n
O
u
r
montessori
AND I
m
■I
lf§
i
A
ISA
4
yü
i
i
De Padvinder
Sport
Schaakrubriek
m
m
m
mm
Wk
Ut
SP
k
H
i
m
ÜP
A
k
ms
m
mm
m
Allerlei
Denken en Leven
Burgerlijke Stand
Kerkagenda
ERING
Master's Voice"
HE-INRICHTING
iRGIS Zn.
nvegers
okkenwinkel"
TEL. 14828
belangrijke lezing
donderdag 14 febr. a.s.
mm
ém,
wm
rERVERU,
AARLEM TEL. 13310
ANG 44a, TELEF 14828
o gewilde plaat van de
in voorraad. Ruime keuze
nplete album.
Quartette»;Trio's, enz.
Abonneert U bij ons
machine a f 10.per
DURE REPARATIËN.
aat 121 Telefoon 21184
te houden door den Heer S. DE VRIES,
in het gebouw van de Bloemen-
daalsche Schoolvereeniging, alhier op
des avonds 8 uur.
voor belangstellenden toegang vrij
nmersopbellen:
jonnummer 10960
oonnummer 26103
oonnummer 26017
oonnummer 28129
:n zich naar een hoekje
ad en vervaardigen zich
tig en doorschijnend zil-
et blad aansluit en on-
inder verpoppen zich de
ïge popjes, die aan de
J zijn en waarvan men
motjes al kan zien. De
gen dagen, daarna ver-
ieze generatiewisseling
het weer; in kassen
tn stilstand in te treden,
hadelijker, want de aan-
:e spoedig af, zoodat de
tegen en gedurende den
ederlandsche bloemisten
er van besmette planten
men het motje ginds nu
zoo dikwijls meer zal
iet Azaleamotje ,dat ook
en dus ook wel in onze
:oogenaamde witte vlieg,
dit diertje in werkelijk-
maar een motluis. De
idvlooien, de echte blad-
in tot die onderorde der
die der Plantenluizen
ts verteld van de onder-
ziet: er is klaarblijkelijk
onder deze diertjes, die
s" noemen.
e vliegende beestjes, die
.7 m.m., zeker geen luis
ivolkomen toestand aan
elden opvallen. Zoowel
zitten vier goed ontwik-
in wit poeder van was
n, telkens ten getale van
cirkel aan de onderzijde
en van Azalea's, waarop
ir ook van varens (Ne-
i), heliotroop, Fuchsia,
arfjes, die aanvankelijk
igen daar sappen, waar-
3tig lijden. Namelijk om
men zijn, dat uit 'n goed
liegjes" kunnen opdwar-
igen dag tegen klopt,
t gewenscht is te voor-
sect in de kamer- en ser-
aald. Onderzoek dus
:id door de bladeren aan
m. En ziet men later de
moeten de planten her
in met een insecticide,
f hoe zij verder heeten,
je ,dat we bereiden uit
3. De motjes doodt men
3 en waarschijnlijk even
zij een soort poptoestand
:n noodig.
VOETBAL.
In verband met de onzekerheid van het al of niet door
gaan der wedstrijden van a.s. Zondag, volstaan we
ditmaal met de vermelding der programma's van N.
V. B. en H. V. B. en publiceeren der elftallen;
Programma N. V. B.:
De SpartaanB.F.C.
BloemendaalHaarlem.
BaarnV.V.A.
ZandvoortD.E.C.
H.V.B. programma:
V.V.H.Bloemendaal 2.
Damiate 3Bloemendaal 5.
junioren:
BloemendaalZeemeeuwen 10 uur
Adspiranten Zaterdagmiddag
V. V. Y.Bloemendaal a.
Ie Elftal: J- Beijk
J. A. Sunter J. IJfs
J. Cassee H. Beijk P. J. Parson
G. Kopjes Niemann Fr. Bakker Ph. Immer
H. Eysten M. Strik
res. H. Lever
C. A. Bakker
2e Elftal: H. J. Lever
H. P. Spoor M. Jansen
J. Parson L. v. d. Meij J. Wijnberg
Ad. Cassee J. de Graaf N. N.
H. v. Beem J. Visser
res. H. Donkervoort
5e elftal: I. Kempe
P. Wester W. Drost
J. Hollenberg J. M. Akersloot G. Wille
H. Aartsen M. Best D. Denijs
L. J. Snoeks D. Kuiper
res. J. Bode
Junioren:
N. Janckewsky
J. Hofland M. Drost
G. v. Disseveld Adr. Bakker D. Ruiter
P. Lakeman P. Wille Ant. de Roos
J. Paap J. Middelink
res. J. J. Hollenberg
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den
Schaakredacteur, De Genestetweg 23, Bloemendaal.
PROBLEEM No. 199.
O. G. DEHLER (Blankenburg i. Thür).
j
rfP
Mat in vier zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kcl, Ta5, Tf8, b2. c6, d5.
Zwart: Kal, Lg2, a2, a6.
Dit probleem werd 15 Aug. 1927 opgedragen aan
W. Robinow te Hamburg, voorzitter van den Duitschen
Schaakbond, ter gelegenheid van diens 60en geboortedag.
EINDSPEL No. 48.
Onderstaande stelling ontstond in de partij R. P.
MICHELL (Londen(H. GROB (Zürich), gespeeld in
den landenwedstrijd te Londen, 18 Juli 1927.
ÉÜP
m
Wit heeft een pion meer en dus, ondanks de goede
stand van den zwarten Koning, winstkansen. Echter is
het verrassend, zoo snel als Wit hier wint.
1. a4—a5 Pe7—c8.
Of Pe7~c6; 2. b4~b5, Pc6Xa5;
3. c5<c6, enz.
2. c5—c6 Pc8e7.
Er dreigt 3. Ld3a6, gevolgd door c6c7c8D.
Natuurlijk kan Kd5 X d3 nog steeds niet geschieden,
wegens b4b5—b6.
3. c6—c7 Kd4—c5.
4. Ld3~a6 Opgegeven.
OPLOSSING SCHERTSPROBLEEM No. 16.
Stand der stukken:
Wit: Kh8, Dg5, Lc8, Ph4, f5.
Zwart: Kf7, Te8, Lf8.
Wit nam met de Dame, die op d8 stond, een zwarten
pion, waarmede g7g5 was gespeeld.
In plaats daarvan speelt Wit f5 X g6 e.p. mat.
GOEDE OPLOSSING ontvangen van:
P. Barend, J. J. H. Bauer, H. W. v. Dort en Joh. v.
Teunenbroek. allen te Haarlem; J. v. Gulik, te Over-
veen (allen 3 punten.)
De volgende punten zijn thans in totaal behaald:
J. v. Gulik40
P. Mars37
P. Barend32
J. J. H. Bauer32
H. W. v. Dort 32
Joh. v. Teunenbroek 32
J. Lankamp 29
G. Strijker27
H. J. S. Beek27
C. v. Dort26
H. de Ruiter25
A. H. v. d. Lint 18
W. Hogenbirk 14
F. Erlings6
P. Oosterhof -s5
Wij lezen in het Technisch Gemeenteblad het vol
gende:
Het gebruik van een Benzinetankwagentje ook in
Beroep geweigerd.
't Zal den lezer duidelijk zijn, dat we met een benzine
tankwagentje niet bedoelen de motor-tankwagens die
gevuld met benzine langs 's Heeren wegen trekken ter
voeding van de ondergrondsche tanks maar de kleinere
wagentjes, die men hier en daar wel bij garages op
merkt en die slechts eenige tientallen liters benzine
kunnen bevatten.
Door de Hinderwetvereeniging is het verleenen van
Hinderwet vergunning voor deze wagentjes ontraden,
men zie daarvoor pag. 47 van de jaargang '26/27 van
dit tijdschrift. Alleen wanneer het gebruik zou plaats
vinden op groote werven of afzonderlijk gelegen in
richtingen, zoodat voor derden absoluut geen gevaar
zou zijn te duchten, werd een uitzondering gemaakt.
Thans is ook in Beroep een uitspraak gevallen die
met de opvattingen van de Hinderwetvereeniging
strookt en wij willen ter instructie van die het mocht
noodig hebben hier in dit geval mededeelen.
Aan het gemeentebestuur van Zwolle was vergunning
gevraagd voor het hebben van zoo'n wagentje, dit
verzoek werd door hem afgewezen onder de volgende
overwegingen.
Dat tegen het gebruik maken van tankwagentjes tot
berging van benzine bezwaren bestaan, daar zij door
aanrijding, vooral in een wagenremise, gemakkelijk
worden beschadigd, terwijl het lekken en morsen van
benzine niet te onderschatten gevaar voor brand en
ontploffing kan scheppen.
Dat het wagentje in geval van brand in het gebouw,
waarin het bewaard wordt, een ernstig gevaar voor
uitbreiding tot de belendingen zal veroorzaken.
Dat door het stellen van voorwaarden aan deze be
zwaren niet kan worden tegemoet gekomen en het
verzoek dientengevolge behoort te worden afgewezen.
In de te dezer zake genomen Koninklijke Beslissing
werd o.m. het volgende overwogen:
,,dat appellante in beroep aanvoert, dat door heen en
weer rijden, door aanrijden of andere oorzaken geen
lekkages kunnen ontstaan daar de „wheel-tank" ver
vaardigd is van zwaar gelascht plaatijzer; dat het
vullen geschiedt door middel van een slang, aan wel
ker aftapeind een metalen tuit is bevestigt welke ge
makkelijk past in de reservoiropening van de te vul
len auto. zoodat evenmin als bij een gewone benzine
pomp, benzine kan worden gemorst; dat voorts het
brandgevaar van z.g. „losse benzine" (benzine in bus
sen) veel grooter is dan bij het gebruik van automati
sche aftapinrichtingen;
Overwegende: dat uit een nader ingesteld deskundig
onderzoek is gebleken, dat van de inrichting, die ap
pellante wenscht op te richten brandgevaar is te duch
ten en dat aan dit bezwaar door het stellen van voor
waarden niet kan worden tegemoet gekomen;
dat de gevraagde vergunning mitsdien terecht is ge
weigerd;"
Het is verheugend, dat deze beslissing steun geeft
aan de opvatting, dat deze wagentjes in bebouwde
kommen niet kunnen worden geduld. Want ware de
uitspraak anders gevallen, zij hadden een groote be
dreiging geworden voor de algemeene toepassing van
de ondergrondsche tanks, in welke we een proefon
dervindelijk veilige opslaggelegenheid hebben voor de
per slot van rekening toch altijd gevaarlijke benzine.
Nog eens over Benzinetankwagentjes.
In aansluiting aan wat we reeds in dit blad over het
gebruik van de benzinetankwagentjes schreven is het
volgende wel van beteekenis. „De Standaard" brengt
zijn lezers in het nummer van 21 Dec. 1.1. het volgende
bericht:
„Benzinetankwagentje uit elkaar gesprongen.
Woensdagmiddag had bij den smid K. H. D.
te Bergentheim in de gemeente Ambt-Harden-
berg een ongeluk plaats met een benzinetank
wagentje. De smid had juist een nieuw ontvangen
wagentje uitgepakt toen het op het alleronver
wachts op eene nog niet opgehelderde wijze in
brand vloog en uit elkaar sprong. Nog meer
eigenaardig is dit ongeval daar het wagentje nog
niet met benzine gevuld was. De stukken vlogen
overal heen en in de smederij bleef geen ruit
heel. De aanwezigen kregen allen verwondingen,
waarvan die van den knecht een zekere D.
Horsman wel het ergst waren. Horsman was
in zijn geheele gezicht zoodanig met brand
wonden overdekt dat hij na eerst behandeld
te zijn geweest door Dr. W. G. Weggeman te
Bergentheim nog dezelfden avond is vervoerd
geworden naar het ziekenhuis te Almelo
Hoe de ontploffing ontstaan is kunnen -we uiteraard
niet beoordeelen, maar wel is het nagenoeg zeker, dat
in het weliswaar nieuwe wagentje ooit benzine ge
weest is. Wij veronderstellen, dat het tankje, na ledi
ging, werd gesloten en dat daarna de verdampte ben-
zineresten met de in het tankje aanwezige lucht het
bekende explosieve mengsel is geraakt. Mogelijk heeft
men de vulstop losgedraaid en is daarna de gevaar
lijke inhoud op de een of andere wijze met vuur in
aanraking gekomen.
Met dit ongeval is echter wel bewezen, dat een ben
zinetankwagentje in een bebouwde buurt gevaarkan
sen oplevert, die niet onderschat moeten worden en
dat een afwijzend standpunt t.d. van overheidswege,
alleszins verdedigbaar is.
Beide stukken zijn van de hand van den heer C. Visser.
Ontvangen: Open brief aan minister Kan van de
Federatie van Vereenigingen inzake het gebruik van
den hond als trekdier in Nederland.
Denken en Leven (Red. J. Flentge, Dr. v. d. Vet en
Prof. Wattjes). 4e jaargang, no. 1.
Focus. No. van 2 Februari 1929.
Nieuw-Rusland, Orgaan van het Genootschap Neder
land-Nieuw Rusland, le jaargang, no. 1.
BEVALLEN: A. Wilsonvan Gastele, d.; J. A. War
merdamKoeleman, d.; A. van Schoonhovenvan
Essen, d.; H. A. TimmerKeip, 2 z.; M. Pouwer
Beenakker, d.
ONDERTROUWD: M. van Houten en M. Schouten.
GETROUWD: J. K. R. ten Broeke en J. G. van Hout,
M. Molenaar en C. M. Tesselaar; H. M. van der
Kogel en J. Bierman; H. Waasdorp en A. G. Ver-
meeren.
OVERLEDEN: A. Bont, 58 j.; A. J. Reepmaker, 69 j.;
B. Stals, 36 j„ overl. te Haarlem; G. T. Peschar, 74 j.
GEVESTIGD: J. A. van der Aar, Slingerweg 6, Aer-
denhout; G. L. Schepers, Prins Hendriklaan 140,
Overveen; P. Dhaene, Dompvloedslaan 19, Overveen.
BLOEMENDAAL.
NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur,
Ds. J. J. Stam, Rotterdam,
n.m. 5 uur Ds. J. C. van Dijk.
JONGELIEDENSAMENKOMST in gebouw
„Maranatha", des voormiddags 10 uur:
De heer F. Visser, Theol. Stud, te Utrecht.
Donderdag 14 Februari, 's avonds 8 uur:
Ds. J. C. van Dijk, Bijbellezing.
NEDERLANDSCHE PROTESTANTENBOND.
v.m. 10.30 uur:
Prof. Dr. G. J. Heering, Leiden.
GEREFORMEERDE KERK, voormiddags 10 uur.
Ds. J. C. Brussaard.
n.m. 5 uur Ds. J. C. Brussaard.
VRIJE KATHOLIEKE KERK, Popellaan,
Kinheimpark.
Zondaq 10 Februari, 10.30 v.m. Gezongen
H. Mis.
Woensdag 13 Februari, 7.30 v.m. Stille H. Mis.
Zaterdag 16 Februari 7.30 v.m. Stille H. Mis.
OVERVEEN.
NED. HERV. GEMEENTE (Ramplaan) v.m. 10 uur,
Ds. J. C. van Dijk.
AERDENHOUT.
„RELIGIEUZE KRING" Aerdenhout—Bentveld.
Vereenigingslokaal Eikenlaan 5, v.m. 10.30 uur.
Ds. A. K. Kuiper, Doopsgez. Pred., Amsterdam.
SANTPOORT.
NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur.
Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinqa.
„Zalige Onwetendheid en nog Zaliger Weten".
(Joh. 13:7).
Doopsbediening.
Collecte Orgelfonds.
NAAR HET ENGELSCH
van
RICHARD HARDINK DAVIS
(Nadruk verboden)
Champ Thorne wist niets van dit alles; hij wist alleen
dat door een of ander onverklaarbaar wonder Barbara
Barnes in de stad was en dat hij eindelijk een positie
had om haar ten huwelijk te kunnen vragen. Dat was
alles wat hem interesseerde.
Een jaar geleden had hij zijn onafhankelijkheidsdecla
ratie uitgevaardigd! Voor hij zou trouwen, had hij haar
verteld, moest hij in staat zijn een vrouw te kunnen
onderhouden van wat hij verdiende, zoodat het niet
noodig was dat zij geld van haar vader kreeg en daar
om moesten zij nog wachten.
Wat is er dan met mijn vaders geld? had Barbera
verwonderd gevraagd.
Hij heeft er te veel van, zei hij.
Heb je misschien bezwaar tegen de manier waarop
hij het verdient? Rubber is toch een heel nuttig pro
duct! Ze maken er golfballen van en autobanden en
overschoenen!
Ik heb niet het minste bezwaar tegen het product,
had hij verlegen geantwoord. Maar tegen de manier
waarop ze het krijgen.
Ze halen het uit de boomen, had Barbera gezegd,
maar direct had zij eraan toegevoegd: O, je denkt
natuurlijk aan de Congo. Daar is het verschrikkelijk!
Dat is slavernij. Maar aan de Amazone zijn geen sla
ven. De menschen zijn er vrij en het werk niet zwaar,
vader heeft het me zoo dikwijls verteld.
Thorne had geen antwoord gegeven. Hij verafschuwde
Senator Barnes en hij wist dat als Barbera merkte dat
de vader, dien zij liefhad en de man dien zij liefhad,
elkaar wantrouwden, zij niet zou rusten voor zij de
reden daarvan had ontdekt.
Toen Barbera eens in een krant iets gelezen had van
de gruwelen in Putumayo, van de slaven in de wilder
nis, die opgeofferd werden aan het roode rubber, was
zij met het blad naar haar vader gegaan en deze had
gezegd dat alles gelogen was. Als het waar was zou
hij er toch zeker wel van gehoord hebben!
Senator Barnes hield van alle goede dingen, die het
leven hem bood, maar het meest hield hij van zijn
dochter. Dus, toen zij hem ongeloovig aangekeken
had, beloofde hij dat hij een onderzoek in zou laten
stellen.
Maar het zal verscheidene maanden duren voor
onze agenten hun rapporten zullen kunnen uitbrengen,
had hij gewaarschuwd.
In de oogen van zijn dochter bleef de twijfel. Ik
ben bang dat het waar is, had zij geantwoord.
Dat was zes maanden voordat de commissarissen van
de Brazil en Accra Rubber Company bijeengeroepen
waren door hun president. Een half uur voor het be
gin van de vergadering, terwijl Senator Barnes op
hun wachtte, kwam zijn dochter bij hem. In haar
oogen was een licht dat het bijna onnoodig maakte
om het groote nieuws te vertellen.
Er kwam een gevoel van jaloezie over hem. Hij ver
langde om een werkzaam aandeel in haar geluk te
hebben, hij was bang dat zij hem uit haar leven zou
bannen en als zij hem de helft van zijn koninkrijk
gevraagd had, zou hij het haar gegeven hebben.
En wat kan ik mijn kleine meisje nog meer geven
dan mijn toestemming? vroeg de Rubber-Koning.
Diamanten om in het haar te dragen of paarlen om
de hals, of een huis in de Fifth Avenue?
De fijne handen van Barbera bleven op haar vaders
schouders rusten; haar lief gezicht was vlak bij het
zijne; haar vochtig-glanzende oogen keken hem
smekend en een beetje schuw aan.
Wat zouden die dingen wel kosten?, vroeg het
meisje een beetje verlegen.
Van die vraag begreep Senator niets. Maar hij be
greep er toch uit, dat hij niet door haar in de buitenste
duisternis geworpen zou worden. Hij glimlachte en ant
woordde luchtig: Zooveel als je wilt. Een millioen
dollar!
Dan zou ik dolgraag van U dat millioen dollar als
huwelijksgeschenk hebben om daarvoor een expeditie
naar de Amazone te sturen. En dan zal ik de mannen
uitkiezen. Dappere kerels, die niet bang zijn voor
koorts en ook niet bang zijn om de waarheid te zeggen.
En zij ik bedoel U, zullen die menschen daar be
vrijden!
Senator Barnes ontving zijn medecommissarissen met
een verlegenheid, die hij onder geveinsde verontwaar
diging verborg.
Ik ben van meening, zei hij, dat de toestand zoo
als hij thans is, niet mag worden bestendigd. En daar
om ben ik van plan om op eigen kosten een expeditie
naar Zuid-Amerika te sturen. Die moet alles nauw
keurig onderzoeken, de toestanden verbeteren straffen
en ontslaan waar dit noodig is. Ik stel voor, met het
oog op de geweldige hitte, de vergadering uit te stellen.
Dien avond op Long Island vertelde Carroll zijn vrouw
alles of bijna alles; van het automatische pistool zei hij
niets. En samen slopen ze op hun teenen naar de
kinderkamer en keken neer op hun slapend kroost.
Toen zij* weer uit haar gebukte houding opstond, zei
de moeder: Hoe zou ik hem kunnen bedanken?
„Hem" was de jongeman met het lichtblonde haar.
Je kunt hem niet bedanken, zei Carroll. Hij wil
er niet over gesproken hebben. Toen, na een lange
stilte, zei de moeder: Ik zal hem een portret van
de kinderen sturen. Denk je dat hij het begrijpen zal?
In Seabright wandelden Hastings met zijn vrouw in
den geurenden tuin.
De maan was nog zoo helder dat de kleuren van de
rozen nog te zien waren.
Ik zou hem wel willen bedanken, zei de jonge
vrouw. Ook zij bedoelde den jongeman met het
lichtblonde haar. Zonder hem zouden we dit alle
maal verloren hebben. Haar oogen gleden liefkoozend
over den tuin vol bloemen en het witte landhuis.
Morgen zal ik hem een bos rozen sturen, zei de jonge
vrouw. Denk je dat hij het begrijpen zal?
Op een schandelijk laat uur, met een schandelijk ge
voel van jolige onafhankelijkheid reden Champ Thorne
en Barbera in een auto door Central Park.
De wegen des Heeren zijn wonderlijk, zei Barbera.
Als die jongeman uit Wallstreet mr. Hastings niet
geholpen had, had mr. Hastings jouw salaris niet kun
nen verhoogen; dan zou jij me niet gevraagd hebben
en als jij me niet gevraagd had, zou vader me geen
huwelijkscadeau gegeven hebben en
En, zei Champ, die op het thema voortborduurde,
duizenden slaven zouden in de wildernis verder ge
zwoegd hebben, ver van hun vrouwen en kinderen en
van alle levensgeluk. Zij zouden omkomen van koorts
en honger. Hij drukte haar tegen zich aan en gaf haar
een kus.
Op Hunter's Island draaiden en woelden Jimmy
Reeder en zijn tentgenoot, Sam Sturges ieder op hun
stroozak. De hitte, het maanlicht en de muskieten hiel
den hen uit de slaap.
Zeg Sam, dat was reuze, zei Jimmy, wat jij
vandaag hebt gedaan om dien hond te redden. Als jij
hem niet geholpen had zou hij verdronken zijn.
Nee hoor, vast niet! zei Sammy, die vooral de
waarheid niet te kort wou doen. Het was niet diep
genoeg!
Malligheid. De hopman kan het anders weten. Hij
zei dat het de beste „goede daad" was, die er vandaag
gedaan was!
Sam hield de lantaarn zoo, dat het licht op zijn tent-
genoot viel.
Ik wil wedden, meende hij trouwhartig, dat
jouw „goede daad" nog fijner was!
Jimmy gaapte en lachte spottend:
De mijne! Nogal de moeite waard! Ik heb mijn
zuster naar de bioscoop laten gaan!
EINDE.