Focus' Kunstkalenders
J
Visitekaartjes
Vermeer, Bloemendaal
j Wales
Anthraciet
Belgisc
h Superieur i
I
HAARLEMSCHE
STEENKOLENHANDEL
TOONEEL
- i
VOOR DE A.S. FEESTDAGEN I
HET AANGEWEZEN ADRES VOOR
ONZE PLANTENDOKTER
HUMOR EN SATYRE
De kleine Theresia van Lisieux.
Tooneelspel van Jules Verstraete.
Op Zaterdag 17 December a.s. 8 uur en Zondag 18
December a.s. 2 en 8 uur, zullen in den Stads
schouwburg te Haarlem voorstellingen worden ge
geven van „De Kleine Theresia van Lisieux", too
neelspel in 4 bedrijven door Jules Venstraete en
wel door het Ensemble van het Trianon-Theater
te 's-Gravenhage, in welk theater dit tooneelstuk
onlangs gedurende 14 achtereenvolgende dagen
mei groot succes is opgevoerd. De buitengewone
matinee die Zondagmiddag om 2 uur gegeven wordt
zal tegen verminderde prijzen toegankelijk,doch
geheel gelijk aan de avondvoorstelling zijn.
De hoofdrollen worden vervuld door: de dames
Gretha Meijer, Corrie Heerings, 'Betsy Schoonen-
berg, Nelly van Velsen, Marie Coucke, enz. en
de heeren: Ko van Sprinkhuysen, Peter Hanzen,
Willem Grelinger, Nico Smit, enz.
Het tooneelstuk wordt door orgelmuziek, gearran
geerd door den bekenden componist Willem van
der Meer, geïllustreerd. De zangnummers worden
door een dameskoor en een solo-zangeres ver
vuld.
De Maasbode schrijft het volgende over het stuk:
Prijzenswaardig is hoe bij herhaling een
stemmingsvol en verrassend picturaal effect wordt
bereikt. De kleeding der zusters van den Carmel
was tot in de puntjes zuiver verzorgd, ook de
armelijke eenvoud van het strenge klooster kwam
in de werkelijk fraaie décors volkomen tot zijn
recht. Orgelspel en zang verhoogen om beurten
de stemming van het geheel
De eerste avond was de schouwburg reeds geheel
bezet en het applaus bewees, dat het spel groote
voldoening had gegeven
„Hedda Gabler" door het „Nieuw
Rotterdamsch Tooneel".
Deze voorstelling van Ibsen's merkwaardig drama,
in den Stadsschouwburg te Haarlem, had waarlijk
wel een voller zaal verdiend.
Het tooneelstuk met zijn spannende scènes, zijn
krachtige karakterteekening, de goede opvoering,
het spel, vooral dat van mevrouw TartaudKlein
in de hoofdrol, hadden wel recht op een ruimer
opkomst dan dit handjevol toeschouwers. Doch,
het dient erkend, het publiek, hoe gering ook in
aantal, wist door zijn geestdriftigen bijval den
spelers veel te vergoeden. Die er waren, hebben
genoten. Maar het is en blijft met dit al een on
dankbaar werk voor onze waarlijk goede kunste
naars: hun beste gaven te moeten verspillen
grootendeels althans voor een zaal, die voor
negen/tienden uit leege stoelen bestaat. En het
is wel ietwat mistroostig te moeten bedenken, dat
de bioscopen met hun veelal onbenullige pro
gramma's wèl volk trekkenIs het tooneel
spel uit de mode? Kwijnt het theater? Aan onze
tooneelkunstenaars ligt het toch niet; wij hebben
voortreffelijke speelsters en spelers. Ligt het aan
de nieuwere soort stukken, die te weinig heftig,
te weinigsensationeel zijn? Mogelijk, maar
dit laatste zal men van een stuk als „Hedda Gab
ler" toch niet kunnen zeggen; een figuur als
'Hedda, met haar woesten, ontembaren aard moet
toch wel in staat zijn, een groot publiek tot
medeleven te dwingenKent het groote pu
bliek stukken als deze te weinig?
La Compagnie Du vieux Colombier.
J. B. Schuil schreef in H. D. over L'Illusion van
Cop eau:
Wanneer Copeau ons had willen bewijzen, dat de
illusie van het tooneel nooit door overdaad van
décors en schitterende maar enkel door spel en
regie moet komen, dan had hij dit nooit beter
kunnen doen dan met zijn opvoering van L'Illu
sion! Hier een eenvoud van decors, die tot het
primitieve toeging. Enkel wat grijs-blauwe doeken
en daartusschen in het midden een klein vierkant
tooneeltje met rechts en links trappen en twee
lichtbakken, dat was al! En toch, hoe volkomen
werd in dit bijna simpel decor de sprookjesstem
ming bereikt. Het was alles in opvoering van een
fijnheid, een teerheid en een poëzie, die voort
durend bekoorde en boeide. De illusie was vol
komen. Misschien nog het meest aan het slot,
toen de „Colombes", zingende wegtrokken, wui
vend tot de dorpelingen, die achter bleven. Hoe
licht en teer, hoe ragfijn was dit tooneeltje! En
van welk een volmaakte eenheid! En hoe prachtig
deed in die groep de figuur van Copeau met dat
bezielde gezicht, de kunstenaar, die leeft in zijn
droomen en zijn scheppingen alleen!
Eenvoud tot het uiterste toe en toch voortdurend
de sfeer van het sprookje op het tooneel getoo-
verd, dat was voor mij het wonder van deze wel
zeer bijzondere regie. Voor „De Blauwe Vogel van
het Geluk" waren 39 doeken en meer dan 100
verschillende costuums noodig om de illusie van
het sprookje op te wekken. Hier naderden wij
bijna tot het bekende: Het tooneel stelt voor
een „bosch", een „kasteel", een „dorp" uit den
tijd van Shakespeare en met dit weinige en simpe
le werd niet minder bereikt. Met één zoo'n op
voering heeft Copeau ons van de juistheid zijner
theoriën overtuigd.
Heel deze opvoering was een meesterstuk van
regie! Hier was een volkomen opgaan van allen
in het geheel. Wij werden niet ontroerd en meege
sleept door geniaal spel, wij werden echter steeds
bekoord door lichtheid en fijnheid van bewegen
en actie. Het was spel van flonkerende fantasie,
een regie van groote voornaamheid.
Op Zondag 11 December j.l. werd in den Stads
schouwburg voor de tweede maal het tooneelspel
ia 3 bedrijven van Leopold Marchand opgevoerd:
„Wij zijn geen kinderen meer". Men slaakt onwil
lekeurig na het stuk gezien te hebben, de ver
zuchting: waren we nog maar kinderen; het leven
zou dan bepaald veel genoeglijker en gezonder
zijn.
Honoré de Balzac geeft in zijne Physiologie du
Mariage een beschrijving van de zwarigheden, wel
ke uit gemoedsgesteldheid en gezondheid van man
en vrouw kunnen voortkom,en in de echtelijken
staat,
Tolstoi zegt ergens dat de mensch niet vrij is wan
neer een ander kan bepalen dat hij iets doen moet
wat hij zelf verkeerdt vindlt. Het huwelijk is een
Z. B. SPAARNE 42-46, TELEF. 13398 J
30/50
20/50
f 4e—
30/50
C 1 4
f 3.—
20/30
f 2.80 en f 2.65
Eierkolen
1.70
Kachelkolen f 2.25
Alles franco bergplaats
Gegarandeerd steen- en gruis vrij
i
00CCKXX>C)0000<XXX<XXXKX)0000CO00COCXX
WEDEROM VERSCHENEN de alom
beroemde en prachtig uitgevoerde
met 52 fraaie foto's. Als geschenk voor
St. Nicolaas, Kerstmis en Nieuwjaar
zijn deze uiistekend geschikt. Het is
een sieraad voor Uw huiskamer. De
prijs is zoo iaag mogelijk gesteld en
bedraagt f 1.60. Maandkalenders f 0.60.
Vertegenwoordiger voor Bloemendaal en Omstreken:
P. TIDEMAN Jr., Dulnwyckweg 3, BLOEMENDAAL
OCXX)OOOOOOOOCXX>OOOCCC)OOOOOOC)OOOOOOOOOOOOOOC»
KORTE KLEVERLAAN 40 - TELEFOON 22393
Vanaf heden tot en met 31 December geven wit: 10 pond mooie
Bellefleurs a f 0.90. 10 Pond mooie Qoudreinetten f 1.20. lOPond
Stoofperen f 0.70. 10 Pond zoete Appelen a f 0.70. 30 Zotte
Mandarijnen a f 1.00. 25 Groote zoete Sinaasappelen f 1.00.
10 Citroenen f 0.40. 2 Pondsbl. Californische Peren f 0.60.2 Ponds-
bl. Californische Perziken a f 0.80. 2 Pondsbl. Ai nanas (schijven)
a f 0.90. 2 Pondsbl. Snij- en Spercieboonen f 0.50. 2 Pondsbl.
Doperwten (prima) a f 0 60. Verder voorradig Crape-fruits,
Tomaten, Druiven, heerlijke Peren, diverse Not< n, Roziinen, Aman
delen, Cocosroten, Pinda's, Kastanjes enz. Alles van de bekende
prima qualiteit en zéér voordeelige prijzen. Denkt U vooral om
onze heerlijke vatgroenten en de uitgewogen Hero-Spinazie f 0.20p.p.
vruchtbaar terrein voor dergelijke conflicten; en
de Balzac die op rijperen leeftijd zelf trouwde en
een zeer bizondere persoonlijkheid was en voor
wien schrijven was zoo iets als spreken voor ge
wone menschen, schreef zijne verhandeling als het
ware hardop denkend, ook over eigen lot en-er
varingen. Een vruchtbare bron van conflicten in
het huwelijk is ten allen tijde geweest de ver
houding van beide gehuwden of een van hen,
tot een vroegere geliefde, wie(n) het niet te
beurt viel zijne of hare werkelijke liefde door een
wettelijk verbond bezegeld te zien. Dit stuk van
Marchand werkt op realistische'wijze dit psycho
logisch conflict fijn uit, doch alleen, van dien kant,
dat hier een jonge Parijzer romantiker na een
rozen- en maneschijnverliefdheid en 'n samenleven
met een allerbekoorlijkst arm meisje, trouwt met
een nichtje met geld uit de provincie, om dan, met
veel energie, en geredeneer maar weinig besef van
wat zijn eer hem voorschrijft zijn andere vrouwtje
't Parijsche leven in te stooten, waar zij maar moet
zien zich aan een andere stroohalm vast te klam
pen.
Zij komt nog al goed terecht, want degeen bij wien
ze terecht komt, sterft vrij spoedig, waarbij hij
haar in goede omstandigheden heeft achtergelaten;
deze bekoorlijke weduwe met een verleden vol
afwisseling huwt daarna een fatsoenlijken zaken
man „en mariage de raison", voor wien zij achting
koestert maar geen liefde. Van den romantischen
ridder van de maneschijn heeft intusschen het
provinciaal vrouwtje zich tot 'n lieve aardige huis
vrouw en moeder ontwikkeld. Als alles nu in
beide huishoudens degelijk, geregeld, we zouden
kunnen zeggen op zijn hollandsch toe gaat, ont
moeten de rozengeurgeliefden elkander door dat
het eene paar bij het andere op bezoek komt.
Samenloop van conflicten! Dat is voor vele zielige
menschen ook voor deze twee te veel. Zij spreken
af er met elkaar van door te gaan. Allerlei om
helzingen, waarvan dit tooneelstuk aan de kuische
oogen der toeschouwers een groote keur te aan
schouwen geeft, begeleiden den aai.loop tot dien
wegloop en opnieuw zweren deze twee elkander
trouw, maar helaas de een is verkouden en niest
er bij, de ander denkt aan haar spoorboekje en
beiden hebben vergeten de brief waarin zij af
scheid namen van hun echtvriend en -vriendin
aan de(n) geadresseerde uit te reiken! Zoo
komen zij aan en met elkaar in een magere hotel
kamer tot de conclusie dat zij nu werkelijk geen
kinderen meer zijn en als het scherm neergaat is
de eer en is Frankrijk weer gered en hébben wij
voor de zooveelste maal in beeld gezien op
welke onbeholpen maar toch niet onbeminnelijke
wijze wij menschen door het maatschappelijk leven
plegen heen en weet. te spankeren. Het stuk werd
door het Vereenigd Tooneel evengoed gespeeld als
het geschreven en vertaald is.
Van de medespelenden willen wij alleen Joh. Kaart
Jr. en Vera Bondam noemen, niet omdat ook de
anderen niet goed zouden zijn, maar omdat hun
rol hun de gelegenheid gaf het meest uit te blin
ken; de eerste in zijn drooge en somtijds bijna
verheven komieke kracht, de tweede in een lief
tallige onbevangenheid, die het voor menig ster
veling moeilijk zou maken niet in werkelijkheid
naar een vriendschappelijke ontmoeting met dit
bevoorrechte stervelingetje te verlangen. Zoo goed
speelt ze komedie; want in 't gewone leven is zij
natuurlijk een eenigszins stijve nuchtere jonge
dame, net en ongenaakbaar.
Het stuk had een uitbundig succes.
Onder de insecten vinden wc verscheidene vrien
den van den land-, tuin- en boschbouwer. Als we
(het rijtje langs gaan, zien we daar voorop staan de
loopkevers of schallebijters, echte roofdieren, die
zich voefden met allerlei insecten, die zij in larve-,
pop- of volwassen toestand in of op den grond
vinden. In Frankrijk noemt men den gouden loop
kever om deze reden wel jardinier, d.w.z. tuin
man. En den poppenroover, die goed boomen kan
klimmen en daarin jacht maakt op rupsen en
poppen, heeft men opzettelijk in de Vereeniglde
Staten van Noord-Amerika geïmporteerd ter be
strijding van den daar te ongelegener ure inge-
voerden plakker en den bastaardsatijnvlinder. Dat
Jiet succes niet evenredig was aan de verwachtin
gen, doet aan ide waarde van deze kevers niets af.
De weekschildkevers, die men verkeerd wel Sint
Jan:.vliegen noemt, omdat zij tegen dien tijd veel
vuldig worden gezien, voeden zich met hun larven
in hoofdzaak van insecten en andere dieren. De
lievenheersbeestjes zijn bladluizeneters en hun lar-
ver, die er nog van moeten groeien, munten hierin
nog meer uit. In bepaalde streken van Noord-
Amerika zijn de tuinbouwers zoozeer van het nut
dezer kevertjes overtuigd, dat zij ze in het voor
jaar bij het gewicht koopen van verzamelaars, die
ze in het voorjaar halen op de berghellingen, waar
heen de overwinterende kevers zich in het najaar
begeven.
De larven der fraaie gaasvliegen behooren tot de
vraatzuchtigste verdelgers van bladluizen, die zij
uitzuigen en daarna wegwerpen of er zichzélf mee
bedekken, naar men wil ter vermomming en dus
als beschutting tegen andere dieren, die onder
de massa leege bladluizenhuidjes geen gaasvlieg-
larve vermoeden. Zóó vraatzuchtig zijn deze larven,
dat men ze wel bladluisleeuwen heeft genoemd.
De larven der zweef- of staande vliegen, die men
;n het najaar in zoo grooten getale boven bloeien
de asters en klimop kan zien, doen in gulzigheid
weinig voor die der gaasvliegen onder. Ook zij
zuigen de bladluizen uit. Het is heel interessant
deze dieren bij hun werk waar te nemen. Men zal
dan begrijpen 'hoe het mogelijk is, dat men den
eenen dag op een roos b.v. een groot aantal blad
luizen zag en den volgenden dag tevergeefs er naar
zoekt. Zoo'n larve toch behoeft voor elk harer
vele maaltijden per dag wel 20 of 30 'bladluizen.
Het zijn wel goede vrienden!
In dit laatste stukje over 'de biologische bestrij
ding moet ik er in de eerste plaats op wijzen, dat
met de eerder genoemde insecten de rij der nutti
ge geenszins is gesloten. Ik heb b.v. nog geen ge
wag gemaakt van de sluipwespen en sluipvliegen,
die haar eitjes leggen in de eieren of larven van
rupsen, die parasiteeren op velerlei vlindersoor
ten, die voor onze gewassen schadelijk zijn, waar
van ik de koolwitjes in een vroeger stukje al heb
genoemd. En dan zijn er nog de roof- of moord-
vliegen, de schorpioenvliegen, de waternymphen of
glazemakers, ook wel wrattenbijters genoemd, die
men meermalen met een vlinder door de luc'ht kan
zien zweven, waarvan de vleugels stuk voor stuk
worden afgebeten en naar beneden dwarrelen,
waarna het lichaam wordt opgegeten.
Ik laat deze alle nu rusten, om de overgebleven
ruimte te benutten voor de nuttige zwammen en
andere organismen. Wie uwer heeft in den na
zomer vooral, niet doode vliegen gezien, die met
uitgestrekte paoten in huis tegen den wand of
elders en buiten op planten zaten, geteekend met
witte ringen tusschen de geledingen? Die vliegen
waren gedood door een zwam, welker sporen in
die witte ringen worden gevormd en aldus in het
luchtruim komen of op andere vliegen, die de
doode kameraden bezoeken. Laat zulke doode
vliegen als het kan rustig zitten, zij zijn althans na
haar dood nuttig.
In Italië doo'dt een verwante zwam sprinkhanen,
zoodat men er zelfs over heeft gedacht om aan
rukkende sprinkhanenlegers te besproeien met
water, waarin de sporen van deze zwam zijn ge
mengd. Andere schimmels tasten verschillende
rupsen aan en in den staat Florida heeft men
zwammen gekweekt om een motluisje op sinaas
appels en citroenen in de boomgaarden te dooden.
Sprinkhanen bestrijdt men wel met water, waarin
bacteriën van een bepaalde soort zijn gedaan, na
dat deze eerst door opzettelijke kweeking zeer
virulent (groot ziekmakend vermogen) zijn ge
maakt. Ratten en muizen bestrijdt men met para-
typhusbacillen, waarmee in Denemarken in
combinatie met zee-ajuin zeer goede resultaten
zijn bereikt en waarvoor ook in ons land reclame
wordt gemaakt.
Tenslotte herinner ik aan de slapzucht bij rupsen,
b.v. non-vlinderrupsen, die eveneens door een bac-
Zee, niets dan natte schommelende groene zee
O, hofmeester, kreunde een passagier, die groen
in zijn gezicht zag en in een dekstoel wilde ster
ven. O, hofmeester, hoe ver zijn we van het
land?
Geen antwoord op deze vraag, die zeker al twintig
keer dien morgen gesteld werd.
O, hofmeester, zeg me toch, hoever zijn we
van land?! Hoe ver?
Eén mijl, meneer.
Goddank. In welke richting hoefmeester?
Recht naar beneden, meneer!
De politie kan toch soms 'buitengewoon actief
zijn. Er kwam van de week een man in het po
litiebureau die zeide: Brigadier, ik kwam over dat
horloge praten, 'dat ik als gestolen heb aangegeven.
Het was niet gestolen, ik heb 'het in een ander
pak van me gevonden, 'het waisi beelemaal niet
weg.
Ja, zei de brigadier, maar U is te laat, want
we hebben den dief al!
Een zenuwachtig man kwam bij den apotheker
binnen en overhandigde den bediende een doosje
met wit poeder.
Zoudt U mij ook willen zeggen, wat dat is?
vroeg hij; ik denk dat het suiker is. Proeft U het
eens en zégt U mij dan wat U denkt dat het is.
De bediende proefde met zijn tong aan het poelder
en verklaarde; suiker is het beslist niet.
Dan 'heeft mijn vrouw toch gelijk, zei de man; ze
heeft het voor rattenkruid gekocht.
Een jongeman, die al eenige malen, geprobeerd
had, in de zaak van zijnvriend opgenomen te
worden, vernam, dat de campagnon van zijn vriend
overleden was. Voor de honderdste keer ging hij
er heen en zei tot zijn vriend: Hoor nu eens hier,
waarom kan ik nu niet de plaats van je overleden
compagnon intnemen?
Ik vind 'het best, zei de vriend, als jij dat met
den 'begrafenisondernemer in orde kunt krijgen!
terie wordt veroorzaakt, vooral als deze rupsen
door voedselgebrek zijn verzwakt en aan de poly
ederziekte van deze rupsen, veroorzaakt door een
virus, dus een onzichtbaar klein ziekmakend orga
nisme.
Hiermee genoeg over de biologische bestrijding.
Wanneer planten bevriezen, is niet met een enkel
woord te zeggen. De hiervoor noodige tempera
tuur is onderscheiden voor de verschillende gewas
sen en zelfs voor deelen van eenzelfde plant. Als
oorzaken noem ik: le. het watergehalte van de
plant, 2e. den toestand waarin zij zich bevindt bij
het invallen van de vorst, 3e. haar graad van ver
edeling. We willen ons bij het eerste punt be
palen.
Een plant, die beschikt over veel water zal ge
woonlijk ruim gebouwde cellen bezitten met
wecke, dunne wanden, waarin een zwak gecon
centreerd celvocht zich bevindt. Waterrijke plan
ten verdampen meer vocht dan droge en aange
zien voor deze verdamping warmte wordt ver
bruikt, zal de waterrijke plant kouder zijn dan de
droge. Dunne celwanden laten als ik het zoo
mag zeggen .de koude gemakkelijker doordrin
gen dan dikke en in wijde cellen bevriest het cel-
vocht eerder dan in nauwe. Maar bovendien be
vriest een zwakke oplossing eerder dan een sterk
geconcentreerde en dus zal de waterrijke plant
met haar ruime, dunwandige en van een zwak
geconcentreerd vocht voorziene cellen spoediger
bevriezen 'dan de droge plant met haar nauwe,
dikwandige cellen en sterker geconcentreerd
celvocht
Ter verduidelijking herinner ik er aan, dat helder
water vlugger bevriest dan het troebele water in
een moddersloot, waarin vele stoffen zijn opgelost
en zoet water eerder dan zout water. In beide ge
vallen moeten n.l. eerst de stoffen uit ide oplossing
verdwijnen, waarbij de warmte, die vroeger voor
de oplossing werd gebruikt als men zout oplost
in water, daalt hiervan de temperatuur vrij
komt, waardoor de temperatuur van het water
wordt verhoogd.
Na het bovenstaande is het begrijpelijk, waarom
in het najaar de nog niet uitgerijpte scheuten van
overigens volkomen winter-hande planten bevrie
zen als er vroeg vorst invalt. En ook waarom in
het voorjaar late nachtvorsten zoo groote schade
kunnen berokkenen aan de bloemen en pas gezet
te vruchtjes van appels en peren, aal- en kruisbes
sen. Deze organen toch bezitten nog zeer dunwan
dige cellen met veel vocht; zij zijn dus van g'eheel
anderen 'bouw en bezitten een heel anderen in
houd van de dikke dunne takjes van dezelfde
boomen en struiken. Heel sterk komt dit verschil
uit bij de bloemen van peren 'b.v., die vroeg bloei
en na een flinke nachtvorst; dan kan het gebeuren,
dat de droge bloembladeren, die straks, na het
verrichten van hun taak kunnen afvallen, blijken
niet te hebben geleden, terwijl de voortplantings
organen, die zij omsloten, bevroren.
Wat een ezels zijn we toch!
Zeg eens effetjes, spreek asjeblieft in' het enkel-
voud!
Ook goed. Wat een stom'merd ben jij toch!
Een ambtenaar werd overgeplaatst als chef van
een bttreau en vond in: zijn nieuwe kantoor kasten
vol waarde!ooze brieven en stukken uit het ar
chief van zijn voorganger. Daarom schreef hij ain
zijn chef, met verzoek de paparassen te mogen
erbranden.
Het antwoord luidde: Ja, dat is goed, maar maak
eerst overal kopieën van.
De meester had het over wonderen. „Kees," zei
hij, „als je straks een man van het haantje van
den toren van de kerk zag vallen, en 'hij zou van
de straat opstaan en wegwandelen, hoe zou jé
dat dan vinden?"
Kees bewaarde het stilzwijgen, al trok hij wat
met zijn wenkbrouwen.
De meester hield aan: „Kijk nu eens Kees, A
die man nu twinitig keer van het haantje van den
toren naar 'beneden viel en wegwandelde, hoe
zou je dat dan vinden?"
„Een rare gewoonte, meester."
Mevrouw was de stad uit en meneer was dus
aan de zorgen van het dienstmeisje overgeleverd
's Morgens zeide de gedienstige tot meneer: Ja
het spijt me, meneer, maar er is niets anders
voor ontbijt, dan wat oud brood. Ik had twee heer
lijk gebakken botjes in de keukenkast gezet, maar
de kat is er 'bij weten te komen en die heeft toen
UW bot opgegeten.
Vader, ik wil trouwen!
Komt niks van in, mijn jongen, daar ben je
nog niet verstandig genoeg voor.
En wanneer zal ik dan, wel verstandig genoeg
zijn?
Als je die gedachte kwijt bent, dat je wilt
trouwen I t
Een heer werd beschuldigd, dat hij vier duiven
van een boer had 'doodgeschoten. Zijn verdediger
probeerde den boer te overbluffen.
Wel, zei de advocaat tot den boer, ben je be.
reid te zweren, dat deze beer je duiven dood
schoot?
Ik zeg niet d a t hij ze doodschoot, zei de boer
voorzichtig, ik zeg, dat ik 'hem ervan verdenk!
Haha, riep 'de advocaat triomfantelijk uit, we
draaien al 'bij. En vertel ons dan maar eens vlu&
waarom je hem dan wel verdenkt?
'Nou, zei de boer doodkalm, in de eerste plaats
trof ik hem otp mijn land aan met een geweer
in zijn banden. Dan heb ik een geweer 'hooren af
gaan en zag ik vier duiven naar beneden vallen.
En in de derde plaats vond ik vier van mijn dui
ven in zijn zak. En nu wil U me toch zeker niet
wijsmaken, dat die vogels in zijn zak gevlogen
zijn en daar zelfmoord pleegden!?
Geen vrouw kan een geheim bewaren, zei een
der heeren van het gezelschap.
Denkt u, zei de bits uitziende dame tegenover
hem, denkt u? Ik heg mijn leeftijd strikt geheim
gehouden, na mijn 24e jaar.
Zoo, zei de heer, maar ik wed dat u het toch
vandaag of morgen zult verraden.
Nooit, zei de dame, wanneer een vrouw twintig
jaar lang een geheim bewaard heeft, bewaart ze
ze het eeuwig!
Zij; Ik ben naar den dokter geweest. Hij heeft
me mijn tong bekeken en een opwekkend middel
voorgeschreven.
Hij: Toch niet voor je tong, hoop ik?
Zenuwachtige oude juffrouw: En, chauffeur, denk er
om, dat je heel voorzichtig bent. Niet doorrijden,
voordat 'de politie het zegt en niet te hard rijden,
dat je niet 6Üpt.
Taxi-chauffeur: Heel goed, mevrouw. En heeft U
soms nog voorkeur voor een bepaald ziekenhuis?
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
dat de grootste vuurtoren zich bevindt te Monl
Afrique (Dion Frankrijk)?
dat deze twee lichtstralen van elk 1.000.000 kaar
sen sterkte, uitzendt?
dat de lenzen 6 meter middellijn hebben?
dat één pond zijde het product is van meer dan
2000 zijderupsen?
dat het menschelijkhart gemiddeld een half pond
weegt?
dat het net zoo groot is, als de gesloten vuist van
den eigenaar?
dat er in Italië 20.000 gezinnen bestaan met mee
dan 10 kinderen?
dat Niepce, de vader van de fotografie, zijn eerste
camera maakte van een sigarenkistje en len
zen, die hij uit de microscoop van zijn groot
vader had gehaald?
dat de Aquitania (één van de grootste schepen ter
wereld) per dag 33.000 vaten olie verstookt?