BEHOEVEN ONS NIET TE ASSOCIEEREN
HET BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD
TWEEDE BLAD
met andere bladen, maar blijven uitsluitend de belangen
der Bloemendalers en hun naaste buren behartigen.
Plaatst daarom Uwe advertenties in en abonneert U op
1
Het Bloemendaalsch Weekblad
No. 6.
(3 FEBRUARI 1926
RAADSVERSLAG
van de raadsvergadering van
NABETRACHTING
DONDERDAG 11 FEBRUARI 1926
Nam. 2 uur.
Aanwezig alle leden, behalve nr. J. Luden.
Voorzitter: de Burgemeester.
Eenig agendapunt: Voorstel tot het aangaan van
een tweetal overeenkomsten betreiiende de
exploitatie der Zeewegterreinen met de Erven
Van der Vliet.
De vergadering wordt geopend met de med'e-
deeling der ingekomen stukken zijnde 3 verzoeken
om het voorstel niet, één verzoek om het wel aan
te nemen, en een nota van 3 raadsleden.
De verzoeken der Nederlandsche Natuur-histo-
rische Vereeniging te Hilversum en hare Haarlem-
sche afdeeling strekten om den grond ten noorden
van den Zeeweg als natuurmonument te behouden,
Het Teekencollege: Kunst zij ons doel betuigde
daaraan adhaesie, terwijl de besturen van twee
weiklieden-organisatie's in de gemeente verzoch
ten als middel voor werkverruiming van ver
schillenden aard zoodanig te besluiten dat de
exploitatie van de Zeeweggronden mogelijk wordt.
De raadsleden De Roo van Alderwerelt, Bornwater
en Hogenbirk hadden aan den Raad in overweging
gegeven te besluiten, dat hij de gelden, welke de
gemeente ontvangen zal van de Erven Van der
Vliet, alvorens daaraan, een andere bestemming te
geven, zal aanwenden, in den vorm van een rente
loos voorschot, voor zoover noodig, tot aanleg der
werken van Gas- en Waterleiding, benoodigd ten
behoeve van de exploitatie der gronden aan den
Zeeweg, zooals bedoeld in de met de Erven Van
der Vliet te sluiten overeenkomsten A en B. met
de bijopmerking dat bij de uitvoering der gas- en
waterleidingwerken telkens kon blijken, welk deel
ten laste der Zeewegexploitatie moet worden ge
bracht.
De heer De Waal Malelijt zegt naar aanleiding
der ingekomen stukken, het aan verkeerde voor
lichting door de dagbladen (lieve lezer let op on
zen naam het Bloemendaalsch Weekblad) toe te
schrijven dat de menschen meenen: kelderen deze
voorstellen dan zal en kan aan den Zeeweg niet
worden gebouwd, dat is niet waar, dit bouwen is
reeds in onze bouwverordening geregeld.
De burgemeester opent de algemeene beschou
wingen met als minderheid van B. en W. de aan
neming der voorstellen te ontraden op grond, dat
de gevolgen van eventueele aanneming niet zijn te
•overzien, de belangen: der Erven Van der Vliet er
beter in bevestigd zijn dan die der gemeente; en
men z. i. niet door zulk een privaatrechtelijke
overeenkomst bevoegdheden van een gemeente
bestuur mag te niet d'oen.
De heer Kremer is het eerste raadslid dat alge
meene beschouwingen houdt. Hoe welwillend hij
ook als privé persoon mèt alle andere raadsleden
moge staan tegenover de Erven Van der Vliet,
voor wie de onteigening der Zeeweggronden on-
pleizierig is geweest en die door B. en W. des
tijds niet altijd welwillend en correct zijn behan
deld', als raadslid stuit het hem tegen de borst
rechten en concessie's der gemeente voor geld te
verkoopen.
De heer De Visser deelt dit standpunt en staat
bepaald afwijzend tegenover het contract. Hij heeft
de geschiedenis van den aanleg van den Zeeweg
nagegaan en geeft deze in groote lijnen weer, niet
verder teruggaande dan het begin der 20e eeuw.
Bloemendaal werd toen uit zijn isolement verlost,
trams kwamen in exploitatie, de Amsterdammers
kwamen hierheen, en dagjesmenschen, alleen om
de natuur; angstvallig maar begrijpelijk was het
verzet der eigenaren tegen vernieling der duinen;
in 1904 toen een legger der openbare wegen werd
aangelegd, klaagde mevr. Van der Vliet daarover,
in het bijzonder waar 't ging om wegen naar zee
(Zeeweg I met een lus, de Zeeweg II en 't zgn.
Zeepad). Eerst de raadscommissie en de Raad' toen
Ged. Staten brachten die wegen op den legger,
omdat naar zij stelden de bewoners van Ael-
bertberg (Bloemendaal) en Tetterode (O ver
veen) van oudsher recht hadden om van uit hunne
dorpen naar zee te gaan. Mevr. Van der Vliet dien
de tegen deze beslissing bezwaren in bij de Kroon.
Daar was de zaak nog aanhangig toen de oorlog
uitbrak. Zij bleef daardoor slepen. Een andere
geest kwam over de menschen. Eenerzijds veel
werkeloosheid', anderzijds scheutigheid en broe
derschapszin.
De burgemeester leidde 1 September 1914 onder
handelingen met Mr. Luden als gemachtigde der
erfgenamen van mevr. Van der Vliet in. Reeds op
9 September 1914 bereikte den Raad een aanbod
van den rentmeester dier familie om mee te wer
ken tot den aanleg van een weg breed 12 M. onge
veer loopende als het Zeepad. De Raad vond dit te
smal. bovendien zou die weg grootendeels op ge
bied van Zandvoort liggen. Weer kwam vlot een
ander voorstel, getraceerd ongeveer als nu de
Zeeweg loopt, breedte 1722 M., de ondergrond
werd aan de gemeente in erfpacht aangeboden
tegen een Canon ('t recht dat bij erfpacht gehe
ven wordt) van f 1.per jaar. De begrooting van
aanleg was f 100.000. De Erven Van der Vliet wil
den toen niet slechter behandeld worden dan
anderen in de gemeente en met name dat geen
specifieke belasting voor uitweg van af hun ter
reinen e. d. zouden worden geheven, dat geen tram
zou mogen komen, en vooral waren zij er tegen,
dat men van den weg af over de duinen naar zee
zou mogen afdalen. Toen kwam een wijziging in de
Onteigeningswet, die onteigening mogelijk maakte
gekoppeld aan bestrijding van werkloosheid. Aan
genomen werd een motie Jacometti om de zaak te
forceeren. De tijdgeest was toen zoo, ik zou zei
spr. in dien tijd zelf ook zoo zijn geweest, dat ieder
dacht alleen met dwang iets te kunnen bereiken.
Ook in deze zaak werd de machtsquestie gesteld;
de maskers werden afgeworpen. In den Raad wer
den de plannen steeds opgevoerd. Van 100.000
werden de kosten op 300.000 later op 600.000 j
geraamd, met 100 M. breedte; dat vond' de minis- j
ter te veel, zoo werd de breedte 50 M.
De heer Laan weer in den Raad benoemd, zeide 1
in 1921 door alle mooie plannen zijn we in den
put geraakt, de hoofdelijke Omslag in 1904 nog
36000.'beliep toen 777.000; als koopman
heeft hij nu steeds gedacht, hoe krijgen wij de (in
middels voor den aanleg uitgegeven) dubbeltjes
terug. Met de Erven Van der Vliet werd daartoe
onderhandeld over den aankoop der aan den Zee
weg gelegen gronden. Dit voorstel is ten slotte ge
vallen.
Tot zoover de geschiedenis. Nu zijn we niet meer
in den crisistijd. Met een commercieel contract
den toestand te verbeteren1 acht spr. nu niet meer
•goed te keuren. Niettegenstaande onze lasten voort
gekomen uit de aanlegkosten van den weg sluit
onze rekening met een belastingpercentage van
3pCt» Speciaal van het nu voorgestelde contract
is het groote gevaar, dat de gemeente al hare rec'h- j
ten overdraagt aan eene particuliere firma, wie 't
alleen te doen is om onze dubbeltjes, ze begint j
natuurlijk de beste stukken, aan den boulevard aan'
zee, te verkoopen, wij krijgen een Bloemendaal- j
aan-Zee concurreerend met Zandvoort, 3-maanden'
bewoond, 9 onbewoond, een uithoek, in dien zin
een 2e Vogelenzang, maar dat veel meer zal kosten,
een wijk waarover overeengekomen zal worden
dat ze niet van slechtere conditie zijn mag danl
andere benoorden den Zandvoorterstraatweg, dus
beter dan Vogelenzang, dat echter wel zal m'ogenl
meebetalen. Spr. acht hier niet de weg der natuur
lijke ontwikkeling gevolgd. Wat spr. wil is een
normale ontwikkeling met inachtneming van den!
gewonen wettelijken weg, groei van de Zeeweg-
bebouwing van Bloemendaal niet van zee uit en
onze-eigen wettelijke bevoegdheden zelf in de hand
houden.
De heer Schulz zegt: alleen aan de orde is de
questie van de exploitatie van de gronden aan den
Zeeweg gelegen in verband met de finantieele be
langen der gemeente. Degenen die vragen de dui
nen onbebouwd te houden wenden zich bij ons aan!
het verkeerde adres, zij hadden bij de eigenaren
moeten zijn. De 'bebouwing van den weg is niet té
keeren; verwerping van de voordracht op dien
grond heeft geen zin. Bij de vraag wat nu gebeuren
moet in het algemeen belang ziet spr. twee wegen
a. een minnelijke schikking in den geest als in deze
overeenkomst is bedoeld'; b. de heffing van verschil
lende belastingen (met name de zgn. baatbelasting)
Spr. voelt 't meeste voor 't eerste; al zijn er vee
bezwaren; de eigenaren zijn op verschillende wijze
de gemeente tegemoet gekomen, de Raad heeft he
recht en de plicht om tegenover hen coulant te
zijn. Het heffen van een baatbelasting geeft grootere
vrijheid, maar het is volkomen onzeker, wat ze zat
opbrengen. Kant noch wal raakte z. i. de bereke
ning van den burgemeester; zoolang gas- etn water
leiding niet zijn aangelegd is de grondwaarde geeri
4.Z.i. ligt ze dichter bij 7 ets. de Meter.
Hetgeen wij nu zouden onvtangen f 377.000) weegt
z.i. op tegen hetgeen een baatbelasting zou kunnen
opleveren.
Dan het punt der werkverruiming; in het vorig
jaar is nog f 30.000 aan weikloosheidszorg besteed,
de wegenaanleg, de bouwerij alles zal werkverrui
ming geven.
Wat betreft de plek, waarop men met bouwen
beginnen moet, de Erven Van der Vliet kunnen ook
zonder de overeenkomst, aan zee laten beginnen,
ze kunnen dan van uit Zandvoort gas- en water
ontvangen, wij hebben dan voor politietoezicht e.d.
te zorgen. Een verbod cxm te bouwen zou ons 't
geldbedrag kosten.
De heer Van Kessel sluit zich in hoofdzaak bij
den heer Sc'hulz aan. Maar hij heeft nog dit: de
Raad heeft aan de Zeeweg-commissie op 21 Jul
1923 met algemeeue stemmen de opdracht gegeven
,.te trachten op nieuwen basis met de Erven Van
der Vliet tot overeenstemming te komen, opdat de
gronden langs den Zeeweg in exploitatie komen."
Dit moet de heer De Visser, die de gébeele ge
schiedenis zoo nauwkeurig naging, ook hebben ge
vonden:
De Burgemeester k'om't op tegen den aanval van
den heer Schulz: het ontwerp der baatbelasting is
destijds in Haarlem en Den Haag niet bestreden, de
prijs van 4 per M. was niet als waardeering maar
als voorbeeld genoemd.
De heer Kremer brengt het betoog van den heer
Sc'hulz in Het Bloemendaalsch Weekblad ter
sprake. Hij voelt voor een minnelijke regeling met
de Erven Van der Vliet, hij gelooft niet dat ze erg
gesteld zijn op de explpitatie hij wil de toestand;
laten zooals hij is, 'een natuurmonument is vooral
voor den kleinen man, toch wel de moeit waard!
Bij verwerping komen wij met plannen.
Wethouder Laan betreurt dat de drie Vrijheids-
bonders (Kremer, de Viss<er., Mollerus) niet vroeger
lid waren van den Raad'; De gemeente had alles
in handen moeten 'houden. Omdat de Vrijheidsbon-
ders nu beseffen destijds (met de actie tegen ge
meente-exploitatie) verkeerd te hebben gedaan,
zitten ze nu met 't geval. We hadden voor 8 ton
kunnen krijgen, wat nu H/a imillioen zou kosten.
De Erven Van der Vliet zeiden nu gij niet wilt
gaan wij onzen gang. Thans is er iets op gevonden
de gemeente toch eenigszins te laten profiteeren,
maar voor de overdreven malligheden en 't feit
den duren tijd te hebben gekozen, moeten we zelf
opkomen. We krijgen behalve de kleine 4 t'on de
prijs van den ondergrond van den weg terug. Laat
ons eerst zien zooveel mogelijk geld te redden,
zegt bijgeval de firma Van Dam (degene die op
haar beurt met de Erven Van der Vliet heeft ge
contracteerd) ik geef 't jullie (de gemeente) weer,
dan zeg ik: als 't u 'blieft. Door ons enkele vrijhe
den te ontzeggen, komen we er zoo. 't Zijn volgens
spr. allemaal kleine questie's die men opwerpt,
dan zegt hij: „Ik sta er borg voor, dat als we dat
contract aangaan, we heel voordeelige zaken zul
len doen en er nooit berouw van zullen hebben.
Niemand kan in de toekomst zien, maar ik ont
ken, dat de belangen der gemeente niet even goed
bevestigd zijn als die van de wederpartij. Ik neem
als raadslid alle gevolgen van dit contract op mij.
Laten de 'heeren het nu verder kort maken.
De heer Kremer: Laat ons dan maar naar huis
gaan.
Laan: Dat was misschien ook wel 't beste, enz.
(De vergadering wordt geschorst. De heer Mol
lerus vertrekt).
Art. 1. (Zie het tweede blad van het vorig num
mer van Het Bloemendaalsch Weekblad).
Op voorstel van den heer Prinsenberg worden de
woorden in de slot-alinea: „zonder deswege ver
goeding verschuldigd' te zijn", vervangen door „on
der de dan vigeerende bepalingen".
Het amendement van de H. H. De Visser en Kre
mer en Mollerus komt blijkbaar te vervallen. Zij
stemmen tegen dit artikel.
Art. 2. Op voorstel van den heer Prinsenberg
wordt het slot van dit artikel zoodanig gewijzigd,
dat voor „putten en riolen voor afvoer van het
hemelwater" wordt gelezen „inrichtingen voor enz.,
terwijl wordt ingelascht, dat de exploitant ook die
inrichtingen, bekostigt en beschikbaar stelt. Vele
leden waren van oordeel, dat langs den Zeeweg
van rioleering geen sprake kan zijn. op sommige
plaatsen zou het riool 15 M. diep moeten liggen.
De in dit artikel genoemde bijdrage der Erven
Van der Vliet in de kosten van de gas- water- en
electriciteitsgeleidingen van hoogstens 80.000
vormen in verband met 'de 'begrooting der bedrij-
ven-commissie van f 300.000 een onderwerp van
uitvoerig heen en weer redeneeren zonder and^r
resultaat, dan dat de meerderheid van den Raad
wel overtuigd bleek, dat wil men een en ander
goed maken er meer dan f 160.000 mee gemoeid zal
zijn. De heer D'e Waal Malefijt drong daarbij aan op
geleidelijke uitvoering. De heer Laan acht f 160.000
voldoende en stelt uitdrukkelijk dat dit bedrag aan
de Erven Van der Vliet is genoemd en men nu
niet meer van hen kan eischen dan de helft daar
van.
De heer Prinsenberg stelt bij dit artikel, dat die
kosten eener eventueele rioleering voor vuilafvoer
ontmoeting voor de exploitanten komen, en de ge
meente zoodra men koont met bouwplannen voor
wegen achter den Zeeweg te dien aanzien hare
voorwaarden kan stellen.
(De vergadering wordt hierna verdaagd tot
's avonds 8 uur).
De heer Laan stelt hierin uitdrukkelijk, dat aan
j de Erven Van der Vliet beloofd is hen hoogstens
i f 80.000 in den aanleg der leidingen te laten beta-
I len.
Tegen den Burgemeester in, die zegt dit alleen
als een principieele beslissing te beschouwen komt
de heer Schulz op voor het moreele belang der ge
meente om woord te houden.
Het voorstel van de heer de Roo, Hogenbirk en
Bornwater (zie de ingekomen stukken) wordt met
9 tegen 4 stemmen aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen
een voorstel van den heer Kremer om aan de Er
ven Van der Vliet te vragen de helft der aanleg
kosten van d'e leidingen met toebe'hooren te be
talen ook als die helft 80.000 overschrijdt.
Verworpen met 4 tegen 9 stemmen wordt een
voorstel van den heer Hogenbirk om aan de exploi
tanten en hunne erfgenamen t-e verbieden op de
betrokken terreinen eigen waterwinning toe te
passen.
Een voorstel van den heer Prinsenberg werd1 met
1 stem meerderheid verworpen.
Hierna werd het gewijzigde artikel 2 aangeno
men.
Bij art. 3 behandeld in verband met art. 14 werd
met 11 tegen 2 stemmen verworpen het amende
ment der heeren Kremer c. s. om den datum van
inwerkingtreding van de overeenkomst te verschui
ven van zegge 15 April a. s. tot uiterst een maand
nadat het contract in hoogste instantie zal zijn
goedgekeurd.
Artikel 3 werd in de discussie zoo uitgelegd, dat
het bedoelt de baatbelasting, die men niet op de
gewone wijze wilde heffen, te compenseeren mot de
f 377.000.welke de gemeente ineens ontvangt; de
woorden van 'dit artikel „als bijdrage in d'e kosten
van aanleg van den Zeeweg" sluiten zich daarom
voldoende bij de woorden van art. 242d der ge-
meentewet aan.
De Raad toonde zich overtuigd dat van een
bouwbelasting in deze zaak niet zal komen en liet
in verband met vorenstaande uitlegging van art. 3
art. 4 geheel vervallen.
In de plaats daarvan kwam het volgende door
den heer Hogenbirk voorgestelde artikel dat tegen
het s'lot der vergadering aan de orde kwam maar
hier zijn plaats mog evinden.
Op het gebied, dat gevormd wordt door den in
•den aanhef van art. 1 beschreven grond zullen geen
zanderijen mogen worden ingericht; het op die ter
reinen aanwezige zand mag niet worden verkocht
en zal slechts mogen worden vervoerd, •indien het
zand benut zal worden voor andere terreinen van
den in den aanhef van 1 beschreven grond; onder
dit verbod is echter niet begrepen het vervoeren
zan zand van de terreinen door Bloemendaal, mits
dat zand uitsluitend en rechtstreeks1 voor eigen ge
bruik van Bloemendaal bestemd is. Deze bepaling
zal worden gevestigd als erfdienstbaarheid ten laste
van het 'hierboven genoemde gebied' en ten behoeve
van den Zeeweg.
Te sprake kwam nu wederom de opdracht aan
den raadsman der gemeente verstrekt, met name
deelde wethouder Laan mede dat deze daartoe
strekte zoodanige overeenkomsten te formuleeren
dat ze niet naar Ged'. Staten toe moesten, of zoo
als weth. Van Nederhasselt 't drukte zop dat, als
ze naar hen toe moesten, ze zouden worden goed
gekeurd.
De heer De Visser gaf op de verschillende arti
kelen toelichtingen 'op deamendementen van hem
en de zijnen.
De artikelen 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 werden on
veranderd aangenomen.
Artikel 12 werd aangevuld met de bepaling zoo
wel door d'e Zeewegcommissie, als door de heeren
De Visser c.s. voorgesteld, krachtens welke de
Erven Van der Vliet ook 'hunne verplichting om
hoogstens f 80.000 te betalen en art. 2 niet aan
anderen mogen overdragen.
De artikelen 13, 14, 15 en met de slotbepaling en
de geheéle overeenkomst B (zie hierover onze na
betrachting) bleven ongewijzigd.
De heer Schulz deed vastleggen, dat bij het voor
de Zeewegterreinen te maken uitbreidingsplan de
bestemming der met blauwe kleur aangegeven ter
reinen behoorlijk zal worden aangegeven.
De ge'heele voordracht werd daarop in stemming
gebracht en met 2 stemmen tegen, die van de H. H
Kremer en De Visser aangenomen.
De heer Prinsenberg bracht hierop hulde aan de
Zeewegcommissie,
De heer Laan aan de familie Van der Vliet.
De heer De Visser sluit zich hoewel opposant,
namens zijne fractie bij de hulde van de Zeeweg-
commissie aan.
Hierna werd de vergadering zeer laat gesloten.
De stemming in den Raad werd zij het
voor een klein gedeelte bedorven door
een circulaire, die blijkbaar in Overveen op
vrij ruime schaal was verspreid (wij had
den zoo'n dingetje niet te zien gekregen)
waarin tegen aanneming der Zeewegvoor-
stellen, op een honende manier gewaar
schuwd en gedreigd werd.
Voor zoover wij konden nagaan houden
publiek en autoriteiten den heer Otto, die
aldus zou willen naregeeren voor den stel
ler, zoo van wege den stijl als van wege
de onderteekening van dit pamflet met het
initiaal van den naam Eikelenboom, die
zich in vroeger tijd meer heeft geleend
voor het publiceeren van stukken voor
den heer Otto. Op die onderstelling door
gaande achten wij het hier de plaats,
om het volgende nog eens duidelijk
te doen uitkomen: Het krantje dat onder
den naam Bloemendaal's editie hier en
daar in de gemeente verspreid wordt
heeft niets met Het Bloemendaalsch Week
blad te maken, het is er geen uitgave van,
en geen voortzetting, evenmin als van de
Stadseditie der Oprechte Haarlemsche
Courant, het wordt uitgegeven in naam
door den letterzetter den heer Gerrit
Eikelenboom te Schoten, die zich zonder
technisch of moreel recht uitgever noemt,
inderdaad door en voor rekening van zijn
broer Arie Eikelenboom, die te Amsterdam
woont en van daaruit het blaadje ter we
reld brengt; het wordt ten onrechte hier
en daar natuurlijk ten onrechte en soms
zelfs bedriegelijk voorgesteld te moeten
en te kunnen vervangen Het Bloemen
daalsch Weekblad dat hier wordt gedrukt
en uitgegeven.
Als de veronderstelling omtrent den heer
Otto juist is dan vreezen wij, dat de heer
Otto uit hoofde van vroeger door E. hem
bewezen diensten zich niet geheel van hem
kan losmaken, maar wij willen hem dan
toch openlijk aanraden daarmede voor
zichtig te zijnwij zelf zijn met ons goed
vertrouwen in E.,niet het minst op finan-
tieel gebied, bedrogen uitgekomen, en het
feit dat hij en zijn broer G. met de gelden,
die ons onrechtmatig zijn en nog steeds
worden onthouden ons thans concurrentie
trachten aan te doen, getuigt er niet van
dat deze lieden kieskeurig zijn in de mid
delen die zij voor hunne doeleinden aan
wenden. Mocht de veronderstelling omtrent
den heer Otto onjuist zijn, dan betuigen wij
ons leedwezen aan de verbreiding daarvan
te hebben medegewerkt, maar zouden
hem dan willen uitnoodigen duidelijke
maatregelen te nemen dat deze of soortge
lijke onderstellingen niet weder kunnen
rijzen.
Nu ter zake-
Uit ons verslag bemerkt men dat wij het
zooveel mogelijk hebben bekort, wij deden
dit omdat de Raad Donderdag tot kort aan
den nacht vergaderde en wij toch op tijd
willen verschijnen.
Het met 9 tegen 4 stemmen door den
Raad aangenomen voorstel van de heeren
De Roo van Alderwerelt, Bornwater en
Hogenbirk omtrent de bestemming van
een gedeelte der te onvangen Zeeweggel
den werd door den heer Hogenbirk uitne
mend verdedigd. De aanneming heeft tot
gevolg, dat aanleg van gas- en waterleiding
in den Zeeweg niet op de begrootingen der
gemeentelijke gas- en waterleidingdiensten
komt te drukken, zoodat uit dien hoofde
niet voor verhooging van gas- en water-
prijzen behoeft te worden gevreesd. Een
voordeel, al moet wonden toegegeven dat
de desbetreffende uitgaven toch op de ge
meentekas drukken, doch dat bemerkt niet
de huisvrouw, die tegenwoordig toch al
/oor zoovele finantieele vraagstukken staat.
Er is in den Raad niet veel met cijfers ge
goocheld, wel moeten wij er op wijzen,
dat de heer Schulz die den Burgemeester
niet malsch aanviel over zijn oud denk
beeld der baatbelasting den duingrond wel
wat laag, taxeerde toen hij ze eerder in
de buurt van 7 cent dan 4dacht waard
te zijn, dat zal straks wel blijken als men
aan het verkoopen gaat. De Burgemeester
werd door den heer Schulz Donderdag
meermalen heftig aangevallen o.a. omdat
hij in den Raad kwam met een afkeurend
advies, dat hij niet in B. en W. had geuit.
De Burgemeester behield daarbij een
A
-S3