ST0E Een Rubriek van den Arbeid BINNENLAND BUITENLAND Bij brand een der volgende nummers opbellen: 0VERVEEN A*L Tele,#onn,immer 10960 AERDENHOUT Telefoonnummer 26103 BENTVELD - - Telefoonnummer 26017 VOGELENZANG - Telefoonnummer 28129 NEDERL. OOSY-INDIË LANDBOUW A. G. G. M. GIORGIS EN ZOON DRUKKERIJ TIMMER belast zich met het plaatsen van advertentiën in elk daarvoor op te geven blad, zonder prij sve rho o g i n g Sf SCHAA ONZE PL Al Als een ielle dissonant tusschen de altijd eenigs- zins feestelijke zomer- (want vacantie-) tijd, kwam daar Zondag het ontzettende gebeuren van de botsing van een paar armzalige stoomtrammetjes in Laren, onder aan den Larensdhen berg, waar door met één slag een geheel gezin op de vreese- lijkste wijze werd ontredderd. 'Een man, vrouw en dochtertje werden gedood en de eenige overleven de van het gezin van 4 personen, een achtjarig knaapje werd verminkt, zoodat zijn eene been moest worden afgezet. Verder werd nog een man gedood, terwijl een aantal passagiers zwaar en lichtgewond werden. En dat alles, ten gevolge van het feit, dat de stoomtramchefs te Laren en Mui- derberg tegenstrijdige orders gaven, waardoor de treinen op elkaar in liepen. Dit voorwereldlijke vervoermiddel, de stoomtram, die de roekelooze gewoonte had, er geen vaste wisselplaatsen op na te houden, zal ongetwijfeld, onder den drang der publieke opinie men spreekt van een groote demonstratie in Laren althans gedoemd zijn te verdwijnen. En het eenigste wat men dan kan zeggen is, dat het toch nog veel te laat is! ïn verschillende deelen des lands heeft de wind (men spreekt nu maar bij het minste geringste van „windhoos" en „cycloon", doch het ware verstan diger, deze sombere woorden niet zoo overdadig te gebruiken en aldus onnoodige gedachten van angst en groote vrees te verspreiden) en het onweer danig huisgehouden. In Gelderland en Drente wer den vele boomen ontworteld, terwijl de bliksem eenige boerderijen in de asch legde, en eenige stuks vee doodde. Maar een kleine lichtstraal viel er toch ook weer door de sombere onweerswolken, in den vorm van een mooie gift, andermaal van het Sineroefonds te Batavia, van 20.000.ten behoeve van de slachtoffers van de Stormramp- Neede. De Amsterdammers werden ,,verblijd"(?) met het jaarlijksche cijfergoochelfeest van Wethouder Wi- baut, die zijn begrooting 1928 openbaar maakte, waaruit bleek, dat andermaal het eindbedrag van de begrooting hooger was, en nu in inkomst- en uitgaaf 106.350.865.- beliep tegen 105.627.637.- in 1927. En hij voegde erbij: als het geheele reser vefonds, voorzoover daar niet reeds over beschikt is, wordt uitgeput, dan nog zal het belastingbedrag geraamd voor 1927'28 moeten stijgen met bijna een millioen om de begrooting sluitend te maken. De Amsterdammers vreezen een verhooging van den factor. Maar daarover zal in de hoofdstad des lands die het voorbeeld op het gebied van zuinig heid en belastingverlaging behoort te geven, wel een woordje in 'den raad vallen. Een zeer weerzinwekkend staaltje van de wan- hoopspolitiek der ondergrondsche (in dit geval eigenlijk door-de-luchtsch) propaganda der Bolsje- wiki is wel, dat men in Ned.-Indië den inlander met de meest geraffineerde middelen tracht op te zetten tegen het Nederlandsche gezag, o.a. door hem radio-toestellen te versohaffen. Zoo werd door een Chineesch amateur onlangs een rede opgevangen, uitgezonden uit Wladiwostok, die uitgesproken werd in vloeiend Maleisch en o.a. zeide: Gij zijt daar ginds met uw 50 miliioenen sterk genoeg om u niet te laten ringelooren, on derdrukken en tyranniseeren door slechts 200.000 Hollanders. Slaat de Hollanders dood. Zouden de Bolsjewiki wel eens hebben gehoord van het zonderling wapen, de boemerang, die, als hij niet treft, tot zijn uitzender terugkeert? Laat ze eens naar China kijken. Een boemerang is een raar ding, hoor. De zomertijd, tijd van congressen en toeristenbe zoeken, bracht ook een aantal Amerikaansche journalisten naar Holland die Rotterdam, Den Haag en Amsterdam bezochten. In Amsterdam vond een maaltijd plaats, aangeboden door het gemeentebestuur, waaraan talrijke autoriteiten, o.w, burgemeester De Vlugt aanzaten en hartelijke speeches werden gewisseld. Een incident vond plaats, toen een aantal lieden, de Amerikaansche journalisten bij hun bezoek aan het Koloniaal In stituut te Amsterdam toeriepen, dat Sacco en Van- zetti vrij moesten en dit ook op borden in het Engelsch, den Amerikanen onder het oog brach ten. Engeland. Men is in Engeland, evenmin als in de andere toonaangevende landen, niet zoo erg teleurgesteld over het succeslooze einde van de Geneefsche conferentie voor de beperking der be wapening der zee. Men gelooft, dat de goede verstandhouding met Amerika er niet door lijden zal en men betreurt het aileen, dat niets is vast gesteld geworden, op welke punten men het te Genève wél eens is geworden, omdat dan de wereld bekend zou zijn geworden, dat de confe rentie niet zoo geheel zonder resultaat is ge bleven, als men wel denkt. Een demonstratie van de Amerikaansch-Engelsche vriendschap die nog een waarborg te meer is voor de handhaving van den wereldvrede was nog, de opening van den Vredesbrug over de Niagara, door den Prins van Wales, in gezelschap van Prins George en den 'Britschen premier Baldwin. De Prins van Wales gaf in zijn rede te kennen, dat deze brug, die den vrede herdenkt -die nu meer dan een eeuw tus- schen Engeland en der Ver. Staten heeft bestaan, een symbool zou zijn voor het behoud van de vriendschappelijke betrekkingen tusschen hen, die aan beide zijden van de grens wonen. Frankrijk. Een opmerkelijk verschijnsel in de Fransche politiek was het vrijwillig bedanken voor het lidmaatschap van de Fransche volkenbonds- delegatie door senator Henry de Jouvenol. Dit is geschied als 'n protest, tegen de wijze waarop Frankrijk 't heeft toegestaan, dat verschillende be langrijke vraagstukken aan de autoriteit van, den Volkenbond werden onttrokken, o.a. het Duitsc'h- Russisohe verdrag, de politiek der Europeesche sta ten in China en het Italiaansch-Joego-Slavische conflict, zoomede het Albaneesch-Joego-Slavische conflict. Hij meende, dat hij „den val van den Volkenbond" moest stuiten en dat zal hij doen, door nu weer critiek te gaan uitoefenen, wat hem als lid van de Fransche delegatie onmoge lijk was. Hij ontwikkelde het gezond oordeel, dat het niet voldoende is, om te Genève telken jare gedurende een maand de weldaden van -den Vol kenbond te verkondigen, en idan de elf overige maanden terug te keeren tot een tactiek, die haar onmacht bewezen heeft. Briand ontkent, dat de gevolgde tactiek onjuist zou zijn en hij achtte het niet raadzaam, om in elk geval een beroep te doen op den Volkenbond. Hij vond het n.l. wen- schelijk om buiten den Bond om, de internationale kwesties te behandelen, die langs den normalen diplomatieken weg behandeld kunnen worden. Briand heeft voorts verklaard te gelooven, dat de gedane stappen in de richting van een Fransch- Amerikaansch Locarno, binnenkort tot gevolg zul len hebben het sluiten van een tractaat, dat de eerste stap zal zijn voor een werkelijken oorlog aan den oorlog. Duitschland. In de Duitsche centrumpartij wor den weer rare noten gekraakt. De voormalige rijks kanselier dr. Wirth heeft namelijk een actie in gezet tegen het ontwerp-rijksschoolwet, dat bin nenkort behandeld wordt. Hij was tegenstander van de in dit ontwerp beoogde „Konfessionsschule" en voorstander van de z.g. gemengde school. Door deze actie wordt de klove tusschen Wirth en het centrum nog grooter, omdat het juist dit wets- ontwerp is, dat het centrum verlangde als be looning voor zijn toetreden tot de rijksregeering van thans. De Fransch-Duitsche onderhandelingen over een handelsverdrag, die te Parijs gevoerd worden, leveren nogal moeilijkheden op, De Fransche mi nister van handel, Bokanowski moest er zelfs zijn reis naar Amerika voor uitstellen. Toch verwacht men tegen einde van dezen week overeenstemming. Amerika. De Amerikaansche jurist, prof. Kirch- ney can Columbia, vroeger directeur der New- Yorksche Staatsgevangenis Sing-Sing heeft, vol gens de Vossische Zeitung aan een journalist ver klaard, Sacco en Vanzetti onschuldig te achten, maar niet te gelooven, dat de ten uitvoerlegging van het vonnis verhinderd kon worden. Volgens hem hadden tegenover de openbare meeningen Amerika 'de beide mannen, die buitenlanders wa ren en als „bolsjewisten" stonden aangeschreven, van den beginne af geen kans gehad om niet ver oordeeld te worden, omdat de rechten, vooral in het provinciestadje, waar deze zaak zich heeft afgespeeld, zich eerlijk als „verdediger der Ame rikaansche maatschappelijke orde" voelt. Voor een dergelijk rechter hadden, volgens hem, beide man nen evenveel kans om hun onschuld te bewijzen, als b.v. een russisch contra-revolutionnair voor een sovjet-rechtbank of een sociaal-democraat voor een fascistischi.'n rechter. Tot zoover de professor, In ons land heeft behalve door „Het Volk" het „Handelsblad" op loffelijke wijze zijn lezers van deze misschien tweede Dreyfus-zaak op de hoogte gehouden. „Twee minuten" bij den Minister. Camille Fidel, de bekende koloniale medewerker van de „Dépêche Coioniale" te Parijs, heeft van een kort verblijf in Den Haag gebruik gemaakt om bij onzen Mi nister van Koloniën binnen te loopen. De Fransche journalist blijkt zeer verrast door den eenvoud van het departementsgebouw, dat hij aldus beschrijft: „een bescheiden vierkant blok van 30 bij 40 nieter, zie daar, het geheele ministerie waarvan het onmetelijke Indische rijk afhankelijk is." Wijd- sche wacht- en ontvangzalen, boden-in-uniform heeft hij niet opgemerkt, hij wordt dadelijk binnen gelaten bij den Minister. Het treft ongelukkig: deze staat op het punt naar een conferentie te gaan, en de journalist moet zich tot enkele korte vragen beperken. Tot zijn verbazing verneemt hij uit 's Ministers mond, dat in Nederland, niettegen staande drie eeuwen koloniale traditie, de koloni ale kennis het monopolie van een betrekkelijk weinig talrijke élite vormt en het nog steeds noo- dig blijkt, de belangstelling voor de koloniën bij fde groote massa der bevolking op te wekken. Het gesprek kwam op de koloniale producten, waarbij de Minister de door den Franschen jour nalist verrassende uitspraak deed, dat de parti culiere proefstations aan het Gouvernement tot model hebben gediend voor de stichting van zijn eigen proefstations. Wat het voornaamste uitvoer artikel van Inldië, de suiker betreft, had de jour nalist honderden vragen op de lippen maar de telefoon rinkelde en de Minister moest vertrekken. Mogen wij nu den heer Fidel eenige belangwek kende cijfers meegeven? Blijkens de gehouden enquête droeg de suikerin dustrie in 1925 direct en indirect bij in het Indische Staatsbudget een bedrag van ruim 38 millioen: zij alleen bestreed daarmede 6% van, de totale ge wone Staatsuitgaven in 1925. Uit de totale exploitatiekosten van alle suiker fabrieken op Java (exclusief belastingen en onge rekend de afschrijvingen en reserveeringen ad 283 millioen) kwam aan de Inlandsche bevol king rechtstreeks ten goede 123 millioen. Het totaal uitgekeerde winstcijfer bedroeg over 1925 rond 76 millioen; de winst, welke aan aan deelhouders, directeuren en commissarissen, dus degenen die het kapitaal en het intellectueele werk (althans een deel daarvan) leverden, wérd uitgekeerd, bedroeg twee maal zooveel als hetgeen het Gouvernement, dat slechts de hand behoefde op te houden, ontving. Tenslotte droeg de suikerindustrie voor 30% n.l. 11 millioen bij in de inkomsten van het Gou vernement uit het vrachtvervoer der Staatsspoor wegen; totaal betaalde zij aan spoorvrachten 12^ millioen. Met deze aanvulling heeft de Fransche journalist in twee minuten inderdaad genoeg gehoord, waar over veel valt na te denken en niet door hem alleen! Een onrijpe vrucht. Zooals men weet, is thans bij de Eerste Kamer aanhangig een wetsontwerp, waarin nadere regelen worden gesteld betreffen de de collectieve arbeidsovereenkomst. De be doeling van dit wetsontwerp is o.a. om vast te stellen, wat men onder een collectieve arbeids overeenkomst moet verstaan; hoe zij tot stand komt en kan worden opgezegd, welke de ver plichtingen zijn van de leden der vereenigingen, welke de overeenkomst hebben aangegaan. De Tweede Kamer heeft het ontwerp met groote meer derheid aangenomen; van groote practische be- teekenis lijkt het ons niet. De rechtszekerheid wordt er door vergroot; of het afsluiten van col lectieve contracten er door wordt bevorderd, is twijfelachtig. Van gansch anderen aard en van overgroote be- teekenis voor landbouw, han'del en nijverheid is een voorontwerp van wet, dat nog «liet bij de Kamer is ingjediend, (doch door Minister Aal- berse, den voorganger van Minister Siotemaker de Bruine, den tegenwoordigen Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, aan den Hoogen Raad van Arbeid om advies is toegezonden. Daarbij zou aan den Minister de bevoegdheid worden verleend om voor een bepaald bedrijf en in een bepaald ge bied, de bepalingen van een collectief arbeids contract algemeen verbindend te maken. Wan neer dus ergens een groot aantal werkgevers en werknemers een collectief arbeidscontract zouden hebben afgesloten, dan zou de Minister kunnen zeggen, dat al de werkgevers en al de werknemers uit dat gebied, ook al hadden zij dat contract niet willen afsluiten, zich aan de bepalingen ervan moeten onderwerpen. Dat eene dergelijke bevoegdheid de bedrijfsvrij- heid, zoowel van den werkgever als van den werk nemer, in erge mate zal kunnen aantasten, be hoeft geen betoog en het is moeilijk te overzien, waartoe een eerste stap in die richting zal kunnen leiden. De tegenwoordige Minister van Arbeid acht den tijd voor de indiening en behandeling van dit ontwerp door de Tweede Kamer nog niet gekomen; het staat echter vrijwel vast, dat voor eene soortgelijke regeling in de tegenwoordige Tweede Kamer een meerderheid is te vinden. Wie weet dus hoe spoedig de indiening kan plaats hebben! Het is daarom een verblijdend feit, dat het Ko ninklijk Nederlandsch Landbouw-Comité deze zaak in studie heeft genomen, teneinde na te gaan welke de gevolgen van eene bovenbedoelde wette lijke regeling voor land- en tuinbouw zouden kun nen zijn. Zooals was te verwachten, is het Comité tot de conclusie gekomen, dat het zich tegen die regeling ten zeerste moet verzetten. Het eerste motief, waardoor het Comité tot deze conclusie komt, is, dat de Collectieve Arbeids overeenkomsten in het landbouwbedrijf, behalve in enkele deelen des lands, nog weinig ingang heb ben gevonden en dat het dus niet de taak der Overheid kan zijn hier in te grijpen, waar de natuurlijke ontwikkeling van het bedrijf nog weinig in de richting van het totstandkomen van bedoelde regelingen is gegaan. Er waren op 1 Mei 1926 in de landbouwbedrijven in totaal 77 collectieve con tracten van kracht, hierbij waren aangesloten 3851 ondernemingen en 15503 werknemers; vergeleken met de vorige jaren toonen de cijfers weinig voor uitgang. 'Het hoofdargument van 'het Comité is echter, dat de producten der bedrijven, welke geen buiten- landische concurrentie hebben, de z.g. beschutte bedrijven, waartoe o.a. behooren het bouwvak en ook de overheidsbedrijven, spoedig duurder zul len worden, omdat in die bedrijven de loonen spoedig zullen worden verhoogd. De werknemers zullen daar spoedig op aansturen, de patroons hebben weinig bezwaar, omdat zij de loonen op de consumenten kunnen verhalen en geen buiten- landscbe concurrentie hebben te vreezen. Tot deze consumenten behooren allen, die in het land- of tuinbouwbedrijf werkzaam zijn zij zouden van de toenemende duurte de gevolgen ondervinden. Het Comité meent, dat dit voor den landbouw veel erger zal zijn dan de directe wer king der bindendverklaring; daarbij zal toch aa'n de eischen der arbeiders spoedig een grens wor den gesteld door den prijs van de landbouwpro ducten op de wereldmarkt. Het Comité dringt er daarom bij den Minister met kracht op aan de bindendverklaring der Collectieve Arbeidsovereenkomsten niet wettelijk te regelen. Onverschillig of men het geheel eens is met de waarde der argumenten van het Comité, staat het toch wel vast, dat men hier met eene ingrij pende regeling 'heeft te doen. De toestand in den landbouw is niet zeer gunstig en de toekomst lijkt verre van rooskleurig. iHet lijkt daarom allerminst, dal de tijd voor het nemen van ingrijpende maat regelen is gekomen. E.M.T. Arbeidsbemiddeling in Nederland, Voor de be strijding van de werkloosheid is de arbeidsbemid deling, dit is het naar elkaar toebrengen van vraag en aanbod van arbeidskrachten op de arbeids markt, dus van den werkgever die een arbeider in dienst wenscht te nemen en van den arbeider die een patroon zoekt, van groot belang. Vroeger kwamen daarbij echter herhaaldelijk misbruiken voor, omdat toen in het algemeen deze arbeids bemiddeling met winstoogmerk geschiedde, waarbij dus hoofdzaak werd, dat de bemiddelaar zich een bestaan verschafte. Een en ander heeft er toe geleid, dat van Over heidswege organen werden opgericht voor open bare arbeidsbemiddeling, waarbij als eerste prin cipe gold, dat de bemiddeling kosteloos zou ge schieden. In de meeste gemeenten werden arbeids beurzen opgericht, in de kleinere z.g. correspon dentschappen der arbeidsbemiddeling. Zij stelden zich ten doel werkgevers en arbeiders bij het zoeken van arbeidskrachten of arbeidsgelegenheid behulpzaam te zijn. Voor de onderlinge uitwisse ling van aanvragen en aanbiedingen is verder het land in een aantal districten verdeeld, elk met een district-arbeidsbeurs, terwijl aan het hoofd van de geheele arbeidsbemiddeling de Centrale Rijks Ar beidsbeurs te 's-Gravenhage staat. Geregeld wor den eiken dag de aanvragen en aanbiedingen, die binnen komen, uitgewisseld, zoodat men voort durend, zoowel plaatselijk als voor het geheele land, een beeld van vraag en aanbod op de ar beidsmarkt krijgt. Deze geheele materie is echter nog niet wettelijk geregeld. De gemeentelijke instellingen zijn meest al gebaseerd op een raadsbesluit of een verorde ning, doch een wettelijke verplichting bestaat niet. Reeds een geruimen tijd was een zoodanige wet telijke regeiing in voorbereiding en thans heeft de Ministér van Arbeid een voorontwerp van een zoodanige regeling aan den Hoogen Raad van Arbeid gezonden met het verzoek daarover advies te willen uitbrengen. De Minister acht om een zes tal redenen de wettelijke regeling gewenscht, n.l. om d'e verplichting tot het instellen van een ar beidsbeurs te regelen, om de moeilijkheden in de samenwerking tusschen verschillende organen te voorkomen, om de verhouding tusschen plaatse lijke- en districtsorganen en de centrale leiding te regelen, om de financieele verhouding tusschen gemeenten en 'het Rijk te bepalen, om eenige hoofdbeginselen, die bij de uitoefening in acht moe ten worden genomen, vast te leggen en ten slotte om ter wille van het internationale verkeer op de arbeidsmarkt d'e organisatie een stabiel karakter te geven. Het voorontwerp zelf baseert zich in hoofdzaak op den bestaanden toestand in Nederland. De punten, waar wel het meest over gesproken zal worden bij de 'behandeling, is artikel 6, waarbij bepaald is, dat geen bemiddeling zal worden ver leend ten behoeve van ondernemingen, waar werk staking of uitsluiting heerscht en artikel 7, dat be trekking beeft op het bemiddelen tegen loonen, die afwijken van de ter plaatse in het betreffende vak gebruikelijke arbeidsvoorwaarden. Verschil lende arbeidsbeurzen mogen krachtens hun regle ment geen bemiddeling verleenen, wanneer de aangeboden loonen lager zijn dan de ter plaatse in het algemeen geldende loonstandaard. Hiertegen is echter herhaaldelijk oppositie gekomen, zoodat een aantal arbeidsbeurzen deze bepaling niet heb ben opgenomen in hun reglement en andere ze weer hebben geschrapt. De Minister kiest nu den middenweg en heeft voorgesteld, dat, wanneer de aangeboden loonen afwijken van de ter plaatse in het betreffende vak gebruikelijke arbeidsvoor waarden, door de arbeidsbeurs aan den betrokken werkzoekende mededeeling moet worden gedaan van deze gebruikelijke arbeidsvoorwaarden. Hij moet dan zelf weten of hij verder op het werk wil reflecteeren. In dat geval verleent de arbeids beurs wel hare bemiddeling. Met belangstelling mag het advies van den Hoogen Raad van Arbeid worden verwacht. 1 SCHOORSTEENVEGERS. •t RIDDERSTRAAT 18a zw. Telefoon 13310. HAARLEM. flagranten strijd is met de beginselen van het Leninisme! Lenin toch heeft verkondigd, niet eens maar herhaaldelijk, dat van een vrijstelling van arbeidsloonen door een Centrale, of door de regeering geen sprake kan zijn. Hebben wij Lenin's gedachtengang begrepen, dan was hij voorstander van een zoo ver mogelijk doorgevoerde decentrali satie in de loonpolitiek. „De bedrijfsresultaten" aldus Lenin in een zijner geschriften „beslissen over het loon." Maar dit is niet wat van een verwezenlijking van het communistisch ideaal verwacht wordt! Wanneer het waar is, dat in het Russisch industri- eele leven geleidelijk de economisch mogelijke verhoudingen terugkeeren, zal men daar zeker één beginsel van onze „kapitalistische" samenleving 'niet overnemen, n.l-. het beginsel van nationale nivelleering. s) Noot van de Red. Wij zullen maar in het mid den laten, óf er één „communistisch ideaal" bestaat. Die zeggen het aan te hangen, zijn in tal van on derling vijandige groepen verdeeld,, die zeggen het te bestrijden, bemantelen daarmee vaak hun streven tegen alles wat economische en ethische verheffing van anderen beteekent. BLOEMENDAAL, TEL. 22003 Men schrijft ons uit economischen kring: Tegen nivelleering. Op het jongste congres van vakvereenigragen in Rusland is komen vast te staan, dat in het algemeen de loonen van onge schoolde arbeiders een derde van het loon der geschoolde vertegenwoordigen. Bestudeert men de statistieken, die door de zorg van het Internationaal Bureau v. d. Arbeid ge regeld gepubliceerd worden, dan blijkt, dat buiten Rusland en Amerika de verhouding tusschen de betaiing van ongeschoolden en geschoolden arbeid sinds 1914 zich zeer ten gunste van eerstgenoemde kategorie gewijzigd heeft. Dit is v.n.l. het gevolg van de actie der vakvereenigingen, die van diffe- rentieering van de loonen niet willen weten, om dat zij onder 'hare leden „vogels van diverse plui mage" tellen en bijgevolg in hare gelederen geen' vak-concurrentie, of bekwaamheid-concurrentie kunnen dulden. Maar nog meer leert ons het verslag van het hierboven genoemde Russische congres. De loon- verschillen tusschen de onderscheidene groepen blijken in Rusland vee! en veel grooter te zijn dan in „kapitalistisch" Europa. Er is in het land van de Sovjets geen sprake van een automatische be weging van arbeidersgroepen naar het hoogste loon niveau, die onvermijdelijk plaats heeft in een samenleving waar het beginsel van vrijen arbeid heerscht. Het zijn in Rusland de kringen, die „dicht bij 't vuur" zitten, die van het dwangsysteem profitee red de overige groepen, b.v. die der landbouw- arbeiders, komen er bekaaid af. Steeds meer vormen de feiten der ervaring in Rusland, het materiaal ter argumentatie voor hen, die in vrijen arbeid en vrije concurrentie, die sterkst werkende welvaart vermeerderende factoren in de menschelijke samenleving zien en deze vormen van maatschappelijke vrijheid willen bevorderen. Zonderling, dat niettegenstaanfe de opgedane er varing, het congres het besluit nam, dat het hoofd bestuur der vakbonden aan het begin van elk jaar de loonen voor geheel de republiek zal hebben vast te stellen. Zonderling ook is dit 'besluit, omdat het in Het verdrag van Washington over den 8-urendag, Op de 10e Internationale Arbeidsconferentie, welke onlangs te Genève is gehouden, heeft niemand minder dan Msgr. Nolens, de Nederland sche Regeeringsafgevaardigde, de vraag gesteld, of niet 'de tijd was gekomen om de mogelijkheid van een amendeering van het verdrag onder de oogen te zien. Daar Msgr. Nolens in de kringen der in ternationale arbeidswetgeving een invloedrijk per soon is, zal zeer zeker ernstig met zijn woorden rekening worden gehouden, en het is daarom de moeite waard nog eens in het kort de geschiede nis van dit verdrag ina te gaan. In November 1919 vond te Washington de eerste Internationale Arbeidsconferentie plaats en gezien de inleiding tot het derde hoofdstuk van het Vredes verdrag van Versailles, was het niet te verwonde ren, 'dat men allereerst de vraag besprak op welke ■wijze de 8-urendag internationaal zou kunnen wor den geregeld. Men was het vrij gauw met alkaar eens en nam een conventie aain, die dus daarna aan de verschillende bij de Internationale Arbeids organisatie aangesloten landen ter ratificatie werd aangeboden. Was de conventie spoedig opgesteld, de ratificatie gaf heel wat meer moeilijkheden. Van de 56 aangesloten landen ratificeeren slechts enke le n.l.: Griekenland, Roemenië, Britsch-Indië, Tsjecho-Slowakije, Bulgarije en België,, terwijl Oostenrijk, Letland en Italië voorwaardelijk ratifi ceerden. Frankrijk zal ratificeeren als Engeland en Duitsch land het 'doen, terwijl ook Duitschland wel zal ratificeeren als Engeland dit doet. Een en ander zal echter niet zoo gemakkelijk gaan. Immers in Maart 1926 zijn te Londen de Arbeids- ministers van Engeland, Duitschland, Frankrijk, België en Italië samengekomen om de moeilijk heden van de ratificatie te overwinnen. Men kwam tot een overeenkomst, doch resultaat heeft deze bespreking tot nog toe niet gehad. Wat Nederland betreft, heeft Minister Siotemaker de Bruine het vorige jaar een aantal bezwaren gepubliceerd, welke het naar zijn oordeel voor ons land onmo gelijk maken tot ratificatie over te gaan. Bedenkt men daarbij nog dat, zooals in diverse publicaties is aangetoond, verschillende landen, die wel geratificeerd hébben, zich niet aa'n de con ventie houden, omdat zij verzuimden tegelijk de uitvoeringsmaatregelen er voor te nemen, zoodat dus de ratificatie slechts op papier staat, dan is het te begrijpen, dat iemand als Msgr. Nolens, wien 'de ontwikkeling der Internationale Sociale wet geving zoo zeer ter harte gaat, er toe kan komen de vraag te stellen of het verdrag zelf niet de oorzaak van de geringe ratificatie is en dus het beste is dit verdrag te wijzigen. Inderdaad zou dan heel wat zuiverder toestand llnnncn ontstaan. Nationale Landstormdag 1928. De Bijzondere Vrijwillige Landstorm, Instituut tot steun aan het Wettig Gezag, sterkte zes en vijftig duizend vrij willigers heeft het voornemen in de eerste helft van September 1928 zijn 10-jarig bestaan te her denken en te dezer gelegenheid een bijeenkomst van alle afdeelingen, circa 1100, te beleggen 'e 's--Gravenhage, alwaar tusschen de tien en twintig duizend Vrijwillige Landstormers worden ver wacht. Alle Vrijwilligers zullen ongewapend, alleen met den oranje-armband, aan de bijeenkomst deel nemen. De meer dan duizend aangesloten Officieren ech ter in uniform. De Commissie tot voorbereiding is met de uit werking van het programma reeds ver gevorderd- Onze plaatselijke ve 1927'28 ingedeeld in B van afdeeling II. H.V.C. (Amersfoort); versum) B.F.C. (Bui V.V.A. (Amsterdam); voort; Zeeburgia (Ar We komen nader op a.s. speelt Bloemende sum tegen B.F.C. Ei tevens een mooie ge] der a.s. tegenstanders Oplossingen, bijdrage Schaakredacteur van .'1. BioemendaaL PROBLE K. ERLIJ Mat ir Stand der stukken: Wit: Kh7, Dc8, Te3, Zwart: Kbl, Lf6, a3, 'Bekroond in ee Neuesten Nachrichten ware „verjaard" is, m< dat K. Erlin en O. h bekende Weensche o en Ottmar Weiss. PROBL1 Dr. A. G. C Mat in Stand der stukken: Wit: Kei, Dd7, Ldl, 1 Zwart: Ke4, Dc6, c5, c OPLOSSING (Fr. Stand der stukken: Wit: Kcl, Tf3, Lb6, I Zwart: Ke4, f4. 1. Lb6 Goede oplossing ontv. H. W. v. DORT, te H De roos, de koningin <d felaohtige voorrecht t dieren tot zich te trel luizen tot kevers en stukje er een wil besch bladwesp. Zij is slechts 34 m.I gevolge wel nagenoeg der rozenliefhebbers, I maken voor hun plan zij op een gegeven o rast door het waarnei die aan beide zijden middennerf zich oprolh gewoonlijk niets, alleei ken enkele kleine larf de larven van Ide kle; het blaldweefsel gaatjes te leggen. e hebben hier dus vorm van gal-ontwikk gaibewoners. Zij voed aan de onderzijde der gallen. Zoodra zij volgr< geval is, verlaten de la en kruipen in den groi spinnen om in te ov heeft in het begin van spoedig kan verschijnen Niet alle rozen hebbe kleinste rozenbladwesp schrijvers geven zij de Klimrozen, aan Rosa c en R.canina. Anderen de V^ichuraeana-rozen aangetast. Hoe dit ook '**el weten, welke roze "vallen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1927 | | pagina 2