TER LACE ÜOON „RUSTHOEK A. G. POST tocht ader: algemeen nieuws- en advertentieblad 5 haarlemsche bankvereeniging kluis-inrichting abtoffjgsi Er zijn geen dooden! Beeldende Kunst 5an de s r volk - RIZAi dames-kapsalons BOS-VAN DEN ENDEN l. faber zn. wagenmaker IUMMERS IJD GOED l| 14 JAAR burg s G 5 sL rEURS imam iRLEM l™" UITGAVE: DRUKKERIJ T. TIMMER, DE GENESTETWEG 23, BLOEMENDAAL ADMINISTRATIE TELEF. 22003 - ADVERTENTIËN TELEF. 14751 - POSTGIRO 30785 BIJKANTOOR voor advertentiën: advertentie-bureau d. Y. alta, duvenvoordestraat 28, haarlem BIJKANTOOR: BLOEMENDAAL, BLOEMENDAALSCHEWEG 147 BLOEMENDAAL ELECTR. REPARATIE-INRICHTING van alle soorten Schoenen en Laarzen KLEINE HOUTSTRAAT 10, TEL. 12896 Concurr. prijzen en vlugge bediening VERBINDINGSWEG 53 TUINBOUWGEREEDSCHAPPEN :LEFOO N 13491 22ste JAARGANG ZATERDAG 7 APRIL 1928 No. 14 IGELO FERRARI W en PAUL RICHTER s actualiteiten van ïdsch Nieuws niet >n ZEER aanbevolen FOON 10188 5 iLSCHAP VEEN JONGS TELEFOON 11937 reldberoemde JOSE- evuesterren in de film LOUIS NALPAS. ROOTE UFA-FILM is het te verwachten j niet prolongeeren. E N 18 J A A R de eerste dagen der een zeer bijzondere ids financiën. Voor de en hierbij moet ook and, heeft- zij, zij het verschillende vorm, e tak van nijverheid den fiscus zouden tal ge werken en instel- 2n stempelen tot eene ng, niet zijn totstand- geene suikerindustrie, S' e der land sch-In die een en dan zij thans doet. n, die zij zelve geeft ook omdat dan tevens iel minder zouden op- zouden ophouden te ich steunen geheel of de industrie en zouden innen voortleven, lorgaande dat, behalve de suikerindustrie ook ran eminent belang is. grootste -werkgeefster, >estaan aan honderd- ho-ogstens een leven :ou zijn weggelegd. Zij 5 Java'met zijn steeds .n ontginbare grond en ital inwoners, nog altijd irt kan heerschen. Zij aan zeer velen het ische levensonderhoud, ge mate bij tot vefhoo- n geestelijk welzijn van j haar bedrijf uitoefent, ïdustrie voor Indië kan aangeslagen en te be- r nog zijn, die haar be lt zulks in vele gevallen waarvan de boudheid door idle soberheid der i onvoldoend gestaafde Is eindconclusie van dit bewezen beschouwt de aart van die Inlandsche voor de toekomst van lortbestaan eener bloei- essentieele voorwaarde ABONNEMENTSPRIJS f 3.50 PER JAAR, fl.75 PER HALF JAAR BIJ VOORUITBETALING VÓÓR 1 JANUARI OF I JULI nA DIEN DATUM VERHOOGING VAN f 0.15 INCASSOKOSTEN. VOOR INDIÉ EN 'T BUITENLAND MET VERHOOGING DER PORTO. LOSSE NUMMERS 10 CENT. ABONNEMENTEN KUNNEN MET ELK NUMMER INGAAN ADVERTENTIËNi 18 CENT PER REGEL, BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING. KLEINTJES: VRAAG- EN AAN BOD, HUUR EN VERHUUR, KOOP EN VERKOOP, VAN I TOT 5 REGELS 60 CENT, ELKE REGEL MEER 12 CENT. UITSLUITEND BIJ VOORUITBETALING. BOVEN, ONDER OF NAAST DEN TEKST DUBBEL TARIEF ZAAL DISPONIBEL VOOR VERGADE-. RINGEN, PARTIJEN, ETC. OOK ZEER GESCHIKT VOOR BESLOTEN DANSCLUBS ■BBBBBBBBBBBBBSBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBSB HAARWERKEN PARFUMERIEËN DORPSSTRAAT 27 BLOEMENDAAL BIJ HET POSTKANTOOR, TELEFOON 22386 •BSBBBaaSBBBBBBBSBBBSaBBBBBBaBBBBBBBBaBBBBflBBBBB (PAASCHMIJMERING) (Nadruk verboden) In Maeterlinck's Blauwe Vogel, dat door het Ver- eenigd Tooneel in het afgeloopen seizoen op verschil lende plaatsen van ons vaderland is vertoond, komt een tafereel voor, dat aanvankelijk afschrik wekt. Het speelt op een kerkhof bij maneschijn 's nachts om twaalf uur, tusschen grafheuvels, kruisen, gedenkstee- nen. Spookachtiger kan het al niet. Twee kinderen, broertje en zusje, dwalen rond op deze sombere plek. Ze zijn angstig en toch tevens nieuws gierig. Want een fee heeft hun beloofd, hun de dooden ie laten zien. Zoodra ze den diamant omdraaien, zullen de gestorvenen uit hun graven herrijzen, 't Zal een vreeselijke aanblik zijn; ze durven niet kijken en huive ren van afgrijzen. Maar toch wint hun weetlust het. Ze draaien den diamant om enze komen, de dooden; daar zijn ze! Het is heel anders dan de kinderen hadden verwacht. De kruisen beginnen te wankelen, de grafheuvels storten ineen en openen zich. Maar uit de geopende graven beginnen, eerst als waterdamp fijn en ijl. ver volgens maagdelijk wit, bloesems omhoog te stijgen. Gaandeweg wordt deze bloei dichter, hooger, over vloediger en wonderbaarlijker. Onweerstaanbaar over weldigt hij alle dingen en herschept het kerkhof in een toovertuin, fleurig en kleurig als een bruilof Js^wei. De eerste stralen van den dageraad beschijn- - ?!eze bloesemende pracht; de dauw schittert, de bloemen ontluiken, de wind fluistert in de bladeren, de bijen zoemen, de vogels worden wakker en vullen de ruimte met de eerste bedwelmende tonen van hunne hymne aan de zon en het leven. Verblind en uiterst verbaasd treden de kinderen, die elkaar de hand hebben gereikt, eenige schreden terug temidden van de bloemen en zoeken de sporen der graven. „Waar zijn ze nu, de dooden?", vraagt het meisje. En de jongen, als viel hem een openbaring ten deel, fluistert in geestvervoering: „Er zijn geen dooden!"... Dit lieflijk tafereel is een zinnebeeld van de Paasch- gedachte. In allerlei vorm heeft deze gedachte zich in den loop der tijden belichaamd; kunstenaars heeft zij bezield tot indrukwekkende scheppingen, maar ook eenvoudi- gen van geest telken jaar weer tot stilte en verwonde ring gebracht. De natuur stelt ons op tastbare wijze in werkelijkheid voor oogen, wat de geest in geniale verbeelding herschapen heeft. Leven uit dood; blijheid na droefenis; overvloed na ontbering. Het vooruitzicht op Paschen doet ons wintersche hardheid verduren. Zelfs zoeken wij, om de tegen stelling te scherper te doen uitkomen en ons na de aanvankelijke ontbering met rijker genot te troosten, de ontzegging. Wanneer het hartje van den winter doorstaan is en de dagen gaan lengen, en een enkele vroege bloem en een enkele vroege vogel bereiden ons reeds voor op de lente, dan is het, alsof we be hoefte gevoelen, ons nog eens goed in het leed en de smart te verdiepen, teneinde de verlossing straks te blijder te ondergaan. De kerk met haar vasten en lijdensweken belichaamt in haar liturgie deze alge- meene behoefte. Oude verhalen van verschillend gehalte wijzen ook steeds weder op de verdrukking, die aan de verlossing vooraf moet gaan. De intrede in het land van belofte wordt voorbereid door een moeizamen tocht door de woestijn. In de woestijn moet de loutering en de bezinning komen, welke ons rijp maken voor de vreugd, die ons wacht. Daarom is de woestijn te verduren, daarom erkennen wij hare noodzakelijkheid, daarom krijgt zij zelfs bekoring. Zij immers schaft ons gelegenheid, ons voor te bereiden op het geluk; ervan te droomen en te dichten; onze kleeren te reinigen en te herstellen, zoodat het straks feestkleederen zullen zijn. Zoo is de nawintertijd, die zware, sombere tijd van weinig licht en veel duister, ons de voorbereiding ge weest voor de komst van de lente. Straks zal het beter worden, hebben we gedacht; als eenmaal de beveelt zich beleefd aan voor alle voorkomende werk zaamheden in deze branche VERHURING VAN DRIEWIELIGE BAKFIETSEN EN HANDWAGENS Paaschdag maar is bereikt, zullen we de vreugde smaken, welke ons thans nog ontzegd wordt. Hoe flinker we ons thans houden, hoe geduldiger we de verdrietige weken doorstaan, hoe krachtiger we ons maken in den strijd tegen de weerstrevende machten, des te heerlijker zal onze triomf zijn, als straks het leven zegeviert over den dood. Zoo wij geen persoon lijk aandeel hebben aan dezen triomf, zullen wij er geen profijt van erlangen. Het was voor die kindertjes uit Maeterlinck's tooneel- stuk een heele zelfoverwinning, toen zij het waagden, den diamant om te draaien. Hoevelen onzer, schoon volwassen, durven een dergelijk waagstuk niet aan! Zij ontwijken het kerkhof, de graven, den dood. Ze spreken niet over den winter, de hardheid van 't leven, de maatschappelijke ellende, de moordende werkelijk heid. Als hun weg er doorheen leidt, huiveren zij en loopen, met van afgrijzen gesloten oogen, op trillende beenen zoodra mogelijk het oord der verschrikking door. Kwamen zij ertoe, den diamant om te draaien, en de werkelijkheid van het leven recht in de oogen te zien, dan zouden zij tot hun blijde verrassing tot de ont dekking geraken, dat er geen ijzingwekkende spook gestalten, maar bloemen uit de graven omhoogrijzen. Want voor hem, die vastberaden en dapper door nood en ellende is heengegaan blinkt ten slotte het licht. Geen vreugde, die niet op smart werd veroverd. Geen wijsheid, die niet de vrucht was van ontbering en rouw. Geen schoonheid, tenzij uit bloed en tranen geboren. En zoo onthuld de eeuwige reine, eeuwig jonge en eeuwig schoone Paaschmorgen ons het geheim van het bestaan. Waar wij, pessimisten, het einde der dingen verwachten in gruwzame ontbinding, treedt ons frisch leven, herboren uit dood, tegemoet. Er zijn geen dooden, er is geen dood. Er is slechts hernieuwing, herschepping en de dood is de poort des levens, gelijk de winter de poort is der lente. Voor den oppervlakkigen toeschouwer is winter stilstand, maar de nauwlettende waarnemer ontdekt in de stijf- bevroren aarde een gedrang en gewroet van naar boven strevend gewas, dat straks, gehard in den strijd tegen weerstand, den bodem doorbreekt en geurend en kleurend de lentezon tegenlacht. Het pessimisme leeft steeds aan het eind van de wereld. Het schudt klagelijk het hoofd en verzucht: het is gedaan, afgeloopen met de maatschappij, het is gedaan, afgeloopen met de kunst, met de zede lijkheid, met goede trouw, waarheid en geloof. Het houdt een lijkrede bij de zerk van het verleden, waar onder zijn liefste levensbezit rust. Maar met Paschen springen de graven; een nieuwe maatschappij, nieuwe kunst, nieuwe zedelijkheid, nieuwe trouw, waarheid en geloof ontstijgen aan de ontbindende resten van het oude en wie spookbeelden zoekt, vindt bloesems. Eerst zijn die bloesems van 't nieuwe als waterdamp fijn en ijl, gaandeweg verdicht zich hun kleur tot maagdelijk wit; steeds forscher, hooger, overvloediger, wonderbaarlijker rijst de bloei, tot, wat op een kerk hof geleek, in een bruiloftswei en een toovertuin schijnt herschapen. Zóó herschept zich ook persoonlijk leven, telkens wanneer wij meenen. In rouw en ellende te zijn onder gegaan. Ook in ons wintersch hart ontbot nieuwe lente. En op den Paaschmorgen, in de schuchtere pracht van ontluikende bloemen, met dauw overwaasd, schieten de eerste stralen van onzen hernieuwden levensdageraad opwaarts, om ons den rijkdom te doen ontdekken, welken wij uit den ondergang hebben ge red. H. G. Cannegieter TENTOONSTELLING VAN WERKEN DOOR KEES KOEMAN. HUIZE „DE SCHAKEL", SANTPOORT. De kunstenaar Kees Koeman, voor velen uit deze1 contreiën geen onbekende meer, heeft de aardige ge dachte gehad een kleine collectie van zijn werken ten toon te stellen in de omgeving, waaraan ze twijfelloos het meest en innigst vertrouwd zijn en waarbinnen elk stuk als 't ware iets meedraagt van de moeiten, waar uit het geboren werd. Het groote atelier van zijn woonhuis „De Schakel", Brederodeweg 59, is daartoe tot expositie-ruimte in gericht voor een aantal houtsneden, teekeningen, aquarellen, enkele olieverfstudies en wat reclame-ont werpen. Een veelzijdigheid van onderwerp en techniek beide, waaruit de belangstellende bezoeker den kun stenaar van verschillende kanten kan leeren kennen en waardeeren. De totaal indruk van dit werk dus beschouwd los MAGNOLIA'S, houtsnede door Kees Koeman. van persoonlijke voorkeur voor een bepaald onderdeel er van is direct deze: dat hier een kunstenaar zich openbaart, die op een eigen karakteristieke manier iets te vertellen heeft, die een bijzondere visie blijkt te bezitten op velerlei doodgewone zaken des dage- lijkschen levens. Om het met een paar woorden te typeeren zou men kunnen zeggen: dit is werk van een gematigd, doch overtuigend modernisme. Koeman, indertijd vlot als schilder begonnen met eenigszins donker kleurige impressionistische werken, is in den loop der jaren meer aandacht gaan schenken aan een planmatiger en overwogener groepeering zijner onderwerpen. Een voorkeur voor donkerkleurige partijen, geplaatst tegenover strak belijnde lichteffecten heeft daarbij als vanzelf geleid tot een rustiger en meer straf belijnden bouw. Tonalistische elementen, in den zin van de z.g. stem mingskunst der impressionistische epigonen, treden in MOLEN TE ZEDDAM, houtsnede door Kees Koeman. dit werk niet op den voorgrond. "M.a.w. het loutere gevoel heeft ten deele plaats gemaakt voor de be zonnenheid. Men begrijpe echter goed, dat het tonalis tische element in de te samenstemmende werking van het totaal-beeld geenszins verwaarloosd is. Integen deel. Maar het subjectieve tonalisme, dat werd be- heerscht door het loutere -gevoel van den stemmings- mensch is ondergeschikt gemaakt aan den vooral op het monumentale gerichten opbouw. Buiten deze vooral aesthetische verschillen is werk als dit van Koeman ontstaan door een volkomen anders gerichte begeerte, waaraan een volkomen anders ge vormde levensbeschouwing den hechten basis heeft geschonken. Het subjectieve gevoel van den „het- eigen-ik" verheerlijkenden mensch is tot z'n recht matige proporties „beschranktDe uitsluitend pictu rale voordracht met z'n kleur- en toonverschillen en z'n perspectievische effecten is opgeofferd aan de van binnen uitkomende expressieve vormbepaling, die slechts het natuurlijk-werkelijke erkent als aanleiding voor den kunstenaar om te worden herschapen tot „zijn werkelijkheid of tot „zijn" droom. Natuurgetrouwheid met de daaraan verbonden drie-dimensionale conceptie (de dieptewerking dus, maar die feitelijk het vlak doorbreekt) is ondergeschikt gemaakt aan een meer decoratieve verdeeling van het vlak. Een ieder zal begrijpen dat een dergelijke houding van een jong kunstenaar een groote mate van verantwoor delij ksheidsge voel vergt, en dat niet alleen, doch tevens dat hij psychisch in staat zij het beeldend ver mogen en het beeldend begrip een welhaast symboli sche kracht te verleenen. Zijn arbeid wordt daardoor meer aanduidend, meer suggereerend dan wel beschrijvend of anecdotisch. Zoo ervaart men het ook in de werken van Koeman, dat het bijkomstige, het gedetailleerde, dat den zuive ren gang van het kunstwerk vertroebelt, door hem wordt vermeden. Kort en bondig tracht hij zich steeds uit te drukken, tracht hij door te dringen tot de kern der dingen. Het behoeft wel geen betoog dat dit streng ordenend karakter gemakkelijk tot een zekere droogheid ver vallen kan, waaruit zou mogen worden afgeleid, dat de geestelijke spanning en het sentiment ik bedoel hier dus niet: het subjectieve gevoel, maar wél: het lyrisch element) niet steeds volkomen beleefd zijn. De belangstellende bezoeker schenke echter zijn aan dacht eens aan de knappe aquarel uit het Zuid-Fran- sche plaatsje Biot (cat. 38). Hier is in de groote boog brug een spanning bereikt, welke ook de omgevende donkere partijen van belang doet zijn. Het verschil met sommige brokstukken in andere teekeningen, waarin het zwart soms wat „leeg" is waar dus vorm vereenvoudiging een enkele maal tot vormverschraling heeft geleid wordt daardoor des te opvallender. Een met vaste hand aangewasschen kleureffect valt vooral te waardeeren in de mooie aquarel no. 39 „Dooie Zonnebloemen", welke Koeman heeft weten op te voeren tot een bezonken en gerijpt kunstwerk. Simpel is het gegeven. Een dikbuikige donkergroene flesch met enkele afgestorven zonnebloemen staat buiten in de sneeuw, die er hier en daar in fel contrast van wit overheen plekt. Een welhaast verstorven duistere sfeer geeft aan dit stuk de zoo gewenschte grauwe stemming. Men voelt de verlatenheid van een tot ondergang bestemde wereld, waaruit de enkele witten als een laatste hunkering naar het leven schel oplichten. In 't bijzonder zij hier nog gewezen op de vlotte breede aquarel-techniek van dit geslaagde kunstwerk. Bondiger en directer nog heeft Koeman zich echter uitgesproken in de houtsneden. De houtsnijder toch heeft slechts te kiezen tusschen wit en zwart. De vele en velerlei bijkomstigheden, die zoo gauw de gespannen aandacht afleiden, zijn bij de houtsnede als vanzelf verbannen. Want strakheid en stelligheid zijn hier voor de conceptie het „alpha et omega". Bovendien, het hout is onverbiddelijk! De geringste afwijking van guts of burin in de harde plank is onherstelbaar en een blijvenden hoon. Een onzer bekende houtsnijders, J. F. E. ten Klooster, heeft enkele jaren her heel juist eenige korte gedachten geformuleerd over de houtsnede en de zwart-witkunst in het algemeen. Tot besluit van dit artikel willen wij er een paar van aanhalen: „Hout en het „zich laten gaan" zijn tegenstellingen". „Het wezen is de „voorstelling", natuurlijkerwijze sluit deze het toeval uit". „Het is geen spel, noch spelen. Het is nog minder „picturaal". „Van begin tot einde moet de voorstelling één zijn met de materie „hout" en hare mogelijkheden". Verschillende dezer eigenschappen kan men terug vinden in Koeman's veelal uitnemende zwart-wit ver beeldingen. Onze afbeeldingen geven twee der meest geslaagde specimina. Tenslotte willen wij ieder in moderne kunst belangstellende opwekken een dezer dagen „De Schakel" eens te bezoeken. Den tentoonstelling is nog geopend tot 23 April a.s. B. de Cr.s.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1928 | | pagina 1