VOORDE KINDEREN
HUMOR EN WOORD EN BEELD
WAAR 1
Wetsjorka, Poloenotsjka en
Zorjka
0/y
S BIJKANTOOI
ZZ3 V
si
Bij brand eer
nummers
BLOEMENDAAL Ti
OVERVEEN Ti
AERDENHOUT Tl
BENTVELD Ti
VOGELENZANG - Ti
(Russisch sprookje).
Er leefde, er was eens een koning, die
drie dochters had, drie schoone prinsessen.
Eens wandelden de drie zusters in het slot
park, toen plotseling een hevige wervel
wind kwam opzetten, de drie prinsessen
greep, haar opnam en meevoerde. De ka
meniers en hofdames, die met ontzetting
aanschouwden hoe de aan haar hoede toe
vertrouwde koningsdochters door den
wervelwind weggevoerd werden, snelden
naar den koning en vertelden hem van het
gebeurde. De koning riep al zijn dappere
ruiters en beloofde een hooge belooning
hem, die een spoor van de prinsessen zou
ontdekken. De ruiters zwierven uren lang
door 't land en keerden onverrichterzake
terug. Toen riep de koning al zijn ridders
bijeen en vroeg, wie van hen de prinsessen
wilde zoeken, doch niemand durfde de op
dracht op zich nemen. De koning beloofde
nu den ridder, die een prinses zou be
vrijden, deze tot vrouw te geven en vele
kasteelen en uitgestrekte landerijen te
schenken, maar doodsche stilte bleef in de
troonzaal heerschen en niemand bood den
koning zijn diensten aan. Woedend ver
hief de koning zich van zijn gouden troon,
sloeg met zijn vuist op de tafel en beval
de ridders en rijksgrooten de zaal te ver
laten. Hij riep eenige herauten en gaf hen
opdracht het geheele land te doorkruisen
en overal te vertellen, dat wie 'n prinses
bevrijdde, deze tot vrouw zou krijgen en
rijkelijk beloond worden.
In een gehucht leefde toen een arme
weduwe met haar drie zoons: Wetsjorka,
Poloenotsjka en Zorjka, die in denzelfden
nacht waren geboren.
Weest gegroet, roemrijke koning.
Wij zijn gekomen om u onze diensten aan
te bieden. Veroorloof ons de prinsessen
te gaan zoeken. Wij zijn drie broeder, drie
boerenzoons, en heeten Wetsjorka, Poloe
notsjka en Zorjka.
En wat wenscht gij
Voor ons zelf wenschen wij niets
maar wij verzoeken u voor onze oude moe
der te willen zorgen.
De koning liet onmiddellijk de oude
weduwe halen en verzocht haar in het
koninklijk paleis te wonen en aan den ko
ninklijken disch te eten.
De drie dapperen namen afscheid van
den koning en begaven zich op reis. Zij
reden een maand en nog een maand en
een derde maand en kwamen tenslotte bij
een dicht woud. Aan den rand van het
woud stond een hutje. De drie broeders
tikten aan het raam, maar zij kregen geen
antwoord, want de hut was onbewoond,
verheugd namen de broeders bezit van de
hut en legden zich ter ruste, 's Morgens
gingen de jongere twee broeders op jacht
en Wetsjorka bleef thuis om het eten klaar
te maken. In een stal vlak bij het huisje
vond hij veel schapen; een van deze scha
pen keelde hij, braadde en maakte het
klaar voor het eten. Plotseling ging de
deur open en een oud mannetje met een
langen baard trad de hut 'binnen. Het man
netje keek boos naar Wetsjorka en vroeg:
Hoe hebt gij het aangedurfd mijn
schapen te braden en in mijn huis den
baas te spelen
Eerst moet je wat grooter worden
en dan pas zoo tegen mij spreken, ant
woordde Wetsjorka.
Het mannetje met den langen baard
greep een stok en sloeg daarmee Wetsjor
ka zoo, dat hij half dood neerviel. Daarna
at het mannetje het gebraden schaap op
en verdween in het woud. Wetsjorka om
wond zijn hoofd met een doek en legde
zich op de rustbank neer. De broeders
vroegen hem:
Wat is er gebeurd?
Ik heb een vuur aangemaakt en van
ien rook kreeg ik zoo'n hevigen hoofdpijn,
dat ik den geheelen dag ziek was en niets
voor jullie kon klaar maken.
Den volgenden dag bleef Poloenotsjka
thuis en er gebeurde precies hetzelfde. Den
derden dag bleef Zorjka thuis. Ook hij
braadde een schaap, maakte alles klaar en
legde zich op de bank neer. Plotseling ging
de deur open en het kleine mannetje met
den langen baard trad de hut binnen. Hij
greep zijn stok en sloeg Zorjka op het
hoofd. Zorjka sprong van de bank, pakte
den langen baard van het mannetje beet
en begon het kereltje door de hut te sleu
ren. De lange baard was de eenig kwets
bare plek van het mannetje en hij moest
zich nu gewonnen geven en om genade te
smjeeken. Zorjka echter trok hem naar het
erf en bond zijn baard aan een paal vast.
Daarna keerde de overwinnaar naar de
hut terug en wachtte zijn broeders af.
Toen dezen thuis kwamen zeide Zorjka
spottend:
Ik heb uw hoofdpijn aan een paal
vastgebonden. Gaat het zien.
De broeders snelden naar den paal, maar
het mannetje had zich weten las te rukken
en was gevlucht en alleen een gedeelte
van zijn langen baard was aan den paal
gebleven. Zorjka wilde echter het manne
tje vinden en de drie broeders gingen hem
zoeken, waarvoor zij de bloedsporen volg
den van het mannetje. Zij liepen en liepen
en kwamen ten slotte bij een afgrond.
Zorjka maakte een lang touw, bond dat
om zijn lijf en verzocht zijn broeder hem
in den afgrond neer te laten. Lang duurde
de afdaling, doch, ten slotte voelde hij
grond onder de voeten en bemerkte dat hij
zich. in de onderwereld bevond. Hij liep en
liep en kwam bij een koperen paleis; in
het paleis vond hij de jongste prinses, die
hem begroette en vroeg:
Hoe zijt gij hier beland, dappere
jonkman? Komt gij uit eigen wil of nood
gedwongen
Uwe vader heeft ons gezonden om
zijn dochters te zoeken, antwoordde Zorj
ka.
Verheugd verwelkomde zij hem op
nieuw, verzocht hem aan tafel te gaan
zitten en met haar het middagmaal te nut
tigen. Daarna gaf zij hem een glas met
een vreemd uitziend vocht en zei:
Drink en uwe krachten zullen toe
nemen.
Zorjka dronk het glas leeg en hij voelde
dat 'n geweldige kracht in z'n aderen be
gon te bruisen. Plotseling hoorde hij het
loeien van den storm. De prinses verbleekte
greep Zorjka bij de hand en leidde hem
naai* een andere kamer.
Het is mijn man, de draak, zeide zij.
De draak met de drie koppen vloog als
een stormwind het vertrek binnen, snoof
de lucht en riep:
Het riekt hier naar een mensch. Een
Rus moet hier in het paleis zijn. Wie is
het?
Er is hier niemand, antwoordde de
prinses. Gij hebt zeker boven Rusland ge
vlogen en daarom schijnt het u toe, dat
het ook hier naar menschen riekt.
De draak zei niets en nam plaats aan
den disch. Na 'n overvloedigen maaltijd
legde hij een van zijn koppen op den schoot
van de prinses en viel weldra in slaap.
Zorjka, die alles gezien had, sloop uit zijn
schuilhoek, hieuw den draak de drie kop
pen af en verbrandde zijn lichaam. Daarna
aam hij afscheid van de prinses en begaf
zich verder.
Na een lange reis kwam hij bij een zil
veren paleis, waar de tweede prinses leef
de. Hier doodde hij de draak met 6 koppen
en zette daarna de reis voort. Lang schreed
hij door de troostelooze vlakten van de
onderwereld, waar de oudste prinses leef
de. Hier doodde hij den draak met cfe
twaalf koppen, bevrijdde de prinses en
keerde met haar terug. Onderweg namen
zij de twee jongere prinsessen mee en met
hun vieren haastten zij zich naar den uit
gang.
Wetsjorka en Poloenotsjka begonnen
reeds te wanhopen ooit hun vermetelen
broeder weer te zien, toen zij bemerkten,
dat het touw bewoog. Haastig trokken zij
het touw naar boven, maar in plaats van
Zorjka kwam de jongste prinses naar
boven. Daarna volgden de andere twee
prinsessen en ten slotte de dappere Zorjka.
De vreugde van den koning kende geen
grenzen, toen hij zijn dochters levend voor
zich zag en hij beval de drie paren in den
echt te verbinden.
Toen de oude koning stierf volgde Zorjka
hem op en heeft nooit in Rusland een vorst
geregeerd, die zoo door het volk bemind
werd als hij.
„Guerin Meschino", Milaan
L e R i r e, Parijs
P 1 e M 1 e, Parijs
P 1 e M 1 e, Parijs
Wagner: Er is zeker weer een groote ramp
op aarde
Meyerbeer Een oorlog
VerdiEen vulcanische uitbarsting
(De lezer stelle zich gerust :de radio verspreid
slechts een concert van kamermuziek.)
En heb je nu een spons meegebracht
Neen, er was geen enkele spons te krijgen,
die deugde in allemaal zaten gaatjes.
Mijn grootste vrees is, dat ze mij na mijn
overlijden levend zouden begraven
O, juffrouw Jansen, de mannen deugen geen
van allen! Wat ik je zeg Allemaal even
slecht! Nee, hoor, ais het riet was, dat de mijne
gestorven was, dan had ik nooit meer een ander
genomen
Journal Amusant, Parijs
K a s p e r, Stockholm
Lachen Links, Berlijn
1 «'*>4
Passing Show, Londen
(ff.
tl-'-Vï
t,S»miR(r
Jfc» JghX)
Zeg, Jan, zit het touw er zoo strak genoeg
omheen?
Neen, Fidel, nu niet meeloopen. Koest!
Gauw naar huis!
Wat? Zeg je, dat de politiek de goede ma
nieren doet verdwijnen? Wil je wel eens gauw
bekennen, dat je ongelijk hebt? Zoo'n be-
ieediging
Ze hebben den grootsten hoteldief van de
Riviera gepakt!
O ja? En van welk hotel was hij directeur.
abonnementspf
jaar bij vooruitbetal
datum verhooging va
't Buitenland met v«
71/2 ct. Abonnementi
I
S HAARLI
(Nadruk
Peer Gynt, de ho
drama, dat door de
gemeene bekendhei
waarop door de
Schouwtooneel wed
vallen is, is het zin
loos naar luchtkaste
die in de werkelijk]
voldoening vindt vc
tischen geest. Als
van do rotsen afsp:
aankomt, is de or
geluk door het levei
loozen zwerftocht h
gen tot stand gebre
zelf niet in geloofdi
als ze waren gesch;
gestort. En tenslot
dom aan zijn dade
wijze een eind mat
dige dolleman een;
den onvermijdelijke
de vraag stelt, wat I
leVen gemaakt en t
gehad heeft.
Hebben zijn onvei
zijn koene verbee
sprongen van het e
vluchtige droomen
zeten? Wat is hetg
van bezonkenheid, c
bestaan? Wat is de
ziel van dit alles?
Peer Gynt gaat 2
en begint aan de o
turen en ondernemi]
trekkelijk, blijken
verwerpt deze schil
diepere laag van zij:
laag heeft geen w;
grijsaard steeds ve:
op een ui gelijkt: s
velletje afschillen,
er niet in te zitten,
zijn werkzaam, afw
geweest
Aldus mijmert de
het hoogtepunt vf
heeft, voorvoelt niei
wanneer hij straks
Algemeen mensehei
sef van vergeefs ei
geleefd. Zelfs hen, a
ven zijn, de wereld
nen de verdiensten
sterfbed 't besef, da
vruchteloos was.
jaren!", luidde het
dichter, wiens leven
een eeuw na zijn dc
denkt.
Blijken aldus de g
en kleurige levens
trokkene waardeloos
dit het geval zijn bi
schen, wier beschi
hun onmiddellijke
aandacht trekt. De 1
Jelles beschrijft in
een ouden boer, die
terwijl om hem he
op het erf spelen
onder het mijmerei
raakt en hij de wit
kop morrelt, verzu
leven: rook en aseh
over, als onze pijp
Maar juist op d