Jli^^®Wl|NIXAALSei|3 EFFECTEN - COUPONS Crêpe Schoenen A. ZETSTRA ST. NICOLAAS ALGE M.NIEUW5 enADVERTENTIEBLAD VOOPKENNEMEBLAND EN HAARLEM EXPL?%n ADMINT^DR UKKER VT.Tl MMER DE QENE5TETWEG,23, BLOEMEND ST. N1C0LAAS-CADEADX TENTOONSTELLING TOEGANG VRIJ DE DAHLIA Pechvogels Herfsttentoonstelling N V -HET HI DDEN' HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING W. G. HOOGESTEIN BOEKHANDEL„LECTURA" Fa. J. A. BOSKAMP Zn. OV E RV E E N CORRY MULLER-IJTSMA FRANS OERDER BIEDT U VOOR DE FEESTDAGEN STEEDS WAT ORGINEELS N. PRENT v. o. BERG TELEF. 22003 GIRO 30785 BIJKANTOOR: BLOEMENDAAL, BLOEMENDAALSCHEWEG 147 worden bij ons Vakkundig gerepareerd L. FABER Zn., KL. HOUTSTRAAT 10 Telefoon 12896 Opgericht 1898 VOOR RADIOTOESTELLEN Bloemendaalscheweg 123 - Telef. 22874 ALLE SOORTEN GEREEDSCHAPPEN GESCHENKEN Kunstzaal J. H. de Bois BLOEMENDAALSCHEWEG 255 TELEFOON 10956 BATIKWERK SCHILDERIJEN TEEKENINGEN BLOEMENMAGAZIJN ZIE ONZE ETALAGE W. BEUNDER GR. HOUTSTR. 66 HOEK VERWULFT ST. NICOLAAS COLLECTIE GR. HOUTSTR. 66 HOEK VERWULFT ZATERDAG 24 NOV. 1928 22e JAARGANG No. 47 s <ELAD I Abonnementsprijs 3.50 per jaar, 1.75 per halfjaar bjj vooruit betaling vóór 1 Jan. of 1 Juli. Na dien datum verhooging van 0.15 incassokosten. Voor Indië en het Buitenland met verhooging der porto. Losse nummers 0.10. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan. Advertentiën: 18 cent per regel, bij contract belangrijke korting. Kleintjes: Vraag- en Aanbod, Huur en Verhuur, Koop en Verkoop, van 1 tot 5 regels 60 cent, elke regel meer 12 cent uitsluitend bij vooruitbetaling. Boven, onder of naast den tekst dubbel tarief. OOK GEHEEL WISSELSTROOM BOSCHLAAN 43 BLOEMENDAAL RUIME KEUZE (Nadruk verboden) De pechvogel is heusch geen zeldzame vogelsoort; er loopen er tallooze rondom ons heen. En vaak meenen wij zelf ook tot deze wezens te behooren. Toch durf ik een prijs uitloven voor dengene, die ooit een echten pechvogel ontmoet heeft. Want ik ben tot de slotsom gekomen, dat er geen pechvogels bestaan. Deze legendarische dieren zijn door de verbeelding uitgedacht en hebben even weinig met de - werkelijk heid gemeen als de zeeslang, de nachtmerrie of de centaur. Zooals de angst de nachtmerrie heeft ge schapen, schiep de neerslachtigheid den pechvogel: een spookbeeld, een overdreven vergrooting van meestal onbeteekenende teleurstellingen. Ik wil niet ontkennen, dat er menschen zijn, wien 't wel eens tegenloopt. Zelfs niet, dat er menschen zijn, wien 't vaak tegenloopt. Maar wat is een pechvogel, volgens de, authentieke omschrijving van het woorden boek van Van Dale? Een pechvogel is „iemand wien alles tegenloopt." En dat er zoo iemand bestaat, weiger ik te gelooven. Eens zat een man, die werkelijk op een bepaald levens gebied met voortdurende tegenslagen te kampen had, bij een vriend en stortte zijn hart uit. ,,Ik ben toch een echte pechvogel!", verzuchtte hij. De man. die deze verzuchting slaakte, was keurig ge kleed, woonde in een welverzorgd huis, had nooit van zijn leven honger geleden, nooit schuld gehad, nooit ziekte of sterfgevallen in zijn gezin gekend. Hij had een werkkring, die volkomen in overeenstemming was met zijn eigenaardige neigingen en gaven; een loop baan, dien velen hem benijdden; een aardige vrouw, lieve en oppassende kinderenEn tóch noemde hij zich een pechvogel, en hij meende in ernst wat hij zeide. Toen zijn vriend hem op al zijn voorrechten opmerk zaam gemaakt had, voelde hij zich wel ietwat be schaamd. Hij moest toegeven, dat er dingen waren, welke het lot hem in den schoot had geworpen; dat zijn arbeid in menig opzicht met welslagen bekroond was: dat hij uit gevaarlijke botsingen en hachelijke on dernemingen op wonderbare wijze gered was gewor den; dat de fortuin hem bij allerlei gelegenheden uiter mate gunstig geweest was. Hij kwam tot de slotsom, dat hij eigenlijk slechts op één gebied van het veelzijdigde leven te kort was geschoten, en dat hij op dat ééne gebied inderdaad als een pechvogel kon gelden, omdat zijn hardnekkig streven altijd en altijd weer afstuitte op schijnbaar toe vallige belemmeringen en op een op onmacht gelijkende onfortuinlijkheid. Maar als een pechvogel iemand is, wien alles in 't leven tegenloopt, dan is de uitdrukking toch geenszins van toepassing op iemand, die in alles- op-één-na de gunsteling is der fortuin. Waarom overschatte deze geluksvogel de beteekenis van dat ééne terrein, waarop zijn bizondere noodlot hem gedoemd had tegen de bierkaai te vechten? Waar om staakte hij niet, met een glimlachend schouderop halen, den hopeloozen strijd, dien hij zich als een zelf kwelling oplegde en waarom nam hij geen genoegen met alle eerste prijzen op één na? Waarom schatte hij het veelzijdig geluk, dat de wereld hem benijdde, zoo gering, dat hij het niet telde in vergelijking met die ééne onbelangrijke teleurstelling? Er bestaat een legende omtrent een oostersch despoot, voor wien gansch het rijk boog. Maar wanneer deze grootwaardigheidsbekleeder door de poort ging, bleef één man rechtop staan, onverschillig voor zich heen kijkend, alsof er geen oppermachtig heer in de buurt was. Dit bewijs van minachting verdroot den despoot zoo, dat hij er 's nachts niet van sliep en dat het eten hem niet smaakte. Hij dorst niet meer door de poort te gaan, omdat hij de vernedering door dien onver schilligen toeschouwer vreesde. En, daar hij altijd door de poort moest, om uit zijn paleis in de stad te komen, vermeed hij het uitgaan, sloot zich op in zijn vertrekken en werd heelemaal menschenschuw. Niemand begreep iets van 's mans verdriet en hij KORTE KLEVERLAAN 22-24 - TEL. 22704 PRACTISCHE kon het ook niemand uitleggen. Want de zaak was niet, dat die toeschouwer, die hem niet groette, een buiten gewoon invloedrijk of voornaam burger was. Alle voorname en invloedrijke burgers groetten den vorst. En die ééne, die hem niet groette, Was heelemaal niet in tel. Men wist niet eens, hoe hij heette. Het was maar een willekeurige straatslijper, die ook niets tegen den vorst had en niet onbeleefd was uit opzet, maar een voudig omdat hij geen manieren geleerd had en maar half bij zijn verstand was. Is 't niet merkwaardig, dat zoo'n nietswaardig individu door zijn onopzettelijke achteloosheid het leven van een alom geëerd vorst zóó kan vergallen, dat hij men schenschuw wordt? Als deze vorst gedragen zij zich, die, als 't hun op één gebied tegenloopt, onmiddellijk de slotsom trekken, dat zij de meest verwaarloosde en de onfortuinlijkste schepselen ter wereld zijn. Menschen, wien alles tegenloopt, bestaan niet. En dus bestaan er geen pechvogels. Wanneer de neerslachtig heid ons parten gaat spelen en zij beïnvloedt onze ver beelding dermate, dat wij onze onbeteekenende teleur stelling tot een katastrofe vergrooten, dienen wij ons te ontnuchteren met een eenvoudige rekensom. Wij nemen een papier voor ons, dat wij in tweeën verdeelen. Links schrijven wij: debet en rechts: credit. En nu staat het ons vrij te beginnen met die debet zijde te vullen met een omslachtige omschrijving van ons pech. Laten wij den wellust genieten, ons volkomen te verdiepen in onzen tegenslag, onze nederlaag, onzen hopeloozen strijd. Laten wij ongehinderd alle aandacht besteden aan de tegenwerkende factoren, de ongunstige omstandigheden, het noodlottig toeval, dat natuurlijk juist ons weer moest treffen. Doch, wanneer wij aldus het pessimisme alle recht hebben laten weervaren, beginnen wij als een eerlijk koopman op de andere zijde te boeken al hetgeen in ons voordeel geweest is. Als wij dan inderdaad eerlijk te werk gaan, zal het ons verbijsteren, hoeveel fortuin wij tenslotte ondanks alles in ons leven hebben genoten. Aan de rij meevallers en onverdiende baten komt geen end. Waarlijk, wij zouden een geluksvogel zijn, zoo niet dat ééne pech ons den dag kwam vergallen. Want pech hebben wij allen. Ook de geluksvogel, de mensch, die in alles gelukkig is, bestaat slechts in de legende. Geluksvogel en pechvogel zijn wij bij beurten en de symboliek van onze verbeelding zal ons als een vogel met twee koppen hebben te schilderen. H. G. Cannegieter Een aardige gedachte is het van den heer De Bois geweest het beste werk der Haarlemsche kunstenaars tot een expositie bijeen te brengen. In de eerste plaats omdat de keuze over 't algemeen gelukkig was en we dus voor de ergste middelmatigheid bespaard zijn ge bleven, in de tweede plaats, omdat naast de „Kunst zij ons Doel"-tentoonstellingen, die nu zoo langzamer hand wel zijn gaan behooren tot de plaats waar men de kunst bij voorkeur niet vindt, althans het begin van een behoorlijk centrum is ontstaan. De keuze der werken is zeer ruim, het meerendeel is degelijk impressionistisch werk, een enkele gematigd moderne uiting detoneert toch niet, en de wijze waarop dit alles is te saam gebracht overtuigt ons dat de in richter van deze kleine collectie bovenal is een man van goeden smaak. Zoo heeft hij werken geëxposeerd van kunstenaars, die wij eigenlijk al zoo'n beetje hadden afgeschreven, ik noem hier onmiddellijk het mooie jongensportretje van G. D. Gratama, geschilderd in een fraaien bruinen toon; verder een vlotte misschien wat vlakke, maar in ieder geval „rake" duinstudie in olieverf van Savrij (waarom laat deze knappe kunstenaar den laatsten tijd zoo weinig meer van zich hooren?) en dan ook de beide kapitale door Buisman geschilderde portretten TE HOUDEN VAN 17 NOVEMBER TOT 3 DECEMBER DAG. GEOPEND VAN 'S ZONDAGS GEOPEND VAN 12-5. van de heeren Craandijk en Miedema, al kunt ge van mij deze conterfeitsels waarvan de groote en niet te onderschatten verdiensten de goede gelijkenis is! gaarne cadeau krijgen voor dat heel kleine teekeninge- tje ,dat Buisman van een oude vrouw maakte. Want in dat simpele teekeningetje leeft een ziel en in z'n groote eenvoud getuigt dit van te zijn ontstaan door den kunstenaarshand. Daar vraagt dan bij verder rondzien onze aandacht, als pièce de milieu, een groot stilleven van H. F. Boot, dat knap en breed werd geschilderd in een gedegen bezonken kleurtoon, die als altijd bij Boot, aandoet als in een lichten nevel gehuld te zijn. Maar de com positie en ik wil hier een vergelijking maken met het straffe zuiver belijnde stilleventje van Herman Vreedenburgh, dat juist zoo uitnemend in het vlak werd gecomponeerd is m.i. te rommelig. Ik kan dan JAN VERINGA TWEE DUIVEN HOUTSNEDE ook bij het bezien van Boot's werken nooit ontkomen aan de suggestie van in een andere, afgestorven wereld te moeten verwijlen. Wel erg ouderwetsch, maar daaróm niet minder be langrijk, lijkt het werk van J. Schreuder van de Cool- wijk, een schilder, die sinds kort tot de habitué's van onze Spaarneveste behoort. Van hem zien we twee, wat men noemt, echte atelierstukken, maar ondanks dat werken van de goede soort, 't Grootere doek, waar op een vrouw in een rommelige atelier hoek poseert in een belichting, zooals ook een Christoffel Bisschop en een David Oyens ze indertijd konden schilderen, treft door een brillante kleurbehandeling. Het hoogste licht gevangen op de blanke huid van het vrouwe-lichaam geeft een mooi kleuraccent, waaromheen feitelijk de gansche entourage in een bepaalden toon werd ge houden. Dit is inderdaad een stuk met kwaliteiten, evenals het andere doek, met het wat sensueele, doch knap geschilderde vrouwanaakt. Al verder gaande noteeren we werk van J. B. Kamp o.a. een vlotgeschilderd en goed in het vlak geplaatst profielportret van een eenigszins rood-harig persoon. Verbindingsweg 12, Telef. 22338 I Een portret, waarin het leven niet schuilgaat onder de verfbehandeling, doch dat bekoort door een soepele toets. Grootens' Bloeiende Cactus, hoewel wat dor van kleur, kan ik meer waardeeren dan z'n Berglandschap te Altenau, dat zoo'n beetje het midden houdt tusschen peinture en decor. En van beide geeft het niet genoeg, het is eigenlijk vleesch noch visch, want voor 't deco ratieve mist het den zuiveren grondslag, het mist daar voor bouw (want een wat gladgestreken en met verf ingevulde voorstelling is nog niet wat men noemt „sierend") en inzicht in het zuivere wezen der decora tieve compositie. Er spreekt uit dit werk een zekere gemakkelijkheid, een zekere gladheid, om in elk genre iets dragelijks te maken, maar eerlijk gezegd vind ik dat voor een kunstenaar een vrij doellooze en vooral karakterlooze liefhebberij. Met het werk der beide Ritsema's bevinden we ons weer midden in het goed Hollandsche impressionisme. Van Jacob Ritsema, den leerling van Gabriël, zien we een mooi in toon geschilderd stuk uit het Geuldal en een Zeegezicht aan de Bretonsch kust, dat meer mo derne kwaliteiten heeft. Zijn zuster Coba, bekend als een uitnemend stillevenschilderes, laat een sterke kleur indruk bij ons achter met haar vaas met Japansche lelies, waarin een verrukkelijk rood domineert. P. J. van Egmond is een merkwaardige figuur onder de Haarlemsche schilders en een vertegenwoordiger van de ietwat zware en tragische kleur. In een klein stukje, hoofdzakelijk met het tempermes opgezet, toont hij een zeer on-Hollandsche visie, terwijl de voorstelling, welke hem tot deze olieverfstudie imponeerde ergens in Zandvoort is te zoeken! Dan zijn er twee bloemstukken van Mevr. H. Dinge» mansNumans, waarvan het grootste, een pot met gladiolen, betere kwaliteiten bezit dan de wat effect volle veldboeket. Mevr. Dingemans studeert blijkbaar zeer ernstig en het resultaat dat zij bereikte in het stuk met de roode gladiolen moet niet worden onderschat, maar dan be denke zij toch ook, dat een kunstwerk niet slechts door vlijt en geduld ontstaat, doch dat het in niet mindere mate op ons zal moeten overdragen de ont roering van haar of hem, die het maakte. M.a.w. we willen in 't kunstwerk ook nog zoo iets als 'n uiting van een verdiept zieleleven be-leven, en dit is het ik moet het tot mijn spijt bekennen wat ik in de pro ductie van Mevr. Dingemans nog steeds blijf missen. Hoeveel beter vevulde hier Herman Vreedenburgh zijn taak, die zijn doekje Aronskelken met rodondendrons- bloesem in een geele kan tot een ingetogen compositie zonder eenig affectbejag maakte. Een in z'n genre Vreedenburgh toch is een schilder der „nieuwe zake lijkheid" uitnemend werkje met zeer fijne kleur- kwaliteiten! Wij kochten voor onze een keur van NOUVEAUTE'S direct van de grootste buitenlandsche fabrieken. Kijk alvorens te koopen onze collectie eens in. Laat U niet beïnvloeden door geruchten dat wij onze zaak moeten ver plaatsen of ontruimen. Niets is minder waar. Wij zijn en blijven

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1928 | | pagina 1