A.ZE ST. NI Plaatselijk Nieuws Denken en Leven De Australiër ALGEM. VooRKEN EXPL?%n> DE 0ENE5 Pee H AARLEI ALLE GEREI ZATERDAG 24 NO\ hebben hun voorman, den Wethouder Van Neder- hasselt, voor het moeilijke vraagstuk gesteld, hoe hij de barre revolutionaire theorie van zijn kerkgeloof, dat zegt alles aan zich te willen onderwerpen, rijmt met zijn plicht om onze vrijheden te bewaren, die te beschermen, ja te vermeerderen. Goddank, dat het in de werkelijkheid niet op theoriën aankomt, maar op wat men is en wat men doet. En de roomsche kan evengoed een goed mensch zijn en het goede doen als iemand anders, als hij maar zich zelf is en vanuit zichzelf leeft en niet aan theoriën hangt; die zijn altijd van anderen en dikwijls uit de oude doos en het is van ons misschien niet eens goed geweest, die leelijke oude dingen in hun herinnering terug te roepen. Wie wel op dreef was? De heer Schulz. Hij heeft zijn welbespraaktheid bij de algemeene beschouwingen niet misbruikt en den spijker hier en daar danig op den kop getikt.En op 'n fatsoenlijke manier.Jammer was, dat hij bij de behandeling van sommige begrootingsposten altijd maar door praatte en niet „thuis kon komen"; dat nam veel tijd en leidde bijna tot verveling. Men moet niet alles willen zeggen, ook iets voor anderen te denken overlaten. En intusschen is het geloopen zoo als in de rede lag. De goed bewerkte begrooting is, voor zoover als ze behandeld is, bijna onveranderd aangenomen. B. en W. gaven den Raad en de Raad gaf aan B. en W. daarbij allerlei averechtsche com plimenten; maar zonder dat daarvan door een van de partijen een woord is gerept, gaven beide partijen aan het corps ambtenaren dat voor B. en W. de begrooting en de toelichting in elkaar hadden gezet, het compli ment van den dag: hun werk sprak voor zich zelf, zij zegevierden. Het ziet er in onze gemeente niet slecht uit. De wegen, de plantsoenen, de financiën, de salarissen, de toekomst-plannen, de stemming, de sa menwerking, ze verkeeren blijkbaar allen in blakenden welstand. Er wordt alleen naar een beetje voortvarend heid verlangd- Toch is er één ouwelijkheidje in de begrooting, een overblijfsel uit den tijd, dat we nog onderscheid maakten tusschen burgerij en volk, wij bedoelen natuurlijk de subsidie aan de schietvereeni- gingen en de zoogenaamde Burgerwacht. De schietvereenigingen (wij richtten destijds met Bram Koolhoven de oudste op, om van af onze duinen de Engelschen, die de Boeren zoo gemeen aanvielen, te leeren beschieten) zij vormen thans een pretje, anders niet; en de Burgerwacht? Deze is het naargeestige overblijfsel uit den voor goed voorbijen tijd, dat de burgerij zich een barbarenwapen wilden smeden tegen de na den oorlog forsch opkomende arbeidersbeweging, omdat men vreesde, dat deze de gansche samenleving barbaars overhoop zou halen. Alsof de arbeiders toen niet nadeden wat de „hooge oome's" uit de burgerij haar in den oorlog hadden voorgedaan. In dezen tijd, nu alles schreeuwt om ontwape ning, is deze combinatie van vereenigingetje-spelen en soldaatje-spelen een atavisme, een onsympathieke bron van misverstanden en kunstmatige volksverdeeldheid en waarmede niemand is gediend dan wie in den waan van haar nut gelooft. Wij schrokken er van te ver nemen, dat de heer Van Nederhasselt er de comman dant van is; blijft hij het nog lang, dan zullen wij een tegenhanger moeten oprichten, 'n Vrijheidswacht b.v., die met geweldige zoete brooden om zich heen slaat en met knallende lachsalvo's werkt, om de bleeke jonge lingen met de regeeringsspuit onder zijn commando te beletten onze gebieders van stad en land gevangen te nemen en naar het nieuwe klooster op Boekenrode te voeren. Dan nog maar liever bolsjewiek a la Schulz, al is dat. als reeds gezegd, ook niet altijd even amusant. Curieus is dat als 't debat zich op een principieel ver schil toespitst, 't altijd de R.K., in dit geval bij monde van den heer Nuyens en de Soc.-Dem. zijn, die elkaar te lijf gaan. Altijd weer die twee, die in de zoogenaam de hoogere politiek tientallen jaren lang naar elkander hebben gelonkt om ons anderen in hunne onderlinge omarming morsdood te drukken. Ditmaal had o.i. de heer Nuyens volkomen ongelijk. Zijn partij, die, dit weten wij allen allang, volkomen is te vereenzelvigen met zijn kerk, immers deze is sedert het concilie van Trente, reeds in 1542 van eene godsdienstige richting onder invloed der Jezuieten geworden tot eene poli tieke instelling, beoogt wereldverovering en niets minder, hetgeen insluit dat de vrijheid van denken en leven, die bij de Soc.-Dem. ten minste nog een beetje veilig is, onder haar invloed het grootste gevaar loopt, vooral in landen als het onze met een op gods dienstig terrein fanatieke bevolking. De heer Nuyens, die zelf den familienaam draagt van 'n bekend roomsch geschiedschrijver, neemt toch niet aan, dat voor zijne mederaadsleden in Bloemendaal de geschiedenis, die leermeesteres der volken, een gesloten boek is? Maar ook praktisch en moreel was de heer Nuyens er naast. Indien hij gelijk had en wij geen enkel sociaal demo cratisch getint streven, hoe ontwikkelend ook, mochten steunen, dan zouden ook alle subsidiën aan roomsche scholen elke steun aan roomsche ziekenhuizen, col lecten enz. dadelijk moeten worden stopgezet, dan zou er een landelijke beweging moeten worden ge organiseerd tegen die gemeenten die zelfs met geld het bouwen van roomsche kerken en kloosters be vorderen. Neen de Kunst en de Ontwikkeling staan evengoed naast de Soc.-Dem. Arb. partij als naast de R.K. Kerk; zij groeien in menig opzicht die beide boven het hoofd en een gemeentebestuur, dat met het volle werkelijke leven te maken heeft en niet met eenig eng partijstandpunt, kan evengoed (of even slecht, naar men het neemt) roomsche als socialisti sche kunst- en ontwikkelingsinstituten steunen. In ieder geval, dit willen wij maar zeggen, van den kant van den heer Nuyens was deze tegenkanting zuiver eene als van de Vos die de passie preekt. Moge hij be denken, dat de Bloemendaalsche Raad zelf een insti tuut is, dat eenige ontwikkeling herbergt, al laten vele leden, om goede redenen, dat daar niet altijd uitkomen. T. Sr. De Olie-bus reed Dinsdagmorgen te Overveen op den Bloemendaalscheweg vlak achter een luxe auto. De auto stopte plotseling voor een verkeersstremming. Hierdoor was de bestuurder der bus genoodzaakt, wilde hij den auto niet aanrijden plotseling naar rechts ,uit te wijken, waardoor een wielrijder, die juist naast ,de bus reed daaronder kwam. De fiets werd geheel vernield, terwijl de berijder zwaar gewond naar het gasthuis werd gebracht. Proces-verbaal werd niet op gemaakt. VERMOEDELIJKE VERDUISTERING. De Commissaris van Politie te Bloemendaal verzoekt dengene, die op Woensdag voormiddag 14 dezer, tus schen 9 en 10 uur van iemand, die op een handkar eenige goederen bestemd voor het Leger des Heils vervoerde, een oude naaimachine met vierkante kap, gekregen, gekocht of in bewaring heeft genomen of daaromtrent eenige inlichtingen kunnen verstrekken, zich aan zijn bureau te Overveen te vervoegen. 20 en 21 November zal er in de Ger. Kerk alhier een bazar gehouden worden. Van de opbrengst van dezen bazar zal de consistoriekamer van bovengenoemde kerk gemeubileerd worden, terwijl men ook het aan leggen van centrale verwarming, dat reeds lang in de pen is, hiervan hoopt te kunnen bekostigen. Het is te hopen, dat de bazar druk bezocht zal worden en er veel zal worden verkocht. De Commissie voor den te houden bazar bestaat uit de dames: Popta, Brussaard en Verleur. Men deelde ons nog het volgende mede: Eerst zal gezorgd worden voor een ameublement in de consi storiekamer en dan komt de centrale verwarming aan de beurt. Over het aanbrengen van centrale verwar ming is men het nog niet eens. Het plan bestaat een electrische verwarmings-installatie aan te schaffen. Proeven worden hiermede al genomen. In de consisto riekamer zijn een zestal bakken boven de ramen aan gebracht. Deze bakken zijn voorzien van weerstanden, die, als zij op stroom staan, een tamelijke hitte ver spreiden. De vraag is nu of de warmte, die van boven komt in de eerste plaats in staat zal zijn een groot vertrek te verwarmen en in de tweede plaats of de verwarming in staat zal zijn den bezoeker voor koude beenen te vrijwaren. Het een en ander wijst er dus op, dat het aanleggen van centrale verwarming nog wel een poosje zal duren. LEZING „BLOEMENDAAL'S BLOEI". De wegens ongesteldheid van den heer Ir. J. Gratama te Amsterdam uitgestelde lezing met lichtbeelden over de uitbreiding van Bloemendaal o.m. in verband met den bouw van een nieuw Raadhuis c.a., zal plaats vinden op Vrijdag 23 November a.s. in Hotel „Van Ouds het Raedthuys" te Overveen, des avonds ten 8 ure. Een 7-tal militaire auto's stonden Woensdagmiddag nabij Hotel Zomerzorg. De achterste wagen, merk Buick, de auto van de officieren, trok veel belangstel ling. Eenige soldaten met officieren keken aandachtig naar den motor, die het nu eenmaal vertikte om te loopen. Wht men er ook aan deed, de officierenwagen wilde niet loopen. Na ettelijke malen den starter en den slinger gebruikt te hebben, probeerde men het op een andere manier om den motor aan het loopen te krijgen. De officieren gingen in den wagen zitten en een 12-tal soldaten duwden den auto voort. Men duwde vanaf Zomerzorg tot aan de Boekhorst, daar sloeg de motor pas aan en reed de auto op eigen kracht verder tot groote voldoening van de soldaten, die van het harde duwen van den wagen waarin de dikke officieren zaten, doodmoe waren geworden. Heden is verschenen de Focus-kunstkalender voor '29, uitgegeven door de N.V. Focus, directeur de heer Adriaan Boer. Aan deze kalender is wederom zeer veel zorg besteed. Op het eenvoudige schild is een blok kunstdrukpapier aangebracht. Dit blok bestaat uit 56 bladzijden, waarvan 53 voorzien zijn van kunst drukfoto's, gemaakt door foto-amateurs, die het vak goed verstaan en die er op uit geweest zijn, de mooiste plekjes in en buiten de gemeente te vereeuwigen. Onderaan deze pracht-foto's bevindt zich de eigelijke kalender. Behalve de maanden, dagen enz. van het jaar is er ook gelegenheid tot het maken van notities voor ver jaardagen enz., terwijl de Chr. feestdagen op dezen kalender ook niet ontbreken. Op het dekblad is een prachtfoto aangebracht, voorstellende een duinland schap genomen door den heer Adriaan Boer. Bij het vervaardigen van dezen kalender heeft men rekening gehouden met de jaargetijden, daar bedoelen we mee dat men van December tot Januari foto's van winter- gezichten te zien krijgt en van Februari tot Maart het voorjaar geïllustreerd wordt, enz. Deze Focus-week- kalender is een prachtuitgave. Niet te verwonderen is het, dat deze kalenders ieder jaar bij groote hoe veelheden wegvliegen of beter gezegd verkocht wor den. De kunstkalenders zijn a 1.60 te verkrijgen bij den Vertegenwoordiger voor Bloemendaal en Omstr., den heer P. Tideman Jr., Duinwijckweg no. 3, tel 22177. NAAR HET ENGELSCH van PHILIP O'FARRELL (Nadruk verboden) Toen Doris zich beschikbaar stelde als hulp bij de munitiefabricage, begrepen we direct dat er iets ge beuren zou. Doris had in haar jonge leven al zooveel ondernomen en altijd was er iets gebeurd en bij dat „iets" was altijd „de man in het spel" geweest. Ik was dan ook niet buitengewoon verrast, toen ik kort daarop een telegram ontving van mijn tante. Lady Plumbago, die weduwe was. Het telegram luidde al dus: Doris weer verloofd. Wat raad je me aan?" Het leek me het beste maar direct mijn koffer en den eerstvolgenden trein naar Londen te pakken en eenige uren later zat ik tegenover tante Agatha in de biblio theek van haar woning op Gosvenor Square. Is die Schotsche ingenieur weer op de vlakte?, in- fomeerde ik. Neen, het is weer een nieuwe. Iemand die ze in munitiefabrieken in Woolich heeft leeren kennen? Ook al niet. Doris is nooit erg mededeelzaam in zulk soort dingen, maar ik heb begrepen dat ze hem boven op een bus heeft leeren kennen. Het schijnt dat hij tot een van de Overzeesche contingenten behoort; het is een Australiër, geloof ik. Officier? Tante Agatha haalde de schouders op. Je kent Doris. Het zal mooi zijn als hij sergeant-majoor is. Maar waarom laat U haar dat jongmensch niet eens hierheen mee brengen, dan kunt U zelf oordeelen, op perde ik. Daar zit nu juist de moeilijkheid, antwoordde Tante Agatha bedrukt. Als het aan mij lag deed ik dat direct. Maar ongelukkigerwijze is Gertrude de vorige week naar de stad gekomen en blijft hier een maand logeeren. Nu hoef ik je verder niets te vertellen, beste jongen! Inderdaad, tante Agatha hoefde mij verder niets te vertellen. Het groote publiek zal zich de dame in kwestie herinneren als Miss Gertie Ganamede, de revue-ster van enkele jaren geleden, maar Gertie heette Gertrude sinds ze Gravin Plumbago werd en Doris' schoonzuster. Toen ze na haar huwelijk met haar man diens vaderlijk slot betrok, verwekte zij een storm onder het personeel door het instellen van gemeenschappe lijke ochtend- en avondgebeden, wat wel het laatste was, wat van haar verwacht werd. Haar levensbe schouwing was zoo sereen, dat al de vroolijke vrienden uit Archie's jonggezelentijd de deur waren uitgekeken en daar ze geen vrienden of familieleden van zichzelf had, althans dezen zich niet vertoonde, had haar man niet over overmaat van gezelligheid te klagen. Het was duidelijk dat mijn aangehuwde nicht en een struische, levenslustige Australische soldaat de on gelukkigste combinatie waren, die men zich denken kon, maar aan den anderen kant was de ontmoeting tusschen deze beiden een evenement, dat ik niet gaarne missen zou. Dien avond na het diner, had ik een apartje met mijn knap nichtje over het onderwerp dat de gemoedsrust van mijn tante zoozeer verstoorde. En haar mededee- lingen laten zich samenvatten in de stellige verklaring, „dat het deze keer de ware was". Ik «jeloof dat ik dat meer van je gehoord heb, zei ik cynisch, alleen de laatste maal zei je het in het Schotsch! Wacht tot je Micky gezien hebt!, was alles wat ze hier tegen had in te brengen en meteen liep ze de kamer uit. Het eind van het lied was dat de mysterieuze Austra liër den volgenden Zondag op de thee zou komen. Toen ik den morgen van dien gedenkwaardigen dag met mijn ochtendbladen een gemakkelijk plaatsje in de bibliotheek had uitgezocht, kwam tante Agatha binnen stevenen. Luister eens, Edward, begon ze zenuwachtig, denk je dat het ernst is met dien Australiër? Ik maak me absoluut niet ongerust over Doris, ging mijn goede tante zuchtend voort, die is uitstekend in staat om op zichzelf te passen. Ik wilde wel dat jij Gertrude tot rede kon brengen. Die is vandaag in haar heiligste stemming. Als die dien jongen behandelt, zooals je van haar verwachten kunt, is Doris in staat er met hem vandoor te gaan. -Ik zal mijn best doen, beloofde ik gelaten. Tante Agatha ruischte weg om naar de kerk te gaan. Ze had nauwelijks de deur achter zich dicht of mijn ondeugende nicht kwam binnen en liet zich opgewon den in een stoel neervallen. Dat mensch!, barstte ze uit. Hoe moeder haar hier in huis kan hebben is me een raadsel. Moet je luisteren, Bunny, ze staat tegen me te preeken over de eer van onze familie, over den naam en de positie, die wij moeten ophouden, het voorbeeld dat wij moeten geven. Je zoudt waarachter denken dat die revue-juf- fouw regelrecht van de Kruisridders afstamt, inplaats dat ze het leven begonnen is als Gertie God-mag-weten wie! Je had je doodgelachen als je gezien had hoe ve nijnig ze werd toen ik zei dat het niet voor iedereen was weggelegd om een adellijken echtgenoot in te pikken, doordat je de mooiste beenen uit de heele Londensche tooneelwereld hebt en ik, aangezien de mijne Chippendale zijn, zoon prachtkans niet heb! Het is heel amusant, erkende ik lachend, maar ik geloof toch niet dat dit de juiste manier is om met je waardige schoonzuster om te springen. Voor mezelf kan het me niet schelen, hernam Doris ernstig, ik lach om die verkleede aartsengel, maar het is om Micky. Hij heeft nog nooit in zijn leven zoo'n exemplaar ontmoet, daar ben ik zeker van. Ik ben over tuigd dat het hemvreeselijk pijn zou doen. Ik keek Doris aan en aan den vochtigen glans in haar oogen en den zenuwachtigen trek om haar mond, zag ik dat het dezen keer inderdaad „de ware" was. Er zat niets anders op dan dat ik mijn diplomatiek be leid zou aanwenden bij Gertrude. Ik was zoo gelukkig haar na de lunch alleen in de hall te vinden. Ze wachtte op Frunley, haar jeugdigen stamhouder, met wien ze naar de kinderkerk zou gaan. Ze had een groot gebedenboek in de hand, waarvan op den band een ostentatieve gouden kroon gestempeld stond. Je bent zeker met de thee weer terug? informeerde ik joviaal. Ik kom direct na den dienst terug, antwoordde ze grimmig. En ik ben van plan thee te drinken op mijn eigen kamer. Geen slecht idee, zei ik luchtig. - Doris krijgt een vriendje op visite en we waren al bang dat jij Ze keek me met woedende oogen aan en ik voelde me zooals een goudvisch zich moet gevoelen die in de onmiddellijke nabijheid van een ijsberg verzeild raakt. Zoo, dus jij bent ook in het complot? viel ze uit op den toon van een godin die recht-spreekt. Wil je er dan nota van nemen dat ik mij niet op zij laat schui ven? Ik zal mijn rechten laten gelden! Als Archibald niet aan het front was, zou hij er zich zeker mee be moeien. En in zijn afwezigheid beschouw ik mij als de vertegenwoordigster van het hoofd van de familie. Ik zal dien jongen man wel op zijn nummer zetten. Ze snoof. Het idee alleen! Maar vind je dat nu zooals het hoort, waagde ik te zeggen. Als je iemand toch op de thee inviteert Hij kan thee krijgen, waar hij thuishoort in de keuken! Ze nam haar zoon die inmiddels gearriveerd was, bij de hand en ging de voordeur uit met het verontwaar digd air van een martelaar dien iemand een sigaret gepresenteerd heeft op zijn weg naar de leeuwenkooi I Het beloofde een aardig middagje te worden! Micky werd om vier uur verwacht, maar om kwart over drie was hij al present. Arm in arm met Doris kwam hij de kamer binnen, een lange, pezige, gebruinde jonge man met diepliggende, grijze, ernstige oogen Hij bewoog zich vlot en gemakkelijk en toen hij aan mijn tante werd voorgesteld kwam er een zonnige glimlach om zijn mond, die zijn ernstig gezicht heele- maal deed opklaren. Een sympathieke jongen, oordeelde ik onmiddellijk. Hij bleek allerminst verlegen, een gemakkelijke en on derhoudende prater en tante Agatha scheen al spoedig even ingenomen met hem als ikzelf. De thee werd ge. serveerd en we voerden een levendige conversatie. Hij vertelde dat zijn vader een groote schapenfokkerij had en dat ook hij daarop werkzaam was en op een vraag van mijn tante of hij in Australië \vas geboren, deelde hij mede: Ik ben geboren in Walworth. Toen ik een jaar of tien was emigreerde Vader. Hij was treinconducteur. Ik ging met hem mee. Mijn moeder was dood. Mijn oudste zuster bleef hier achter, bij een tante. Ze kon het niet zoo erg goed met Vader vinden. Ze is later aan het tooneel gegaan. Ik heb haar nooit meer ge zien. Even viel er een pijnlijk zwijgen en met tact hervatte tante Agatha het gesprek. Uw vader heeft zeker geen nadeel gehad van deze verandering?, vroeg ze glimlachend. Ik geloof niet dat het hem kwaad heeft gedaan. De eenige zorg die Vader heeft, is dat hij daar in Australië geen geld kan uitgeven. Hij is van plan na den oorlog weer in Engeland te komen wonen. Ik kan hem geen ongelijk geven, want wat heeft hij er aan of hij al een half millioen pond op de bank heeft staan? Een half millioen pond, mompelde tante Agatha eer biedig. Doris, we moeten niet vergeten dat aan Gertrude te vertellen, kind. Dat zal haarinteres seeren Gertrude is?informeerde Micky. Mijn schoondochter. Ze zal zoo aanstonds wel komen. U zult haar misschien een beetje stijf vinden, maar daar moet U zich maar niets van aantrekken. Maar de voorgewende opgewektheid waarmee ze dit zei verdween op hetzelfde moment, dat ze de woorden gezegd had, want de deur ging open en als een beeld van de wreende gerechtigheid stond Gertrude op den drempel. Ook Doris gaf onmiskenbare teekenen van ontsteltenis en 't was niet dan met de uiterste krachts inspanning en zelfbeheersching dat tante Agatha er in slaagde een eenigszins formeele voorstelling te be werkstelligen. Mr. Robson, mijn schoondochter, Lady Plumbago, stamelde ze. Micky kwam overeind uit zijn stoel. Robson? herhaalde Gertrude met zichtbaren en voor ons onverklaarbaren schrik. Met uitgestoken hand liep Micky de kamer door op haar toe. Wel Gert, zei hij opgewekt, hoe gaat het jou, kind. Dat is ook toevallig dat ik je na al die jaren hier tegen het lijf loop. Het was wat men noemt een dramatisch oogenblik. Terwijl ze zich aan een stoel vastklemde, maakte de begrafenis-uitdrukking op Gertrude's gezicht plaats voor een geforceerden glimlach. Het is Michael! hijgde ze. Zeg maar Mick, hoor Gert, net als vroeger. Doris was te veel vrouw om haar gevoel van triomf te kunnen verbergen. Wel Gertrude, zei ze bloem zoet, waarom heb je ons nooit verteld dat je vader treinconducteur is geweest. Dat vind ik zoo roman tisch! Kort voor 't diner moest ik even in de bibliotheek zijn en vond daar een zeer nederige Gertrude. Ze zat te schrijven en toen ze me zag vroeg ze: Zeg Edward, schrijf je „binnenkort" in één of in twee woorden? Ik gaf haar de verlangde inlichtingen en tegelijk keek ik over haar schouder. ik zag een enveloppe geadresseerd aan de redactie van de „Morning Post" en daarnaast een vel oud-Ho!- landsch papier, versierd met een groote gouden kroon. Op het papier stond het volgende: Binnenkort zal het huwelijk plaats hebben van Lady Doris Brookwood, de eenige dochter van den overleden vijfden Graaf van Plumbago en Michael Henry Robson van het Australische Expeditie-leger, zoon van George Robson Esq. Kalafzoo, Austra lië en broeder van de tegenwoordige Gravin Plumbago. Einde. WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat er een visch is, die wel 5 jaar zonder voedsel kan blijven? dat dit de Froteus is, die in onderzeesche holen voor komt? dat men in Engeland zich speciaal toelegt op het kweeken enz. van record-Kerstdieren, het maken van puddingen enz. dat de hertog van Norfolk eens een kerstboom voor zijn personeel oprichtte van 25 meter hoog? dat de grootste kerstpudding ooit gemaakt, werd ver vaardigd door een Londenaar? dat deze 1000 pond woog en gekookt werd in een brouwketel? dat de pudding bestemd was voor de armen en met 6 muilezels werd voortgetrokken? dat de wagen onderweg werd aangereden en de pudding verongelukte? dat de eigenares van een herberg in Dikovina, in het Trans-Baikal gebied van Siberië haar gasten onthaalde op walvisch-biefstuk van 20.000 jaar oud? dat namelijk bleek, dat zij haar walvischvleesch kocht van een houthakker, die het vleesch uit den grond groef? .dat men namelijk in het bosch, onder den grond, het karkas van een reuzen mammoet vond, met een x jonge mammoet, zoo groot als een flinke olifant 1 van nu? ,dat door de groote koude de 2 karkassen 20.000 jaar geconserveerd bleven? 4 BIJKANTOOR: (Nac De pechvogel is heusi loopen er tallooze ron wij zelf ook tot deze Toch durf ik een prijs een echten pechvogel de slotsom gekomen, Deze legendarische d uitgedacht en hebben heid gemeen als de centaur. Zooals de ar schapen, schiep de nee spookbeeld, een overc onbeteekenende teleur Ik wil niet ontkennen wel eens tegenloopt. I wien 't vaak tegenloo volgens de, authentiek boek van Van Dale? alles tegenloopt." En c ik te gelooven. Eens zat een man, die gebied met voortdurei bij een vriend en stort echte pechvogel!", vej De man, die deze ver kleed, woonde in een zijn leven honger gel ziekte of sterfgevallen een werkkring, die vo met zijn eigenaardige baan, dien velen hem lieve en oppassende k zich een pechvogel, en Toen zijn vriend hem zaam gemaakt had, schaamd. Hij moest I welke het lot hem in zijn arbeid in menig was; dat hij uit gevaa dernemingen op wonc den; dat de fortuin he mate gunstig geweest Hij kwam tot de slot één gebied van het geschoten, en dat hij c een pechvogel kon streven altijd en altijd vallige belemmeringen onfortuinlijkheid. Mar wien alles in 't leven I toch geenszins van to op-één-na de gunsteli Waarom overschatte van dat ééne terrein, hem gedoemd had teg< om staakte hij niet, n halen, den hopeloozen kwelling oplegde en met alle eerste prijzen het veelzijdig geluk, c gering, dat hij het ni ééne onbelangrijke tel Er bestaat een legend voor wien gansch hel grootwaardigheidsbek één man rechtop staa kijkend, alsof er geen was. Dit bewijs van zoo, dat hij er 's nach hem niet smaakte. Hi te gaan, omdat hij d schilligen toeschouwer de poort moest, om ui vermeed hij het uitgaa en werd heelemaal m( Niemand begreep iet KORTE KLEVERL GES

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1928 | | pagina 6