Focus' Kunstkalenders J Visitekaartjes Vermeer, Bloemendaal j Wales Anthraciet Belgisc h Superieur i I HAARLEMSCHE STEENKOLENHANDEL TOONEEL - i VOOR DE A.S. FEESTDAGEN I HET AANGEWEZEN ADRES VOOR ONZE PLANTENDOKTER HUMOR EN SATYRE De kleine Theresia van Lisieux. Tooneelspel van Jules Verstraete. Op Zaterdag 17 December a.s. 8 uur en Zondag 18 December a.s. 2 en 8 uur, zullen in den Stads schouwburg te Haarlem voorstellingen worden ge geven van „De Kleine Theresia van Lisieux", too neelspel in 4 bedrijven door Jules Venstraete en wel door het Ensemble van het Trianon-Theater te 's-Gravenhage, in welk theater dit tooneelstuk onlangs gedurende 14 achtereenvolgende dagen mei groot succes is opgevoerd. De buitengewone matinee die Zondagmiddag om 2 uur gegeven wordt zal tegen verminderde prijzen toegankelijk,doch geheel gelijk aan de avondvoorstelling zijn. De hoofdrollen worden vervuld door: de dames Gretha Meijer, Corrie Heerings, 'Betsy Schoonen- berg, Nelly van Velsen, Marie Coucke, enz. en de heeren: Ko van Sprinkhuysen, Peter Hanzen, Willem Grelinger, Nico Smit, enz. Het tooneelstuk wordt door orgelmuziek, gearran geerd door den bekenden componist Willem van der Meer, geïllustreerd. De zangnummers worden door een dameskoor en een solo-zangeres ver vuld. De Maasbode schrijft het volgende over het stuk: Prijzenswaardig is hoe bij herhaling een stemmingsvol en verrassend picturaal effect wordt bereikt. De kleeding der zusters van den Carmel was tot in de puntjes zuiver verzorgd, ook de armelijke eenvoud van het strenge klooster kwam in de werkelijk fraaie décors volkomen tot zijn recht. Orgelspel en zang verhoogen om beurten de stemming van het geheel De eerste avond was de schouwburg reeds geheel bezet en het applaus bewees, dat het spel groote voldoening had gegeven „Hedda Gabler" door het „Nieuw Rotterdamsch Tooneel". Deze voorstelling van Ibsen's merkwaardig drama, in den Stadsschouwburg te Haarlem, had waarlijk wel een voller zaal verdiend. Het tooneelstuk met zijn spannende scènes, zijn krachtige karakterteekening, de goede opvoering, het spel, vooral dat van mevrouw TartaudKlein in de hoofdrol, hadden wel recht op een ruimer opkomst dan dit handjevol toeschouwers. Doch, het dient erkend, het publiek, hoe gering ook in aantal, wist door zijn geestdriftigen bijval den spelers veel te vergoeden. Die er waren, hebben genoten. Maar het is en blijft met dit al een on dankbaar werk voor onze waarlijk goede kunste naars: hun beste gaven te moeten verspillen grootendeels althans voor een zaal, die voor negen/tienden uit leege stoelen bestaat. En het is wel ietwat mistroostig te moeten bedenken, dat de bioscopen met hun veelal onbenullige pro gramma's wèl volk trekkenIs het tooneel spel uit de mode? Kwijnt het theater? Aan onze tooneelkunstenaars ligt het toch niet; wij hebben voortreffelijke speelsters en spelers. Ligt het aan de nieuwere soort stukken, die te weinig heftig, te weinigsensationeel zijn? Mogelijk, maar dit laatste zal men van een stuk als „Hedda Gab ler" toch niet kunnen zeggen; een figuur als 'Hedda, met haar woesten, ontembaren aard moet toch wel in staat zijn, een groot publiek tot medeleven te dwingenKent het groote pu bliek stukken als deze te weinig? La Compagnie Du vieux Colombier. J. B. Schuil schreef in H. D. over L'Illusion van Cop eau: Wanneer Copeau ons had willen bewijzen, dat de illusie van het tooneel nooit door overdaad van décors en schitterende maar enkel door spel en regie moet komen, dan had hij dit nooit beter kunnen doen dan met zijn opvoering van L'Illu sion! Hier een eenvoud van decors, die tot het primitieve toeging. Enkel wat grijs-blauwe doeken en daartusschen in het midden een klein vierkant tooneeltje met rechts en links trappen en twee lichtbakken, dat was al! En toch, hoe volkomen werd in dit bijna simpel decor de sprookjesstem ming bereikt. Het was alles in opvoering van een fijnheid, een teerheid en een poëzie, die voort durend bekoorde en boeide. De illusie was vol komen. Misschien nog het meest aan het slot, toen de „Colombes", zingende wegtrokken, wui vend tot de dorpelingen, die achter bleven. Hoe licht en teer, hoe ragfijn was dit tooneeltje! En van welk een volmaakte eenheid! En hoe prachtig deed in die groep de figuur van Copeau met dat bezielde gezicht, de kunstenaar, die leeft in zijn droomen en zijn scheppingen alleen! Eenvoud tot het uiterste toe en toch voortdurend de sfeer van het sprookje op het tooneel getoo- verd, dat was voor mij het wonder van deze wel zeer bijzondere regie. Voor „De Blauwe Vogel van het Geluk" waren 39 doeken en meer dan 100 verschillende costuums noodig om de illusie van het sprookje op te wekken. Hier naderden wij bijna tot het bekende: Het tooneel stelt voor een „bosch", een „kasteel", een „dorp" uit den tijd van Shakespeare en met dit weinige en simpe le werd niet minder bereikt. Met één zoo'n op voering heeft Copeau ons van de juistheid zijner theoriën overtuigd. Heel deze opvoering was een meesterstuk van regie! Hier was een volkomen opgaan van allen in het geheel. Wij werden niet ontroerd en meege sleept door geniaal spel, wij werden echter steeds bekoord door lichtheid en fijnheid van bewegen en actie. Het was spel van flonkerende fantasie, een regie van groote voornaamheid. Op Zondag 11 December j.l. werd in den Stads schouwburg voor de tweede maal het tooneelspel ia 3 bedrijven van Leopold Marchand opgevoerd: „Wij zijn geen kinderen meer". Men slaakt onwil lekeurig na het stuk gezien te hebben, de ver zuchting: waren we nog maar kinderen; het leven zou dan bepaald veel genoeglijker en gezonder zijn. Honoré de Balzac geeft in zijne Physiologie du Mariage een beschrijving van de zwarigheden, wel ke uit gemoedsgesteldheid en gezondheid van man en vrouw kunnen voortkom,en in de echtelijken staat, Tolstoi zegt ergens dat de mensch niet vrij is wan neer een ander kan bepalen dat hij iets doen moet wat hij zelf verkeerdt vindlt. Het huwelijk is een Z. B. SPAARNE 42-46, TELEF. 13398 J 30/50 20/50 f 4e— 30/50 C 1 4 f 3.— 20/30 f 2.80 en f 2.65 Eierkolen 1.70 Kachelkolen f 2.25 Alles franco bergplaats Gegarandeerd steen- en gruis vrij i 00CCKXX>C)0000<XXX<XXXKX)0000CO00COCXX WEDEROM VERSCHENEN de alom beroemde en prachtig uitgevoerde met 52 fraaie foto's. Als geschenk voor St. Nicolaas, Kerstmis en Nieuwjaar zijn deze uiistekend geschikt. Het is een sieraad voor Uw huiskamer. De prijs is zoo iaag mogelijk gesteld en bedraagt f 1.60. Maandkalenders f 0.60. Vertegenwoordiger voor Bloemendaal en Omstreken: P. TIDEMAN Jr., Dulnwyckweg 3, BLOEMENDAAL OCXX)OOOOOOOOCXX>OOOCCC)OOOOOOC)OOOOOOOOOOOOOOC» KORTE KLEVERLAAN 40 - TELEFOON 22393 Vanaf heden tot en met 31 December geven wit: 10 pond mooie Bellefleurs a f 0.90. 10 Pond mooie Qoudreinetten f 1.20. lOPond Stoofperen f 0.70. 10 Pond zoete Appelen a f 0.70. 30 Zotte Mandarijnen a f 1.00. 25 Groote zoete Sinaasappelen f 1.00. 10 Citroenen f 0.40. 2 Pondsbl. Californische Peren f 0.60.2 Ponds- bl. Californische Perziken a f 0.80. 2 Pondsbl. Ai nanas (schijven) a f 0.90. 2 Pondsbl. Snij- en Spercieboonen f 0.50. 2 Pondsbl. Doperwten (prima) a f 0 60. Verder voorradig Crape-fruits, Tomaten, Druiven, heerlijke Peren, diverse Not< n, Roziinen, Aman delen, Cocosroten, Pinda's, Kastanjes enz. Alles van de bekende prima qualiteit en zéér voordeelige prijzen. Denkt U vooral om onze heerlijke vatgroenten en de uitgewogen Hero-Spinazie f 0.20p.p. vruchtbaar terrein voor dergelijke conflicten; en de Balzac die op rijperen leeftijd zelf trouwde en een zeer bizondere persoonlijkheid was en voor wien schrijven was zoo iets als spreken voor ge wone menschen, schreef zijne verhandeling als het ware hardop denkend, ook over eigen lot en-er varingen. Een vruchtbare bron van conflicten in het huwelijk is ten allen tijde geweest de ver houding van beide gehuwden of een van hen, tot een vroegere geliefde, wie(n) het niet te beurt viel zijne of hare werkelijke liefde door een wettelijk verbond bezegeld te zien. Dit stuk van Marchand werkt op realistische'wijze dit psycho logisch conflict fijn uit, doch alleen, van dien kant, dat hier een jonge Parijzer romantiker na een rozen- en maneschijnverliefdheid en 'n samenleven met een allerbekoorlijkst arm meisje, trouwt met een nichtje met geld uit de provincie, om dan, met veel energie, en geredeneer maar weinig besef van wat zijn eer hem voorschrijft zijn andere vrouwtje 't Parijsche leven in te stooten, waar zij maar moet zien zich aan een andere stroohalm vast te klam pen. Zij komt nog al goed terecht, want degeen bij wien ze terecht komt, sterft vrij spoedig, waarbij hij haar in goede omstandigheden heeft achtergelaten; deze bekoorlijke weduwe met een verleden vol afwisseling huwt daarna een fatsoenlijken zaken man „en mariage de raison", voor wien zij achting koestert maar geen liefde. Van den romantischen ridder van de maneschijn heeft intusschen het provinciaal vrouwtje zich tot 'n lieve aardige huis vrouw en moeder ontwikkeld. Als alles nu in beide huishoudens degelijk, geregeld, we zouden kunnen zeggen op zijn hollandsch toe gaat, ont moeten de rozengeurgeliefden elkander door dat het eene paar bij het andere op bezoek komt. Samenloop van conflicten! Dat is voor vele zielige menschen ook voor deze twee te veel. Zij spreken af er met elkaar van door te gaan. Allerlei om helzingen, waarvan dit tooneelstuk aan de kuische oogen der toeschouwers een groote keur te aan schouwen geeft, begeleiden den aai.loop tot dien wegloop en opnieuw zweren deze twee elkander trouw, maar helaas de een is verkouden en niest er bij, de ander denkt aan haar spoorboekje en beiden hebben vergeten de brief waarin zij af scheid namen van hun echtvriend en -vriendin aan de(n) geadresseerde uit te reiken! Zoo komen zij aan en met elkaar in een magere hotel kamer tot de conclusie dat zij nu werkelijk geen kinderen meer zijn en als het scherm neergaat is de eer en is Frankrijk weer gered en hébben wij voor de zooveelste maal in beeld gezien op welke onbeholpen maar toch niet onbeminnelijke wijze wij menschen door het maatschappelijk leven plegen heen en weet. te spankeren. Het stuk werd door het Vereenigd Tooneel evengoed gespeeld als het geschreven en vertaald is. Van de medespelenden willen wij alleen Joh. Kaart Jr. en Vera Bondam noemen, niet omdat ook de anderen niet goed zouden zijn, maar omdat hun rol hun de gelegenheid gaf het meest uit te blin ken; de eerste in zijn drooge en somtijds bijna verheven komieke kracht, de tweede in een lief tallige onbevangenheid, die het voor menig ster veling moeilijk zou maken niet in werkelijkheid naar een vriendschappelijke ontmoeting met dit bevoorrechte stervelingetje te verlangen. Zoo goed speelt ze komedie; want in 't gewone leven is zij natuurlijk een eenigszins stijve nuchtere jonge dame, net en ongenaakbaar. Het stuk had een uitbundig succes. Onder de insecten vinden wc verscheidene vrien den van den land-, tuin- en boschbouwer. Als we (het rijtje langs gaan, zien we daar voorop staan de loopkevers of schallebijters, echte roofdieren, die zich voefden met allerlei insecten, die zij in larve-, pop- of volwassen toestand in of op den grond vinden. In Frankrijk noemt men den gouden loop kever om deze reden wel jardinier, d.w.z. tuin man. En den poppenroover, die goed boomen kan klimmen en daarin jacht maakt op rupsen en poppen, heeft men opzettelijk in de Vereeniglde Staten van Noord-Amerika geïmporteerd ter be strijding van den daar te ongelegener ure inge- voerden plakker en den bastaardsatijnvlinder. Dat Jiet succes niet evenredig was aan de verwachtin gen, doet aan ide waarde van deze kevers niets af. De weekschildkevers, die men verkeerd wel Sint Jan:.vliegen noemt, omdat zij tegen dien tijd veel vuldig worden gezien, voeden zich met hun larven in hoofdzaak van insecten en andere dieren. De lievenheersbeestjes zijn bladluizeneters en hun lar- ver, die er nog van moeten groeien, munten hierin nog meer uit. In bepaalde streken van Noord- Amerika zijn de tuinbouwers zoozeer van het nut dezer kevertjes overtuigd, dat zij ze in het voor jaar bij het gewicht koopen van verzamelaars, die ze in het voorjaar halen op de berghellingen, waar heen de overwinterende kevers zich in het najaar begeven. De larven der fraaie gaasvliegen behooren tot de vraatzuchtigste verdelgers van bladluizen, die zij uitzuigen en daarna wegwerpen of er zichzélf mee bedekken, naar men wil ter vermomming en dus als beschutting tegen andere dieren, die onder de massa leege bladluizenhuidjes geen gaasvlieg- larve vermoeden. Zóó vraatzuchtig zijn deze larven, dat men ze wel bladluisleeuwen heeft genoemd. De larven der zweef- of staande vliegen, die men ;n het najaar in zoo grooten getale boven bloeien de asters en klimop kan zien, doen in gulzigheid weinig voor die der gaasvliegen onder. Ook zij zuigen de bladluizen uit. Het is heel interessant deze dieren bij hun werk waar te nemen. Men zal dan begrijpen 'hoe het mogelijk is, dat men den eenen dag op een roos b.v. een groot aantal blad luizen zag en den volgenden dag tevergeefs er naar zoekt. Zoo'n larve toch behoeft voor elk harer vele maaltijden per dag wel 20 of 30 'bladluizen. Het zijn wel goede vrienden! In dit laatste stukje over 'de biologische bestrij ding moet ik er in de eerste plaats op wijzen, dat met de eerder genoemde insecten de rij der nutti ge geenszins is gesloten. Ik heb b.v. nog geen ge wag gemaakt van de sluipwespen en sluipvliegen, die haar eitjes leggen in de eieren of larven van rupsen, die parasiteeren op velerlei vlindersoor ten, die voor onze gewassen schadelijk zijn, waar van ik de koolwitjes in een vroeger stukje al heb genoemd. En dan zijn er nog de roof- of moord- vliegen, de schorpioenvliegen, de waternymphen of glazemakers, ook wel wrattenbijters genoemd, die men meermalen met een vlinder door de luc'ht kan zien zweven, waarvan de vleugels stuk voor stuk worden afgebeten en naar beneden dwarrelen, waarna het lichaam wordt opgegeten. Ik laat deze alle nu rusten, om de overgebleven ruimte te benutten voor de nuttige zwammen en andere organismen. Wie uwer heeft in den na zomer vooral, niet doode vliegen gezien, die met uitgestrekte paoten in huis tegen den wand of elders en buiten op planten zaten, geteekend met witte ringen tusschen de geledingen? Die vliegen waren gedood door een zwam, welker sporen in die witte ringen worden gevormd en aldus in het luchtruim komen of op andere vliegen, die de doode kameraden bezoeken. Laat zulke doode vliegen als het kan rustig zitten, zij zijn althans na haar dood nuttig. In Italië doo'dt een verwante zwam sprinkhanen, zoodat men er zelfs over heeft gedacht om aan rukkende sprinkhanenlegers te besproeien met water, waarin de sporen van deze zwam zijn ge mengd. Andere schimmels tasten verschillende rupsen aan en in den staat Florida heeft men zwammen gekweekt om een motluisje op sinaas appels en citroenen in de boomgaarden te dooden. Sprinkhanen bestrijdt men wel met water, waarin bacteriën van een bepaalde soort zijn gedaan, na dat deze eerst door opzettelijke kweeking zeer virulent (groot ziekmakend vermogen) zijn ge maakt. Ratten en muizen bestrijdt men met para- typhusbacillen, waarmee in Denemarken in combinatie met zee-ajuin zeer goede resultaten zijn bereikt en waarvoor ook in ons land reclame wordt gemaakt. Tenslotte herinner ik aan de slapzucht bij rupsen, b.v. non-vlinderrupsen, die eveneens door een bac- Zee, niets dan natte schommelende groene zee O, hofmeester, kreunde een passagier, die groen in zijn gezicht zag en in een dekstoel wilde ster ven. O, hofmeester, hoe ver zijn we van het land? Geen antwoord op deze vraag, die zeker al twintig keer dien morgen gesteld werd. O, hofmeester, zeg me toch, hoever zijn we van land?! Hoe ver? Eén mijl, meneer. Goddank. In welke richting hoefmeester? Recht naar beneden, meneer! De politie kan toch soms 'buitengewoon actief zijn. Er kwam van de week een man in het po litiebureau die zeide: Brigadier, ik kwam over dat horloge praten, 'dat ik als gestolen heb aangegeven. Het was niet gestolen, ik heb 'het in een ander pak van me gevonden, 'het waisi beelemaal niet weg. Ja, zei de brigadier, maar U is te laat, want we hebben den dief al! Een zenuwachtig man kwam bij den apotheker binnen en overhandigde den bediende een doosje met wit poeder. Zoudt U mij ook willen zeggen, wat dat is? vroeg hij; ik denk dat het suiker is. Proeft U het eens en zégt U mij dan wat U denkt dat het is. De bediende proefde met zijn tong aan het poelder en verklaarde; suiker is het beslist niet. Dan 'heeft mijn vrouw toch gelijk, zei de man; ze heeft het voor rattenkruid gekocht. Een jongeman, die al eenige malen, geprobeerd had, in de zaak van zijnvriend opgenomen te worden, vernam, dat de campagnon van zijn vriend overleden was. Voor de honderdste keer ging hij er heen en zei tot zijn vriend: Hoor nu eens hier, waarom kan ik nu niet de plaats van je overleden compagnon intnemen? Ik vind 'het best, zei de vriend, als jij dat met den 'begrafenisondernemer in orde kunt krijgen! terie wordt veroorzaakt, vooral als deze rupsen door voedselgebrek zijn verzwakt en aan de poly ederziekte van deze rupsen, veroorzaakt door een virus, dus een onzichtbaar klein ziekmakend orga nisme. Hiermee genoeg over de biologische bestrijding. Wanneer planten bevriezen, is niet met een enkel woord te zeggen. De hiervoor noodige tempera tuur is onderscheiden voor de verschillende gewas sen en zelfs voor deelen van eenzelfde plant. Als oorzaken noem ik: le. het watergehalte van de plant, 2e. den toestand waarin zij zich bevindt bij het invallen van de vorst, 3e. haar graad van ver edeling. We willen ons bij het eerste punt be palen. Een plant, die beschikt over veel water zal ge woonlijk ruim gebouwde cellen bezitten met wecke, dunne wanden, waarin een zwak gecon centreerd celvocht zich bevindt. Waterrijke plan ten verdampen meer vocht dan droge en aange zien voor deze verdamping warmte wordt ver bruikt, zal de waterrijke plant kouder zijn dan de droge. Dunne celwanden laten als ik het zoo mag zeggen .de koude gemakkelijker doordrin gen dan dikke en in wijde cellen bevriest het cel- vocht eerder dan in nauwe. Maar bovendien be vriest een zwakke oplossing eerder dan een sterk geconcentreerde en dus zal de waterrijke plant met haar ruime, dunwandige en van een zwak geconcentreerd vocht voorziene cellen spoediger bevriezen 'dan de droge plant met haar nauwe, dikwandige cellen en sterker geconcentreerd celvocht Ter verduidelijking herinner ik er aan, dat helder water vlugger bevriest dan het troebele water in een moddersloot, waarin vele stoffen zijn opgelost en zoet water eerder dan zout water. In beide ge vallen moeten n.l. eerst de stoffen uit ide oplossing verdwijnen, waarbij de warmte, die vroeger voor de oplossing werd gebruikt als men zout oplost in water, daalt hiervan de temperatuur vrij komt, waardoor de temperatuur van het water wordt verhoogd. Na het bovenstaande is het begrijpelijk, waarom in het najaar de nog niet uitgerijpte scheuten van overigens volkomen winter-hande planten bevrie zen als er vroeg vorst invalt. En ook waarom in het voorjaar late nachtvorsten zoo groote schade kunnen berokkenen aan de bloemen en pas gezet te vruchtjes van appels en peren, aal- en kruisbes sen. Deze organen toch bezitten nog zeer dunwan dige cellen met veel vocht; zij zijn dus van g'eheel anderen 'bouw en bezitten een heel anderen in houd van de dikke dunne takjes van dezelfde boomen en struiken. Heel sterk komt dit verschil uit bij de bloemen van peren 'b.v., die vroeg bloei en na een flinke nachtvorst; dan kan het gebeuren, dat de droge bloembladeren, die straks, na het verrichten van hun taak kunnen afvallen, blijken niet te hebben geleden, terwijl de voortplantings organen, die zij omsloten, bevroren. Wat een ezels zijn we toch! Zeg eens effetjes, spreek asjeblieft in' het enkel- voud! Ook goed. Wat een stom'merd ben jij toch! Een ambtenaar werd overgeplaatst als chef van een bttreau en vond in: zijn nieuwe kantoor kasten vol waarde!ooze brieven en stukken uit het ar chief van zijn voorganger. Daarom schreef hij ain zijn chef, met verzoek de paparassen te mogen erbranden. Het antwoord luidde: Ja, dat is goed, maar maak eerst overal kopieën van. De meester had het over wonderen. „Kees," zei hij, „als je straks een man van het haantje van den toren van de kerk zag vallen, en 'hij zou van de straat opstaan en wegwandelen, hoe zou jé dat dan vinden?" Kees bewaarde het stilzwijgen, al trok hij wat met zijn wenkbrouwen. De meester hield aan: „Kijk nu eens Kees, A die man nu twinitig keer van het haantje van den toren naar 'beneden viel en wegwandelde, hoe zou je dat dan vinden?" „Een rare gewoonte, meester." Mevrouw was de stad uit en meneer was dus aan de zorgen van het dienstmeisje overgeleverd 's Morgens zeide de gedienstige tot meneer: Ja het spijt me, meneer, maar er is niets anders voor ontbijt, dan wat oud brood. Ik had twee heer lijk gebakken botjes in de keukenkast gezet, maar de kat is er 'bij weten te komen en die heeft toen UW bot opgegeten. Vader, ik wil trouwen! Komt niks van in, mijn jongen, daar ben je nog niet verstandig genoeg voor. En wanneer zal ik dan, wel verstandig genoeg zijn? Als je die gedachte kwijt bent, dat je wilt trouwen I t Een heer werd beschuldigd, dat hij vier duiven van een boer had 'doodgeschoten. Zijn verdediger probeerde den boer te overbluffen. Wel, zei de advocaat tot den boer, ben je be. reid te zweren, dat deze beer je duiven dood schoot? Ik zeg niet d a t hij ze doodschoot, zei de boer voorzichtig, ik zeg, dat ik 'hem ervan verdenk! Haha, riep 'de advocaat triomfantelijk uit, we draaien al 'bij. En vertel ons dan maar eens vlu& waarom je hem dan wel verdenkt? 'Nou, zei de boer doodkalm, in de eerste plaats trof ik hem otp mijn land aan met een geweer in zijn banden. Dan heb ik een geweer 'hooren af gaan en zag ik vier duiven naar beneden vallen. En in de derde plaats vond ik vier van mijn dui ven in zijn zak. En nu wil U me toch zeker niet wijsmaken, dat die vogels in zijn zak gevlogen zijn en daar zelfmoord pleegden!? Geen vrouw kan een geheim bewaren, zei een der heeren van het gezelschap. Denkt u, zei de bits uitziende dame tegenover hem, denkt u? Ik heg mijn leeftijd strikt geheim gehouden, na mijn 24e jaar. Zoo, zei de heer, maar ik wed dat u het toch vandaag of morgen zult verraden. Nooit, zei de dame, wanneer een vrouw twintig jaar lang een geheim bewaard heeft, bewaart ze ze het eeuwig! Zij; Ik ben naar den dokter geweest. Hij heeft me mijn tong bekeken en een opwekkend middel voorgeschreven. Hij: Toch niet voor je tong, hoop ik? Zenuwachtige oude juffrouw: En, chauffeur, denk er om, dat je heel voorzichtig bent. Niet doorrijden, voordat 'de politie het zegt en niet te hard rijden, dat je niet 6Üpt. Taxi-chauffeur: Heel goed, mevrouw. En heeft U soms nog voorkeur voor een bepaald ziekenhuis? WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat de grootste vuurtoren zich bevindt te Monl Afrique (Dion Frankrijk)? dat deze twee lichtstralen van elk 1.000.000 kaar sen sterkte, uitzendt? dat de lenzen 6 meter middellijn hebben? dat één pond zijde het product is van meer dan 2000 zijderupsen? dat het menschelijkhart gemiddeld een half pond weegt? dat het net zoo groot is, als de gesloten vuist van den eigenaar? dat er in Italië 20.000 gezinnen bestaan met mee dan 10 kinderen? dat Niepce, de vader van de fotografie, zijn eerste camera maakte van een sigarenkistje en len zen, die hij uit de microscoop van zijn groot vader had gehaald? dat de Aquitania (één van de grootste schepen ter wereld) per dag 33.000 vaten olie verstookt?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1927 | | pagina 6