Advertentiën J.Th. KOST RIJWIELEN VANAF F 65 flaarl. Coij. HrVeim HELP U ZELF Gordijnwasscherij ,,'T KLEVERPARK" L. FABER ZOON AUTOGARAGE JAN R. DU RIEU Koopt steeds bij onze adverteerders H. J. CASSEE Hebt U Reparatiewerk? Gemeente Bloemendaal LANGE VEERSTR. HAARLEM BELANGRIJKE PRIJSVERLAGING 10 P.K. TYPE B. 14 SEDAN f2650 RUSTHOEKI JAN LIMBACH H. C. VAN 'T LAND, Timmerman MET TORPEDONAAF BLOEMENDAAL ABYERTEERT IN BIT BLAB Zo mersch oenen D. VAN KAMPEN ZOON OLIESLAGERSLAAN 36, BESTEDING RIJWERK 1927 VITRAGES ALLOVERNETS FILETS AGENTSGHAP J. J. LANSDORP Telef. 22387 BLOEMENDAAL Telef. 22387 BLOEMENDAAL ZBillsuircl- DANCING Termiet JAZZBAND VEREENIGING VOOR JEUGDWERK TE BLOEMENDAAL WANNEER ZULLEN WIJ DE VLAG OP ONS GEBOUW KUNNEN HIJSCHEN? TIMMER- EN REPARATIEWERK R. v. d. WERF KODAKS, Films, enz. U.A. (Coöperatieve Keuken) Bakenessergracht 27 1 JAAR GARANTIE KERKPLEIN 5, TEL. 22542 EMAILLEEREN NIKKELEN VERSCHENEN: SS SS ADRESBOEK VAN* DE GEM. BLOEMENDAAL C.A. Santpoorterstraat 41 Telefoon 10131 J. WINDHORST OUDSTE ADRES VAN BLOEMENDAAL VOOR DROGISTARTIKELEN BEL 22573 OP en U wordtin den kortst mogelijken tijd snel en billijk bediend. Aanbevelend, DRUKKERIJ TIMMER BLOEMENDAAL, TEL. 22003 belast zich met het plaatsen van advertentiën in elk daarvoor op te geven blad, zonder prijsverhooging TROMPETTER NIEUWS 18 cent per regel, bij contract be langrijke korting. Kleintjes: Vraag en Aanbod, Huur en Verhuur, Koop en Verkoop, van 1—5 regels 60ct„ elke regel meer 12 ct„ deze alleen bij vooruitbetaling. Boven, onder of naast den tekst dubbel tarief. Burgemeester en Wethouders van Bloemendaal zullen op30Maart 1927 aanbesteden het rijwerk der Gemeente Bloemendaal. Slechts ingezetenen van Bloe mendaal kunnen in aanmerking komen. Bestek k f 2.50 per stuk ver krijgbaar aan het Bureau van Pu blieke Werken te Overveen. HEBT U NIEUWE GORDIJNEN NOODIG? WIJ HEBBEN EEN PRACHT COLLECTIE NIEUWE VAN DE GOEDKOOPSTE TOT DE FIJNSTE KWALITEITEN ZEER GR00TE SORTEERING PLUCHE, WOLLEN EN WASCHECHTE TAFELKLEEDEN „STEEDS HET BESTE TEGEN DE LAAGSTE PRIJZEN" Thans uit voorraad leverbaar, uitgevoerd met voorwiel- remmen schokbrekers, automatische ruitenwisscher, enz. De eerste Fransche wagen in groote serie vervaardigd. GROOTE en KLEINE ZAAL disponibel voor VERGADE RINGEN, PARTIJEN, etc. ZONDAGS 8-11 UUR ENTREE 25 CENTS DEZE WEEK ONTVINGEN WIJ VAN DEN HEER J. A. BOSKAMP TE OVERVEEN EEN PRACHTIGE VLAG, DIE EERSTDAAGS ONZEN JEUGDTUIN ZAL VERSIEREN. HARTELIJK DANK A. E. BEEKMAN, PENNINGMEESTER. OFFICIAL FORD DEALER STATIONSPLEIN, HAARLEM TELEF. 11094 EN 12883 Ford personenwagens in alle modellen. Vracht en bestelwagens voor ieder bedrijf. Vraagt om inlichtingen en demonstratie. De Ford is en blijft de automobiel voor alle doeleinden Goedkoop in aanschaffing. Zuinig in gebruik. Gemakkelijk te bedienen. BOSCHLAAN 39-43 - BLOEMENDAAL GOED EN BILLIJK ADRES VOOR Steeds verkrijgbaar: Asphalt- papier, Carbolineum, Groene Carbolineum, Kootteer, enz. Voorloopig Telefoonnummer 22565 BIOSCOOP-, PROJECTIE- EN FOTOHANDEL GrooteHoutstraat102, Haarlem Telefoon 10266 Meest gesorteerd magazijn Ontwikkelen en Afdrukken Telef. 14393 O Gebruik van alleen prima grond stoffen en alleen natuurboter Voor verbruikers steeds vrijen toegang tot bedrijf en magazijnen Dlnerprljs f 0.87, soep of toespijs f 0.15 extra Omzet jaarlijks plm. 80.000diners Geen verplicht dagelijksch gebruik Uitgebreide diners naar elk gewenschte menu Bijzondere schotels in eiken prijs Vraagt onze prospectus eens Geheel bijgewerkt volgens officieele gegevens PRIJS F 2.50 Verkrijgbaar bij den Uitgever Drukkerij TIMMER, Bl'daal, Tel. 22003 en de bekende Boekhandelaren BLOEMENDAALSCHEWEG 57 - TELEFOON 22195 Hiermede berichten wij U de ontvangst van de Nieuwe Modellen van de eenvoudigste tot de fijnste soorten tegen de laags e prijzen. Aanbevelend, 10 KLEINE HOUTSTRAAT 10, HAARLEM, TEL. 12896 TIMMERLIEDEN, METSELAARS, STUCADOORS De Genestetweg 20, BLOEMENDAAL Vertegenwoordigt geen speciaal merk en kan dus neutraal adviseeren bij aankoop van een automobiel. Verhuur van nieuwe Hotch Kiss automobielen ad f 0.30 per K.M. f 1.per uur Groote afstanden volgens overeen komst. Stock „Fisk" XXV. Zooals bekend, spreken wij op onze clubavon den nooit over politiek, in de eerste plaats, omdat wij daarvan over 'het algemeen te weinig verstand hebben, in de tweéde plaats, omdat wij ied-ers overtuiging respecteeren en daarover geen twistge sprekken willen voeren en in de derde plaats, omdat wij ondanks verschil in politieke richting slechts uit pure vriendschap bij elkaar zijn, en die vriendschap niet in gevaar willen brengen. Wel heeft oom Jan Woensdagavond het een en ander over het Verdrag met België gezegd, maar daar mee had hij geenszins een politieke bedoeling. Hij sprak n.m. over het buitengewone redenaarstalent van onzen minister Van Karnebeek, die inderdaad eer. staaltje van dit talent -jieeft gegeven in de Tweede 'Kamer,- want hoewel ook daar velen niet met het Verdrag accoord gingen, een feit is toch, dat allen het eens waren over de welbe spraaktheid van bedoelden minister. Oom Jan wilde dat mem'oreeren, nu in de Eerste Kamer het Verdrag zoo fel is aangevallen, dat de 'kans op verwerping nog al groot schijnt te zijn, „maar", zoo zei oom Jan:, het is nog zoover niet, als straks de minister aan het woord komt, zal hij er nog wel een enkel zinnetje uitflappen." Nu mag dit niet erg eerbiedig 'zijn uitgedrukt, tpch blijkt uit dit gezegde wel duidelijk, dat het oom Jan niet aan eerbied voor onze regeerders ontbreekt, want, we waren het er allen over eens, de heer Van Karnebeek zal nog wel even spreken en van zich doen spreken. Overigens zag oom Jan als eenig nadeel van' de verwerping van het Verdrag, ■de groote kans op aftreden van 'dezen ontegenzeg gelijk grooten staatsman. W-elke minister blijft in dezen tijd meer dan 8 jaar aan het bewind? In Frankrijk hebben ze geloof ilk tijden gekend, dat ze drie ministeries in de week hadden. Doch waar oom Jan eigenlijk op wilde wijzen, was dit, dat de Belgische „Neptune" nu reeds bedireigingen heeft laten 'hooren, ingeval het Verdrag niet mocht worden goedgekeurd. En dat was volgens oom een klaar 'bewijs, dat onze Zuidelijke 'buren ons heelemaal niet kennen. Ook Henk Boschiweg heeft hierover een en ander gezegd, en hoewel hij, wat nven noemt „een beetje scherp van tong" is, heeft hij toch wel zoo ongeveer ons aller meening weer gegeven. „Ja, dat is mooi", zei 'Henk, „ik heb het ook gelezen, het is om te brullen, en -dan praten ze over goede nabuurschap, over internationale toenadering, en al dat fraais meer. Zou men nu in België heusch nog niet weten, dat Holland voor dreigementen toch niet wijkt, toen ik die berichten las, dacht ik onwillekeurig aan vele oude, maar toch nog steeds nieuwe versjes, die ik in mijn jeugd met mijn vele kornuiten zong, b,v. „Wij willen Holland' houen, ons Holland fier, maar klein," en „En wie ons denkt te dreigen, of denkt te nemen ooit, Hij zal ons land niet krijgen, Wij geven' Hol land NOOIT." En als ze in het Zuiden die Hol- landsche versjes soms niet kennen, is daar dan niet de geschiedenis, die bewijst, dat Holland voor dreigementen niet 'bang is? Want 'dat is wel het eigenaardige in ons volk, wij mogen misschien nog zoo verdeeld zijn in ik weet niet hoeveel politieke partijen en partijtjes, als het puntje -bij paaltje komt, dan zijn we. toch weer een, dan dulden we geen inmenging, dan is alle verschil als weggevaagd'. Let maar eens op, zelfs nu al bij dë -stemming over het ontwerp in de Tweede Kamer, was het geen „par tijstemming", en in de Eerste Kamer zal nog moe ten -blijken, hoe het afloopt. Zie je, dat zijn nu onze naaste buren, voor wie wij in -den oorlogstijd' zoo ontzaglijk veel ge-daan hebben, en ze erken nen dat, zeer zeker, ze hebben zelfs ridderorden uitgedeeld. En toen al die vluchtelingen, na-d'at de kust weer veilig was, weer waren vertrokken, waren wij „Hollandsche Kaaskoppen", hartelijkheid is toch maar alles. In -die mobilisatie heeft een Duitscher -mij eens -gezegd, dat -de Holland-ers veel te goedig waren, natuurlijk heb ik toen met trots geantwoord, -dat wij ons 'karakter nooit verloochenen, en steeds de noodige 'hulpvaardig heid tegenover onze naasten betrachten, m.a.w. ik heb den 'Duitscher geen gelijk gegeven, maar hem aan het verstand gebracht, dat wat hij zag als overdreven goedigheid, wij zagen als een eersten plicht tegenover onze medlemenschen. Maar als ik -denzelfden Duitscher nu nog eens zou ontmoeten, zou ik hem geloof i'k, wel gelijk geven. Ik doe nooit aan politiek, omdat het mij hetzelfde is, of je door een hond' of door een kat gebeten wordt, maar als ik lid van -de Eerste Kamer was, dan stemde ik nu vast tegen. Het zou mij niets ver wonderen, als menschen, -die oorspronkelijk voor standers waren, zich nu tegen zouden verklaren, en als het waar is, dat je voor de politiek een gladde vogel moet zijn, -dian is de schrijv,„' van -dat 'beruchte artikel nog te dom om het bureau van den -minister, of misschien is het wel het bu- reauministre van- 'den minister af te stoffen." „Kom, kom, mijnheer Boschweg," zoo viel Lucie hier in de rede, -niet zoo somber, wees blij als de bloe- j >m-en -der lenlte, want schoon is h-e-t beeld Uwer jeugd," Deze regels brachten ons direct op een heel and-er onderwerp, n.m. -de komende lente. In derdaad, a.s. Maandag begint de lente alweer. Dan komt de -goede tijd weer aan. Tante Ka was -van m-eening, -dat het buiten al goed te zien is, alles loopt al wee,r zoo langzamerhand uit, de resteerende -dagen van Maart en ook April kunnen ons nog 'heel wat kou en narigheid brengen, maar toch, we winnen. En wat werkt de natuur toch op de menschen, er zijn er velen, -die de winter avonden ook -wel gezellig vin-den, maar toch is :het, alsof wij bij de -komst va-n -de lente, ook weer opgewekt worden tot nieuw, jeugdig leven. Als ik zoo overal in de tuinen zie werken, plantjes zie zetten, of klimplanten opbinden, als ik in ons -mooie bosch nu reeds hier en -daar -de jonge sprui ten aan de boomen en- planten zi-e komen, -dan -dwingt de matuur mij toch eerbied af, en de lente is als een bode die blijde tijding brengt, de lente, door zoovele dichters op verschillende wijzen- be zongen'. De natuur,wat genieten we er toch eigenlijk weinig van, wat gaat toch veel schoons voor ons oog verloren. En toch heeft -de natuur ons zooveel te zeggen, als wij het maar opmerken willen. Zeker, ook in ande-re jaargetijden spreekt de natuur tot ons, is nog niet zeer kort geleden haar stem ge hoord in Japan, -haar kracht aanschouwd in d-e aangerichte verwoestingen. Vernietigt de natuur niet in enkele seconden, wat menschen handen in jaren tot stand gebracht hebben. En toch meen'en wij door uitvinding en allerlei kunstmiddelen 6e nauur te -kunnen dwingen. Nog erkennen wij niet haar kracht, nog meenen wij haar -de baas te zijn. Welk een eigenwaan. En de komende lente roept het ons weer toe, de natuur laat zich niet dwingen, alles wat -groeit, groeit vanzelf, zonder -dat wij er iets aan -doen. De natuur werkt, ook waar wij werkloos zijn, werkt zoowel rondom, als in ons, Is het niet de kracht -der natuur, die ons in 'het voorjaar zoo dikwijls een loom gevoel geeft, en is het niet de natuur, -die ons in dë lente alles met heel andere oogen doet zien, die ons een opge wektheid geeft, -die -wij met all-e- mogelijke kunst grepen niet- -kunnen bewerken. Is het ni-et de lente, waarop vele zieken hopen, is 't niet de natuur, die vele kwalen gen-eest, als alle doktoren machteloos staan. Ik heb eens een jonge 'dokter tegen een een voudig boertje, wiens vrouw bij al den heelen win ter onder behandeling had, hooren zeggen, „nou man, je vrouw wordt beter, we zullen de matuur wel een- handje helpen." En bet antwoord van het boertje was wellicht niet vleiend voor den dokter. maar daarom toch niet minder waar, „nee, man netje, zoo is het niet, 'de natuur moet jou twee ■handjes helpen, en anders redt mijn vrouw het niet." Zoo is het, de natuur beeft onze hulp niet noodi-g, al zien wij het misschien dikwijls niet in. Wij hebben -de lente moo-dig voor onze gezondheid, voor ons gestel, voor onze zaken, kortom voor ons g-e'heele bestaan. De winkelstand treft nu reeds voorbereidingen voor -de komst va-n -de lente. Dezer da-geni vertelde een winkelier in mode-artikelen, dat hij een groote zending stroohoeden onderweg -had, „als nu de lente maar komen wil," precies „komen -wil", want -als zij niet komt, kunnen wij haar niet -dwingen, gelukkig niet als de menschen in de natuurproble-m-en ook iets te zeggen hadden, dan waren -de oorlogen stellig niet van dë lucht. Maar hoe meer wij trachten te dwingen-, des te sterker Blijkt onze onmacht. Kunst-matige zon, kunst, matige re-gen zelfs hebben wij uitgevonden, maar 'het -blijft bij al het kunstmatige „matige kunst", want met alle respect voor -de geneeskunde, die ver, zeer ver gaat, ik prefereer, één dag natuurlijke zonneschijn boven 3 maanden bestraling door een kunstzon, en als ik straks mijn tuin ga begieten, dan verdwijnt mijn gieter onmiddellijk als het tien- minuien wil re-genen. Ons maakwerk kan- niet in de schaduw staan hij de origineele werking der na- l tuur. Ieder 'mensc-h is in meerdere -of mindere mate ontvankelijk voor indrukken, -het kind wel licht het sterkst. Is 'het niet eigenaardig, dat wij ons zoo dikwijls in ons latere leven 'dingen uit onze jeugd herinneren, b.v. versjes, die wij als -kind gezongen hebben. Kennen wij allen niet uit onze jeugd' het: „Lieve lente, schenk Uw zegen, Vrien-d'lijk voorjaar, kom-, o, kom, Strooi Uw bloemen allerwegen, Breng ons gras en kruid weerom," Ten opzichte van -de natuur zijn wij -niet sterker of machtiger dan de kinderen, ook wij wachten af, en zien verlangend uit naar de lente, die komt. En ais -de lente er is, 'dan waardeeren wij -haar ndet.als het gras en krui-d geko-men zijn, -dan viert ook het vandalisme in bosch en park hoogtij. En dat is juist het bewijs van onze ondankbaarheid. Dat is -het eeuwig ontevredene im den mensch, wat we niet hebben, daarnaar -verlangen we, en wat we hebben, waardeeren we niet. De 1-ente, het beeld van onze jeugd, -geeft ons zooveel wat onze waar- deerimg dubbel en dwars waard is, „want schoon' is het fbel'd Uwer jeugd". En in den zomer vergeten wij zoo licht, dat het de lente was, die ons in staat stelde, den zomer te zien. Velen, die nu in 'den winter van hun leven zijn-, erkennen, -de lente niet gewaardeerd te hebben. Als wij over d-e lente spreken, denken wij altijd aan iets liefelijks. Zij geeft ons visioenen van jonge groenten en mooie bloemen; op de lente wachten wij den heelen win ter, onze gedachten comcentreeren zich op het voorjaar. Tegen het voorjaar knappen wij alles op, zoowel in als 'buiten ons huis. En als zoodanig kan zelfs een man de schoon maak waardeeren-, als hij haar maar beschouwt als dc voorbode van -de lente. Na het zure komt hel zoet. Vol enthousiasme werken we im 'den tuin, we wijzigen den aanleg, of planten plantjes, die wij het vorige jaar niet hadden, kortom wij allen doen moeite om straks ook het voorjaar in onze tuin te hebben. En als Maart nu reeds een enkele „zachte" dag geeft, dan is -het alsof nieuw leven ons doorstroomt, we voelen ons opgewekt bij het vooruitzicht van al het schoons, -dat de na tuur ons straks weer bieden zal. En het is of -wij de vernieuwing in de natuur ook op onszelf willen toepassen, ide dames zien uit naar voorjaarstoi letten en 'dito hoe-den, 'de heeren naar nieuwe costumes. En de zieke, hij 'hoopt op nieuwe kracht, hij hoopt op vernieuwing van zijn gezondheid, ja, bij de zieken vooral zal het voorjaar welkom zijn. Want bij d-e vele krach-ten, die de natuur in zich verbergt, mogen we ook d-e genezende kracht niet vergeten. Vele kwal-en en kwaaltjes worden door het voorjaar weggevaagd, alsof ze nooit bestaan hadden. En als Maandag 'de kalender 21 Maart aanwijst, dan voelen wij dat toch als een feit van eenige beteekenis, al zou zelfs op dien dag nog wel sneeuw kunnen vallen. Wij zien met vreugde de dagen lengen, wij ontwaken uit -den winterslaap, en wij beginnen als het ware een nieuw leven. Zeer Zeker, de lente heeft ons veel, heel veel te zeg gen, als wij 'het maar willen hooren. De lente geeft ons veel ei zien als wij er maar oogen voor héb ben. „Als het eerst maar lente is," zoo hooren we rondom ons zeggen. -En al is deze winter ons nogal goedgunstig ge weest, al zijni wij er nog al -goed afgekomen, als eenmaal de lentemaand haar intrede gedaan heeft, begint d'e winter te wijken, 'eerst schoorvoetend^ doch straks slaat -hij op -de vlucht. En zij, die de schoonheid der natuur erkennen, zij zeggen het in gedachten of ook hoorbaar: „Vriend'lijk voorjaar, kom, o, kom." Trompetter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1927 | | pagina 4