UIT.GAYE N.Y HETHIDDEN Seizoenen Muziek Plaatselijk Nieuws AL Q E M.NIEUW5 enADVERTENTIEBLAD VooRKENNEMERLAND en HAARLEM EXPLT'feNADMIhFrDRUKKER V T. TIMMER DE 0ENE5TETWE0.23,BLOEMENDemEoF32<?£?l ZATERDAG 6 APRIL 1929 23e JAARGANG No. 14 üETlDL0EMl^n>AAL5eiM <ELAD Abonnementsprijs 3.50 per jaar, 1.75 per halfjaar bij vooruit betaling vóór 1 Jan. of 1 Juli. Nó dien datum verhooging van 0.15 incassokosten. Voor Indië en het Buitenland met verhooging der porto. Losse nummers 0.10. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan. Advertentiën: 18 cent per regel, bij contract belangrijke korting. Kleintjes: Vraag- en Aanbod, Huur en Verhuur, Koop en Verkoop, van 1 tot 5 regels GO cent, elke regel meer 12 cent uitsluitend bij vooruitbetaling. Boven, onder of naast den tekst dubbel tarief. (Nadruk verboden) In de natuur wisselen seizoenen elkaar af. Waarom zou dit in het gemeenschapsleven der menschen en in het persoonlijk bestaan van den enkelen mensch anders wezen? De mensch is immers een stuk natuur; lichaam en geest hangen nauw samen en wat het heelal beweegt, be weegt ook het menschelijk hart. Er zijn menschen. die den levensloop van ieder onzer afhankelijk achten van den loop der sterren. Anderen beweren, dat, zooals, naar men zegt, de maan invloed uitoefend op den stand van het zeewater, dit hemel lichaam eveneens op de menschelijke verlangens en hartstochten inwerkt. Plachten de ouden zelfs niet van maanziekte te spreken? Waarom zou het dan geen lente, zomer, herfst en winter zijn in ons leven? Ik heb nu het oog niet op de leeftijdstrappen. De jaargetijden doen in het planten leven een geregelde herhaling van bloei en verval ontstaan; spreekt men bij een kind van lente en bij een grijsaard van winter, dan let men uitsluitend op de slechts éénmaal zich openbarende verschijning der jaargetijden. Kan het echter niet zijn, dat ook de mensch, als de plant telkens weer groeit, bloeit, ver dort en afvalt om dan opnieuw aan het groeien en bloeien te gaan? Is er in ons lichaams- en zielsbestaan zulk een geregelde en dwangmatige terugkeer van hoogte- en laagtepunt te ontdekken? In het dierenrijk zien wij vogels ruien, slangen ver vellen en kikkers ontwaken uit hun winterslaap. Wij kennen zangtijd en paartijd en broedtijd en tijd voor den trek. In het delfstoffenrijk zien wij water ver dampen en bevriezen tot ijs. Droogte wisselt met over strooming, hittegolf met Siberische kou. Zou de mensch het eeniqe wezen zijn in de natuur dat evenredig zichzelf gelijk blijft? Dat zich heeft ver heven boven de periodieke terugkeer van de verschil lende tijdperken? Natuurlijk heeft het seizoen invloed op ons bestaan, maar deze invloed is toch niet meer zoo sterk, dat zij onze houding overheerscht. De beschaving, welke ons met haar gerieven beschermt tegen zomer en winter, heeft ons van het jaargetijde onafhankelijk gemaakt, al ondergaan wij nog wel eenigszins zijn eigenaardige inwerking. Maar behalve de jaarlijksche kringloop der zon, schijnt zich nog een andere kringloop te voltrekken, welke voor ieder onzer een persoonlijken duur en een persoonlijk kenmerk bezit. De seizoenen wentelen, bij den één snel, bij den ander langzaam, maar bij allen geregeld rond. Ons bestaan kent zijn zomer en winter tij, zijn lente en zijn herfst. En gelijk op regen zonne schijn volgt, keert na onze wintersche periode onze lente terug. De lente wordt zomer, de zomer herfst en de herfst weer winter. Waarom lukt ons den éénen tijd, wat ons den anderen noodwendig mislukt? Waarom voelt ieder zich tot ons aangetrokken, vindt elk, dat wij er goed uitzien en in zoo'n prettige stemming verkeeren? En waarom wendt op een ander oogenblik ieder zich van ons af uit schuwheid voor ons neerslachtig uiterlijk en ons geprikkeld humeur? Dit is het lastige in het gemeenschapsleven: dat niet voor ons allen dezelfde seizoenen samenvallen. Elk heeft zijn eigen levensrhythme. Zomert het voor den één. dan wintert het voor den ander. Terwijl hier iemand zijn lente beleeft, ondergaat ginds iemand zijn herfst. Deze ongelijkheid van periode vervreemdt vrienden en belemmert den goeden geest tusschen huisgenooten. Het is goed, dat wij weten, dat wij in ons levensgeluk, in ons lot, in onze taak, in onzen arbeid afhankelijk zijn van de seizoenen. Oudtijds leverden legers slag in den zomer; in het ongeschikte jaargetij betrokken ze de winterkwartieren. Ook wij moeten in onzen be- staansstrijd ons aan het voorschrift van het seizoen onderwerpen. Een ervaren piloot of zeevaarder wacht vwind en getij af. Niet steeds beschikken wij over een vaardigen geest, een willig lichaam, een opgewekt humeur. Wij moeten leeren, de bui af te wachten en geduldig te schuilen, tot de storm is bedaard. Ontstaan vele onzer teleurstellingen niet, doordat wij het seizoen willen forceeren? Slechts in de lente bloeien de bloemen; slechts in de herfst rijpen de vruchten. Elk ding heeft zijn tijd. Wanneer wij de geregelde wenteling onzer seizoenen begrijpen gaan, krijgen wij vrede met de wisseling van ons lot. De gedachte aan haar bemoedigt ons in den winter en bewaart ons voor overmoed in den zomer. H. G. Cannegieter, UIT HET RIJK DER WALS-KONINGEN, Johann Strauss met zijn Orkest naar Amerika, Naar wij vernemen werd Johann Strauss, wien met het oog op het Johann Strauss Feestjaar 1929" uitge- noodigingen van bijkans alle landen der wereld ont vangt, ook geinviteerd door hetzelfde theater in Amerika, dat indertijd al zijn grootvader (Johan I) naar de nieuwe wereld heeft gehaald en onder wiens auspiciën ook Johann II jaren geleden een triomftocht door Amerika heeft gemaakt. De Weensche componisten-familie Strauss, in de mu ziekwereld ..Walsen-Dynastie Strauss genaamd, telt vijf mannelijke leden, van welke drie den voornaam .Johann" dragen. Joh. Strauss I (1804—1849) was een tijdgenoot van Jos. Lanner (1801 1843) en met dezen schepper van de Weensche wals. In 1825 werd hem door het Oos- tenrijksche Hof de muzikale leiding der Weensche hoffeesten opgedragen en kreeg hij den titel; K. K. Hofballmusikdirektor. Zijn populairste werk is de Radetsky-Marsch". Zijn drie zonen, Johann II (18251899), Jozef (18271870) en Eduard (18351916) volgden hem op als componisten en kapelmeesters. Met buitenge woon succes bracht Johann II de wals verder tot bloei. Den 25sten October 1825 te Weenen geboren, de buteerde hij reeds in 1844 met zijn orkest en wed ijverde met zijn vader. Zijn walsen, als „Geschichten aus dem Wiener Wald", „Wiener Blut", „An der schonen blauen Donau" enz. werden het populairst. Men noemde Johann II deswegen dan ook algemeen den Walskoning. Hij componeerde een opera en veer tien operettes, waaronder „Die Fledermaus", „Der Zigeunerbaron" enz., en vormt met Suppé en Millöcker het „Dreigestirn" der oude Weensch-meester-operet- tcn-componisten. Ook Johann II, evenals zijn broeder Eduard waren K. K. Hofballmusikdirektoren. Met veel succes als componist en kapelmeester werkte later ook Josef en Eduard Strauss. Laatstgenoemde maakte bij zonder veel concertreizen met zijn kapel. In de derde generatie is het muzikaal erfdeel op Edu- ards zoon Johann III (kleinzoon) overgegaan. Johann III (geb. 1866) zou oorspronkelijk de loopbaan van staatsbeambte volgen. Hij doorliep het gvmnasium, studeerde in de rechten aan de Weensche Universiteit en trad na het afleggen van het Staatsexamen in dienst van het Oostenrijksche Ministerie van Wetenschap pen en Onderwijs. Vanaf zijn zesde jaar studeerde hij ook muziek, leerde viool en piano spelen, later eveneens muziektheorie. Toen zijn vader Eduard met zijn orkest in 1898 een concerttournee door Amerika maakte, kreeg Johann III een aanbod, met een nieuw op te richten orkest een tournee door Oostenrijk en Duitschland te maken. Hij volgde zijn roeping, ver liet den Staatsdienst en werd na de succesvolle tour nee als opvolger van zijn vader tot Oostenrijksch K. u. K. Hofballmusikdirektor aangesteld, nadat deze ten gevolge van een bij een spoorwegongeluk in Amerika opgeloopen armkwetsuur tot het privéleven terugge keerd was. Johann III ondernam daarna ieder jaar met zijn orkest groote concertreizen, die hem door bijna alle landen van Europa voerden. Twee jaar na den oorlog ont bond Johann Strauss zijn kapel en trad sindsdien nog slechts als gastdirigent op. Hij heeft in Duitschland tot nu toe 205 orkesten, waaronder alle groote phil- harmonische, gedirigeerd. Ook in het buitenland is er onder de grootere orkesten bijna geen, dat niet reeds onder Johann Strauss' leiding gestaan heeft. Johann Strauss heeft zich tot taak gesteld de onver gankelijke werken van zijn familie-voorgangers op de hun eigen origineele wijze uit te voeren. Over de mees terlijke wijze, waarop hij de Weenschen muziek, de klassieke operettes en walsen weet te vertolken, is zoo wel de binnen- als buitenlandsche pers vol lof. Met Johann III, die in 1900 te Weenen met zijn orkest debuteerde, bezit deze interessante Weensche toon- kunstnaarsfamilie gedurende drie generaties nu reeds meer dan 100 jaar de publieke belangstelling. Naar aanleiding van het Strauss-feestjaar 1929 on derneemt de 64-jarige meester een groote concertreis met zijn Weensch orkest (40 Weensche toonkunste naars) door Oostenrijk, Duitschland, Zwitserland, Spanje, Holland en Scandinavië. JOSEFA ROSANSKA. Groot succes te Antwerpen. Nog eens naar Den Haag. Josefa Rosanska is j.l. Maandag met enorm succes te Antwerpen opgetreden. De „Matin" schreef: „Het was een openbaring". Dezer dagen treedt Rosanska nog te Parijs op en zal dan naar Weenen reizen om begin April nog eens in ons land te komen. 8 April speelt Rosanska te Haarlem (Stadsschouw burg) en 9 April te Groningen (Muziekvereeniging) ter vervanging van Horowitz en Zondagmiddag 14 April zal de groote pianiste op veelvuldig verzoek nog een afscheidsmatinée in Diligentia te Den Haag, geven en hetzelfde programma ten gehoore brengen, dat zij op haar eerste concert te Den Haag (7 Februari) had gespeeld en dat haar met één slag ook in Holland be roemd had gemaakt. Dit programma, dat toen door de groote koude maar door heel weinigen in Den Haag is gehoord is als volgt samengesteld: Variationen en Fuga (über ein Thema von Handel); Brahms; Sonate op. 111 (Beethoven), voorts werken van Ravel, Debussy, Rachaninoff, Alkan, MacDowell, Strawinsky. Grock komt in Mei naar Holland. Grock, de beroemde clown, zal niet, zooals dezer dagen in het „Handelsblad" te lezen stond (onder „wat be roemdheden verdienen"), in Mei in de .Scala' te Berlijn optreden, maar gedurende de maand April. In Mei komt Grock naar Holland. Liederen-cyclus van Martha Linz. De bekende violiste Martha Linz, die zich in de laatste jaren ook naam heeft gemaakt door het dirigeeren van groote Duitsche Orkesten, heeft dezer dagen bij zonder groot succes te Berlijn behaald als componiste van een liederencyclus op teksten van Ernst Krauss (Amsterdam). De liederen werden gezongen door Margaretha Abler (de dochter van den vroegeren gérant van het Kurhaus te Scheveningen). De com poniste aan de vleugel. Na den winter. Onze teerwagens hebben hun win terslaap achter den rug en rijden weer dagelijksch langs de wegen. Op verschillende punten worden gaten, die door opbreking als anderszins in de wegen gekomen zijn, hersteld. Oude en nieuwe beschaving. Eenige Bloemendaal- sche jonge vaderlanders hadden nog het heidensch Paaschfeest in het hoofd. Naar hun meening mocht dus een Paaschvuur niet ontbreken. Fluks werd achter het nieuwe gebouw van de Prov. Waterleiding een groot vuur aangelegd waar omheen eenige krijgs dansen werden uitgevoerd. De vreugde werd plotse ling verstoord door een agent, die hun gebood het vuur zoo spoedig mogelijk te dooven. Jammer, maar waar. Bij gebrek aan belangstelling worden door Sursum op de oude begraafplaats alhier geen opstandingsliederen meer gespeeld. Excuus! Omdat het de eerste dag van de maand April was is de door ons tegen dien dag aangekon digde dansmiddag der A.J.C.-ers niet doorgegaan. Het spijt ons voor hen, die door regen en wind een vergeefsche wandeling naar het weiland achter Zomerzorg hebben gemaakt. Het veiligste is op 1 April thuis te blijven. De Noordhollandsche Vereeniging „Het Witte Kruis" éddeeling Bloemendaal, zal een Ledenvergadering houden op Donderdag 11 April 1929, des avonds te 8 uur in „Van Ouds het Raadhuis" te Overveen. De agenda luidt: 1. Opening. 2. Notulen en ingekomen stukken. 3. Verslag over 1928. 4. Rekening en verantwoording van den penning meester. 5. Verslag van den Afgevaardigde ter algemeene vergadering. 6. Verslag van de Commissie voor Wijkverpleging over 1928. 7. Bespreking van voorgestelde wijzigingen in Sta tuten en Huishoudelijk Reglement van de Alge meene Vereeniging. 8. Rondvraag en sluiting. Koude nog troef. De Paaschdagen zijn voor velen een groote strop geweest. Het gure winterweer was oorzaak, dat niemand uitging waardoor vele nering doenden gedupeerd werden. De ijscowagentjes had den geen aftrek en konden onverrichter zake weer heen gaan. De Zeeweg, met Paschen anders zoo druk beloopen en bereden, lag eenzaam en verlaten. Even werd het daar druk door een 400 Duitsche motorrijders, die op hun doortocht door ons land van Zandvoort komende over den Zeeweg hun route voortzetten. Dubbeltjes die goed rollen. In de benedenlokalen van het gebouw der Bloemendaalsche Schoolvereeni- ging werd Woensdag en Donderdag een bazar gehou den, waarvan de opbrengst bestemd was voor het be kende babyhuis in de Cruquiusstraat te Haarlem. Ook op deze bazar ontbrak het niet aan attracties, waarbij grabbelton en sjoelbak een belangrijke plaats innamen. Ook had men gelegenheid verschillende lootjes te koopen met de kans een of ander aardig of nuttig voorwerp te winnen. Ijverige verkoopstertjes zorgden er voor dat de handel niet verslapte en maakten goede zaken. De photografie-juffrouw knipte vele bezoekers, waardoor de geknipten op de gevoelige plaat ver eeuwigd werden. Er heerschte beide dagen een ge zellige stemming: men lachte, maakte pret en men keek en dat was wel de hoofdzaak niet op een dub beltje. Eenige firma's uit Haarlem en Bloemendaal hadden door het zenden van bloemen en het in bruik leen geven van fraaie kleeden en tapijten zorg ge dragen, dat de lokaliteiten waarin de bazar gehouden werd een gezellig aanzien hadden. De opbrengst van deze fancyfair bedraagt 1200. Een nuttig leven. Op den leeftijd van 80 jaar is alhier overleden, de heer H. Lankamp. De heer Lan- kamp is, voordat hij gepensionneerd werd, hoofdonder wijzer aan een bijzondere school te Amsterdam ge weest en was in christelijke kringen een bekende per soonlijkheid. Hij heeft veel gedaan voor het christe lijk onderwijs door het schrijven van boeken over het onderwijs. Zijn werk werd gewaardeerd. Donderdag hebben talrijke vrienden en bekenden den overledene naar zijn laatste rustplaats aan den Bergweg gebracht. Een dierentuin te Bloemendaal? Onverwachts ver namen we 25 Maart ten Raadhuize, dat we in het bezit zouden komen van eenige herten. Ook zouden we krijgen eenden bij degenenn, die wij reeds heb ben pauwen, zwanen e.d. Deze heele manegerie zou een plaatsje vinden in het Bloemendaalsche bosch bij den kom van Saxenburg. Daar 't eigenlijk om herten zou gaan, zou voor deze dieren een kamp gemaakt worden. Krijgen we dus een hertenkamp in Bloemen daal? Geruchten doen de ronde dat men de muziek tent voor leeuwenkooi wil inrichten, tijdens de muziek uitvoeringen zouden deze dieren tijdelijk in de school van den heer Tinholt opgeborgen worden. Deze ge vaarlijke beesten zouden gevoed worden met de vleeschwaren, die de slagers ter plaatse niet kunnen kwijtraken, omdat hier door heerschende woningge brek minder menschen wonen dan waarop gerekend moest worden. Gelukgewenscht, beiden! Aan onze plaatsgenoot, de heer R. de Clercq is na een gehouden examen het einddiploma van de Middelbare Landbouwschool te Groningen uitgereikt. Onze plaatsgenoot, de heer F. Vierhout slaagde er in een diploma te behalen voor adspirant inspecteur-van- politie. Een voorbarig wiel. Dinsdag liep hier zonder on gelukken te veroorzaken een voorwiel van een auto af. waardoor de bestuurder zich genoodzaakt zag zijn voorgenomen reis eenigen tijd te onderbreken en een nieuw voorwiel aan te zetten. Gaarne geven wij plaats aan de volgende oproep: Vrouwen en Meisjes van Bloemendaal. Het Comité voor de jaarlijksche Emmabloem-Collecte doet hiermede wederom een ernstig beroep op Llw bekende hulpvaardigheid. Helpt ons deze bloemendag tot een schitterend resultaat brengen, want helaas zijn er nog vele van onze medemenschen, die hulp noodig hebben om gezondheid en kracht terug te winnen. Laat ons zorgen dat in Haarlem en Omstreken niemand behoeft te worden afgewezen, door gebrek aan geld en de opbrengst der collecte hiervoor een ongekende hoogte bereikt. Geeft U allen daarom nog heden op als bloemver- koopster aan het Consultatie-bureau. Ged. Oude Gracht 41 te Haarlem. Het Comité voor de Emmabloem-collecte: - Mevr. A. Del BaereJiskoot, Presidente. G. van Waard. Secretaris. Wijkpresidenten zijn o.a. Mevr. Bootde Ruyter de Wildt. Mevr. v. Riemsdijkdela Bassecour Caan. Mevr. BornwaterEldering, allen van hier.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1929 | | pagina 1