Opening
Theater
RUSTHOEK"- BLOEMENDAAL
A. G. POST
iuwburg s
i betaald i
ffe
BOLS£NBRGEK
ENSEN
TIMMER
algemeen nieuws- en advertentieblad
rhaarlemsche bankvereeniging i
kluis-inrichting ff
„DE BRUG
Keuze Tentoonstelling"
OVERVEEN
HET LEVEN IN EN HET LEVEN UIT
Tentoonstelling „DE BRUG"
Dij Boskamp
Nachtveiligheidsdienst - Controle
21ste JAARGANG
ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1927
No. 37
TEMBER A.S.
- HAARLEM
,S. 10 UUR
HAARLEM
PTEMBER
SEPTEMBER
IE LANDHUIS S
NTIE ^ALJGER
TRANSPORTEN
i-MAGAZSJN S
1 - HAARLEM
!ES - TELEF. 12842 g
e
36
N EN GEYSERS
efoon 22003
VOOR BLOEMENDAAL, OVERVEEN,/ENDENHOUT
VOGELENZANG, SCHOTEN, SANTPOORT, ENZ.
BIJKANTOOR: BLOEMENDAAL, BLOEMENDAALSCHEWEG 147
S GARAGE F. STAPPERS
S" Gedempte Oude Gracht 40, Haarlem
le kl. Reparatie-inrichting. Expertise
ZAAL DISPONIBEL VOOR VERGADERINGEN, PARTIJEN, ETC.
OOK ZEER GESCHIKT VOOR BESLOTEN DANSCLUBS
VERBINDINGSWEG 53
WAGENMAKER
TUIN BOUWGEREEDSCHAPPEN
Verhuurinrlchtlng van Handwagens
cxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxaoooooo
ELECTR. REPARATIE-INRICHTING
van alle soorten Schoenen en Laarzen
L. FABER ZN.
PLAATSELIJK NIEUWS
OVERVEEN.
VEREEN. VAN NEDERL. BEELDENDE KUNSTENAREN
59
DAMES-KAPSALONS
BOS-VAN DEN ENDEN
Intensieve bewaking
Bill ij k e tarieven
Kantoor Raaks 13, Haarlem, Tel. 13880
RESTAUREERDE
:iNG VOOR DE
HNGEN BEGINT
'NEEL ENSEMBLE
Ehr. Laurentius)
RTHUR HORNBLOM
TOONEEL
Verbeek)
■BBII
ARLEM TELEFOON 11937
;ewone amusementsfilm der Ula
ter en vroolijker comeuic hteit
Hen: OLGA TSCHECHOWA,
RMANN. In deze voortrettelijke
r TRUUS VAN AALTEN haar
amusante film te komen zien.
3 ZEER BUITENGEWOONS
reroemde Tooneelspeler, in
L A A R)
ÏE. Een juweeltje van filmkunst
LLA's buiten ANNEXATIE,
orhanden. WON1NG-
everlaan 70, Haarlem en
I hoek Soendaplein.
MAKELAAR KRUIT
EN BRANDKASTEN
LEVERLAAN 23 - TEL. 22568
.AN 7 - TELEFOON 222S9
E
1 E
/IA BLAUWE WERK-
NenMANCHESTER g
ONDERGOEDEREN g
E
S
RIJ MEUBELMAKERIJ
iRKPLAATS
;mplaren
VAN DE
L C.A.
aar voor
f 2.50
Boekhandelaren
ABONNEMENTSPRIJS f 3.50 per jaar, f 1.75 per half
jaar bij vooruitbetaling vóór i Januari of i Juli, na dien
datum verhooging van f 0.15 incassokosten. Voor Indië en
't Buitenland met verhooging der porto. Losse nummers
71/2 ct. Abonnementen kunnen met elk nummer beginnen
REDACTIE EN ADMINISTRATIE: DRUKKERIJ T. TIMMER, DE GENESTETWEG 23, BLOEMENDAAL
TELEFOON 22003
POSTGIRO 30785
ADVERTENTIÊN: 18 cent per regel, bij contract
belangrijke korting. Kleintjes: Vraag en aanbod, huur
en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 5 regels 60 cent
elke regel meer 12 cent uitsluitend bij vooruitbetaling.
Boven, onder of naast den tekst speciaal tariet
B IJ KANTOOR VOOR ADVERTENTIES: ADVERTENTIEBUREAU D. Y. ALTA, DUVENVOORDESTRAAT 28, HAARLEM
a
Telefoon 14454
■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■BB»
(Nadruk verboden)
Bij den aanvang van den academischen
cursus breekt voor veel jongemenschen
een nieuw tijdperk aan. Zij herinneren
zich, hoe zij na het eind-examen van de
schooi zijn ontslagen met een toespraak,
waarin zij er op werden voorbereid, dat
ze, nu de schooljaren achter hun liggen,
het leven in zullen gaan. En, wanneer
straks de studentengemeenschap hen in
zich zal opnemen, zal nogmaals het ver
lossende woord weerklinken, dat nu vóór
hen staat dat verrassende, heuglijke,
bloeiende tijdperk, dat men „het leven"
noemt.
Wanneer ouderen de jeugd toespreken bij
den aanvang van haar zelfstandigheid,
ontluistert weemoed hun stem. Dat leven,
dat nu zijn deuren ontsluit voor den
nieuweling in ambt of beroep, voor den
jonggehuwde, den kerkelijk bevestigde,
is voor den vaderlijken vriend reeds voor
bij. Het is, of zijn aanmaning, om dat leven
goed te besteden, een aanklacht is tegen
hemzelf, wijl hij zijn tijd heeft misbruikt.
Het leven is hem voorbijgegaan, zonder
dat hij er profijt van getrokken heeft.
Er ligt voor volwassenen in het aanhooren
van zulk een toespraak steeds iets ont
roerends. Het oogenblik, waarin zij zelf
aldus vol verwachting aan de poort van
het leven hebben geklopt, treedt hun var-
nieuws voor den geest. En deernis be
sluipt hen met die argelooze kinderen, wier
verwachtingen ook op teleurstelling zullen
uitkopen. De weeke stemming jegens de
jeugd is inderdaad zelfbeklag.
De vaderlijke vriend, die zijn pupillen een
woord op hun levensweg meegeeft, is mis
schien veertig jaar oud. Heeft het leven
voor hem reeds zijn poorten alweder ge
sloten
Hoelang duurt dan dat zoozeer verheer
lijkte leven? Hoelang is het bloeitijd voor
den naar verrassing en spanning hun
kerenden mensch Het leven is niet alleen
heuglijk, maar moeilijk ook. Doch zelfs in
deze moeite ligt vreugde besloten. De
vreugde van streven en strijd, van krachts
inspanning met wisselende uitkomst; de
vreugde van het onrustig maar voortdu
rend bekorend jagen naar 't ideaal.
Deze spannende tijd is voor den vader
lijken vriend afgeloopen. Hij kan vijftig,
zeventig, negentig jaar worden, maar
leven in eigenlijken zin doet hij niet meer.
Hij rekt zijn zielloos bestaan; hij vege
teert.
Met stelligheid weten wij 't oogenblik,
waarop wij het leven ingaan. Dat is de dag,
waarop de leerlingentijd achter ons ligt
en wij door de gemeenschap als zelfstan
dig erkend worden. De dag, waarop ons
het diploma als mensch uitgereikt wordt.
Dan gaan we het leven in. Maar op welk
oogenblik gaan we het leven uit? Is dat
tijdstip ook met zooveel stelligheid aan te
duiden?
Voor den één schijnt het leven langer te
duren, dan voor den ander. In het bijzijn
van een tachtigjarige liet ik me eens ar
geloos ontvallen, dat men op zijn zestigste
Jaar toch eigenlijk het leven reeds achter
zich heeft. Dit wekte de woede van den
beveelt zich beleefd aan voor
alle voorkomende werk
zaamheden in deze branche
levenskrachtigen oude; wie op zijn zestig
ste jaar reeds meent, afgerekend te heb
ben, verdiende zijns inziens niet, dat hij
geschapen was. Zestig jaar! en de
oogen van den oude tintelden van vuur,
lieve hemel, als ik naga, wat ik daarna nog
heb gewerkt en genoten!
Wanneer zullen de jongelieden, die heden
het leven ingaan, het leven vaarwel zeg
gen? Zoodat zij op hun beurt, met wee
moedige stem, op hun bestaan terugzien
als op iets, dat achter hen ligt? Dit lijkt
mij voor hen een belangrijke vraag. Ge
makkelijk schijnt het, zijn intrede in 't
leven te doen, maar moeilijk, zich in dat
leven te handhaven. Voordat men er op
bedacht is, ligt men er uit.
Het kenmerk van 't leven in den zin,
waarin men dit woord in toespraken tot
nieuwelingen gebruikt, is het onzekere,
het spannende en verrassende. Er bestaat
een stadhuis-uitdrukking, welke spreekt
van „komen tot den gevestigden stand".
Met het komen tot den gevestigden stand
is het leven uit.
Veelal beschouwt men het komen tot den
gevestigden stand als een begeerenswaar-
dige gebeurtenis. Wie „er is", wordt door
vriend en vijand benijd. In het Fransch
noemt men zulk een geluksvogel een
„arrivé".
En inderdaad geeft het een weldadige rust,
zoo men bereikt heeft, waarnaar anderen
nog streven. Een gevestigde positie in de
maatschappij, een gevestigde levensbe
schouwing, een gevestigde meening over
alle problemen en vraagstukken op zede
lijk, staatkundig, economisch, godsdien
stig en artistiek gebied. Indien men met
al deze dingen in 't reine is, is men klaar.
De ervaring leert echter, dat deze vol
maaktheid toch niet in allen deele be
vredigt. Waarom immers zouden anders
de ter plaatse gekomenen, de gearriveer-
den, met zulk een weemoed de nieuwe
lichting der jeugd in het leven inleiden,
haar met zooveel geestdrift voorbereidende
op de vreugde van strijd en van moeite,
op de spanning en de verrassing van de
onzekerheid
Zij, die het leven achter zich hebben, be
nijden de jongeren het leven, dat voor hen
nog op komst is. Zij benijden hun de kracht
om te durven, den moed om te wagen. Zij
benijden de gulle verkwisting, welke het
tijdperk van overvloed meebrengt, waarin
men niet zuinig noch eenzijdig behoeft te
zijn met zijn gevoelens en denkbeelden;
waarin men zich nog de weelde veroor
looft, vriendschap en liefde en naam op
het spel te zetten, wijl men in zijn rijk
dom het verlorene gemakkelijk vervangen
kan. Zij benijden de gelegenheid tot het
alzijdig uitslaan der vleugels, welke nog
niet zijn gehecht en gevestigd binnen de
traliekooi der maatschappelijke en burger
lijke verplichtingen.
Zoodra de leeuwerik op zijn nest neer
strijkt, is het met zingen gedaan. Het
zingende leven eischt de onbegrensde vrij
heid van 't luchtruim. En iets van die
vrijheid moet men zich voorbehouden, wil
men in zijn gevestigden staat niet met
vegeteeren volstaan.
De beste vermaning, die men de jeugd,
welke 't le^en ingaat, kan meegeven, is:
dat zij zich er voor hoede, te schielijk het
leven weer uit te gaan.
H. G. Cannegieter
KLEINE HOUTSTRAAT 10, TEL. 12896
Concurr. prijzen en vlngge bediening
ÖOOOOOOOOCXXXXXXXJOOOOOOOOOOOOOOC
Rechter (zeer streng): Bent U wel eens meer in
overtreding geweest, heeft U wel eens straf of
boete gehad?
Verdachte: Hm, ja, Edelachtbare, ik heb eens een
keer een hoek uit een bibliotheek een week te
lang gehouden enne toen moest ik een dub
beltje boete betalen
In een omgeving van moderne interieurkunst, waar
in nog wel nimmer een zóó uitgebreide tentoon
stelling van schilderijen zal zijn gehouden, werd
Zaterdag j.l. te 3 uur de tentoonstelling van de
Brug geopend.
De voorzitter vaiu De Brug, de heer Jan Visser,
sprak een welkomstwoord tot de genooddgden en
belangstellenden en verleende daarna het woord
aan den heer A. van der Boom, «lie zich bereid
verklaard had de tentoonstelling met een inleiden
de rede te openen.
De mensch aldus ving spreker aan die heeft
leeren begrijpen dat de ontwikkeling der kunsten
is gelijk een doorloopend verhaal, deze mensch zal
diep doordrongen zijn van de relativiteit der z.g.
absolute schoonheid van deze of gene kunstperio
de. Hoogstens zal er sprake kunnen zijn van. een
algemeen geldende waarheid, die haar vertolking
vindt in den immer veranderenden kunstvorm.
Zoo zal men, volgens spreker, ook redelijkerwijze
geen pogingen meer aanwenden om tot een alge-
meene definitie te komen van „de" schoonheid
van „het" kunstwerk.
De kunstwerken ontstaan in duizenderlei vormen
yam de meest aan de materie gebondene der ar
chitectuur en der nijverheidskunst tot de meest
onstoffelijke van muziek en gedicht met alle mo
gelijke tusschenfazen, onverschillig of men ziet naar
het oud-Egyptische Koningsbeeld of naar den tem
pel, dien de Egyptenaar zich in zijn mateloozen
godsdroom 'bouwde; of men den blik wendt naar
het verre Oosten met zijn diepzinnige Boedhistische
of Indo-Brahmaansche kunst, of wel die van het
eigen Europeesche kultuurgebied als punt vam
uitgang neemt.
)Iet is deze durende werkzaamheid met haar ups
en downs, die ons op het oogenblik heeft gebracht
in een tijd, waarin verwarring zich van ons heeft
meester gemaakt.
Onze tijd is er een van een groote wending.
En wendingen brengen beroeringen, ze brengen
onrust. Veilig gewaande principes worden ontmas
kert!, de ivoren toren van het leugenachtige 19e
eeuwsch astheticisme werd ondergraven en viel
kl spoedig als een kaartenhuis im elkaar.
Is er dan, zoo vraagt men zich af, in dezen baai
erd nog eenige hoop voor den kunstenaar; zal hij
weer kunnen worden de priester van weleer?
Laat ons eerstens erkennen, dat de kunstenaar, die
door de haind der gemeenschap zal spreken tot
den geest der gemeenschap het was Alphons
■Diepenibrock, die dit zeer juist typeerde tegen
woordig als een soort „Übermensch" zou worden
aangekeken. Maar laat ons dan in de tweede plaats
ook inzien, dat slechts uit de natuurlijke samen
hang met de omgeving, dat wil dus zeggen, den
kunstenaar scheppend als priester onder zijn mede-
menschen, het harmonische kunstwerk zal kunnen
.ontbloeien, waar wij allen zoozeer naar verlangen.
We weten het allen: lange jaren was het in de
schilderkunst „abstractie und kein Ende".
Daar is thans voor in de plaats gekomen een nieuwe
klank van levensdorst en liefde voor een verdiept
en van alle bijkomstigheden gezuiverd waar
nemingsvermogen der reëele dingen. iHet is een
verlangen naar een veridealiseerde natuurverbeel
ding, een verbreede veralgemeende beschouwing
der dingen rondom ons.
Tegenover het bizarre, pikante, gezochte, kortom
tegenover het cerebrale van de kunst, die louter
uit het verstand kwam en niet uit het hart, is ont
staan een zekerder doelbewustzijn.
En dan een doelbewustzijn, dat niet meer gebukt
gaat onder de angst voor de werkelijkheid. Een
GOEDGEKEURD BIJ KONINKL.
BESLUIT VAN 2 JULI 1926
HET BESTUUR HEEFT DE EER U
EN UWE DAMES UIT TE NOODI-
GEN TOT EEN BEZOEK AAN DE
IN DE KUNSTZALEN DER Fa. J. A.
BOSKAMP ZONEN te OVERVEEN.
TOEGANG VRIJ
DE TENTOONSTELLING BLIJFT GEOPEND T/M 30 SEPT. A.S.,
OP WERKDAGEN VAN 3-5 UUR, DES ZONDAGS VAN 2-5 UUR
■■■■■■■■■■■■■■■■■SM.
HAARWERKEN - PARFUMERIEËN
DORPSSTRAAT 27 BLOEMENDAAL
BIJ HET POSTKANTOOR, TELEFOON 22386
doelbewustzijn dat het „zijn" verkiest boven den
„schijn".
Dit nieuwe levensgevoel als wij het zoo reeds
mogen noemen zal weer kunnen doordringen
een kunst, die niet meer worde beheerscht door
bepaalde voorschriften of bedenksels van een kliek-
geest. Daar zal weer komen een levensextase, zich
uitend in- een bovenpersoonlijk, buitentijdelijk
schouwen in de geheimenissen van de 'kosmische
wonderen.
Laat ons niet schromen om het uit te spreken,
dat de kunstenaar zijn schoonen droom weer zal
beleven in het wonder, dat hem dagelijks omhult:
de natuur.
Dus weer naturalisme zult u zeggen.
Ik erken dat het ons eenigszins moeilijk zal vallen
dit maar direct goedschiks te gelooven. Inderdaad
is dit zoo. Wij, die gewend waren aan een kunst
eenerzijds gebaseerd op de tragische levenshouding,
anderzijds, 'maar al te dikwijls ontstaan of gekweekt
door morfine of cocaïne-verdwazingen. Het zal
ons dubbel moeilijk vallen weer eenvoudig te
kunnen zijn.
Waar ik hier nu spreek van naturilisme of rea-
iisme bedoel ik daarmede iets anders dan hetgeen
men daar meestal voor aanziet.
Immers dn de 19e eeuw waren deze uitingsvormen
vrijwel synoniem met utilitarisme. En wat dit 19e
eeuwsche utilitarisme voor kwaad heelt gesticht,
daarvan getuigen nog steeds de meeste voorwerpen,
die wij dagelijks hanteeren, of die op eenigerlei
wijze ons tot nut of gebruik moeten zijn. De dage-
lijksche ergernis van het utilitarisme vindt unog
zoo goed als overal in de steden, die zich in deze
jaren snel uitbreidend, op de schandelijkste manier
door speculatie-bouw worden bedorven.
Het nabije Haarlem in vroeger eeuwen een pracht-
stad, kimmen wij 'helaas direct als een treurig voor
beeld noemen.
Dat ik dus met realisme of naturalisme niet bedoel
het de kunst eenzijdig beheerschende utilitarisme
levensgevoel zult u hopenlijk wel van mij willen
aanvaarden.
Als ik nu kom tot datgene waarvoor u hier allen
aanwezig zijt: voor den arbeid van de leden van de
jonge kunstenaarsverenigingen „De Brug", te be
wonderen, moet ik beginnen met de opmerking te
maken, dat ik geen enkele poging zal wagen om
u maar iets van te verklaren.
Is dit om te beginnen al een onmogelijkheid, omdat
schoonheidswaardeering in hoogste instantie toch
een kwestie van het individu is, principieel acht
ik het ook volstrekt onjuist bij de opening van een
expositie de werken van tijdgenooten als het ware
tegen elkander uit te spelen.
Een verklaring van het streven van De Brug
gaf ik n.m.m. reeds ten deele in hetgeen ik u zoo
juist heb verteld. De leden van De Brug streven,
naar wat zij noemen, de nieuwe zakelijkheid. In
hoeverre deze benaming het streven uitdrukt blijve
voorloopig in het midden. Om dit te beoordeelen
is tijd en afstand noodig, die tijdgenooten meestal
missen.Overigen.!laat u zich door de zakelijke
klank van „nieuwe zakelijkheid" vooral niet ver
ontrusten
Het zij mij vergund in dit verhand met grooten
eerbied den naam van Jan Mahkes te mogen noe
men, de stille beteekenisvolle figuur, in wiens
uitingen dit streven naar de nieuwe objectieve
kuinst reeds voor minstens 15 jaar embryonaal valt
op te merken.
Wij zien hier dus realisme, maar een realisme op
ideëelen grondslag. Bovendien zien we dit niet al
leen in de artistieke productie, doch eveneens in
den langzaam aan gewijzigden kunstsmaak. Ik voor
mij ben b.v. gaarne geneigd hier te denken aan de
belangstelling, welke wij weer koesteren voor de
oude magische Chineesche schilderkunst, om
slechts één voorbeeld te noemen.
Zoo biedt ons de nieuwe objectieve kunst niet
meer het hinderlijk expose van groote persoonlijke
begaafdheid. En evenzoo is De Brug geen kweek
plaats voor virtuoozen hoogmoed. De kunstenaar,
die zich als een alles opzuigende spons laaft aan
den roem, zal in De Brug geen plaats vinden.
De ware kunstenaar predikt niet meer de leer van
de kunst om de kunst. Hij zoekt de waarheid boven
1 de welsprekendheid. Hij stamelt die uit in exta-
tische verrukking of openbaart ze ons in een voor
stelling, waarin- het picturale detail volkomen is
verwaarloosd, om maar een paar voorbeelden te
noemen.
Maar de tijd die werd beheerscht door de ver-
üetdheid van den stemmingsmensc'h, is voorbij.
Wij ervaren het op schier elk gebied der kunst.
Wij hoorden het reeds misschien nog wat on
wennig en nukkig door ons aanvaard in Stra-
winsky's extatische levensdansen en rythmen, wij
ervaren het soms in de poëzie der jongeren, wij
beleven het aan de nieuwe architectuur, idie ons
weer heeft geschapen, het fundament, waarop de
beeldende kunst in alle haar gedifferenteerde
uitingen ais een daarmee samenhangend gebeuren
zal kunnen ontbloeien.
Bovendien, wij zien het aan het type van den
tegenwoordige!', kunstenaar zelve. De zelfvergeten
romanticus, wiens uiterlijk aanschijn werd verhel
derd door een wapperenden baard, waarin soms
nog een restantje met artistieke nonchalance ge
nuttigd middagmaal een verborgen bezit uitmaakt;
deze „baard" met zijn vergoddelijking van het
eigen ik gaat langzaam aan tot een vorige generatie
behooren.
De schilder of ruimer nog, de kunstenaar .van dezen
tij,d zal weer worden de mensch onder de men
sahen. Niet langer zal hij zich beroemen op zijn
onbetaalde rekeningen, noch op z'n afgetrapte
broekspijpen of z'n colbertje met verfvlekken. De
nieuwe schilder zal weer worden de vertolker van
hetgroote, het alomvattende leven.
En dan laat ons met dezen vromen wensch be
sluiten dan zal in het leven van den toekomst-
mensoh het zinvolle beeld weer een plaats van
groote beteebenis kunnen gaan innemen S.-E.
HULDIGING OLIVIER KOOP.
25 jaar .musicus.
De bekende toonkunstenaar en dirigent Olivier
Koop herdacht dézer dagen het feit, dat hij
voor 25 jaren zijn loopbaan begon als musicus. Het
feest werd ingezet met een Hoogmis in de Parochie
kerk alhier. Er was zeer veel belangstelling. Uit
gevoerd werd door het versterkte koor „De missa
in 'Honorem s.s. Trinitatis" onder leiding van den
heer Jan Nelissen van Bloemendaal; de orgelpartij
werd verzorgd door den heer Jan Nieland van
Amsterdam.
Na afloop van de Hoogmis had de huldiging plaats
in de pastorie van de kerk. Hier waren velen bij
eengekomen om den jubilaris te huldigen. In de
versierde zaal namen plaats de jubilaris, zijn echt-
gen'oote en zijn oude moeder.
Het eerst werd het woord gevoerd door pastoor
v. Niekerk, die hem huldigde voor het vele wat
hij voor de Toonkunst te Overveen en te Amster
dam had gedaain. Het verheugde spr. den jubilaris
mede te deelen, dat hem was toegekend de onder
scheiding van het Gouden Kruis Pro Ecclesia et
Pontifice. Het eere-metaal werd hem door zijn
echtgenoote op de borst gespeld. Hierna sprak Jan
Nelissen als collega en vriend. Vervolgens voerde
'het woord de heer Ides, welke sprak namens het
zangkoor en den jubilaris een couvert met inhoud
aanbood. De heer Kretzer bood hem namens de
parochianen eveneens een couvert met inhoud aan.
Ten slotte sprak nog mej. Smeenk namens de Ma-
ria-congregatie en verraste den heer Koop met een
fraaie pianolamp. Des middags werd receptie ge
houden, welke zeer druk bezocht was.
S.-E.