Sport Schaakrubriek HP HP HP JJJ i^p ÉP wm i HIP wm 1 pipg i gg§ i ÉJ Él p IP 3 IP (1 Tooneel Burgerlijke Stand Kerkagenda De kleeren maken den man VOETBAL. A.s. Zondag hebben te Zandvoort de volgende wed strijden plaats: 12 uur „Zandvoort"-adsp.Spartaan-adsp. 1 uur ,,Zandvoort"-Jun.Spartaan-Jun. 3 uur „Zandvoort" ISpartaan I. Zandvoort verschijnt met de gewone opstelling. De wedstrijd op 4 Aug. tegen „Spel und Sport" 1905 uit Essen leverde een verrassend resultaat op. Hoewel de Duitschers uit hun keurig combinatiespel het eerste doelpunt maakte wist „Zandvoort" spoedig gelijk te maken en boekte „Zandvoort" na een fraaien wedstrijd een 52 overwinning. Op Woensdag, 15 Aug. heeft een algemeene vergadering plaats, waarvoor de agenda's aan alle leden verzonden zijn. Door de slechte opkomst voor zomersport op Woens dag wordt er in het vervolg op Donderdagavond ge oefend. Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, De Genestetweg 23, Bloemendaal. PROBLEEM No. 179 J. PALUZIE (Barcelona). wtm m mm WM wWfy. W\1 Wm m WÊ Mat in drie zetten. Stand der stukken: Wit: Ka3, Dd6, Tg2, Ld2, Pb4, Pc5, e4, e5. Zwart: Kdl, Th8, Pe7, a4, c6, d3, d5, g7, h2. le eervolle vermelding thema-tournooi Dresdner Anzeiger (1926). PARTIJ No. 64. Gespeeld in tournooi A van den Wereldschaakbond te 's-Gravenhage, 22/23 Juli 1928. Wit: Zwart: LAJOS STEINER Dr. K. TREYBAL (Boedapest) (Ruzomberk) SPAANSCH. e2e4 1 e7e5 Pgl— f3 2 Pb8c6 Lflb5 3 a7a6 Lb5a4 4 d7—d6 O—O 5 Lc8—d7 c2c3 6 Pg8e7 d2d4 7 Pe7-g6 Pf3—g5 8 Tot dusverre is de partij gelijk aan die tusschen dr. Lasker en (wijlen) Steinitz, gespeeld in 1895 te Has tings, maar eerstgenoemde vervolgde veel beter, n.l. 8. Tfl—el 8 f7—f6 Pg5h3? 9 Een bizarre zet, maar consequent, want anders zou Pg5 tempo-verlies zijn geweest. 9 Dd8c8 d4d5 10 Pc6—d8 La4Xd7f 11 Dc8Xd7 f2—f4 12 Pd8—f7 Ddl—h5 13 Lf8—e7 Pbl—a3 14 Le7—d8 Lel—e3 15 Dd7—a4 c3c4 16 Ta8c8 Dh5g4 17 Da4—d7 Dg4e2 18 c 7c5 Kgl— hl 19 Tc8—b8 Le3—d2 20 Dd7—a4 Pa3—bl 21 e5Xf4 Pbl—c3 22 Da4d7 Ph3Xf4 23 Pg6Xf4 Ld2Xf4 24 O—O Tfl—f3 25 b7—b5 b2—b3 26 Tf8—e8 Tf3—e3 27 Ld8—a5 Pc3—dl 28 b5Xc4 b3Xc4 29 Tb8—b4 Te3—a3 30 Tb4—a4 Ta3Xa4 31 Dd7Xa4 Tal—bl 32 g7—g5 Lf4g3 33 f6—f5 De2—h5 34 Da4Xc4 Pdle3 35 Dc4Xe4 Tbl— b7 36 Te8—e7 Tb7Xe7 37 De4Xe7 Pe3Xf5 38 De7—f6 Pf5—e3 39 La5d2 Dh5e2 40 Ld2Xe3 De2Xe3 41 Df6—flf De3—gl 42 Dfl—d3 Dgl— cl 43 c5—c4 Opgegeven. WEDSTRIJDEN WERELDSCHAAKBOND. Zooals wij reeds in de vorige rubriek hebben voorspeld, na het spelen van de 13e ronde, heeft onze beroemde Nederlandsche meester. Dr. M. Euwe, in den persoon lijken wedstrijd (tournooi A) den eersten prijs ge wonnen, met 12 punten. Daarmede heeft hij, behalve n Coupe van echt Sèvre porselein, den titel ontvangen van Kampioen van den Wereldschaakbond (Amateurs). De verdere uitslagen waren: 2e prijs: D. Przepiorka, (Polen), 11 punten; 3e prijs: kj ^att'SOn' (letland), 10 punten; 4e, 5e en 6e prijs: Golmayo, (Spanje), K. Treybal, (Tsjecho Slowa kije), en N. T. Whitaker, (Amerika), allen 9J^ punt; 7e prijs: C. Carls, (Duitschland), 9 punten. Voorts behaalden: A. Becker 8p.; A. Chéron, A. Nil- son en M. S. Rosselli del Turco allen 6 p.; J. J. Araiza, L. Steiner en A. Tschépurnoff allen 5J/£ p.; A. Tyroler 5 en W. Henneberge 3 punten. In den landenwedstrijd werden de prijswinners: I. Hongarije, 44 p.; II. Amerika, 39J^ p.; III. Polen, 37 p.; IV. Oostenrijk 36% p.; V. Denemarken 34 p. Nederland deelde met Duitschland de 9e en 10e plaats, 31J/2 punt, een treurig resultaat. CORRESPONDENTIE. De oplossing van probleem No. 174 wordt tot de volgende rubriek uitgesteld. Dinsdag 7 Augustus trad in den Stadsschouwburg te Haarlem het Russisch Ballet onder leiding van Vera Nemchinova en Anton Dolin op voor een vrij goed gevulde zaal. Er viel veel moois te zien en in het algemeen was het publiek zeer tevreden. Men begon met van het pro gramma af te wijken door als eerste nummer niet Sne- gourotchka met muziek van Rimsky Korsnakoff te geven, doch eerst een ballet Les Sylphides met muziek van Chopin, dat in de plaats kwam van Le Lac des Cygnes. Dit was wel fijn maar wat flets van kleur en wat een tonig van opzet. De muziek van Chopin, bedoeld voor solo-instrumenten, wordt door de orkestbewerking vergrofd. Veel beter vonden we Snegourotchka, dat wij reeds noemden, een ballet bouffe dat heel mooi van kleur was tegen den effe blauw paarschen achtergrond, vlot werd gedanst en waarvan de muziek uitstekend was en ook werd gespeeld. Als derde nummer kwam Le Spectre de la Rose, ge danst op de muziek van Weber's Invitation waarin Vera Nemchinova, die ons in het begin niet zoo kon bekoren, uitstekend was. Zij mist het expressieve ge zicht van Pawlowa en haar optreden heeft dan ook niet de eenheid en persoonlijkheid die ons Pawlowa zoo deden waardeeren. Anton Dolin is een uitstekend danser en zij beiden wisten van het duo ballet iets heel moois te maken zonder sentimentaliteit en uitnemend van techniek v/elke wij ook in hun verdere solonummers konden bewonderen. Na de pauze volgde een serie Divertissements die in omgekeerde volgorde werden gedanst als het program ma vermeldde. Trepak vonden we 't best. Muziek van Tschaikowsky en mooie costumes. Le Rossignol gedanst door Nemchinova deed ons te veel aan Pawlowa denken, doch Raquette, een tennis- dans, van Dolin, Pas de Quatre van Joh. Strauss en het Rondo Capriccioso waren uitstekend. Van de overige dansers noemen wij in 't bijzonder Nicolas Soereff en Doris Sonia. De Danses Chinoises vonden we banaal. Een avond die in het algemeen de moeite zeer waard was. Wij deelen nog mede dat het in den schouwburg zeer frisch en aangenaam van temperatuur was. Niemand behoeft zich dus daarom van een bezoek aan den schouwburg te onthouden daar het ook reeds zoo vroeg donker is en de voorstellingen eerst om 8.15 beginnen. Wij bevelen dan ook een bezoek aan de operette „Wiener Blut" op Zaterdag (11 Aug.) en Zondag (12 Aug.) warm aan. Er zijn uitstekende krachten bij deze operette die wij niet zoo gauw weer hier terugkrijgen. Naar het Engelsch van MABEL LODER STEARNS. (Nadruk verboden). Clevering ging nog eens het kleine eilandje waarop zij na den schipbreuk waren terechtgekomen, ver kennen. Hij bleef zoo lang weg dat Mr. Deane onge rust werd. Maar eindelijk zag hij zijn mede-schipbreu keling haastig aan komen loopen. Het scheen den man in zijn met zoutwater doorweekt vest, het overschot van zijn geesteijk ambtscostuum, toe, dat Clevering zenuwachtig en opgewonden was. Is er een boot in 't zicht? vroeg hij hoopvol. Geen spoor te bekennen, antwoordde Clevering. een heksenwerk om over die duinen heen te klimmen! Ik zou het maar niet probeeren, als ik U was, met dien verstuikten enkel van U. Ik denk er ook niet aan, antwoordde Mr. Deane grimmig. Neen, Miss Bradshaw en ik gelooven U wel. U verlangt er immers even hard naar om hier vandaan te komen als wij! Het meisje, de derde van het schipbreukelingen-trio, scheen niet te luisteren. Ze zei geen woord en bleef maar met groote oogen, de handen in haar schoot ge vouwen, naar de wreede witte branding kijken, die langzaam hooger opkroop als een hongerig beest dat op zijn prooi loert. Clevering ging op het zand naast haar zitten. Is er geen hoop meer op redding? vroeg ze einde lijk. Ik ben bang van niet. Alleen bij hevigen mist is er kans dat er een schip bij deze zandbank komt. Hoeveel tijd hebben we nog? Hoogstens een uur. De vloed komt snel op: als die op zijn hoogst is, ligt het eiland diep onder water; dan is er geen eiland meer. Het meisje rilde. Het is ontzettend om zoo te moeten sterven, met geen enkele kans op redding, zei ze huiverend. Om tot ontdekking te moeten komen dat onze schijnbare redding alleen maar een uitstel van executie was! Waarom zijn we niet met de anderen verdronken? Dat zou veel minder erg geweest zijn! We moeten ons lot moedig onder de oogen zien, zei Clevering dapper. Lilian, geef dit laatste uur aan mij. Aan jou geven? Hoe bedoel je dat? vroeg het meisje verwonderd. Ik zou graag willen dat je met mij trouwde. Trouwen? Hier? Nu? Haar verbazing deed haar een moment haar hachelijke positie vergeten. Ja. Het zou mij zoo'n groote troost geven als ik sterf in het besef dat jij mijn vrouw bent. Maar waarom? Ik begrijp je niet, zei het meisje. Ik houd niet van je, dat weet je wel. V?aarom wil je dan in vredesnaam dat we trouwen? nu alles toch direct voorbij zal zijn. Omdat het voor mij zoo'n heerlijk idee zal zijn, als ik weet dat jij mijn naam draagt; al is het maar voor een uur. Meer vraag ik je niet, voegde hij er haastig aan toe; zelfs zal ik je geen kus geven, als je het niet wenscht. Dat wensch ik zeker niet, antwoordde het meisje gedecideerd. Maar bovendien, er is zooveel om in dit laatste uur aan te denken, zooveel om berouw over te hebben. Ik wil me ook heelemaal niet in je gedachten drin gen beloofde Clevering. Ik zal je niet storen- alleen, laat me dichtbij je mogen zijn in het gelukzalige besef dat jij mijn vrouw bent. Het meisje was zoo overrompeld, dat zij niet wist wat zij zeggen moest. Ze had het gevoel dat er een element van egoïsme, bijna van lafheid in het aandringen van den man was, alsof hij bescherming zocht inplaats van bescherming te geven. Toch mocht ze hem wel lijden en ze was graag in zijn gezelschap geweest op haar zeereis. Hij had al dadelijk laten merken dat zij hem niet on verschillig was, maar toen hij haar zijn liefde ver klaard had, had zij hem gezegd dat het haar onmoge lijk was, die te beantwoorden. Maar ze had hem niet verteld, dat de eenige man, dien ze deze wel geven wilde, er nooit om gevraagd had. Wat moest ze nu doen? Had zij het recht hem dit verzoek te weigeren, dat zooveel voor hem scheen te beteekenen? Het was haar alsof zij het laatste verzoek van een stervende afwees. Het is maar voor zoo'n kort poosje, pleitte Cleve ring. Het kan voor jou toch geen verschil maken voor mij beteekent het alles. Kun je me dit enkele uur van geluk niet geven? Het meisje zweeg een oogenblik, toen keerde zij haar wit strak gezichtje naar hem toe en zei langzaam: Als dat, wat je vraagt, alles is en het zooveel voor jou beteekent, dan zal ik het doen. Clevering greep haar hand. Nu kan ik rustig den dood in de oogen zien! Dominee Deane voldeed aan het verzoek van zijn tij delijke mede-bewoners van de fatale zandbank, en verrichtte de ceremonie, zoo goed en zoo kwaad als het ging met zijn verstuikte enkel en in deze voor een trouwplechtigheid weinig-geëigende omgeving. Het meisje en de man moesten op het natte zand knielen, maar tot Lilian's onuitsprekelijke opluchting duurde de huwelijksvoltrekking maar een paar minuten. Met 'n triomfantelijk gezicht keek Clevering haar aan. Mijn vrouw! juichte hij. Er was iets bruusks in zijn toon, dat het meisje ont stemde. Ze had dezen man niet lief; ze huiverde bij de gedachte alleen om een liefkozing van hem te krijgen, maar de volkomen afwezigheid van alle teederheid, van eenig dieper gevoel in zijn stem, op dit oogenblik, verraste haar onaangenaam en stuitte haar af. Met een ruk keerde zij zich om. Ik wil graag een poosje alleen zijn, zei ze koud. Zooals je wilt, antwoordde Clevering gewillig. In dien tijd zal ik eens kijken hoever het water al is. Lilian ging op het zand zitten. Waarom had ze zoo'n afschuw van wat ze gedaan had, waarom dwaalden haar gedachten steeds naar dien eenen, dien zij zoo graag wilde vergeten aan wien ze haar liefde zoo graag gegeven had en die blijkbaar zoo weinig om haar gaf, dat hij haar niet eens goede reis gewenscht had? Naast haar stond de predikant, hij staarde apathisch voor zich uit. Zij vroeg zich af waarover hij nu dacht en of den dood voor hem den geestelijke ook zijn verschrikkingen had. Mèt zijn ambtsgewaad dat hij in het water uitgetrokken had, scheen zijn geestelijke waardigheid van hem afgevallen te zijn, vond Lilian. Zij had hem niet vaak gesproken aan boord: hij had zich altijd erg apart gehouden. Ze stak de hand in de zakken van haar regenmantel, dat ze haastig over haar dunne japon aangetrokken had, toen het eerste waarschuwingssein aan boord ge geven was. Het was de eerste keer geweest dat zij de jas aan had, nadat zij op reis was gegaan. Haar vin gers voelden opeens iets hards. Brieven! Plotseling schoot het haar te binnen dat iemand die haar gegeven had, juist toen ze aan boord wilde gaan. Ze had ze in haar zak gestopt, en in de drukte van haar vertrek vergeten. Zou er een bij zijn van Ze haalde ze te voorschijn; de adressen waren nauwe lijks meer leesbaar door het zeewater. Maar een ervan was haast nog droog, die had zeker heelemaal onder in haar zak gezeten. Ze keek naar het handschrift en met bevende vingers opende zij de enveloppe: Liefste Lilian. Door de plotselinge ziekte van Moeder kan ik je helaas niet goedendag komen zeggen, maar ik kan je toch niet laten gaan zonder je gezegd te hebben hoeveel ik van je houd. Ik heb maar een oogenblikje tijd, maar ik hoop dat de orchi deeën die ik aan boord gestuurd heb, je de rest vertellen totdat ik meer tijd heb om te schrijven. Ik hoop op je behouden terugkomst! Jack. In het oneindig gevoel van geluk dat over haar kwam en haar bijna den adem benam, vergat het meisje een oogenblik het huwelijk van zooeven vergat alles behalve dat de Eene van haar hield. Toen bracht het geluid van een aanrollende golf haar weer tot de werkelijkheid terug. En nooit zou hij nu weten dat zij hem óók liefhad In starren wanhoop keek zij over de eindelooze water vlakte Opeens hoorde zij dat dat iemand vlug kwam aan- loopen en het roepen van een opgewonden stem. Ontsteld keerde zij zich om en zaghaar man, die met uitgestrekte arm naar iets wees. Een schip Lilian; een schip! schreeuwde hij. Ze keek hem eerst aan alsof ze niet begreep, en toen kwam er een dolle vreugde over haar. Een schip dat zij Jack weer zou zien en.%Clevering strekte zijn handen naar haar uit. Mijn vrouw, zei hij met dienzelfden triomf van daarnet in zijn stem. Mijn vrouw, we zijn gered! Zijn vrouw! En Jack hield van haar! De hemel mocht haar genadig zijn! Toen schemerden zee en lucht haar voor de oogen en in het volgende oogenblik lag het meisje aan Clevering's voeten. Verscheidene uren later lag Lilian zwak en uitgeput tusschen de kussens van een dekstoel aan boord van de „White Peacock", de mailboot die de schipbreu kelingen had opgepikt. Vlak bij haar leunde Clevering over de verschansing. De kapitein van het schip voegde zich bij hen. En knapt U al een beetje op? vroeg hij vriendelijk. Het meisje knikte met een poging om te glimlachen. Ik kan U verzekeren, ging de kapitein voort, zich tot Clevering richtend, dat we blij waren dat U ons signaal beantwoordde en dat we niet te laat zijn ge komen. Signaal beantwoordde? vroeg het meisje scherp. Wat bedoelt U? Ja zie je, zoodra wij op die bank waren aangespoeld, bond ik mijn zakdoek aan een stok als noodvlag en stak die in het zand voor het geval dat er een schip in de buurt zou komen, legde Clevering op luchtigen toon uit. Bedoeld U dat. Kapitein? Het meisje, dat plotseling heelemaal opgeleefd was, keek den gezagvoerder door dringend aan. Eigenlijk niet, zei hij langzaam. Ik bedoel dat U ons signaal beantwoordde!! mr. Clevering. Het moet. U wel een eeuw toegeleken hebben, maar het geluk diende ons niet. De reddingsboot kreeg een lek toen ze halverwege het eiland was en de jongens moesten een andere gaan halen. Het moet wel een uur geduurd hebben voor ze bij U waren. Een uur! En Clevering had nog geen twintig minu ten voor de redding opdaagde, voor het eerst ge vraagd of zij met hem wilde trouwen! Enfin, eind goed al goed en vannacht lekker sla pen, dan bent U morgen weer in orde, meende de vriendelijke kapitein, en hij ging verder. Clevering wendde zijn blik af, toen hij het bleeke, toornige gezicht van het meisje zag. Dus je wist, zei ze koud en scherp, toen je me vroeg of ik met je trouwen wilde, dat er redding in aantocht was? En als ik dat nu eens wist? vroeg Clevering tartend. Was ik soms niet in mijn recht? In de liefde en den oorlog is alles geoorloofd Houd op! riep het meisje verontwaardigd. Zeg dat woord niet nog eens tegen mij. Liefde! Jij! Ik wil je gezicht nooit meer zien, riep ze hartstochtelijk. Je schijnt te vergeten dat je mijn wettige vrouw bent! Lilian keek hem aan met oogen die groot van ontstel tenis waren. Zijn kans op succes was gering geweest; de inzet grooten hij had gewonnen. Hij had in de krant gelezen dat, nadat de zaken van haar gestorven oom afgewikkeld waren, en zij het ge weldige fortuin geërfd had, miss Lilian Bradshaw den 12den November a.s. met de „Oriënt" naar Japan zou vertrekken om daar den winter door te brengen bij haar neef, Mapoar Arnold Barton en zijn vrouw. Nu waren het meisje en het geld van hem. Door het geluid van wielen werd hij in zijn aange name gedachten gestoord. Het was de gewonde mr. Deane, die zich zelf in een ouden invalidestoel over het promenadedek voortreed, terwijl zijn verbonden enkel gemakkelijk op de voetenplan rustte. Clevering kon een gesmoorden vloek niet onderdruk ken. Wat moest die idioot hier? Ik ben blij dat ik gelegenheid heb, om even met Uw tweeën te praten, begon Deane een beetje zenuwachtig. Ik moet U iets opbiechten. En dat is? vroeg Lilian lusteloos. Ze wilde dat hij maar wegging, ze moest nadenken. Alleen maar dat U moet óver trouwen, antwoordde Deane abrupt. Wat bedoel je? vroeg Clevering nijdig. Kijk eens, het spijt mij vreeselijk, maar zie je, de kleeren maken niet altijd den man en in dit geval is dat ook weer zoo. Ik ben evenmin dominee als jij. Ik ben detective van mijn vak en vermom me nu eens zus dan weer zoo. En toen ik zag hoe vreeslijk graag je trouwen wilde, vond ik het beroerd je te moeten te- leurstelen, omdat we toch binnen het uur met zijn drieën in de diepte zouden verdwijnen. U zoudt beide gelukkig den dood ingaan en er zou nooit een haan naar kraaien. Maar ik kan U wel vertellen dat het mij tegen de borst stuitte, toen ik de formule moest uitspreken. Maar nu is natuurlijk alles anders en ik moest dit zoo gauw mogelijk komen vertellen. Toen hij klaar was met zijn bekentenis, zag hij vol verbazing Lilian Bradshaw's stralend gezicht. Van vrouwen kon je toch nooit hoogte krijgen! Je zou haast gaan denken dat ze blij was! Bleek tot zijn lippen en met woedende oogen staarde Clevering hem aan. Deane voelde zich niet bepaald op zijn gemak. Ik kan U niet zeggen, hoezeer het mij spijt, ver ontschuldigde hij zich, maar er is hier een dominee aan boord een echte en die zal met plezier het huwelijk voltrekken. U bent heel vriendelijk, mr. Deane, zei het meisje koel, maar ik zal nu toch maar wachten met trouwen tot ik in San Francisco ben! BEVALLEN: C. J. van den KlinkenbergBerghuis, z. ONDERTROUWD: A. van der Kogel en W. Terp stra; H. H. van Hooydonk en M. C. de die le Clercq; M. J. J. Schuurbiers en H. de die le Clercq OVERLEDEN: A. J. Swartjes, 45 j„ overleden te Haarlem; G. Bouwhuizen, 45 j„ overleden te Haarlem; A. C. Walterfang, 70 j. GEVESTIGD: W. de Kogel, Graaf Florislaan 36, Vogelenzang; F. E. Posthumus Meijjes, Brederodeweg 48, Bloemendaal; M. de Jong, Rijnegomlaan 18, Aer- denhout; A. N. van den Bronk, Joh. Verhulstweg 20, Bloemendaal; H. J. de Boer, Iepenlaan 66, Bloemendaal; S. Gobets, Platanenlaan 38, Bloemendaal; Mej. A. P. L. van den Ham, Platanenlaan 9, Bloemendaal; H. Ghi E. Karsten, Platanenlaan 30, Bloemendaal; P. W. Bal, Spiegelenburghlaan 14, Aerdenhout; V. Bing, Rijne gomlaan 59, Aerdenhout. ZONDAG 12 AUGUSTUS 1928. BLOEMENDAAL. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur, Dr. H. Stoel, Veenwouden. JONGELIEDENSAMENKOMST in gebouw „Maranatha", des voormidags 10 uur. Geen dienst. GEREFORMEERDE KERK, voormiddags 10 uur, Ds. K. Spoelstra, Meedem. OVERVEEN. NED. HERV. GEMEENTE (Ramplaan) v.m. 10 uur, Ds. J. H. Visser, Santpoort. SANTPOORT. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags .10 uur, De heer Fr. Oort, Theol. Cand.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1928 | | pagina 3