STOEL'S WONINGBUREAU, Bl'daalscheweg 161, Bloemendaal .KRUL Jr. UW ADRES WATER fenhandel THRACIET Levering van ille merken MAISON WILLY :nvegers. i BLOEMENDAAL Telefoon 22012 ïrt toffen tegen con- :n.er wordt alleen e-, belgische- en geleverd, wier d staan als de aarde te bezitten. Voorzien van trische Draaierij het vervaardigen alle onderdeelen SPORT HANDEL EN NIJVERHEID ECONOMISCH OVERZICHT VOOR DE HJISVROUW HUMOR EN SATYRE Dames- en Kinderkapsalons Zijlstraat 53bovcn, Haarlem, Tel. 15112 iGIS EN ZOON :w. Telefoon 13310. .em. NXVEIM ERAALWATER uik zeer voordeelig en Jterschroefflesschtn. s 32 cent. RAFIE de redactie van „Fo- prijsvragen Schoon- „Verbeteren door Ver- -nummer brengt prac'h- inig aantrekkelijke onder een heimachine, een as- rmee de straten gerepa- booten op stroom, ge- De foto's zijn echter vraag „Verbeteren door begeleidende artikel ver- et allerlei fouten, die in ook gereproduceerd wer- zijn. mer een interessant arti- Jeuperman, „Natuuropna- de reflexcamera aan- chtige foto's naar op gemaakt, bewijzen, dat voor Landschapsfoto- keurig geïllustreerde be door Zuid-Limburg, ter- Critiek"- zich bezighoudt iet standpunt in de foto waarop men de opnamen chappelijk aangelegden nog een zeer belang- >nd van Chr. A. C. Nell, over metingen van de Dit is een nieuw ge- tenschap, waarop men dat van het grootste CRICKET. De derde overwinning in successie! Wat geen Bloemendaler had durven veronderstellen, is ge schiedt: Zaterdagmiddag werd op R.C.H. 2 een éclatante victorie behaaldl Er is te meer reden tot juichen, waar R.C.H. 2 tot een der sterkste elftallen van den H.C.B. behoort. Werd een week te voren door haar nog niet tegen C.V.H. gelijk gespeeld, en wisten de batsman der Middenweg-club toen niet op het goede bowlen der Hercules-mensehen 97 runs te scoren? 'Hoe steken de totalen tegen Bloemendaal {le innings 22 runs, waarbij nog 7 extra's, tweede innings 19 runs) daarbij af! Wel is waar moet het bij Bloemendaal hoofd zakelijk van J. Beijk en G. van Dam komen, maar niet uit het oog verloren dient te worden, dat elk elftal een paar „cracks" in zijn midden heeft, van wiet al of niet falen de nederlaag of over winning afhangt. De R.C.H.-ers gingen eerst fielden, en Bloemen daal trok dus naar de wickets. Dank zij Beijk én v. Dam (resp. 14 en 22 runs) worden er 53 runs gescoord. Negen batsman sloegen dus slechts 12 runs! Dit betrekkelijk lage totaal wist R.C.H. zelfs niet te benaderen. Vooral Beijk was niet te be spelen, en het ontzag, dat de R.C.H.-ers voor zijn kogels hadden, w s groot, hoewel o.i. wel wat overdreven, 't Is een feit, dat de Bloemendaal- keeper met een geweldige sneldheid het leder op de wickets loslaat, doch het is eveneens waar, dat de minder goede ballen, die hij er tusschen door gooit, niet afgestraft worden. Dat dit ge brek aan durf is, werd bewezen door de batsmen der Flamingo's, die diverse ballen naar leg joegen. Van Dam bowlde heel zuiver en had ook schitterende cijfers. J. Beijk 6 voor 8, v. Dam, 4 voor 7. R.C.H. ontkwam aan de follow-on, en had het recht, Bloemendaal nog eens in te sturen. Ditmaal werden slechts 39 runs gescoord {Beijk 10, van Dam 15). Wilde R.C.H. winnen, dan moest ze in ruim twee uur speeltijd 71 runs maken, wat zoo 'n groote toer niet is. Weer werd 't een niet te stuiten collapse, 't Geheele team zat nu voor19 runs aan den kant! Thans waren de cijfers J. Beijk 4 voor 10 en G. van Dam 5 voor 6. Nu nam vanDam dus de meeste wickets, hoewel beide bowlers al zeer goedkoop waren! R.C.H, verloor dus op beide innings met 51 runs. WAT IS KAPITAAL? Het ligt voor de hand, dat in een Kroniek als de onze het woord kapitaal telkens gebruikt wordt. Hoe vaak toch bezigen wij niet dit woord met al zijn verbindingen, Kapitaal-vorming, ka- ptitaaDverbruik, kapitaal-vernietiging, enz. Wanneer wij de dagelijksche gesprekken volgen, blijkt ons vaak, dat omtrent het begrip kapitaal nog heel wat misverstand bestaat en dat velen van de beteekenis niet op de 'hoogte zijn. Dan blijkt, dat men kapitaal niet als hulpmiddel bij de voortbrenging beschouwt, maar dat elk bedrag aan geld of bezittingen, dus iedere rijkdom die voor den bezitter winsten, dus renten, kan afwerpen, onafhankelijk van diens arbeid, als kapitaal wordt aangemerkt. „Hij zit er warmpjes in," „hij heeft een aardig kapitaaltje overgespaard", zijn uitdrukkin gen, die in de wandeling gebruikt worden, feite lijk om den betrokken persoon tot bezitter van rijkdommen, dus tot kapitalist te stempelen. Deze aanduiding, of omschrijving houdt ook in een zekere sociale en economische trap van ont- wikkelig, daar hieraan de gedachte ten grondslag ligt, dat iemand, die zijn rijkdom kan aanwenden om door belegging of uitzetting van zijn geld interest te maken, daarvan onbezorgd kan leven of anderen daarvoor kan huren om voor zich te laten werken. De grondslag van deze gedachte rust op het pri vaatbezit en het gebruik beeft door de groote toeneming van 'het crediet, de velerlei wijze van belegging, een omvang van groote beteekenis ge kregen. Deze wijze van kapitaalbelegging of, beter, kapi- taalgebruik, draagt niet het karakter om 'het kapi taal als hulpmiddel van de productie te maken, maar enkel om door anderen arbeid te laten ver richten, zonder zelf te arbeiden en zoo op een gemakkelijke wijze betrekkelijk onbezorgd te leven. Het is dit soort kapitaalbezit, dat voor zekere groepen aanleiding heeft gegeven het kapitaal, en als gevolg daarvan ook de kapitalistische maat schappij, scherp te veroordeelen en te streven naar n maatschappelijke samenleving, waar het kapi taal een andere rol vervullen zal. Een maatschap pij dus, waarin het privaatbezit, de kapitalistische eigendom, óf geheel zal worden opgeheven óf in elk geval geducht beperkt zal worden. Er is echter ook een andere, de zuiver economi sche opvatting, die getypeerd wordt door het klas sieke voorbeeld van Robinson Crusoë. De meesten onzer hebben in hun kinderjaren het boek, dat de lotgevallen van dezen schipbreuke ling bevat, gelezen. En in hun kinderlijkheid hebben zij misschien een maatschappelijke samenleving ge- wenscht, waar op zoo eenvoudige en toch romaiu tische wijze de strijd tegen de zorgen van het bestaan gestreden kon worden. Want op dat on bewoonde eiland speelde 'het geld geen rol van Robinson Crusoë hadden de goudstukken, die hij in de kajuit van het gestrande schip aantrof, als volmaakt nutteloos, geen beteekenis. Deze meening is echter onjuist! Want als Ro binson op dat eiland geen kapitaal had bezeten, dan zou het boek vermoedelijk nooit geschreven zijn. Dan ware het lot van dezen zwerver maar al te spoedig bezegeld geweest en zou onvermij delijk hongerdood gevolgd zijn. Want de gereed schappen en de levensmiddelen, door hem uit de schipbreuk gered, waren in de economische be teekenis kapitaal. Zijn arbeidskracht en ook de na tuurlijke bestaansschatten van het vruchtbare eiland had hij niet productief kunnen maken, zon der de aanwezige hulpmiddelen van het gestrande schip. Kapitaal is dus hulpmiddel voor de productie. Zoo waren de steenen strijdbijl van den oer-wilde, de pijl met de steenen of beenen spits, de een voudige boog, hulpmiddelen voor de productie, voor de voortbrenging van de eerste levensbehoeften van den oudsten mensch. Natuurlijk is dit eerste kapitaal voortgebracht zonder hulp van eenig ander kapitaal. Maar een maal de grondslag gelegd, ontwikkelde de men- scbelijke nijverheid' zich met een snelheid, die werkelijk verbazingwekkend mag heeten. Het spreekt vanzelf, dat door die toeneming van de menschelijke nijverheid, door de economi sche ontwikkeling, ook de rol, die het kapitaal speelt, zich sterk gewijzigd heeft. Dat kan nu een maal niet anders. Van een persoonlijk hulpmiddel van den arbeider heeft het vrijwel een afzonderlijke macht gekregen, waardoor het van productiemid del 'geworden is een Object van winstbejag. Een beschouwing hierover zou buiten het raam van deze Kroniek gaan. Hoe men ook mag denken over de rol, die het kapitaal thans speelt, een maatschappij zonder ka pitaal is moeilijk denkbaar. ring, de fondsvorming, di zware lasten op het tegenwoordige geslacht leglof 't omslagstelstel, dat meer beoogt een bijdrage in de directe kosten, blijkt het groote struikelbik te zijn. De tegenwoordige Miniier van Arbeid schijnt dan ook nog eenigen tijd noodig te hebben, al- vorens een beslissing te 'unnen nemen. Blijkens zijn mededeelingen acht h een verplichte ziekte- I verzekering wel gewenschi Zelfs had hij geen br- zwaar, om de plannen va zijn ambtsvoorganger, de Ziektewet 1913, zij ht dan ook met eenige wijziging in te voeren, teniitvoer te brengen. Aan de in de maatschappij o'gekomen vrije organen wensc'hte hij de noodlge aandacht te schenken, m.a.w. de bijzondere ziéengeldregelingen zullen zooveel mogelijk bij de wt erkend worden. Maar alvorens tot definitieve vorstellen over te gaan, zal eerst nog eens worden nagegaan, welke lasten een en ander voor het bedrijfsleven zal mede brengen. Afwachten is dis de boodschap. Ai beidei sloonen Moeilijkheden inzake de ar beidersbescherming. Iets over arbeids- verzekering. Van. meer dan één zijde wordt in den laatsten aangedrongen op loonsvermindering. Zoodra wordt de winst niet wat klein, of de loonsverlaging wordt aangegrepen als het middel om het bedrijf weer wat op streek te helpen. Nu kan het natuurlijk steeds voorkomen dat een bepaalde onderneming met moeilijkheden te kampen 'heeft, die door loonsverlaging 'kulnnen worden overwonnen. iHet spreekt dan vanzelf dat een dergelijk geneesmiddel hoe onaangenaam dan ook voor betrokkenen, moet worden toegediend. En in die gevallen zal dit middel ook maar tijde lijk worden toegepast. Als algemeene verbetering lijkt ons een toe diening ihiervan minder gewenscht. Het moge dan voor enkele ondernemingen nuttig en noodig zijn, over heel de linie toegediend zou het al spoedig voeren tot een algeheele verarming, die de koop kracht van een groote groep van ons volk ernstig zou drukken. 'Het tegenovergestelde van wat men wenscihte zou gebeuren; in plaats n.l. van een toeneming van handel en industrie, zou stilstand het gevolg zijn. In het practische leven schijnt deze theorie be vestigd te worden. Zoo kwamen in den laatsten tijd zoo goed als geen veranderingen in de loonen tot stand. Voornamelijk blijkt dit uit de vernieu wing van de collectieve contracten, die bijna zon der wijzigingen plaas vonden. Er moge hier of daar dan en kleine veranderingen zijn aangebracht, door verlaging der vroegere loonen of door intrek king van gelegenheidsuitkeeringen; van principi- eele beteekenis waren deze niet. Zoo werd in de Waalsteen-industrie bet loon verlaagd met 1 cent per uur, terwijl in enkele tuinbouwbedrijven m Zuid-Holland en in enkele exportslachterijen in Brabant een kleine verhooging plaats vond. Slechts in één bedrijf werd een belangrijke verlaging voor gesteld, n.l. in 't veenbedrijf in Drenthe. Hier ia de toestand inderdaad moeilijk. De exploitatie is verre van loonend, terwijl van Regeeringszijde geen steun verwacht kan worden. De ondernemers meenden dan ook met krasse maatregelen te moe ten komen en stellen voor de loonen te brengen op het peil van 1914, wat een vermindering van on geveer 40 procent zou 'beteekenen. Wanneer men nu weet, dat het algemeene indexcijfer dat van 1913 op 100 gesteld thans staat op 143, dan be grijpt men, dat de betrokken arbeiders hiervoor weinig voelen. Want ontegenzeglijk is het leven sedert 1914 duurder geworden en is er dus om te leven, naar verhouding, thans' meer geld noodig dan in 1914. Om de toestanden in de veensteken te verbeteren, zullen dan ook andere middelen, b.v. emigratie, noodig zijn. Eigenaardig is, dat in verschillende gemeenten tot loonsverlaging wordt overgegaan. Meestal ge schiedt dit omdat bij ingestelde onderzoeken naar de arbeidsvoorwaarden in bet particuliere bedrijf blijkt, dat 'het loonniveau in die bedrijven alleszins een verlaging van de gemeenteloonen rechtvaardigt. Groot blijven ook nog steeds de moeilijkheden inzake de arbeidersbescherming. Deze vloeien hieruit voort, dat men met twee partijen te doen 'heeft, n.l. werkgevers en werknemers. Wat de eene groep noodig acht voor de instandhouding van het bedrijf, 'kan door de andere groep dikwijls niet worden aangenomen. En het ontbreekt nog steeds aan voldoend overleg, anders zou vanzelf de oplossing gevonden worden, In dit verband kunnen wij b.v. wijzen op de moeilijkheden, welke zich bij de regeling -van den arbeidsduur in het metaalbedrijf te Rotterdam 'hebben voorgedaan. Ook de kwesties inzake do door den Minister van Arbeid te vcrleenen over- werkvergunningen spreken hiervan. Ook de taak van den Minister in deze aangelegenheden is niet zoo gemakkelijk en er worden aan een dergelijk en bewindsman dan ook terecht hooge eischen ge steld. Aan de ondernemingen, die door den hoogen waterstand niet konden werken en toch hun per soneel het volle loon uitkeerden een maat regel die ons zeer sympathiek schijnt werden o-verw rkvergunningen verleend. Omtrent de in te voeren ziekteverzekering kon de betrokken Minister nog geen positieve mede deelingen doen. Het blijft dan ook een moeilijke aangelegenheid. Vooral het systeem der verzeke- Iets over de stoompan.— We weten dat er dikwijls 'heel wat nuttige zouten en sappen (de „kracht" zooals men het ii den volksmond noemt) van groenten worden weggeworpen met het af- kookwater. Ten einde nu alle voedingsstoffen te behouden, maakt men geiruik van de stoompan, waarbij men nog het voorleel heeft, dat er maar een gas- of ander stel notdig is. Het 'koken duurt langer, want het duurt isn poosje, voor overal in de stoompan een temperatuur van 100 gr, be reikt wondt. In het kort gezegd bestaat de stoom pan uit een groote bus, waarin men kokend water doet. Op een voet in dat reservoir worden op elkaar passende pannen gezet. De groote bus wordt gesloten. Boven in zit een gaatje om den stoom te laten ontsnappen. Het voordeel van het koken met stoom is, dat de verschillende spijzen nooit kunnen aanbranden, noch overkoken, terwijl de pannen veel minder te lijden hebben, dan b;j koken direct op het vutr. Het kokende water moet steeds bijgevuld worden, omdat het natuurlijk verdampt. 'Ook moet men er op letten, dat men bij droge spijzen als boonen, rijst, enz. steeds water doet, al hoeft dat niet zooveel te zijn, als bij ge woon 'koken. Verder moeten gerechten, 'die het langst moeten koken om gaar te worden, onderin geplaatst worden. Eén nadeel van dé stoompan is echter, dat er geen gerecht in kan ge kookt worden, waarin eigenlijk geroerd moet worden. Dit zou gaan klonteren. Het dikwijls ge uite bezwaar, als' zouden 'de spijzen in de stoom pan naar elkaar gaan smaken, is geheel onge grond. Zoolang ze koken is dat niet het geval! Alleen als de gerechten in de pan koud zouden worden, zou men die kans loopen. En daarom dient men er steeds 091 „te denken, dat men de pannen, zoodra 'het koken gedaan is, direct van elkaar neemt. Geen beter geschenk, dan een nuttige wenk. Bruine schoenen kunnen donker gemaakt worden door ze met een flanellen lap, in ammonia ge doopt, te wrijven. Herhaal dit een of twee keer en poets ze dan op de gewone manier. Doe een paar druppels olijfolie in- het water, waarin U zeemlederen handschoenen wascht. Ze zullen dan niet hard en stijf worden, zoodat de handschoenen niet zoo gauw zullen slijten. Gooi het stijfselwater na waschdag niet weg. Als U Uw stoep zoo mooi blank schrobt, moet U het stijfselwater voor naspoelen gébruiken, in plaats van gewoon water. Gelijke deelen olijfolie en azijn zijn het beste reiniginsmiddel voor linoleum, dat men zich den ken kan. Breng zijde nooit direct in aanraking met zeep. Wanneer U zijden stoffen wascht, gébruik dan alleen zeepwater. Voorzichtig uitknijpen. Steeds eenige 'keeren naspoelen in lauw water. Schimmel (z.g. het „weer") in linnengoed ver wijderen we op volgende manier. Maak de vlek ken nat. Wrijf ze flink met zeep in. Schraap wat krijt tot poeder en wrijf dat ook flink op de vlek ken. Daarna 'het goed op de gewone manier was- scihen. Voordat U eigengebakken koek, cake, of ander ge'bak in een luchtdichte trommel wegsluit, moet U ze eerst geheel koud laten worden. Nieuw blikwerk (bakvormpjes, enz., enz.) in de 'keuken, moeten we, voordat we het in gebruik gaan nemen, met versche reuzel insmeren en dan goed heet laten worden in den oven. Het zal dan later nooit roesten. Jong echtgenoot: Toen ik gisteravond thuis kwam, 'had mijn vrouw mijn stoel bij den haard geschoven, mijn pantoffels stonden klaar, mijn pijp lag gestopt, mijn huisjasje lag gereed en Oudere vriend: Hoe vond je die nieuwe hoed van je vrouw? Marietje was naar den tandarts geweest. O, mam mie, zei ze, U zei, dat het een pijnlooze tandarts wasl Nu, was dat dan niet waar? Nee, mammie, want toen hij zijn vinger in mijn mond stak en ik er op beet, schreeuwde hij net als een gewone man! Wie was de grootste leugenaar, Henkie? Stilte. Kom, vent, dat moet je toch weten? Ja meester, ik weet natuurlijk wel dat het Ananias was, maar, dan is er nog mijn kleine broer tje! Ja, mijn tante van buiten stuurde me een post wissel voor mijn verjaardag. Fijn, dan kun je mij die f 10.terug geven, die ik je geleend heb. Nou, wacht nou even, laat ik je nou eerst de rest van mijn droom vertellen. U zoudt een zeer goed danseur zijn, als U twee dingen niet had. Welke dan? Uw voeten. Eet je rijstpudding nu netjes op, Jan. Nee, moeder, ik 'hou niet van rijstpudding. Nou lieverd, 'doe dan maar toch net of je er wel van 'houdt. .Neen moeder, ik zal net doen, of ik er toch wel van eet! Vriend: Waarom moet een rechter zoo onbewogen kijken? Rechter: Als hij eenige belangstelling in het ar gument van den verdediger zou toonen zou die kerel nooit ophouden! Vriend: Heb je dat gedicht aan iemanid' voorge lezen? Dichter: Neen. Maar hoe kom je dan aan dat blauwe oog? Ik val 'hier voor je in het stof, zei de ver liefde jongeman, terwijl hij op den vloer van den salon op zijn knieën zonk. Je moet geen leugens vertéllen, zei de be- leedigde schoone, ik heb de 'kamer vanmorgen zelf aangeveegd. Snik: Ik viel vannacht met mijn hoofd tegen de piano. Snak: Pijn gedaan? Snik: Neen, ik viel gelukkig met mijn hoofd op den zaöhten pedaal! Twee dieven vielen een man aan, die er niet zoo gevaarlijk uitzag. Maar al spoedig ontwikkelde zich een gevecht en de dieven ontvingen van den man zulke „doorslaande" bewijzen van kracht, dat zij al gauw spijt begonnen te 'krijgen van hun plan. Maar eindelijk slaagden zij er toch in, hem te be- rooven. Tot hun groote teleurstelling had de man niet meer dan een kwartje in zijn zak. „Wat een geluk,'' zei een van de roovers, „dat hij geen gulden in zijn zak had. Dan had hij ons zeker dood geslagen." Zoonlief studeerde in Leiden en Pa, dien de zoon in geen 5 jaar gezien had, kwam uit Indië over. De student zond zijn vader 'het volgende bericht: ben 'bang, dat ik U misschien niet zoo gauw zal 'ben bank, dat ik U misschien niet zoo gauw zal herkennen. Wilt U daarom, als herkenningsteeken 'bij aankomst aan het station een bankbiljet van f 100.in Uw handen houden? Het gebeurde in het Wilde Westen. Een zeer ongunstig uitziend man liep het kantoor van een advocaat binnen. „Ik heb gehoord,'' zeide hij, „dat jij nogal een handige kerel bent. Ben je erg duur?" „Niet bijzonder," zei de advocaat. „Wat zou je rekenen om iemand te verdedigen, die een ander vermoord heeft?" 100 is mijn prijs voor een moordzaak.'1 De man knikte en ging brommend heen. Een uur later kwam hij terug, legde 100 op de schrijftafel van den advocaat en zei: „Ga je gang nou maar. Ik heb 'm 'kapot gemaakt." Een jonge, elegante vrouw ging op reis en kwam haar paspoort halen. Het spijt me mevrouw, zei 'de klerk, er is een fout gemaakt. Hier staat dat Uw haar donker is, in plaats van licht blond. O, nu, zei de dame, wat zullen we doen, wilt U het veranderen of zal ik het doen? Enthousiast vader: Josefientje gaat met sprongen vooruit op de piano! Buurman: dat dacht ik al! In kon nooit gelooven, dat zij al dat lawaai alleen met haar handen kon maken. Een man had zijn vriend al geruimen tijd ver veeld met een opsomming van de uitnemende hoe danigheden van zijn 'hond. Op eens zag hij een groote, roo'd? kat op den weg loopen. Pak ze! riep 'hij tot den hond. De hond gaapte eens, keek zijn -baas aan, ging toen zitten en krabde bedachtzaam aan zijn oor. Rood van opwinding bulderde de baas den bond toe, den kat te pakken. Zonder resultaat. De hond ging 'kalm liggen slapen en verroerde geen vin. Buiten zich zeiven riep de eigenaar tot zijn vriend: Wat zou jij nu van zoo'n hond maken? Worst, zei de vriend lakoniek. oqooooooooooooooooooooooocoooooooooooooooooooooooooocxxxxmoooooo' VERKOUDHEID voor VOLWASSENEN een BEZWAAR, is voor zuigelingen en kleuters een GEVAAR. Van elke honderd kinderen, die be neden het jaar sterven, gaan er twintig dood aan longaandoeningen. Moeders, houdt daarom ver kouden en hoestende personen uit de buurt van Uw kleinen. oooockxx)oooooooooooocxxxxxxocxxxxxxx)cxx)oooooooooc)Oooooocxx)OOOooo WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat we in Maart een uur zonlicht meer per dag winnen? d a t volgens de traditie Noach op 17 Maart in zijn ark ging? 'd a t Maart afkomstig is van den Romeinschen naam voor deze maand: Martius, en dat de Ro meinen deze maand aan hun oorlogsgod „Mars" wijdden? dat Keizer Numa, door de maanden Januari en Februari aan den kalender toe te voegen, Maart van zijn oorspronkelijke positie als eerste maand des jaars verdreef? dat er onder de Engelsche kiezer 11 mannen zijn op elke 8 vrouwen? dat Amerikaansc'he 'bezoekers aan Londen elk jaar ongeveer 250 millioen gulden in die stad uit geven? dat bij de vulkanische uitbarsting van Kraka- tau (Java) in 1883 35.000 menschen om het leven kwamen op de kust van Java en Sumatra door een vloedgolf? dat de zon toen verduisterd werd door een dikke intense duisternis? dat stoom en rookzuilen de lucht in spoten, vele duizenden meters hoog? ld' a t in Batavia, dat op 96 mijl afstand ligt, de ruiten braken en de straten bedekt werden met een dik grijs poeder? dat er op Java vele heetwaterbronnen zijn? dat het leger der overwinnaars van Waterloo slechts uit 67.000 man bestond (Engelschen, Schot ten, Ieren en Duitschers)? GEVONDEN VOORWERPEN Terug te bekomen bij: Tooment, Boschlaan 6, B'oemendaal, een manchester kussentje; J. Walter, Bloemendaalscheweg 117, Bloemendaal, een klein zwart hondje met 'Haarlemsche belastingpenning No, 2480; S. Beijer, Rijksstraatweg 29, Schoten, een paar grijze dameshandschoenen; A. Jonker, Bloemendaalschestraatweg 135, Jan Gijsenvaart, een"- dameshoed; Specht, Zuidertuindorpslaan 6, Overveen, een slinger van auto; Kennel „Haarlem", een bruin hondje; N. v. d. Meer, Koedieflaan 22, Heemstede, een ihandtascbje t. n. van H, Scheij; Bode Raadhuis, Overveen, een heerenparapluie; A, L. Winter, Graaf Florislaan 4, Vogelenzang, een postduif en een rijzweep; N. Paap, Celebes- straat 9, Schoten, 'n paar heerenhandschoenen; van Excel', Frankestraat 41, Haarlem, een zilveren siga rettenkoker; A. Martin, Delftstraat 26, Haarlem, een bruine pet; J. Heinsbergen, Noordertuindorp- laan 5, Overveen, een bruine kinderhoed; aan bet bureau van politie te Overveen, een beertje (kinderspeelgoed), een huissleutel, een maandabon nement tram t. n. van E. van Dam, een zwem broek. KERKAGES1D& ZONDAG 18 JULI. BLOEMENDAAL MED. HERV. GEMEENTE, voormiddag 10 uur, Ds. J. C. van Dijk. Bidstond Zaterdag 17 Juli, 's avonds 9 uur in de Consistoriekamer. JONGEI 'EDENSAMENKOMST in gebouw „Mara- nathades voormiddags 10 uur. de heer J. IJserinkhuijsen van Amsterdam. GEREFORMEERDE KERK, voormiddags 10 uur, Ds. J. C. Brussaard. Nam. 5 uur dezelfde. Voorbereiding H. Avondmaal. AERDENHOUT. „RELIGIEUZE KRING" Aerdenhout—Bentveld. Vereenigingslokaal Eikenlaan 5, v.m. 10.30 u. Ds. A. P. v. d. Water, Doopsg. Pred. te Oppesum. SANTPOORT NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur, Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. Onderwerp: „Gij zult Uzelven liefhebben" Lukas 10 27.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1926 | | pagina 3