A.ZE
ST. NI
Plaatselijk Nieuws
Denken en Leven
De Australiër
ALGEM.
VooRKEN
EXPL?%n>
DE 0ENE5
Pee
H AARLEI
ALLE
GEREI
ZATERDAG 24 NO\
hebben hun voorman, den Wethouder Van Neder-
hasselt, voor het moeilijke vraagstuk gesteld, hoe hij
de barre revolutionaire theorie van zijn kerkgeloof,
dat zegt alles aan zich te willen onderwerpen, rijmt
met zijn plicht om onze vrijheden te bewaren, die te
beschermen, ja te vermeerderen.
Goddank, dat het in de werkelijkheid niet op theoriën
aankomt, maar op wat men is en wat men doet. En
de roomsche kan evengoed een goed mensch zijn en
het goede doen als iemand anders, als hij maar zich
zelf is en vanuit zichzelf leeft en niet aan theoriën
hangt; die zijn altijd van anderen en dikwijls uit de
oude doos en het is van ons misschien niet eens goed
geweest, die leelijke oude dingen in hun herinnering
terug te roepen.
Wie wel op dreef was? De heer Schulz. Hij heeft zijn
welbespraaktheid bij de algemeene beschouwingen niet
misbruikt en den spijker hier en daar danig op den
kop getikt.En op 'n fatsoenlijke manier.Jammer was, dat
hij bij de behandeling van sommige begrootingsposten
altijd maar door praatte en niet „thuis kon komen";
dat nam veel tijd en leidde bijna tot verveling. Men
moet niet alles willen zeggen, ook iets voor anderen
te denken overlaten. En intusschen is het geloopen
zoo als in de rede lag. De goed bewerkte begrooting
is, voor zoover als ze behandeld is, bijna onveranderd
aangenomen. B. en W. gaven den Raad en de Raad
gaf aan B. en W. daarbij allerlei averechtsche com
plimenten; maar zonder dat daarvan door een van de
partijen een woord is gerept, gaven beide partijen aan
het corps ambtenaren dat voor B. en W. de begrooting
en de toelichting in elkaar hadden gezet, het compli
ment van den dag: hun werk sprak voor zich zelf,
zij zegevierden. Het ziet er in onze gemeente niet
slecht uit. De wegen, de plantsoenen, de financiën, de
salarissen, de toekomst-plannen, de stemming, de sa
menwerking, ze verkeeren blijkbaar allen in blakenden
welstand. Er wordt alleen naar een beetje voortvarend
heid verlangd- Toch is er één ouwelijkheidje in de
begrooting, een overblijfsel uit den tijd, dat we nog
onderscheid maakten tusschen burgerij en volk, wij
bedoelen natuurlijk de subsidie aan de schietvereeni-
gingen en de zoogenaamde Burgerwacht.
De schietvereenigingen (wij richtten destijds met Bram
Koolhoven de oudste op, om van af onze duinen de
Engelschen, die de Boeren zoo gemeen aanvielen, te
leeren beschieten) zij vormen thans een pretje, anders
niet; en de Burgerwacht? Deze is het naargeestige
overblijfsel uit den voor goed voorbijen tijd, dat de
burgerij zich een barbarenwapen wilden smeden tegen
de na den oorlog forsch opkomende arbeidersbeweging,
omdat men vreesde, dat deze de gansche samenleving
barbaars overhoop zou halen. Alsof de arbeiders toen
niet nadeden wat de „hooge oome's" uit de burgerij
haar in den oorlog hadden voorgedaan.
In dezen tijd, nu alles schreeuwt om ontwape
ning, is deze combinatie van vereenigingetje-spelen en
soldaatje-spelen een atavisme, een onsympathieke bron
van misverstanden en kunstmatige volksverdeeldheid
en waarmede niemand is gediend dan wie in den waan
van haar nut gelooft. Wij schrokken er van te ver
nemen, dat de heer Van Nederhasselt er de comman
dant van is; blijft hij het nog lang, dan zullen wij een
tegenhanger moeten oprichten, 'n Vrijheidswacht b.v.,
die met geweldige zoete brooden om zich heen slaat en
met knallende lachsalvo's werkt, om de bleeke jonge
lingen met de regeeringsspuit onder zijn commando
te beletten onze gebieders van stad en land gevangen
te nemen en naar het nieuwe klooster op Boekenrode
te voeren.
Dan nog maar liever bolsjewiek a la Schulz, al is dat.
als reeds gezegd, ook niet altijd even amusant.
Curieus is dat als 't debat zich op een principieel ver
schil toespitst, 't altijd de R.K., in dit geval bij monde
van den heer Nuyens en de Soc.-Dem. zijn, die elkaar
te lijf gaan. Altijd weer die twee, die in de zoogenaam
de hoogere politiek tientallen jaren lang naar elkander
hebben gelonkt om ons anderen in hunne onderlinge
omarming morsdood te drukken. Ditmaal had o.i. de
heer Nuyens volkomen ongelijk. Zijn partij, die, dit
weten wij allen allang, volkomen is te vereenzelvigen
met zijn kerk, immers deze is sedert het concilie van
Trente, reeds in 1542 van eene godsdienstige richting
onder invloed der Jezuieten geworden tot eene poli
tieke instelling, beoogt wereldverovering en niets
minder, hetgeen insluit dat de vrijheid van denken en
leven, die bij de Soc.-Dem. ten minste nog een beetje
veilig is, onder haar invloed het grootste gevaar
loopt, vooral in landen als het onze met een op gods
dienstig terrein fanatieke bevolking. De heer Nuyens,
die zelf den familienaam draagt van 'n bekend roomsch
geschiedschrijver, neemt toch niet aan, dat voor zijne
mederaadsleden in Bloemendaal de geschiedenis, die
leermeesteres der volken, een gesloten boek is? Maar
ook praktisch en moreel was de heer Nuyens er naast.
Indien hij gelijk had en wij geen enkel sociaal demo
cratisch getint streven, hoe ontwikkelend ook, mochten
steunen, dan zouden ook alle subsidiën aan roomsche
scholen elke steun aan roomsche ziekenhuizen, col
lecten enz. dadelijk moeten worden stopgezet, dan
zou er een landelijke beweging moeten worden ge
organiseerd tegen die gemeenten die zelfs met geld
het bouwen van roomsche kerken en kloosters be
vorderen. Neen de Kunst en de Ontwikkeling staan
evengoed naast de Soc.-Dem. Arb. partij als naast
de R.K. Kerk; zij groeien in menig opzicht die beide
boven het hoofd en een gemeentebestuur, dat met
het volle werkelijke leven te maken heeft en niet met
eenig eng partijstandpunt, kan evengoed (of even
slecht, naar men het neemt) roomsche als socialisti
sche kunst- en ontwikkelingsinstituten steunen. In ieder
geval, dit willen wij maar zeggen, van den kant van
den heer Nuyens was deze tegenkanting zuiver eene
als van de Vos die de passie preekt. Moge hij be
denken, dat de Bloemendaalsche Raad zelf een insti
tuut is, dat eenige ontwikkeling herbergt, al laten vele
leden, om goede redenen, dat daar niet altijd uitkomen.
T. Sr.
De Olie-bus reed Dinsdagmorgen te Overveen op den
Bloemendaalscheweg vlak achter een luxe auto. De
auto stopte plotseling voor een verkeersstremming.
Hierdoor was de bestuurder der bus genoodzaakt,
wilde hij den auto niet aanrijden plotseling naar rechts
,uit te wijken, waardoor een wielrijder, die juist naast
,de bus reed daaronder kwam. De fiets werd geheel
vernield, terwijl de berijder zwaar gewond naar het
gasthuis werd gebracht. Proces-verbaal werd niet op
gemaakt.
VERMOEDELIJKE VERDUISTERING.
De Commissaris van Politie te Bloemendaal verzoekt
dengene, die op Woensdag voormiddag 14 dezer, tus
schen 9 en 10 uur van iemand, die op een handkar
eenige goederen bestemd voor het Leger des Heils
vervoerde, een oude naaimachine met vierkante kap,
gekregen, gekocht of in bewaring heeft genomen of
daaromtrent eenige inlichtingen kunnen verstrekken,
zich aan zijn bureau te Overveen te vervoegen.
20 en 21 November zal er in de Ger. Kerk alhier een
bazar gehouden worden. Van de opbrengst van dezen
bazar zal de consistoriekamer van bovengenoemde
kerk gemeubileerd worden, terwijl men ook het aan
leggen van centrale verwarming, dat reeds lang in de
pen is, hiervan hoopt te kunnen bekostigen. Het is te
hopen, dat de bazar druk bezocht zal worden en er
veel zal worden verkocht.
De Commissie voor den te houden bazar bestaat uit
de dames: Popta, Brussaard en Verleur.
Men deelde ons nog het volgende mede: Eerst zal
gezorgd worden voor een ameublement in de consi
storiekamer en dan komt de centrale verwarming aan
de beurt. Over het aanbrengen van centrale verwar
ming is men het nog niet eens. Het plan bestaat een
electrische verwarmings-installatie aan te schaffen.
Proeven worden hiermede al genomen. In de consisto
riekamer zijn een zestal bakken boven de ramen aan
gebracht. Deze bakken zijn voorzien van weerstanden,
die, als zij op stroom staan, een tamelijke hitte ver
spreiden. De vraag is nu of de warmte, die van boven
komt in de eerste plaats in staat zal zijn een groot
vertrek te verwarmen en in de tweede plaats of de
verwarming in staat zal zijn den bezoeker voor koude
beenen te vrijwaren.
Het een en ander wijst er dus op, dat het aanleggen
van centrale verwarming nog wel een poosje zal
duren.
LEZING „BLOEMENDAAL'S BLOEI".
De wegens ongesteldheid van den heer Ir. J. Gratama
te Amsterdam uitgestelde lezing met lichtbeelden over
de uitbreiding van Bloemendaal o.m. in verband met
den bouw van een nieuw Raadhuis c.a., zal plaats
vinden op Vrijdag 23 November a.s. in Hotel „Van
Ouds het Raedthuys" te Overveen, des avonds ten
8 ure.
Een 7-tal militaire auto's stonden Woensdagmiddag
nabij Hotel Zomerzorg. De achterste wagen, merk
Buick, de auto van de officieren, trok veel belangstel
ling. Eenige soldaten met officieren keken aandachtig
naar den motor, die het nu eenmaal vertikte om te
loopen. Wht men er ook aan deed, de officierenwagen
wilde niet loopen. Na ettelijke malen den starter en
den slinger gebruikt te hebben, probeerde men het op
een andere manier om den motor aan het loopen te
krijgen. De officieren gingen in den wagen zitten en
een 12-tal soldaten duwden den auto voort. Men
duwde vanaf Zomerzorg tot aan de Boekhorst, daar
sloeg de motor pas aan en reed de auto op eigen
kracht verder tot groote voldoening van de soldaten,
die van het harde duwen van den wagen waarin de
dikke officieren zaten, doodmoe waren geworden.
Heden is verschenen de Focus-kunstkalender voor '29,
uitgegeven door de N.V. Focus, directeur de heer
Adriaan Boer. Aan deze kalender is wederom zeer
veel zorg besteed. Op het eenvoudige schild is een
blok kunstdrukpapier aangebracht. Dit blok bestaat
uit 56 bladzijden, waarvan 53 voorzien zijn van kunst
drukfoto's, gemaakt door foto-amateurs, die het vak
goed verstaan en die er op uit geweest zijn, de mooiste
plekjes in en buiten de gemeente te vereeuwigen.
Onderaan deze pracht-foto's bevindt zich de eigelijke
kalender.
Behalve de maanden, dagen enz. van het jaar is er
ook gelegenheid tot het maken van notities voor ver
jaardagen enz., terwijl de Chr. feestdagen op dezen
kalender ook niet ontbreken. Op het dekblad is een
prachtfoto aangebracht, voorstellende een duinland
schap genomen door den heer Adriaan Boer. Bij het
vervaardigen van dezen kalender heeft men rekening
gehouden met de jaargetijden, daar bedoelen we mee
dat men van December tot Januari foto's van winter-
gezichten te zien krijgt en van Februari tot Maart het
voorjaar geïllustreerd wordt, enz. Deze Focus-week-
kalender is een prachtuitgave. Niet te verwonderen
is het, dat deze kalenders ieder jaar bij groote hoe
veelheden wegvliegen of beter gezegd verkocht wor
den. De kunstkalenders zijn a 1.60 te verkrijgen bij
den Vertegenwoordiger voor Bloemendaal en Omstr.,
den heer P. Tideman Jr., Duinwijckweg no. 3, tel 22177.
NAAR HET ENGELSCH
van
PHILIP O'FARRELL
(Nadruk verboden)
Toen Doris zich beschikbaar stelde als hulp bij de
munitiefabricage, begrepen we direct dat er iets ge
beuren zou. Doris had in haar jonge leven al zooveel
ondernomen en altijd was er iets gebeurd en bij dat
„iets" was altijd „de man in het spel" geweest.
Ik was dan ook niet buitengewoon verrast, toen ik
kort daarop een telegram ontving van mijn tante. Lady
Plumbago, die weduwe was. Het telegram luidde al
dus:
Doris weer verloofd. Wat raad je me aan?"
Het leek me het beste maar direct mijn koffer en den
eerstvolgenden trein naar Londen te pakken en eenige
uren later zat ik tegenover tante Agatha in de biblio
theek van haar woning op Gosvenor Square.
Is die Schotsche ingenieur weer op de vlakte?, in-
fomeerde ik.
Neen, het is weer een nieuwe.
Iemand die ze in munitiefabrieken in Woolich heeft
leeren kennen?
Ook al niet. Doris is nooit erg mededeelzaam in
zulk soort dingen, maar ik heb begrepen dat ze hem
boven op een bus heeft leeren kennen. Het schijnt dat
hij tot een van de Overzeesche contingenten behoort;
het is een Australiër, geloof ik.
Officier?
Tante Agatha haalde de schouders op. Je kent Doris.
Het zal mooi zijn als hij sergeant-majoor is.
Maar waarom laat U haar dat jongmensch niet eens
hierheen mee brengen, dan kunt U zelf oordeelen, op
perde ik.
Daar zit nu juist de moeilijkheid, antwoordde Tante
Agatha bedrukt. Als het aan mij lag deed ik dat
direct. Maar ongelukkigerwijze is Gertrude de vorige
week naar de stad gekomen en blijft hier een maand
logeeren. Nu hoef ik je verder niets te vertellen, beste
jongen!
Inderdaad, tante Agatha hoefde mij verder niets te
vertellen. Het groote publiek zal zich de dame in
kwestie herinneren als Miss Gertie Ganamede, de
revue-ster van enkele jaren geleden, maar Gertie heette
Gertrude sinds ze Gravin Plumbago werd en Doris'
schoonzuster. Toen ze na haar huwelijk met haar man
diens vaderlijk slot betrok, verwekte zij een storm onder
het personeel door het instellen van gemeenschappe
lijke ochtend- en avondgebeden, wat wel het laatste
was, wat van haar verwacht werd. Haar levensbe
schouwing was zoo sereen, dat al de vroolijke vrienden
uit Archie's jonggezelentijd de deur waren uitgekeken
en daar ze geen vrienden of familieleden van zichzelf
had, althans dezen zich niet vertoonde, had haar man
niet over overmaat van gezelligheid te klagen.
Het was duidelijk dat mijn aangehuwde nicht en een
struische, levenslustige Australische soldaat de on
gelukkigste combinatie waren, die men zich denken
kon, maar aan den anderen kant was de ontmoeting
tusschen deze beiden een evenement, dat ik niet gaarne
missen zou.
Dien avond na het diner, had ik een apartje met mijn
knap nichtje over het onderwerp dat de gemoedsrust
van mijn tante zoozeer verstoorde. En haar mededee-
lingen laten zich samenvatten in de stellige verklaring,
„dat het deze keer de ware was".
Ik «jeloof dat ik dat meer van je gehoord heb, zei
ik cynisch, alleen de laatste maal zei je het in het
Schotsch!
Wacht tot je Micky gezien hebt!, was alles wat ze
hier tegen had in te brengen en meteen liep ze de
kamer uit.
Het eind van het lied was dat de mysterieuze Austra
liër den volgenden Zondag op de thee zou komen.
Toen ik den morgen van dien gedenkwaardigen dag
met mijn ochtendbladen een gemakkelijk plaatsje in de
bibliotheek had uitgezocht, kwam tante Agatha binnen
stevenen.
Luister eens, Edward, begon ze zenuwachtig,
denk je dat het ernst is met dien Australiër? Ik maak
me absoluut niet ongerust over Doris, ging mijn goede
tante zuchtend voort, die is uitstekend in staat om
op zichzelf te passen. Ik wilde wel dat jij Gertrude tot
rede kon brengen. Die is vandaag in haar heiligste
stemming. Als die dien jongen behandelt, zooals je
van haar verwachten kunt, is Doris in staat er met
hem vandoor te gaan.
-Ik zal mijn best doen, beloofde ik gelaten.
Tante Agatha ruischte weg om naar de kerk te gaan.
Ze had nauwelijks de deur achter zich dicht of mijn
ondeugende nicht kwam binnen en liet zich opgewon
den in een stoel neervallen.
Dat mensch!, barstte ze uit. Hoe moeder haar
hier in huis kan hebben is me een raadsel. Moet je
luisteren, Bunny, ze staat tegen me te preeken over de
eer van onze familie, over den naam en de positie, die
wij moeten ophouden, het voorbeeld dat wij moeten
geven. Je zoudt waarachter denken dat die revue-juf-
fouw regelrecht van de Kruisridders afstamt, inplaats
dat ze het leven begonnen is als Gertie God-mag-weten
wie! Je had je doodgelachen als je gezien had hoe ve
nijnig ze werd toen ik zei dat het niet voor iedereen
was weggelegd om een adellijken echtgenoot in te
pikken, doordat je de mooiste beenen uit de heele
Londensche tooneelwereld hebt en ik, aangezien de
mijne Chippendale zijn, zoon prachtkans niet heb!
Het is heel amusant, erkende ik lachend, maar ik
geloof toch niet dat dit de juiste manier is om met je
waardige schoonzuster om te springen.
Voor mezelf kan het me niet schelen, hernam Doris
ernstig, ik lach om die verkleede aartsengel, maar
het is om Micky. Hij heeft nog nooit in zijn leven zoo'n
exemplaar ontmoet, daar ben ik zeker van. Ik ben over
tuigd dat het hemvreeselijk pijn zou doen.
Ik keek Doris aan en aan den vochtigen glans in haar
oogen en den zenuwachtigen trek om haar mond, zag
ik dat het dezen keer inderdaad „de ware" was.
Er zat niets anders op dan dat ik mijn diplomatiek be
leid zou aanwenden bij Gertrude. Ik was zoo gelukkig
haar na de lunch alleen in de hall te vinden. Ze
wachtte op Frunley, haar jeugdigen stamhouder, met
wien ze naar de kinderkerk zou gaan. Ze had een
groot gebedenboek in de hand, waarvan op den band
een ostentatieve gouden kroon gestempeld stond.
Je bent zeker met de thee weer terug? informeerde
ik joviaal.
Ik kom direct na den dienst terug, antwoordde ze
grimmig. En ik ben van plan thee te drinken op
mijn eigen kamer.
Geen slecht idee, zei ik luchtig. - Doris krijgt een
vriendje op visite en we waren al bang dat jij
Ze keek me met woedende oogen aan en ik voelde
me zooals een goudvisch zich moet gevoelen die in
de onmiddellijke nabijheid van een ijsberg verzeild
raakt.
Zoo, dus jij bent ook in het complot? viel ze uit op
den toon van een godin die recht-spreekt. Wil je
er dan nota van nemen dat ik mij niet op zij laat schui
ven? Ik zal mijn rechten laten gelden! Als Archibald
niet aan het front was, zou hij er zich zeker mee be
moeien. En in zijn afwezigheid beschouw ik mij als de
vertegenwoordigster van het hoofd van de familie. Ik
zal dien jongen man wel op zijn nummer zetten. Ze
snoof. Het idee alleen!
Maar vind je dat nu zooals het hoort, waagde ik
te zeggen.
Als je iemand toch op de thee inviteert
Hij kan thee krijgen, waar hij thuishoort in de
keuken!
Ze nam haar zoon die inmiddels gearriveerd was, bij
de hand en ging de voordeur uit met het verontwaar
digd air van een martelaar dien iemand een sigaret
gepresenteerd heeft op zijn weg naar de leeuwenkooi I
Het beloofde een aardig middagje te worden!
Micky werd om vier uur verwacht, maar om kwart
over drie was hij al present. Arm in arm met Doris
kwam hij de kamer binnen, een lange, pezige, gebruinde
jonge man met diepliggende, grijze, ernstige oogen
Hij bewoog zich vlot en gemakkelijk en toen hij aan
mijn tante werd voorgesteld kwam er een zonnige
glimlach om zijn mond, die zijn ernstig gezicht heele-
maal deed opklaren.
Een sympathieke jongen, oordeelde ik onmiddellijk.
Hij bleek allerminst verlegen, een gemakkelijke en on
derhoudende prater en tante Agatha scheen al spoedig
even ingenomen met hem als ikzelf. De thee werd ge.
serveerd en we voerden een levendige conversatie.
Hij vertelde dat zijn vader een groote schapenfokkerij
had en dat ook hij daarop werkzaam was en op een
vraag van mijn tante of hij in Australië \vas geboren,
deelde hij mede:
Ik ben geboren in Walworth. Toen ik een jaar of
tien was emigreerde Vader. Hij was treinconducteur.
Ik ging met hem mee. Mijn moeder was dood. Mijn
oudste zuster bleef hier achter, bij een tante. Ze kon
het niet zoo erg goed met Vader vinden. Ze is later
aan het tooneel gegaan. Ik heb haar nooit meer ge
zien.
Even viel er een pijnlijk zwijgen en met tact hervatte
tante Agatha het gesprek.
Uw vader heeft zeker geen nadeel gehad van deze
verandering?, vroeg ze glimlachend.
Ik geloof niet dat het hem kwaad heeft gedaan.
De eenige zorg die Vader heeft, is dat hij daar in
Australië geen geld kan uitgeven. Hij is van plan na
den oorlog weer in Engeland te komen wonen. Ik kan
hem geen ongelijk geven, want wat heeft hij er aan of
hij al een half millioen pond op de bank heeft staan?
Een half millioen pond, mompelde tante Agatha eer
biedig. Doris, we moeten niet vergeten dat aan
Gertrude te vertellen, kind. Dat zal haarinteres
seeren
Gertrude is?informeerde Micky.
Mijn schoondochter. Ze zal zoo aanstonds wel
komen. U zult haar misschien een beetje stijf vinden,
maar daar moet U zich maar niets van aantrekken.
Maar de voorgewende opgewektheid waarmee ze dit
zei verdween op hetzelfde moment, dat ze de woorden
gezegd had, want de deur ging open en als een beeld
van de wreende gerechtigheid stond Gertrude op den
drempel. Ook Doris gaf onmiskenbare teekenen van
ontsteltenis en 't was niet dan met de uiterste krachts
inspanning en zelfbeheersching dat tante Agatha er in
slaagde een eenigszins formeele voorstelling te be
werkstelligen.
Mr. Robson, mijn schoondochter, Lady Plumbago,
stamelde ze. Micky kwam overeind uit zijn stoel.
Robson? herhaalde Gertrude met zichtbaren en voor
ons onverklaarbaren schrik.
Met uitgestoken hand liep Micky de kamer door
op haar toe.
Wel Gert, zei hij opgewekt, hoe gaat het jou,
kind. Dat is ook toevallig dat ik je na al die jaren hier
tegen het lijf loop.
Het was wat men noemt een dramatisch oogenblik.
Terwijl ze zich aan een stoel vastklemde, maakte de
begrafenis-uitdrukking op Gertrude's gezicht plaats
voor een geforceerden glimlach.
Het is Michael! hijgde ze.
Zeg maar Mick, hoor Gert, net als vroeger.
Doris was te veel vrouw om haar gevoel van triomf
te kunnen verbergen. Wel Gertrude, zei ze bloem
zoet, waarom heb je ons nooit verteld dat je vader
treinconducteur is geweest. Dat vind ik zoo roman
tisch!
Kort voor 't diner moest ik even in de bibliotheek zijn
en vond daar een zeer nederige Gertrude. Ze zat te
schrijven en toen ze me zag vroeg ze:
Zeg Edward, schrijf je „binnenkort" in één of in
twee woorden?
Ik gaf haar de verlangde inlichtingen en tegelijk keek
ik over haar schouder.
ik zag een enveloppe geadresseerd aan de redactie van
de „Morning Post" en daarnaast een vel oud-Ho!-
landsch papier, versierd met een groote gouden kroon.
Op het papier stond het volgende:
Binnenkort zal het huwelijk plaats hebben
van Lady Doris Brookwood, de eenige
dochter van den overleden vijfden Graaf
van Plumbago en Michael Henry Robson
van het Australische Expeditie-leger, zoon
van George Robson Esq. Kalafzoo, Austra
lië en broeder van de tegenwoordige
Gravin Plumbago.
Einde.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
dat er een visch is, die wel 5 jaar zonder voedsel
kan blijven?
dat dit de Froteus is, die in onderzeesche holen voor
komt?
dat men in Engeland zich speciaal toelegt op het
kweeken enz. van record-Kerstdieren, het maken
van puddingen enz.
dat de hertog van Norfolk eens een kerstboom voor
zijn personeel oprichtte van 25 meter hoog?
dat de grootste kerstpudding ooit gemaakt, werd ver
vaardigd door een Londenaar?
dat deze 1000 pond woog en gekookt werd in een
brouwketel?
dat de pudding bestemd was voor de armen en met
6 muilezels werd voortgetrokken?
dat de wagen onderweg werd aangereden en de
pudding verongelukte?
dat de eigenares van een herberg in Dikovina, in het
Trans-Baikal gebied van Siberië haar gasten
onthaalde op walvisch-biefstuk van 20.000 jaar
oud?
dat namelijk bleek, dat zij haar walvischvleesch kocht
van een houthakker, die het vleesch uit den grond
groef?
.dat men namelijk in het bosch, onder den grond, het
karkas van een reuzen mammoet vond, met een
x jonge mammoet, zoo groot als een flinke olifant
1 van nu?
,dat door de groote koude de 2 karkassen 20.000 jaar
geconserveerd bleven?
4
BIJKANTOOR:
(Nac
De pechvogel is heusi
loopen er tallooze ron
wij zelf ook tot deze
Toch durf ik een prijs
een echten pechvogel
de slotsom gekomen,
Deze legendarische d
uitgedacht en hebben
heid gemeen als de
centaur. Zooals de ar
schapen, schiep de nee
spookbeeld, een overc
onbeteekenende teleur
Ik wil niet ontkennen
wel eens tegenloopt. I
wien 't vaak tegenloo
volgens de, authentiek
boek van Van Dale?
alles tegenloopt." En c
ik te gelooven.
Eens zat een man, die
gebied met voortdurei
bij een vriend en stort
echte pechvogel!", vej
De man, die deze ver
kleed, woonde in een
zijn leven honger gel
ziekte of sterfgevallen
een werkkring, die vo
met zijn eigenaardige
baan, dien velen hem
lieve en oppassende k
zich een pechvogel, en
Toen zijn vriend hem
zaam gemaakt had,
schaamd. Hij moest I
welke het lot hem in
zijn arbeid in menig
was; dat hij uit gevaa
dernemingen op wonc
den; dat de fortuin he
mate gunstig geweest
Hij kwam tot de slot
één gebied van het
geschoten, en dat hij c
een pechvogel kon
streven altijd en altijd
vallige belemmeringen
onfortuinlijkheid. Mar
wien alles in 't leven I
toch geenszins van to
op-één-na de gunsteli
Waarom overschatte
van dat ééne terrein,
hem gedoemd had teg<
om staakte hij niet, n
halen, den hopeloozen
kwelling oplegde en
met alle eerste prijzen
het veelzijdig geluk, c
gering, dat hij het ni
ééne onbelangrijke tel
Er bestaat een legend
voor wien gansch hel
grootwaardigheidsbek
één man rechtop staa
kijkend, alsof er geen
was. Dit bewijs van
zoo, dat hij er 's nach
hem niet smaakte. Hi
te gaan, omdat hij d
schilligen toeschouwer
de poort moest, om ui
vermeed hij het uitgaa
en werd heelemaal m(
Niemand begreep iet
KORTE KLEVERL
GES