Fa. J. H. KRUL Jr. Overveen
VICTOR IA-WATER
Binnenland
Buitenland
De hand van den Graaf
JLOTTGERING
BIJ BRAND
Wales Anthraciet, gebroken afm* 20/30 en 30/50 f4*
Wales Anthraciet, gewasschen 20/30 en 30/so f 3*20
per HX. franco bergplaats.
N.V, Steenkolenhandel
Kantoor en Magazijnen: Terreinen Ned. Spoorwegen
Tel. 11617 na 6 uur 22012.
A. G. G. M. GIORGIS ZN.
IVEPFT-STCDMTJ
GOED-SNE^
STGDMERU-VERVER U,
BL0EMENDAAL
OVERVEEN - -
AERDENHOÜT
BENTVELD - -
VOGELENZANG
Telefoonnummer 10960
Telefoonnummer 26103
Telefoonnummer 26017
Telefoonnummer 28129
In Literschroefflesschen 32 ct.
voor huishoudelijk gebruik
De minister van Buitenlandsche Zaken deelde in een
memorie van antwoord mede, dat voorloopige be
sprekingen met de Belgische regeering zijn aange
knoopt. Tegenover de regeering te Brussel heeft de
Nederlandsche regeering laten blijken, dat haar zorg
voor de Nederlandsche belangen niet in den weg hoeft
te staan aan een regeling, welke aan vele Belgische
desiderata in ruime mate tegemoet komt.
Verder werd er bij de Tweede Kamer een wetsont
werp ingediend, tot goedkeuring van het voorbehoud
tot toetreding tot het verdrag van Parijs van 27 Aug.
1928 tot uitbanning van den oorlog, het z.g. Kellogg-
verdrag.
Lu Nederland arriveerden een vracht-auto en een ge
wone auto, die een reis van 22.000 K.M. achter den
rug hadden, en met hun moedige bestuurders de reis
van Kaapstad, dwars door Afrika en het grootste deel
van Europa in 8 maanden hadden afgelegd. De reis
werd voortgezét naar het einddoel van den tocht:
Stockholm.
Het 5de postvliegtuig van de K.L.M., de H.-N.A.E.N.,
die zulk een voorspoedige terugreis uit Indië had, zal
vermoedelijk opnieuw een retourvlucht gaan maken,
en wel een z.g. Kerstvlucht, héén tusschen St. Nicolaas
en Kerstmis, terug na Nieuwjaar. Op deze origineele
manier zullen familie-leden hier en in Indië in de ge
legenheid zijn, in dezen tijd van verrassingen, kleine
geschenken en brieven enz. te wisselen.
De federatie Amsterdam van de S.D.A.P. hield Zon
dag in het Concertgebouw een buitengewone bijeen
komst ter herdenking van den wapenstilstanddag.
Sprekers waren ds. Banning en ir. Albarda.
Naar gemeld wordt, heeft oud-minister De Visser be
sloten zich in 1929 niet meer herkiesbaar te stellen
voor de Tweede Kamer. De reden hiervoor is, dat de
heer De Visser zich weer aan de studie wil wijden
(theologie en historie) en tegelijkertijd plaats wil
maken voor jongere elementen.
Moeilijkheden in zijn partij waren er niet, verklaarde
hij.
Het bestuur van de afd. Amsterdam van de Ned. Mij.
v. Nijverheid en handel heeft bij de leden een enquête
ingesteld, naar aanleiding van de vragen, die het
hoofdbestuur der Mij. aan de departementen voor
legde: 1. Acht gij het wenschelijk, maatregelen te
nemen om te bevorderen dat de werknemers meer be
lang hebben bij en meer belangstelling in het bedrijf,
waarbij zij werkzaam zijn. Zoo ja, welke middelen
meent gij dat daartoe in aanmerking komen? 2. Welke
ervaringen zijn in den kring van uw departement met
maatregelen in dezen geest reeds opgedaan?
In Haarlem vierde mej. Mary Fleischmann haar 75en
jaardag. Velen zullen zich harer nog herinneren, die
in de dagen van 1914, zich zoo verdienstelijk maakte
door haar werk voor de Nederlandsche militairen en
de Belgische vluchtelingen. Zij is een bekende figuur
in de vrouwenbeweging en heeft lang actief deelge
nomen aan den strijd voor de onafhankelijkheid der
vrouw.
De Japansche gezant organiseerde in Hotel des Indes
in Den Haag een avondpartij, ter gelegenheid van de
kroning van den Keizer van Japan. Er waren onge
veer 300 uitnoodigingen verzonden. Onder de ge-
noodigden waren o.a. leden van de hofhouding, minis
ters, leden van gezantschappen te Den Haag, en
diverse autoriteiten. Onder de welvoorziene buffetten
was er één, dat overvloedig voorzien was van spijzen,
naar Japansche wijze bereid.
Naar verluidt ontving de Volkenbond 92 rapporten
over proeven, die in Mei en Juni genomen werden, om
draadlooze berichten en redevoeringen uit Genève naar
overzeesche gebieden over te brengen met gebruik
making van den zender te Kootwijk. Blijkens de rap
porten (waarvan er 32 uit Indië afkomstig zijn) zijn
de proeven een succes geweest, dat de voortzetting
wettigt.
Engeland. Evenals Lloyd George, deed Ramsay
Mac Donald een aanval op de buitenlandsche politiek
der regeering. Hij verklaarde, dat de Engelsche diplo
matie, die sedert de huidige regeering aan 't bewind
kwam, meer en meer is teruggedreven naar de toe
standen, welke aan 1914 voorafgingen. Het jongste
voorbeeld daarvan was het z. g. FranschEngelsche
compromis inzake de bewapening. In plaats van bij te
dragen tot de ontwapening, heeft het compromis hin
derpalen daaraan in den weg gelegd. Baldwin daaren
tegen verklaarde, dat het compromis niets anders was
dan een eerlijke, oprechte poging om te ontkomen aan
de impasse, waarin men op de vlootconferentie te
Genève was geraakt, en waardoor de zaak der ont
wapening in gevaar kwam te verkeeren.
De wapenstilstandsdag werd met groote plechtigheid
herdacht, o.a. door 2 minuten stilte. Ook de koning
nam aan de plechtigheid deel. Des avonds werd een
feest georganiseerd voor ruim 10.000 oud-gedienden.
De rede van president Coolidge, over de uitvoering
van het Amerikaansche vlootprogram en de hoopvolle
uiting bevattend, aangaande de eerstvolgende zitting
der ontwapeningsconferentie, maakten een prettigen
indruk.
Frankrijk. Poincaré, wien de opdracht tot vorming
van een nieuw ministerie werd verleend, slaagde erin,
een kabinet te vormen zonder de radicalen. Hijzelf is
minister-president zonder portefeuille. Briand is weer
met Buitenlandsche Zaken belast, terwijl Chéron fi
nanciën heeft, en Painlevé Oorlog.
Sommigen houden rekening met de mogelijkheid, dat
Poincaré juist daar hij geen portefeuille heeft op
reis gaat, naar men meent, wellicht naar Berlijn, met
het oog op politieke besprekingen inzake de hangende
kwesties.
Over geheel Frankrijk hebben Zondag plechtigheden
plaats gehad ter gelegenheid van den wapenstilstands
dag. President Doumergue legde een krans op het graf
van den onbekenden soldaat.
Duitschland. In den Rijksdag verklaarde minister
Wissell naar aanleiding van het conflict in de metaal
industrie, dat vóór de beëindiging der vrije onder
handelingen geen sprake kan zijn van ingrijpen van
den arbiter. Hij had wel getracht partijen te over
reden, maar was tot de conclusie gekomen, dat over
eenstemming onmogelijk was. De werkgevers moesten
bedenken, dat zij de verantwoording dragen voor het
noch in feite, noch in rechte gemotiveerde ontslag van
hun personeel.
Minister Groener heeft verklaard onvoorwaardelijk
vast te houden aan den bouw van den pantserkruiser.
Indien de Rijksdag het Soc.-Dem. voorstel tot stop
zetting van den bouw zou aannemen, zou hij zijn ont
slag nemen. President Hindenburg deelt het standpunt
van Groener.
Diversen. Het Amerikaansche schip Vestrismet, 200
passagiers aan boord, van New-York naar Barbados,
is in volle zee, op 300 mijl van Hampton Roads bij
ruw weer vergaan. Het schip maakte slagzij tengevolge
van werking der lading. De passagiers moesten red
ding zoeken in 16 booten en een reddingsvlot. Onge
veer 10 schepen, die in de nabijheid voeren, spoedden
zich naar de radio-grafisch opgegeven plek van de
ramp. Met veel moeite werden door verschillende
schepen alle booten op één na opgepikt. Er waren
waarschijnlijk 35 passagiers vermist.
Men beweert, dat Hoover, wanneer hij daadwerke
lijk president der Ver. Staten zal zijn, voornemens is
een conferentie inzake beperking der bewapening te
land en ter zee bijeen te roepen, als het initiatief te
voren niet genomen is door een Europeesche re
geering.
In het proces tegen den man Toral en de non Con-
cepcion, wegens moord en medeplichtigheid aan moord
cp den president van Mexico, sprak de jury het schul
dig uit. De man is ter dood veroordeeld, de non krijgt
20 jaar.
De Zweedsche academie van wetenschappen kende
den Nobelprijs voor letterkunde voor 1927 toe aan
den Franschman Henri Louis Bergson en die voor 1928
aan de Noorsche romanschrijfster Sigrid Undset.
EEN GESCHIEDENIS HIT DEN
FRANSCH-DUITSCHEN OORLOG
Naar het Engelsch van
L. J. BEESTON
(Nadruk verboden)
(Slot).
Ik herkende de stem van den Engelschman en, rond
ziende, zag ik in 'n hoek van de kamer zijn hoofd boven
den grond uitsteken. Hij moest daar een geheime trap
hebben gevonden, door een groot houten luik ver
borgen. Ik kwam naar hem toe en keek langs een wen
teltrap naar omlaag. De lucht, die uit de donkere ope
ning opsteeg, maakte me wee.
Ik denk dat het naar een gevangenis leidt, zei hij
kuchend. Geef mij de lantaarn maar, als je bang
bent om mee te gaan.
Je kunt zelf het licht wel dragen, daar jij voorop
gaat, maar ik ben evenmin bang als jij, zeide ik.
Maar als die graaf daar beneden is, zal hij wel korte
metten met je maken.
Tot eenig antwoord greep hij mij de lantaarn uit mijn
hand en terwijl hij hem zoo hield, dat er wat licht in
het gat viel, daalde hij langzaam af. Ik volgde, en moest
goed oppassen om niet naar beneden te glijden, daar
de treden bedekt waren door een jarenlang aange
groeide glibberige gladde laag vuil. Het was een vree-
selijke plaats.
Wees voorzichtig, je zult daar meer ratten dan
Franschen vinden, riep ik.
Mijn stem werd door de steenen muren rondom den
afgrond weerkaatst. Steeds lager ging het, lager. Op
eens riep Heseltine, die een heel eind onder mij was:
Je hebt gelijk: het wemelt hier van ratten.
Pas op het licht, waarschuwde ik. Is de Fransch
man daar?
Daar is een gat in het midden van den steenen
vloer, antwoordde hij. Het lijkt op een wel, aan één
zijde zijn smalle ijzeren uitsteeksel. Ik zal naar beneden
gaan.
En ik zal hier in de duisternis achterblijven?
Ga maar gerust terug, als je het onaangenaam vindt!
Om daar alleen te staan, in dat donkere gat, met uit
gehongerde ratten, zoo groot als katten, neen, aange
naam vond ik dat niet.
Ik voegde mij weer bij Ziminsky en de overigen en een
uur lang werd de tocht nog voortgezet. Toen moesten
we het opgeven. Heseltine was nog niet terug, toen
we naar de eetkamer gingen. Een van deze Duitsche
beeldstormers had een ingelegd kabinet in brandhout
veranderd en we konden onze gezichten wel schroeien
bij dat vuur. Op tafel stond een groote, goudkleurige
gebraden gans met eenigen van de zoo juist ontdekte
champagne flesschen. Het zag er aanlokkelijk uit, maar
von Arnhelm keek grimmig. Woede over het verlies
van zijn officieren en vrees voor erger dat nog komen
kon, hadden 'n zwijgenden duivel van hem gemaakt.
Ziminsky fluisterde: Denk er om geen woord hoor!
Als je spreekt, zal hij je in arrest stellen of het huis
uit zetten in de duisternis.
Dus zweeg ik. Maar waar was de Engelschman? De
commandant werd steeds zenuwachtiger. Hij raakte de
gans ternauwernood aan, ofschoon hij enorme kwan
titeiten wijn verzwolg. Ik dacht aan de verschrikke
lijke put onder in de verslijmde gevangenis en waagde
eindelijk te zeggen:
Hoe is het mogelijk dat ik
Houdt gij Uw mond! Zijn roode oogen keken mij
aan met starren blik. Ik zweeg. Heseltine heeft nie
mand ooit teruggezien!
Nooit zal ik dien nacht vergeten. Op tafel stond een
enorme vaas vol met lelietjes van dalen, uit een van de
broeikassen, die een fijne geur gaven. De Oostenrijker
werd er poëtisch van. Met zijn blozend gezicht en
tintelende oogen scheen hij de vrees niet te kennen,
die von Arnhelm telkens en telkens weer naar het glas
deed grijpen. Deze was ten slotte zoo beneveld, dat hij
den vermiste vergat èn Neitzche én Foulkes, en als
levensloos in zijn hooggerugden eikenhouten stoel zat
maar rechtuit staarde, in zulk een verstarring, dat ik
er van huiverde. Zoo spoedig ik kon, verdween ik, blij
mijn slaapkamer te kunnen opzoeken. De huzaar, die
den vorigen nacht voor mijn deur had gelegen, was
er nu weer. Hij sprong op en groette. Een flink vuur
had hij in mijn kamer aangelegd: de bevroren ruiten
glinsterden er door en de muren vertoonden dansende
schaduwen.
Ik ging in bed, maar de slaap bleef eerst uit. Langs
galerij en gang hoorde ik voortdurend de voetstappen
der Pruisen, want de commandant had het heele deta
chement in het kasteel ondergebracht. In loeiende vla
gen regeerde de wind over het bevroren landschap,
waar de moerassen tot ijzer waren geworden en de
kleine vogels dood van de boomen vielen, en waar zoo
menige jonge man in de sneeuw te slapen lag, om nooit
weer te ontwaken.
Een uur ongeveer zal ik geslapen hebben, toen ik plot
seling wakker werd. Er moest iets gebeurd zijn of er
stond iets te gebeuren. Ik sprong het bed uit, door in
stinct gewaarschuwd. Op hetzelfde moment hoorde ik
den aanroep van den huzaar buiten de deur: Wie
daar?
Toen volgde een knal, in die doodsche stilte aandoende
ais een kanonschot en ik vloog naar de deur.
Een vreeselijk aanblik wachtte mij. De huzaar boog
zich over het lichaam van Ziminsky, die in de borst
getroffen was. Het geweer lag op den grond. Uit een
bovenvenster viel juist een manestraal over mijn armen
vriend, die in de armen van den schildwacht rustte.
Ik vrees dat ik goed gemikt heb, mompelde de Duit-
scher. Ik zag een witte figuur, die op mijn aanroep
niet antwoordde. En ik heb orders om op alles te
schieten. Ach! Dat God mij vergeven moge!
Haastige menschen kwamen aanrennen. Toen ik bij
den Graaf geknield lag, begreep ik, dat zijn seconden
geteld waren. Hij herkende mij en glimlachte en die
weemoedige glimlach joeg mij tranen in mijn oogen.
Ik-boog mij om de woorden op te vangen, die zijn
bleeke lippen fluisterden.
Ik kwam om je gezelschap te houden. De schild
wacht heeft geen schuldVaarwel, mijn vriend
ik ben blijblijMijn liefste, zij is aan mijn zij,
haar armen voel ik om mij heen
Zijn lijk werd weggebracht en ik ging weer naar mijn
kamer, waar ik een paar blokken hout op het vuur
legde. Ik bleef op den parketvloer heen en weer loopen
met mijn gedachten bij de tragedie, die het kasteel was
komen bezoeken. Voor dezen laatsten dooden was de
Graaf de Compégnade tenminste niet verantwoordelijk.
De laatste? Waarschijnlijk niet, want von Arnhelm
was nog in leven! De commandant trad binnen. Hij
was heelemaal gekleed .misschien ook was hij niet uit
de kleeren geweest. Hij sloot de deur en keek of er een
sleutel op was, maar deze ontbrak. Een vloek uit-
stootend, plaatste hij den rug van een stoel zóó, onder
de deurknop, dat openen van buiten niet mogelijk was.
Ik wil alles weten over den dood van Ziminsky, viel
hij uit. Ze vertelden mij, dat het een ongeluk was,
is dat zoo?
Zonder twijfel.
Hoe is dat toegegaan?
Ik vertelde hem wat ik wist. Hij scheen er door opge
lucht en een armstoel naar het vuur schuivend, liet hij
zich erin vallen. De schok had hem ontnuchterd, maar
zijn zenuwen waren kapot. Blijkbaar was hij blij ge
zelschap in mij te vinden, ik trok daarvan partij en
waagde te zeggen: Als U het goedvindt comman
dant, dan wil ik U graag eens vertellen, wat mijn ver
moedens zijn met betrekking tot den dood van Uw
officieren.
De angst had hem getemd ofschoon zijn antwoord:
wat duivel zoudt U daarvan weten? brutaal genoeg
was.
Ziminsky heeft mij van het geheim verteld, zei ik,
terwijl ik op den rand van het bed ging zitten.
De purperen blos van woede verdween opeens van
zijn gezicht. Zijn dunne lippen krulden zich verachtelijk.
Laat mij U waarschuwen, U niet in zaken te men
gen die U niet aangaan, gromde hij. Met spionnen
ben ik gewend korte metten te maken.
Wel, dan zal ik het wel voor me houden, ant
woordde ik.
Nee, je zult het me zeggen, maar als je me leugens
op den mouw speldt, laat ik je neerschieten.
Die voorwaarden neem ik aan. Luister! De brief
die U ontvangen hebt, was duidelijk genoeg. Het was
de graaf, die kapitein Foulkes doodschoot; luitenant
Neitzche is door de hand van een anderen Fransch
patriot gevallen, maar de Engelschman Heseltine is
SCHOORSTEENVEGERS
RIDDERSTRAAT 18A zw. HAARLEM - TEL. 13310
een der volgende nummers opbellen:
weer door de Compégnade in een der gevangenissen
van het kasteel gedood.
Hoe komt U daaraan? barstte de ander uit.
Ik zag hem afdalen in de gevangenis, waaruit hij
nooit terugkeerde. Na een pauze ging ik voort: Wat
Ziminsky aangaat, de arme drommel, hij was de tweede
officier met wiens dood de graaf niets te maken heeft.
Maar vergeef mij commandant, als ik zoo vrij ben U
te waarschuwen om op Uw hoede te zijn, want ik
ben er absoluut zeker van, dat de Compégnade zich in
het kasteel bevindt. Ik zal U zeggen waarom.
Laten we eens veronderstellen dat het regiment van de
graaf tot de troepen behoorde, die door generaal von
Werder over de Zwitsersche grens werden gedrongen
waar ze ontwapend en geïnterneerd zijn. Daar hoorde
de Compégnade van het lot van zijn jonge vrouw. Hij
nam het wanhopig besluit alléén de grens weer over te
trekken om wraak te nemen. Laten we verder ver
onderstellen dat hij op een van die wreede relieken
stuitte, die den weg van generaal von Werder's leger
merkte: een lijk dat daar bevroren aan den wegkant
ligt, of in 't spor van 'n artilleriewagen.Dat lijk kan hem
'n vermomming hebben verschaft; het kan het lijk ge
weest zijn van een van die oorlogscorrespondenten, die
overal aanwezig zijn en wel eens bij ongeluk gedood
worden. De graaf leent de kleeding van den veron
gelukte en maakt zich meester van zijn papieren, onder
deze bevindt zich een pas von Werder zelf. Op deze
manier uitgerust, zou hij, als hij tenminste vloeiend
Engelsch spreektEnfin, ik zie wel dat ge me
begrijpt. Het was duidelijk te zien dat de Duitscher
voelde waar ik heen wilde. Hij leek een marmerbeeld,
als bevroren zat hij in zijn stoel. Zelfs zijn pupillen
leken verstart, terwijl ze voortdurend op mij gericht
bleven.
En op dezen manier, commandant, ging ik voort
terwijl ik mijn revolver in mijn zak omklemde, op
deze manier is Graaf de Compégnade vermoedelijk zijn
kasteel binnengekomen. Nadat hij dien eersten avond
met U gedineerd had, ging hij naar buiten naar de
stallen om zijn paard te verzorgen, maar op weg daar
heen, joeg hij een kogel door het hoofd van den
kapitein; Neitzche, dat heb ik U gezegd, heeft den
dood gevonden door de hand van een Fransch patriot,
die op zoek naar een slachtoffer was. Wat Heseltine
betreft, hij had een ontmoeting met den Graaf in dien
kelder waarvan ik U verteld heb waarheen ik hem
vergezeld heb. Daar kwam het tot een gevecht en het
lijk van dien Engelschman ligt op den bodem van een
diepe put. Ziminsky, die in elk opzicht een echte gent
leman was, en dus 'n heel ander wezen was als U, zou
zeker gespaard zijn gebleven. En nu geloof ik dat U
de laatste bent, zooals ik, Raoul de Compégnade U
belooft heb. En ik zal nu U zenden naar het oord
der duisternis, kijk!
Ik ontvluchtte door het venster eer nog de kruitdamp
was opgetrokken. En ik voegde mij weer bij den troep
in Zwitserland zonder dat er veel aandacht werd ge
schonken aan mijn afwezigheid.
De verteller' draaide zijn sigarenstompje een tijdlang
tusschen de vingers. Niemand waagde een opmerking
en alle bleven kijken naar dat magere gezicht met de
litteekens. De vloed was aan het opkomen en het mo
notone breken der golven klonk als een doodenzang.
Intusschen, zooals ik zeide, besloot de graaf
Compégnade, terwijl hij wegwandelde, nooit meer
zal er een Duitsch leger Frankrijk overweldigen, en
God geve, dat onze kinderen nooit een oorlog als deze
hoeven door te maken.
DENKEN EN LEVEN.
Van J. Anker Larsen is bij de Uitgevers Mij. „Else'
vier een nieuw boek verschenen: Heiliging, voortref
felijk uit het Deensch vertaald door mevr. Risselada—
Garrer. Het is een boek vol kiemkracht voor den
nieuwen tijd. Die ooren heeft om te verstaan, hij hoore.
De prijs is 3.75 en het is eigenlijk onbetaalbaar.
Anker Larsen is een van de goede geesten van onzen
tijd, en mevr. RisseladaGarrer een bevoorrechte, dat
zij ons hem zoo vermag te geven.
OBERLAHNSTEIN