ALACE
rouge
EFFECTEN - COUPONS
Crêpe Schoenen
Help U Zelf
geis. cassee
UITGAYE N.Y HETHIDDEN
De Consequenties
Plaatselijk Nieuws
UWBURG
)E LUCHT
maakt mmm
ALGE M. NIEUWS enADVERTENTIEBLAD
VooR KENNEMEBLAND en HAARLEM
EXPL^nADMINT^DRUKKER V T. TIMMER
DE 0ENE5TETWECi.23, BLOEMEND"
HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING
EN'S JEUGD
SCHEIDEN
AN DEN
SOLDAAT
worden bi] ons Vakkundig gerepareerd
L. FABER Zn., KL. HOUTSTRAAT 10
Telefoon 12896 Opgericht 1898
WONINGBUREAU
Amersfoort KJennemerkring
- TELEFOON 1018B
ANUARI
—HOFSTAD TOONKEL
NUARI
S TRIO
ONEEL
Brandon Thomas
NUARI
ING door
—HOFSTAD TOONEKL
tLEM - TELEFOON «153?
ZATERDAG 19 JAN. 1929
23c JAARGANG No. 3
MGEN WIJ:
Kegisseur h. A. DL'POKT
OLGA TSCHECHOWA
afdrol van PAKYSIA, de
MOULIN ROUGE is een
MOULIN RCLCfc wera
>chte zalen vertoond in
Vooraf gaat een schil-
films, teeken-film en een
nlandscb nituws
EDEN 18 JAAR
ENKEN MOEST
VOOR DE HOEST,
lipl. Drogist. - Tel. 22029
allemaal ontbeert door geen
CIET te stoken. Het is nu
t vanaf f 3.25 die Zuiniger
langer duurt. Bovendien
otste hitte; al die factoren
n en voor een schijnbaar iets
aokt U veel aangenamer.
>rdt U ruimschoots vergoed!
KONIhG Ce A'dam.
aal, Bloemend.neg 57, Tel.22155
dit laatste stukje over de
de bladaaltjes,
planten aan, die ook als
den, b.v. varens (Pteris,
iegonia's. Ficus, Coleus,
ihrysanten, vooral de be-
ktebeeld is bij deze ge-
gemeen is het niet anders
arin de aaltjes leven en
Bij dikbladige planten
blad over de nerven ver
niet scherp begrensd. Bi)
bladeren bezitten, in het
de aaltjes door dc dikke
ide, groene weefsel afge-
typisch, zoodat niemand,
h zal vergissen,
feer eener kas komen dc
)en op een andere piek
en zien we vooral in een
iging van beneden naar
lat we deze verspreidinfl
m door de planten niei
rdoor de zich buiten he
lderen en planten worden
atmosfeer zoo droog mo-
inten moeten in regentijd
vooral de bovengenoem-
lukt en vernietigd door
anten verwijderen we in
laltjes ook in den grond
de aarde, waarin aan-
de eene of andere wijze
kweeken moeten we uit
kop- en bladstekken, die
et, desnoods wordt deze
t. Potten, kistjes, bakken
[oor afboenen met sterk.
:hoedmiddel, dat ook i'1
i met succes kan worden
cgiënische maatregel 33®'
)EN ZUIGELING,
op borstvoeding. Er z'i®
velk de dokter verklaart»
r kind te zoogen. Ziekte
ónderen veel lager J®®
ïoeder, die haar kind
oet, brengt haar kind i®
de vraag, of gemengde
len dokter over.
,)Ef]pL<DEHEHDAALSf.K
^Weekblad
Abonnementsprijs 3.50 per jaar, 1.75 per halfjaar bjj vooruit
betaling vóór 1 Jan. of 1 Juli. Nó dien datum verhooging van 0.15
incassokosten. Voor Indië en het Buitenland met verhooging der porto.
Losse nummers 0.10. Abonnementen kannen met elk nummer ingaan.
Advertentiën: 18 cent per regel, bij contract belangrijke korting.
Kleintjes: Vraag- en Aanbod, Huur en Verhuur, Koop en Verkoop,
van 1 tot 5 regels 60 cent, eike regel meer 12 cent uitsluitend bfj
vooruitbetaling. Boven, onder of naast den tekst dubbel tarief.
BIJKANTOOR: BLOEMENDAAL, BLOEMENDAALSCHEWEG 147
ADRESBOEK VAN BLOEMENDAAL
IS'JAARGANG 1928 F 1.50
TELEFOON 22265
(Nadruk verboden)
„De menschen hebben een hekel aan mij, maar ik maak
het er ook naar", moet Tijl Uilenspiegel hebben gezegd.
Hiermee toonde hij zich een verstandig man.
Misschien zou het verstandiger van hem zijn geweest,
zoo hij zijn guitenstreken had nagelaten. Maar hij was
nu eenmaal een guit en hij kon zijn natuur niet ver
loochenen. Had hij zich ingetogen gedragen, dan
zouden wij een populaire figuur uit de volksverbeelding
hebben gemist. En guitenstreken zijn in het groote ver
band der dingen allicht even noodzakelijk als de deugd
zame daden van den braven Hendrik.
Wij nemen Tijl Uilenspiegel zijn streken niet kwalijk.
Wat we hem kwalijk hadden kunnen nemen, was, dat
hij voor zijn guitenstreken de dankbaarheid van zijn
slachtoffers had geëischt. Want met dit te doen had hij
zich als een onmaatschappelijk en onmenschkundig
man aan de kaak gesteld.
Tijl Uilenspiegel bezat den moed en den waarheidszin
om de consequenties van zijn gedrag op zich te nemen.
Hij vergde niet van de menschen, die hij in 't ootje
genomen had, dat ze hem hiervoor genegenheid zouden
toedragen. Hij beschouwde het als een vanzelf
sprekendheid, dat ze een hekel aan hem hadden en
legde zich daar rustig bij neer. Geen licht of het werpt
schaduw af, en wie de lichtzijde aanvaardt, moet de
schaduwzij mee op den koop toenemen. Men krijgt
in de wereld immers niets zonder ervoor te betalen.
De vreugde, welke zijn guitenstreken hem verschaften,
was het loon voor Tijl Uilenspiegel's slagvaardigheid.
Maar tegenover dit loon stond noodwendigerwijs ook
het offer. De onwelgezindheid van zijn omgeving was
de prijs, waarmee hij het gelag van zijn leedvermaak
betaalde.
Er zijn weinig menschen, die dezen Tijl Uilenspiegel
in verstandigheid evenaren. De meesten onzer geven
toe aan hun neigingen en nemen het hun omstanders
kwalijk, zoo deze daar niet met instemming op rea-
geeren.
O zeker, deze neigingen zijn niet alle van zoo ondeu-
genden aard als die van Tijl Uilenspiegel. Ze zijn bijna
zonder uitzondering eerbiedwaardig. Wij handelen uit
naastenliefde, uit trouw aan onze innerlijke overtui
ging, uit idealisme. En wij staan verbaasd, dat onze
heele omgeving ons niet om onze edele opwellingen
omhelst. Wij nemen 't haar kwalijk, wij haten haar om
haar onontvankelijkheid, wij minachten haar om haar
lauwheid. En wij voelen ons door haar miskend.
Laten wij ons troosten; het is 's werelds wet. Een van
de verhevenste boeken der menschheid begint met de
mededeeling: Het licht scheen in de duisternis en de
duisternis nam het niet in zich op.
Mogen wij dit der duisternis euvel duiden? Evenmin
als wij het licht mogen euvel duiden, dat dit den rug
toekeert aan de duisternis. Het zijn dingen, die niet
bij elkaar passen, die eikaars tegengestelde zijn. Maar
ze kunnen niet buiten elkander en wanneer één van
beiden ontbrak, zou het heelal onvolledig wezen. Juist
in hun onderlinge tegenstelling en wederzijdsche be
strijding openbaren ze ieder hun noodzakelijke functie.
Wie zal uitmaken, in hoever wij duisternis zijn en in
hoeverre licht? Wie matigt zich een oordeel aan om
trent het gehalte zijner omgeving? Maar wij weten,
dat als wij bepaalde dingen zeggen of doen naar onzen
innigsten aard en onze oprechte overtuiging, de con
sequentie niet steeds de lof en de welgezindheid der
omstanders zal zijn. Wie afkeuring of tegenwerking
niet kan verdragen, onthoude zich van elke persoon
lijke levensuiting.
Een strijder voor eigen meening worde niet boos, zoo
de maatschappij hem het martelaarschap oplegt. Het
is in de taak, welke hij zich uit vrije verkiezing heeft
gesteld, inbegrepen. Het verwijt, dat hij tegen de
maatschappij richt, treft hemzelf, omdat hij de con
sequentie niet aandurft.
Er leven vooral in onzen praatzieken tijd velen, die
met bravour in het water springen, maar dan ontstemd
zijn, omdat ze nat worden. Er spelen velen met vuur,
on ze voelen zich gekrenkt als het brandt.
Wie kent ze niet, de op kunst of idealisme verliefden,
'o een loopbaan in het gareel der banale wereld prijs
geven, omdat hun onmaatschappelijke neiging hen
°kt naar het avontuur. Maar zij missen den helden
moed der ontzegging en der volharding en morren in
9®®olijk zelfbeklag tegen het lot, dat hen niet on
middellijk op hun wenken tot roem en welslagen
Do kunstenaar, die in armoede sterft; de martelaar aan
ot kruis; het miskende genie; maar ook de gestrafte
wetsovertreder; de spotter, die spottersloon krijgt; de
veroveraar die valt door de hand van een sluipmoorde
laar; de krekel die honger lijdt als de mier zijn win
tervoorraad verteert, zij leveren het voorbeeld voor
allen, die wel de voordeelen maar niet de nadeelen
van hun neigingen willen aanvaarden.
Men leve gelijk men wil, maar voele zich niet ge
griefd door de onvermijdelijke consequenties van zijne
leefwijze. H. G. CANNEGIETER
Op Zondag 9 December j.l. hield prof. dr. H. J. Jor
dan, hoogleeraar te Utrecht voor de leden en invité s
van dezen kring een rede over het Instinkt, speciaal
in verband met het zielsleven van dieren en menschen
(individueel en collectief), welke zooveel belangstel
ling wekte, dat de aanwezigen (in de benedenzaal der
Sociëteit „De Vereeniging" te Haarlem) den hoog
leeraar verzochten terug te komen om de gedach-
tenwisseling over zijn „bouwstuk" zelf te leiden. TVel-
willend als altijd zegde prof. Jordan dit toe en zoo
zal morgenmiddag, Zondag 20 Januari te 3 uur op
dezelfde plaats de tweede samenkomst met hem plaats
hebben. Wij zijn door hem in staat gesteld zijne aan-
teekeningen met de onze te combineeren. Door om
standigheden, die wij betreuren, maar waaraan nie
mand anders dan wij, in de eerste plaats niet de
ijverige secretaresse van den Kring schuld heeft, geven
wij dit verslag een week te laat, maar wij hopen, dat
onze belangstellende lezers (ook niet-abonnée's, leden
van den kring ontvangen dit nummer) in grooten ge
tale vóór morgenmiddag hun geheugen met het vol
gende willen opfrisschen of hun wetenschap verrijken
en D. V. met ons opgaan. Al wie met den „geest van
Amersfoort" ernstig wil kennismaken, is welkom. Het
bestuur, waarin o.a. zitting hebben de heeren Bierens
de Haan, Van den Bergh van Eysinga, en Verwey
en mevr. De ClercqTeding van Berkhout is er zeer
op gesteld, dat nieuwe leden en nieuwe belangstelling
voor de Amersfoortsche beweging aldus worden ge
wekt.
Prof. Jordan omschrijft „Instinkt" als de drang naar
bevrediging van stoffelijke behoeften zonder dat er
voorafgegane ervaring aanwezig is.
Instinkt is wel te onderscheiden van onbewuste reflex
bewegingen; het is bewust en bevat behalve drift of
aandrang ook doelbeweging, richting. Eerst is er het
verlangen, de nood het onbevredigd zijn eener be
hoefte, dan het zoeken van het instinkt-doel, het stre
ven om dat doel te bereiken. Het instinkt is egoïstisch
van wege het genot, dat de bevrediging ervan mede
brengt; óm die bevrediging wordt de het instinkt-doel
zoekende handeling verricht. Die bevrediging is èn zin-
tuigelijk lager genot èn eigenlijke, hoogere bevredi
ging.
Het uitblijven van de bevrediging door weerstanden,
waartoe het instinkt zelf drijft, doet door de hoogere
spanning emotie ontstaan, hoogere geprikkeldheid als
de instinkten niet vrij kunnen afreageeren; ondragelijk
lijden, woede, misdaad, kunnen daarvan het gevolg
zijn, volstrekt uitblijven van bevrediging kan zelfs
leiden tot den dood.
Het instinkt behoort niet tot het zuiver-, het hoog-
menschelijke („Wees mensch" staat boven den in
gang van het schoolgebouw te Oud-Leusden. Red.).
Het instinkt (b.v. 't Sexueele instinkt) treedt ook wel
gecamoufleerd op, waarbij evenwel niet moet worden
gedacht, dat in het sexueele het instinkt alleen aan het
woord is.
Het is moeilijk te bestudeeren met welk object de be
vrediging te doen heeft. Onderzoek heeft geleerd, dat
er in de instinktieve waarneming een vast verband is
tusschen een bepaald teeken (instinkt-teeken)en een
bepaalde beleving (waarde-beleving). Waarde is
daarbij op te vatten als de verhouding van een ding
tot een behoefte. Aan de oppervlakte van het een
organische éénheid vormende dierlijk (en menschlijk)
lichaam bevinden zich zooveel organen, die gevoels
prikkels opnemen, dat in ons bewustzijn na de zin-
tuigelijke prikkeling een totaliteit ontstaat, een waarde-
beleving die oordeel inhoudt. Een eenvoudig zintuige-
lijk prikkelingscomplex buiten het bewustzijn, corre
spondeert naar is gebleken, onvermijdelijk, dwangs-
gewijs met een totaliteit in het bewustzijn. En met de
psychische opbouw, die voor de zintuigen een totaliteit
is, wordt onmiddellijk het begrip waarde (van de be
leving) geleverd.
Voorbeelden: 48 trillingen per seconde beteekenen
voor den spin, die praktisch blind is: „prooi", al wor
den de trillingen door een stemvork opgewekt. 48 is
het trillingsgetal van de mug, die in het net vliegt.
De nestgeur beslist onder mieren over leven en dood.
Door het vaste verband in de instinktieve waarneming
tusschen het instinktsteeken (48 trillingen, rood haar,
bepaalde aangename rangschikking van het „Fett-
pólster" bij „het mooie meisje", de „roode kleur" van
den appel, die daardoor smakelijk „schijnt", allen ken
merken, die meer schijnen dan ze zijn „ueberwertige
Merkmale") en de daaraan dwingend gepaard gaande
waardebeleving ontstaan blinde liefde en blinde haat,
irrationeele oordeelen, die zich bij één kenmerk van
het waargenomene bepalen, die dus niet slaan op het
bepaalde individu, maar op den grondslag der „ueber
wertige mermale", zich alzoo betrekken tot een fan
tasie.
Het rationeele oordeel daarentegen bepaalt zich niet
tot het waarnemen van één kenmerk, maar gaat op
onderzoek naar meerdere uit, aldus leert de mensch
zich aan den dwang van het instinktsoordeel ontwor
stelen.
Ook de sociale instinkten zijn gegrondvest op die
teekenen, die meer schijnen dan ze zijn, en die
dwangsgewijs een bepaalde waardebeleving opwekken.
Spreker noemt het Instinkt „kategoriaal" d.w.z. in den
zin van Kant niet meer tot iets anders te herleiden,
niet tot iets anders dat ons meer bekend is terug te
brengen. Het wezen van het Instinkt is dus voor ons
ontoegankelijk. Toch kunnen wij van het Instinkt, als
van zooveel, zien wat het doet. Ook sociaal.
De samenleving der dieren is ook gebaseerd op de
waardebeleving. Bepaalde geste's en teekenen, waar
door de waardebeleving van een individu eener groep
zich uit, wekt bij andere individuen dier groep soort
gelijke waardebelevingen of affecten op. Men spreekt
dan van affect-contact.
Jonge musschen leeren angst hebben voor den mensch,
als zij de oudere dieren aan hun angst uiting zien
geven. Herten die toevallig niet eten, gevaar zien en
hun angst uiten, brengen de geheele kudde tot vluch
ten. Bepaalde uitingen zijn geconstateerd als teeke
nen van saamhoorigheid b.v. op sexueel gebied: Het
zingen der vogels, het geluidmaken der krekels, der
kikkers, het dansen der kraanvogels. Er is geconsta
teerd bereidheid voor contact van een dier in den
toestand der „sexueele warmte"; een chimpansee moest
vasten, wegens straf, bedelde bij de anderen, maar
had alleen succes, bij het wijfje in gezegden toestand,
dat hem anders links liet liggen.
Chimpansee's laten soms den mensch als kuddechef
gelden, de onderzoeker Kohier moest met zijn chim
pansee's die 'n rondedans uitvoerden meedoen, toen
hij niet verder meedeed, staakten alle den dans. Zich
tegenover andere'n laten gelden door uiterlijke teeke
nen, ziet men b.v. bij den chimpansee, die zich met
bonte dingen behangt (Verg.: de menschelijke mode,
deftigheid van manieren zonder inhoud, enz).
De eenheid der kudde is gewaarborgd door de alge
meenheid der op de samenleving betrokken aandoe
ningen en hunne uitingen.
Dan is er in de groep de strijd om den voorrang. Van
twee hennen is altijd de eene de despoot van de an
dere. Dier a hakt op dier b, het onderworpene, nooit
omgekeerd. Men heeft haklijsten kunnen samenstellen:
a hakt b, b c en c weer a: maar de volgorde gaat
nooit andersom. Dit zit 'm in de aard der geldings-
teekens: onverschrokkenheid van het „Spitzentier"
tegenover schuchterheid.
Er zijn vriendschapsteekenen en vijandigheidsteekens,
de eerste van soort A kunnen de anderen zijn van
soort B. (ruzie in de apenkooi in Artis). Er zijn on-
derdanigheidsteekens en leidersteekens. Bij apen heeft
de leider bepaalde uitwendige kenmerken: haardos,
gekleurd zitvlak, is vaardig en nijdig van gedrag.
Tusschen leider en geleide dieren (en menschen) be
staat een constante verhouding. Typische instinkts-
kenmerken zijn: zich door gebaar, optreden, kleeding
aanbieden als leider. Succes beteekent dan dat een
groep de meerderheid van een individu aanvaard heeft,
evenals de despoot onder de kippen.
Gezag berust dus op wisselwerking tusschen de lei
dersteekens van één individu en de daarop als reactie
gegeven onderdanigheidsteekens van veel individuen:
anderen sluiten zich bij de groep aan om bij de groep
te behooren.
„De groote man" wordt weggecijferd door hen, die
zijn prestatie begrijpen, totdat hij algemeen als leider
van de geinteresseerde groep is aanvaard, dan huldigt
men hem algemeen, omdat allen, bij de aanvaardende
groep of kudde willen behooren. Er is dan eenheid in
de op de samenleving betrokken aandoeningen.
In elk milieu geldt een andere waardeschaal. De men
schelijke maatschappij kenmerkt zich door een veel
heid van waardeschalen. En dit is ook belangrijk dat
de mensch het vermogen heeft de waardeschaal te
kiezen. In spot en kleineeren („Ik heb het hem toch
maar eens goed gezegd") ligt vaak strijd om de
waardeschaal.
Gecontrariëerde zucht om zich in een bepaald milieu
te laten gelden kan tot ziekte leiden, ook tot het gaan
leven in een denkbeeldige wereld.
Spreker komt dan aan de beteekenis van gezag, succes
,en toejuiching voor het leidende individu.
De menigte waardeert met uniform-affect; men kan
zich aan de bewondering niet meer onttrekken, tenzij
men zich van de menigte uitsluit. De kracht van de
massaziel is groot. Met schoone gedachten (verg.
passim: J. M. Acket: De verborgen schat van hét
wijze hart. Uitg. Erven Bohn. Red.) bereikt men bij
de massa niets, tenzij er een bepaald optreden bij
komt. De Rede blijkt niet zoo machtig, dat ze voet
stoots tegen het instinkt der menigte in kan gaan.
Onvrij is hij, die loon aanvaardt; instinkt aanvaardt
altijd loon, immers doet iets ter wille van de bevredi
ging (Dante, Faust).
De mensch nu moet meer worden dan instinktief
wezen, hij moet uit van onder den drang van de na-
tuurmechaniek van het Instinkt.
Als middel daartoe staat voorop: opvoeding als
mensch. Elk beroep in onze samenleving is in dit op
zicht te beschouwen als een soort priesterschap.
Na het uitspreken zijner schoone en leerrijke rede,
oogstte prof. Jordan die, daar binnengehaald door
wijlen onze onvolprezen vriendin mr. Clara Wichmann,
gebenedijder gedachtenis, een der steunpilaren is ge
worden van de Amersfoortsche school, in dezen kring
een Warm applaus. Zijn rede verdient verspreiding op
een warm applaus. Zij rede verdient verspreiding op
ruimen schaal, al ware het alleen maar omdat zij van
beteekenis is voor de aan de orde zijnde wetenschap
van de psychologie der samenleving. Mogen velen
zich geroepen voelen om morgen naar de benedenzaal
der Sociëteit „De Vereeniging" aan den Zijlweg
(tegenover De Sierkan) op te gaan!
De afdeeling Bloemendaal-Velsen der K. N. M. v. T.
gn P. hield Woensdagavond 16 dezer, hare maande-
lijksche bijeenkomst voornamelijk besteed aan afdoe
ning van huishoudelijke aangelegenheden.
Na voorlezing werden de notulen der vergadering van
18 December 1928 goedgekeurd. De ingekomen stuk
ken bevatten: 1. een circulaire der Afd. Rotterdam,
waarin candidaten voor het H.B. werden aanbevolen:
2. een circulaire van het Comité Gedenkteeken wijlen
Prof. Dr. J. Ritzema Bos, verzoekende om eene bij
drage. Op voorstel van het Bestuur werd besloten een
gift van 25.voor het gedenkteeken te schenken.
Vervolgens bracht de Penningmeester verslag uit over
verificatie deelde mede alles in orde te hebben be
vonden waarop de vergadering den Penningmeester
acquit en décharge verleende onder dankbetuiging
voor het goede beheer.
Het Jaarverslag 1928 van den Secretaris gaf geen
aanleiding tot opmerkingen en werd goedgekeurd.
Het resultaat van het Puntenstelsel werd voorgelezen
en de zilveren wisselbeker definitief toegekend aan
den heer H. Boegschoten, die hem 2 achtereenvolgen
de jaren heeft gewonnen.
Voor het Puntenstel was maar één inzending van ge
trokken Hyacinthen van den heer J. van Schoonhoven
waaraan 9 punten en de daarvoor uitgeloofde prijs
werden toegekend.
Vervolgens werd een vakbespreking ingeleid door den
heer Beunder, over Gloxinia's bolletjes van zaailingen
welke gespleten waren. Aan de discussie namen ver
schillende vaklui deel en werd tot de conclusie ge
komen dat het wenschelijk was zulke gespleten bollen
liever niet te planten.
Verder werd ter tafel gebracht een jong plantje Gloire
de Lorraine in September gepot en waarin geen groei
te krijgen was niettegenstaande alle daaraan besteedde
zorg. Men was van meening dat het stekhout te oud
zou zijn.
Dan werd van gedachten gewisseld over de snoei van
heesters en struiken naar aanleiding van de artikelen
van den heer Van Nes, die de meening voorstond,
dat snoei eigenlijk geheel achterwege moest blijven.
Waar in de meeste tuinen de heesters en struiken niet
de volle plaats kunnen krijgen die zij noodig hebben,
was men van meening dat snoeien toch noodzakelijk
was, zij het dan een noodzakelijk kwaad.
De Vragenbus bevatte eene vraag naar het voorkomen
van kurkachtige plekken in het vruchtvleesch van
Engelsche winter goud pearmain. Dit schijnt bij dit
soort appels veel voor te komen en werd toegeschreven
aan te vochtigen grond of kalkgebrek in den grond
of te hoog stikstofbemesting.
Bij de Rondvraag kwam ter sprake wat gedaan zou
kunnen worden om de leden-liefhebbers over te halen
de vergaderingen te bezoeken.
Niets meer aan de orde zijnde werd de vergadering
ciesloten.