz.. we van roest bevrijden, door ze in de petroleum te leggen om te weeken. Blanke ijzeren platen, bijv. van kachels of gasfornuizen schuren we met schuurlin nen schoon en daarna nog eens met olie en schuurlinnen. 1 dan in een neteldoeksch lapje, met azijn besprenkeld. De kaas wordt dan zeker niet droog. Heeft iemand het doosje schoencrême open laten staan en is het nu een onhandel bare harde koek geworden? Doe er maar een beetje terpentijn -bij, dan wordt de crème weer zacht. Vruchtenvlekken op gekleurde zijde kunnen gewoonlijk wel verwijderd worden door eenvoudig afsponzen met koud water en zeep. Zinken emmers maken we het beste schoon door boenen met warm zeepwater, waarbij wij een beetje petroleum hebben gedaan. Heeft U vleesch in huis, dat U een dag of twee wil bewaren .voordat U het kookt of braadt? Strooi er dan houtskool over, dan blijft het versch. Vóór het gebruik het vleesch natuurlijk eerst afwasschen. Als U nu een busje kachelpolitoer koopt, gooi het dan in een potje leeg en meng den inhoud aan met terpentijn en azijn. Dan doet U drie keer zoo lang met Uw politoer en de glans van Uw kachel is nog veel mooier. Vlekken in het tafellaken? Die er in de wasch soms niet eens zijn uitgegaan? Wrijf ze dan eens met versch citroensap. En dit middeltje werkt nog sterker, ais U het goed daarna buiten in de zon kunt leggen. Weet U wat ook een goed idee is? Om messen en vorken, waarmee visch gegeten is met een versche citroen af te wrijven nadat ze afgewasschen zijn. Dat neemt alle vischlucht weg. WEL, DAT IS HANDIG. Heeft U nog wel eens last, dat de kaas (aan een stukje) droog wordt? Wikkel ze EEN FEESTPUDDING. Wil U Zondag glundere gezichten zien? Of is er dezer dagen een huiselijk feestje? Nu, maak dan eens deze pudding, een Mokkapudding. Er is noodig een halve liter slagroom, één tiende liter koffie-extract, een ons suiker en 5 bladen witte gelatine. Week de gelatine een kwartier in koud water. Los ze dan met de suiker in het koffie-extract op. De room wordt stijfge klopt, waarna we er roerende het wat af gekoelde koffie-extract doorroeren. Af én toe roerend, laten we de massa geleiachtig worden, eenmaal zoover, doen we ze in een met eiwit besmeerden vorm. Koud en stijf laten worden. Dan op een vochtigen schotel storten. Er hoort verder geen saus bij. De Centrale Commissie voor uitzending van Nederlandsche kinderen naar buiten gevestigd te 's-Gravenhage, Frankenslag 83, zendt ons het verslag der handelingen over 1924. Dertig foto's en een grafische voorstelling verduidelijken de tekst. De vereeniging heeft hoofdzakelijk in Gelder land en Friesland kinderen tot aansterking of herstel van gezondheid ondergebracht, tezamen aldus meer dan 3000. Het Haar- lemsch comité zond 124 kinderen uit. In het geheel werden in 1924 uitgezonden 3966 kinderen met 171166 verpleegdagen. Een kinderkamp te Didam dient als her stellingsoord zij die deze vereeniging steunen, er zijn reeds verschillende plaats- genooten onder hen, doen een goed werk. In de Centrale Commissie heeft kapelaan Wennen te Haarlem zitting als 2de Secre taris in het provincieel comité hebben o.a. zitting dr. Kersbergen en dr. v. d. Breggen en de heer J. F. J. Meddens, allen te Haar lem. 19e JAARGANG. ZONDAG 22 NOVEMBER. BL0EMENDAAL Ned. Ned. Herv. Gemeente, voorm. 10 uur, Ds. J. C. van Dijk. 's Avonds 5 uur Ds. J. C. van Dijk. Bidstond Zaterdag 21 Nov. 's avonds 9 uur Consistoriekamer. Jongeliedensamenkomst in gebouw „Mara- natha", des voormiddags 10 uur. De heer H. Gordeau Jr., Bussum, Al gemeen Seer. Ned. Jongel. Verbond, Liturgische dienst. Donderdag 26 November 's Avonds 8 uur Ds. J. C. van ï)ijk, Bij- bellezing. Gereformeerde Kerk, voormiddags 10 uur, Ds. J. C. Brussaard. Nam. 5 uur dezelfde. Nederl. Protestantenbond, gebouw der Bloemendaalsche Schoolvereen. voorm, 10.30 uur. Dr, C. E. Hooykaas van Rotterdam. SANTPOORT Ned. Herv. Gemeente, voormiddags 10 uur, Prof. dr. G. A. van den Bergh van Eijsinga. „Eeuwigheidskinderen." (Pred. 3, vs, 11 m.) Doopsbediening. London Mail, Londen. Passing Show, Londen. Aussie, Australia. Sydney Bulletin, Australia. Meggendorfer Blaetter, Miinchen. #n" i tt i 'V .iVEST Hij„Ik ben blij, dat we de nieuwe maan zagen, vóór we in huis gingen. Het brengt ongeluk, zegt het Engelsche spreekwoord, als je haar door glas ziet!" Passing Show, Londen. Opzichter: „Ga ergens anders spelen, nie mand kan je hier hooren 1" Muzikant: „Dat moet ook niet! Ik ken het ding nog niet!" Aussie, Australia. „Het is toch vreemd, schat, de ambtenaar mompelt een paar woorden en je bent ge trouwd „Ja. En je man mompelt een paar woorden in zijn slaap en je bent gescheiden „Die schilder moet wel gek zijn geweest!" „Maar het schilderij is verkocht!" „Dan is de kooper gek!" Journal Amusant, Par ij s. Electricien (op het dak): „Houd twee van die vier draden vast, George George„Goed Electricien „Voel je iets George: „Nee!" Electricien „Raak de andere twee dan niet aan, want daar staat 2000 volt op!" „Neen, ik ga niet naat tante Bertha. Haar koffie lijkt wel slobkousenwater I" „Maar ze vraagt altijd of je liever thee wilt hebben I" „Ja, maar haar thee is nog erger!" Pêle Mêle, Parijs. DE NIEUWE DIENSTBODE. „Ik zou toch wel eens willen weten of ze op de ark veel aan visschen hebben gedaan 1" „Nee, dat kondén ze niet, want ze hadden maar twee wormen „Je wordt er van beschuldigd je vrouw uit het raam gegooid te hebben I" „Ik deed het in een oogenblik van ver strooidheid „Je moet toch oppassenEen volgend keer kon er wel eens iemand onder loopen I" Abonnementsprijs f 3 vooruitbetaling aan ec verhooging van 15 c Buitenland met vernoc Abonnementen Kunnei HOOFDADMINISTR DE GENESTETWEC ADRES VAN DEN „Marie, vergeet niet de klok op te winder Ze loopt 14 dagen 1" „U denkt toch niet, dat ik voor mijn op volgster werk?" Bijkantoor E VE Dit nummer besta Nadruk Op een der perron sche Centraal-statio; man uit, die zich ii van alle overige ma menigte vormden. van omstreeks zestig oogen in zijn grof, derweg had hij onz< louter door zijn luidt zijn ongegeneerde ir waardigheden van c dcllijk van de grapp Maar overigens h lijks aan zich; hij bleek goed bij zijn geen oplichter en g< Derhalve is het uil maatschappelijke be vreemde gewoonte, i den trein had veria eigen gemaakt. Want ongemeen wat hij ging doen, z< zijn medereizigers woog. In zijn linke reistasch van leer en hij in den zak. En ii klaarblijkelijk een ieder onzer wel ee ter heeft gekocht er in te knijpen, he kan nabootsen. Af en toe blafte middel en deed dan tasch een heuschen Dezen verondersteld op onmiddellijk tol leer van de tasch e< te geven en luidkee nen: „Stil, rekel! Wil j zeg ik, ongelukkig i De man riep dit n zijn barsche blik dec heid geen oogenl speelde zijn spel m tuiging van een toe En telkens weer en de toornige uitva hond in de reista een publiek, dat scl waarvan het niets Want de man ma instrumentjes, die kocht niets en bede om den bijval van h klaarblijkelijk malii spel met het hondji plezier, en toch w gek. Hoe dit geval Het was een gez deze man met het ook blijkens zijn zelfstandig en vrij- ging en zich de - openbare meening lust had, zijn lang van den trein naa; spelletje te verkort vroeg hij niemand Waarom zou hij de paar honderd mi LINCOL-busjes, -d BEWAAI Geldig tot Wenscht U geen d vastges donkere sp; ■nunuii

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1925 | | pagina 12