Sport Schaakrubriek Humor en Satyre Burgerlijke Stand Kerkagenda ANTCASSEEaZ? OPGERICHT 1828 VOETBAL. De uitslagen der Zondag gespeelde wedstrijden zijn: D.E.C.Velox 02 SpartaanZandvoort 23 HaarlemB.b.C. 64 H.V.C.V.V.A. 2—1 BaarnBloemendaal 13 Het jaar 1926 is dus voor verschillende clubs in deze aiueeimg sensationeel geeinaiga: nn meer aan eens is bewezen, aai ae voetoaisporc een spel vol wissel- vamgneaen is, waarop geen enKei pen gecroKKen Kan woraen. juist nieraoor biijit zij aamreKKeujK. Mee zeKerneid Kan evenmin nooit een unsiag voorspeia woraen, ai gaat de strijd zeits tusscnen ino. een en IN o. laatst. Velox, dat zeer weinig presteerde, haalde het stoute stuKje uit, het in den laatsten tijd in ongenaaKbaren vorm spelende D.E.C. op eigen terrein nog wel, met 20 te Kloppen. De Utrechtenaren konden de puntjes best gebruiKen, terwijl D.E.C. zich op den weg naar het kampioenschap met weinig gedwarsooomd zag. Maar terwijl dit drama zich in de Watergraalsmeer afspeelde, werd aan de andere zijde der noolddstad een tweede treurspel opgevoerd, getiteld: Spartaan Zandvoort. De roodbroeken, nauwelijks bekomen van de zware 51 nederlaag hun een week te voren op Bloemendaal toegebracht, zagen geen kans hun het energiek Zandvoort-elltal (zonder Keesman nog wel) van het lijf te houden. De gasten wonnen met 32, zoodat op verrassende wijze de onderlinge afstand tusschen de twee pretendenten D.E.C. en Spartaan gehandhaafd bleef. Echter, H.V.C. en Haarlem profiteerden van deze on verwachte misstappen, en liepen twee punten in. H.V.C. haalde een (benauwde) overwinning op V'.V.A. De uitslag, 21, doet zien, hoe de volge lingen van Jibben hun huid zoo duur mogelijk ver kocht hebben. We hebben er een vermoeden van, dat V.V.A. haar traditioneele befaamde eindspurt spoedig in zal zetten, en wee dan de andere degradatie- candidaten. Haarlem begon al heel slecht tegen B. F. C., zóó slecht zelfs, dat de Bussumers na eens kwartier spelens met 30 voor stonden. De verdediging der roodbroeken was in deze periode nergens. Het pleit niet voor het zelfvertrouwen van B.F.C., dat toch nog met 64 het kind der rekening werd. Wel moet men respect hebben voor een elftal, dat een 30 achterstand in een overwinning om weet te zetten. Van dit stand punt bezien, kan Haarlem met deze overwinning dub bel gefeliciteerd worden. Bloemendaal blijft ongenaakbaar. Al zegt een 31 overwinning in Baarn op de club van dien naam niet zoo veel, zij, die den wedstrijd, maar vooral het ter rein zagen, praten daar anders over. Eenige weken geleden nog, kabbelden de Zuiderzee- golfjes lustig over de doellatten. Langzaam liep het water weg, maar op 't veld bleef 'n verraderlijke laag slib achter, die den grond glad als een aal maakte. In 't begin had dan ook ieder moeite staande te blijven, en toen de Bloemendaal-verdediging nog op handen, voeten en wenkbrauwen een plaatsje zocht, trof een vervaarlijk schot van den Baarn-rechtsbinnen reeds doel. Maar toen stonden onze jongens ook. En 't ging van een leien dakje, behalve voor de goal. Zoo kwam 't, dat de rust slechts met gelijken stand inging. Toen was 't duidelijk te zien, dat onze ploeg, die technisch veel beter speelde dan die der gastheeren, ging winnen. In de tweede helft werd de zaak op den zelfden voet voortgezet: een ijzeren verdediging; een beurtelings verdedigende en aanvallende (maar vooral zwoegende middenlinie) en een voorhoede, dié met lang spel haar tegenstander ,,dood" speelde. Jammer dat Immer niet gelukkig was, niettegenstaande hij een prachtpartij speelde. Anders was Baarn er niet zoo genadig afge komen. Wij voorzien van ons elftal in deze samen stelling nog grootsche verrichtingen! Zondag gaan we bekeren. We lootten tegen W.G.W., een Heldersche vierde klasser, dus een makkelijke overwinning. Dochschreven we niet, dat voetbal wisselvallig is? En dat een uitslag nooit met zekerheid voorspeld kan worden? Daarom moet Bloemendaal oppassen, vooral, waar een gelijk spel in de bekerwed strijden een overwinning voor het bezoekende elftal beteekent. De andere clubs uit onze competitie lootten als volgt: RapiditasHaarlem. SchotenD.E.C. V.V.A.Allen Weerbaar. W atergraafsmeerBaarn. Velox—W.F.C. B.F.C.—K.F.C. ZandvoortScheveningen. ZilvermeeuwenH.V.C. De lagere eftallen speelden als volgt: Bloemendaal 3Schoten 3 11 Bloemendaal 4Haarlem 6 40 Zondag speelt: E.D.O. 3Bloemendaal 2 10 uur Bloemendaal 4H.F.C. 5 10 uur junioren: 5 SpaarndamBloemendaal 10 uur Adspiranten (Zaterdag): Bloemendaal bR.C.H. 2uur De elftallen zijn als volgt aangeschreven: le Elftal: J. Beijk J. A. Sunter J. IJfs J. Cassee H. Beijk P. J. Pason G. Kopjes Niemann Fr. Bakker Ph. Immer H. Eysten M. Strik res.: L. v. d. Meij 2e Elftal: H. J. Lever H. P. Spoor M. Jansen J. Parson L. v. d. Meij A. Donkervoort Ad. Cassee J. de Graaf N. N. J. Wijnberg H. v. d. Veer res. J. C. v. Beem 4e elftal: K. Schoehuys D. Kroon J. J. Huyer Ant. Cassee M. v. Delden A. de Jong H. S. v. Lent W. A. v. Zanten G. Strik H. J. de Jong J. Sondorp res. P. v. Beek Junioren: N. Janckewsky J. Hofland M. Dröst G. v. Dissevelt Adr. Bakker D. Ruiter P. Lakeman W. Mommers Ant. de Roos J. Paap D. Kuiper res. J. Middelink Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, De Genestetweg 23, Bloemendaal. PROBLEEM No. 195 O. G. LAURITZEN (Vanlose). Mat in drie zetten. Stand der stukken: Wit: Kgl, Daó, lc6, Tf2, Pc4, Pf4, b4, b5, e5, gó, h4. Ewart: i\e4, Pc3, g7, h5. 2e prijs, tournooi „Neue Leipziger Zeitung" (Eebr. 192/). PARTIJ No. 74. Zesde matchpartij, gespeeld te Utrecht 29 Dec. 1928. VVit: Zwart: Dr. M. eUWE E. D. BOGUejUBOW t-rtmsierüam). (l'nberg). GEWEIGERD DAMEGAMBIET. 1dZa4 Pg8fó 2. c2c4 e/eó 3. Pbl—c3 d/—d5 4. Lelg5 Pb8d7 5. e2e3 L18—e7 6. Pgl— f3 0—0 7. 1 alcl c7có 8. Ltld3 a7—aó 9. c4Xd5 c6Xd5 10. 0—0 b7—b5 11. Pf3e5 Pd7Xe5 12. d4Xe5 Pfó—d7 13. Lg5—f4 Lc8b7 14. Pc3e2 Dd8—b8 15. Pe2d4 g7gó Zwart kan den e-pion niet winnen, wegens 16. Ddl h5. 16. Lf4—hó Tf8—c8 17. Tel Xc8f Db8Xc8 18. f2—f4 Pd7—c5 19. g2g4 Pc5Xd3f 20. Ddl Xd3 Dc8—c4 21. Dd3—d2 Le7b4 22. Dd2—f2 Dc4—d3 23. f4—f5 Dd3—e4 24. Df2—g3 e6Xf5 25. g4Xf5 Lb4—f8 26. Lh6Xf8 Ta8Xf8 27. f5—f6 h7—h5 Zwart bood hier remise aan, onbegrijpelijk, waar hij 5 zetten later de partij opgaf. 28. Dg3g5 De4g4f 29. Dg5Xg4 h5Xg4 30. e5—eó! Kg8h7 31. e6e7 Tf8—e8 32. Tfl—cl Kh7—h6 33. Pd4e6! Opgegeven. De vijfde partij, werd, na eenmaal te zijn afgebroken, door Bogoljubow gewonnen op 30 Dec. a.p. De zevende partij won Bogoljubow, de achtste partij werd remise. Stand: B. 4J^, Dr. E. 3J/J. OPLOSSING EINSPELSTUDIE No. 56. (W. H. LYONS). Stand der stukken: Wit: Kcl, Td7, h7. Zwart: Kal, Th2, a2. 1. Tdl (dreigt h8 Lf en Kc2 mat), Tb2 (een fraaie wijze van verdediging); 2. Tel, fl of gl (nu is de zwarte Toren gedwongen om het punt b2 weer te verlaten en moet hij de patstelling, die Zwart trachtte te bereiken weder opgeven), Tblf; 3. Kc2,T X T; 4. h7h8 Lf en Wit geeft op den volgenden zet mat. GOEDE OPLOSSING ontvangen van: A. H. van de Lint, te Aerdenhout; H. J. S. Beck, J. Lankamp en H. de Ruiter, allen te Bloemendaal; P. Barend, J. J. H. Bauer, C. v. Dort, H. W. v. Dort en Joh. v. Teunenbroek, allen te Haarlem; J .v. Gulik, te Overveen; P. Mars en G. Strijker, beiden te Santpoort. Allen 5 punten. De volgende punten zijn in totaal behaald: H. J. S. Beek 22 J. Lankamp 22 H. de Ruiter 22 P. Barend 22 J. J. H. Bauwer 22 H. W. v. Dort 22 Joh. v. Teunenbroek 22 J. v. Gulik 22 P. Mars 22 G. Strijker 22 C. v. Dort 19 A. H. v. d. Lint 16 W. Hogenbirk 14 F. Erlings 6 P. Oosterhof 5 CORRESPONDENTIE. Haarlem H. W. v. D. Studie Rinck goed afge drukt en een meesterstukje! In de volgende rubriek wordt de laatste opgave geplaatst voor den wedstrijd. T. B. C. Klacht eener wees, wier ouders, broer en zuster aan t.b.c. gestorven zjjn en zelf ook aan die ziekte ljjdende is en op haar ziekbed ligt. Nu is moeder ook gestorven En mijn vader leeft niet meer. Mijn lief zusje stierf in 't wiegje En mijn broeder jong en teer. En ook mij, nog jong van jaren. Waart de zwakte door 't gestel. In het weeshuis opgenomen. Voel 'k me menigmaal niet wel. Even als mijn lieve moeder, Blijf ik zwak en teer ik weg. Wat 'k ook doe, 't blijft mij vermoeien, Zelfs de woorden die ik zeg. Spierwit zien mijn maag're wangen, Net zoo wit als moeder zag, Toen ze, macht'loos van de zwakte. Uitgeput op 't ziekbed lag. Ieder voedsel staat mij tegen; Slechts het water eischt mijn dorst. En bij 't pijnlijk bloedend hoesten Hijgt en zwoegt mijn zwakke borst. Onlangs hoord' ik tante zeggen: ,,Dat kind ook, heeft t.b.c. Beider ouders, broer en zusje Sleepte deze ziekte mee." Heeft dan 't noodlot geen erbarmen? Alles nam het van mij af. Allen, die mij dieroaar waren, Moet 'k dan ook zoo jong in 't graf? Ach, ik wou zoo graag nog leven En genieten van aie zon, Waar mijn moeder zoo naar haakte; Wijl ze haar zoo koest'ren kon. Ja, ik wou nog langer leven; Bloemen planten op moe's graf. Vol op van Natuur genieten. Die zooveel aan 't menschdom gaf. Dan het zij zoo, moet ik sterven, Wil ik naar mijn' ouders heen; Want ik weet, zij zijn gekomen In het rijk der zaligheên. Ja ook daar, daar is het heerlijk En die pracht blijft eeuwig aan. Wijl de schoonheid dezer wereld Slechts een tijdlang blijft bestaan. In mijn geest zie 'k moeder wenken; Zittend bij den troon van God! O, dit geestbeeld weert mijn droefheid En verzacht mijn stervenslot. Ja, ik ga blijmoedig mede, Roept de boö des doods mij aan. 'k Wil met hem ten hemel varen En naar 't Huis van Moeder gaan. Doch vóór 'k heenga van deez' aarde. Nog mijn laatste vuur'ge beê: Dat de mensch eens 't kruid moog vinden Tot herstel van T. B. C.! J. L. KINGMA. Mevrouw Snibbel (tot solliciteerende dienstbode): Wat? Eén dag vrij in de week? Dat krijgt mijn man nog niet eens van mij! Vader (norsch, aan de telefoon): Nee, Marietje is niet thuis. Kan ik een boodschap voor haar aannemen? Stem van een jonge man, nerveus: Hm, eh, ja. Hm, zou U alsjeblieft willen zeggen, hm, duizend poemelepoe- meltjes voor honneponnige lieve kleine schattebout van het fijne kleine kereltje? Hij werd onderzocht voor de levensverzekering en de dokter vroeg: Wel eens een ernstige ziekte ge had? Nee, was het antwoord. Nooit een ongeluk? Nee. Nooit eenig ongeluk in Uw heele leven gehad? Nooit, behalve van het voorjaar, toen heeft een stier me op zijn hoorns genomen en me over een hek geslingerd. Zoo, en noemt U dat geen ongeluk? Niks, hoor! Hij deed het express! Rechter: Om welke reden zijn de heeren er toch toe gekomen, dien moordenaar vrij te spreken? Lid van de jury der 12 gezworenen: Ontoerekenbaar, xcecnier: is net neuscn.' jeiui ane Cwaait? Hoe komt het toch, dat je zoo haarfijn op de hoogte bent met ae prive-aangeiegenneaen van jansen.' Vv e neooen op nun papegaai gepast, loen ze met vacanue waren. Het meisje (weemoedig): Een kus spreekt boekdeeien, zegt men. riij: ja. z,ou je het geen ieuK idee vinden, een bibho- meeK te beginnen? Een zeer jeugdig advocaat, die zijn eerste zaak voor de recntbanK zou bepleiten, wnue ais verzacmenue oui- stanuigneid voor zijn cnent aanvoeren „uronKcuacnap Hij begon zijn reae tot ae jury: tvieneer de reenter, mijne neeren van de jury: Dij alien weet, wat net is: aroiiKen te zijn: be advocaat verioor zijn zaaK. „Hé meneer zei de goeamoedige agent, tegen den iaat tbuiSKomenden neer, „zoo Komt u nooit uw nuis in. U probeert de deur open te maKen met een sigaar: De beer KeeK ontsteia, aruKte bearoeia ae nana van aen agent en zei: bsssigaar.' Eei je niK ssiyaar: Hoe is t mogeiijK, zeg, aan moet iK de sieuiei hiK opgerooKt neooen, zeg: ba s een lam gevai. hik. Een loodgieter moest het dak van een krankzinnigen gesticht repareeren. Een van ae ongevaarujKe patiencen moest hem daarbij heipen. i oen ze boven op net daK veertig meter boven aen beganen grond, bezig waren, den daKgoot te herstellen, sprong ae Kraniczinnige op eens overeind, begon met zijn oogen te ronen, paKte den loodgieter om zijn hals en duisterde: rcom mee, laten we naar beneden springen! Nee, nee, fluisterde de loodgieter, met groote tegen woordigheid van geest, ga meer naar beneaen en laten we dan naar boven springen! Er stond een jongen voor den slagerswinkel, die ver schrikkelijk schel en luid floot. De slager kwam einde lijk naar buiten en riep: Zeg eens, aap van een jongen, waarom fluit je toch zoo? Ik ben mijn hond kwijt, antwoordde de jongen. Nou, zei de slager, denk je soms, dat ik die "hond heb? Dat weet ik niet, baas, zei de jongen, maar elke keer als ik fluit, zie ik die worsten bewegen! Een knaap moest een boodschap voor zijn moeder doen en daar een paar vriendjes op hem stonden te wach ten, om te gaan voetballen, wilde hij gauw klaar zijn. Maar de winkel stond stampvol. Het ondernemende knaapje drong zich echter naar voren, tot vlak vóói de toonbank en riep: O, baas, kan U mij effe eerst helpen, het is voor mijn zieke vader! Zeker, jochie, zei de winkelier heel vriendelijk en terwijl de andere klanten verteerderd naar het jongetje keken, vroeg hij: En wat moet je dan wel hebben? Een pond groene zeep en een pakkie zeeppoeier!, was het snelle antwoord. Van Borgum: Die Puffels weigerde mij een tientje te leenen, om me uit de penarie te helpen. Ik had nooit gedacht, dat er zulke harteooze individuen in de wereld waren. Van Snappum: O jé ja, dat kan ik je verzekeren! Ik ben d'r ook zoo een! Ik houd mijn commensaals veel langer dan U, juf frouw Watersoep. Toch niet, juffrouw Taaimans, ze zijn alleen zoo mager, dat ze langer lijken! Miesje: O, tante, waarom smeert U poeier op Uw wangen? Tante: Om me mooi te maken. O, tante, maar waarom helpt het dan niet? Mevr. Grommel (die een nieuwe keukenmeid aan neemt): En dan moet ik je nog zeggen, dat mijn man verschrikkelijk kieskeurig op zijn eten is. O, dat weet ik best, mevrouw, alle mannen zijn het zelfde. Mijn Janus was precies hetzelfde. Ik heb nog nooit van mijn leven naar zijn zin kunnen koken. BEVALLEN: S. Windig—Dogger, d.; E. M. van RiessenDuijs, d.; H. van Haastervan Duijn- hoven, z. OVERLEDEN: C. Meiland, 54 j.; A. Vige, 27 j„ overl. te Haarlem. GEVESTIGD: F. Broersma, Oosterduinweg 244, Aerdenhout; J. J. van Ee, Esschenlaan 12, Bloemen daal. ZONDAG 6 JANUARI 1929 BLOEMENDAAL. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur. Ds. J7 C. van Dijk. JONGELIEDENSAMENKOMST in gebouw „Maranatha", des voormidags 10 uur. Ds. M. D. Gijsman, Nieuwe Pekela. GEREFORMEERDE KERK, voormiddags 10 uur. Ds. J. C. Brussaard. n.m. 5 uur Ds. J. C. Brussaard. OVERVEEN. NED. HERV. GEMEENTE (Ramplaan) v.m. 10 uur, Ds. W. C. Posthumes Meyes, Nijmegen. AERDENHOUT. „RELIGIEUZE KRING" Aerdenhout—Bentveld. Vereenigingslokaal Eikenlaan 5, v.m. 10.30 uur. Prof. R. Casimir, Den Haag. SANTPOORT. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur, Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. „De hand aan de ploeg" (Lk. 9 62).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1929 | | pagina 3