-0-3 mm NTIËN Plaatselijk Nieuws Kunst Schaakrubriek De bewoner van nummer tien Humor en Sa tyre Burgerlijke Stand Kerkagenda Middenpartij voor Stad en Land ?GIS Zn. VEGERS &RLEM - TEL. 13310 DAT HJG van BEL OP BLOEMEN DAAL ïstaan, want alles func- rijst hem zijn diensten, welk een wonder van Maar wordt hij telkens ledematen, dan is er dokter geroepen, om leeft de gewone burger i, die de orde verzeke- eel merkt. t de burgerij van den ast. Zij heeft hare ver- ir die maken haar het ïen niet ieder oogenblik reg leggen. ng niet deze, dat wij noeten stellen of onze lers wij worden onop- inaangename wijze her- want de staat en zijn lodig voor allerlei doel- ten algemeenen nutte strijdperk geworden, an eigen belang iets uit t te verkrijgen en den in voordeel, wordt steeds meer on- :rwijs is het kind vaak ldmiddelen voor de el se groepen hoofdzaak d voor allen laat nog idat zware lasten het particulier gedwongen ïn dan strikt noodig is- s de kiezers, die het in dat er een staatsbeleid dat de Staat door zijn tand kan brengen, wat loodig heeft, inds jaren op gewezen, /an den staat, die alles n en inspecteeren, veel en door al zijn maat- oeit dan bevordert, een zware belastingdruk dat het Nederlandsche itemmen, een gezonden Hulde aan Sursum! Vrijdag 31 Mei heeft een 2de concert plaats gehad in de gem. muziektent alhier. Wederom was het Sursum, ons kranig Bloemendaalsch muziekkorps, dat onder leiding van den directeur, den heer J. A. Meng een goed samengesteld programma afwerkte. Ook ditmaal slaagde de spelers er in de talrijke luisteraars goede muziek te verschaffen. Na ieder nummer had de heer Meng een welverdiend applaus in ontvangst te nemen. Het is te Kopen aat bij een 3de Sursumconcert het nu eens beter weer is. Brand. Op het buiten Lindenheuvel brak door onbekende oorzaak brand uit. Doordat het spoedig bemerkt werd, was het vuur, dat reeds snel om zich heen greep, spoedig gebluscht. De uitgerukte brand weer behoefde geen water te geven. Gefeliciteerd. Onze plaatsgenoot Dr. J. D. Bierens de Haan, in wijsgeeringen kringen wel bekend, is op de te Halle gehouden feestvergadering door de Kant- gesellschaft tot eerelid benoemd. „DE WERKERS De tentoonstelling der Vereeniging van Beeldende Kunst „De Werkers", in de toonzalen der Firma J. A. Boskamp Zoon te Overveen wordt verlengd tot 8 Juni. EINE BERICHTIGUNG. In BI. Weekblad van 18 Mei j.l. schreef ik onder het motto „De knuppel in het kippenhok" over het werk van een jeugdig exposant bij F. H. Smit, die naar mijne meening de exposant nl.! met exposeeren van zijn in elk opzicht onrijpwerk nog minstens 5 jaar had moeten wachten. Met deze „jeugdigen exposant is niet bedoeld de duitsche schilder Paul Philippi, die kort daarna bij- F. H. S. zijn arbeid tentoonstelde. Ik vestig hier even met nadruk de aandacht op, opdat onze lezers ten opzichte van dezen kunstenaar geen verkeerde gevolgtrekkingen maken. Herr Philippi und seine Haarlemer Bekannten werden sich hoffentlich durch diese Berichtigung be- ruhigt fühlen! A. v. d. BOOM. Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, De Genestetweg 23, Bloemendaal. PROBLEEM No. 211 BRUNO SOMMER (Berlijn) Mat in twee zetten. Siand der stukken: Wit: Kb2, De8, Tdl, Tg8, Ld4, Le6, Pe5, Ph4, b3, c3, dó, f2, f5, g3, h5. Zwart: Ke4, Thó, Lg7, Pb8, Pc2, bó, f6. Ie prijs „Neue Leipziger Zeitung" (1927). PARTIJ No. 85. Onlangs gespeeld in een Berlijnsche clubwedstrijd. Wit: Zwart: KURT RICHTER STüBER FRANSCH. 1. d2d4 d7T-d5 2. Pbl—c3 Pg8—f6 3. Lelg5 e7e6 Met 3Lf5! zou Zwart aan de Dame-pion opening vasthouden. 4. e2e4 Lf8—e7 5. Lg5Xf6 Le7Xf6 6. e4e5 Lf6e7 7. Ddlg4 0—0 8. Lfld3 Pb8c6 _De door de theorie voorgeschreven zet is 8 9. Pglf3 Pc6b4 10. 0—0—0 Pb4Xd3f 11. Tdl Xd3 c7—c5 12. d4Xc5 Le7Xc5 13. Pf3g5 h7—h6 15. h2h4! -• Consequent. Richter gaat er stoutmoedig op los. 15Dd8—c7? Met f7f5! kon Zwart zich voldoende verdedigen. 16. Pe4—f6f Le7Xf6 Op 16gf6 volgt natuurlijk Pg5Xe6f en Gaarna mat; op 16Kh8 volgt 17. Dh5, met de dreiging 18. Dh5Xf7! M- e5xf6 g7—g6 Niet De5, wegens 18. Ph7!, enz. 18. h4h5 Dc7e5 Maakt een aardige beslissing mogelijk. 19. Pg5h7! Kg8Xh7 20. h5Xg6f Opgegeven. Want Zwart wordt matgezet, b.v.: fg6:; 21. Th6.f, 6:; 22. Th3f, Dh5; 23. Th5:f, gh5:: 24. Dg7 mat. OPLOSSING PROBLEEM No. 207. (E. SCHULZ). Stand der stukken: Wit: Kb4, Tg2, Lh6, Pdl, Pf4. Zwart: Kf3, e4. 1- Pe2, Ke3- 2. Pg6f, enz. GOEDE OPLOSSING ontvangen van: H. W. van Dort, te Haarlem; P. Mars, te Santpoort. Men schrijft ons: Uit de fractie Staalman is een Middenpartij voor Stad en Land ontstaan. Haar program bevat o.a. de volgende punten: Wegnemen van alle belemmeringen, welke den bloei van handel en nijverheid, land- en tuinbouw, veeteelt en andere welvaartsbronnen in den weg staan. Bevordering van productieve werkverschaf fing. Slechts bij uiterste noodzaak overheidsbeheer. Vrij ruilverkeer. Beperking van het aantal ambtenaren. Versobering van de Staatshuishouding. Verscherpte controle op de Staatsuitgaven. Vereenvoudiging der sociale wetgeving. Rechtvaardiger belastingheffing, af schaffing van het invoerrecht op thee, verlaging van den suiker- en vleeschaccijns. Aanmoediging van kapi taalvorming. Wijziging van allerlei wetten, welke een gezonde ontwikkeling der bedrijven in den weg staan als wet op Personeele belasting, Tabakswet, Drankwet, wet op den waarborg van gouden en zilveren werken, op de Artsenijbereidkunde, Zegelwet, e.d. Verbetering van bestaande en aanleg van nieuwe wegen. Versneld wegruimen van tollen, zoo groot mogelijke vrijheid van het vervoer op de wegen. De radio-omroep uitsluitend dienstbaar aan ontwikkeling en ontspanning. Politieke propaganda in welken vorm ook uit den aether ge weerd. Het onderwijs doeltreffender en veel minder kostbaar. Verbetering der huwelijkswetgeving. Premie- vrij staatspensioen voor iederen burger, die op 65-jari- gen leeftijd, gedurende de laatste drie jaren een in komen had van minder dan gemiddeld duizend gulden per jaar. Tegengaan van onbeperkte cumulatie van pensioenen. Staatstoezicht op het bankwezen. Ver sterking der Volkenbondsgedachte; internationale ont wapening. Vrede door Recht. De koloniale 'politiek in de eerste plaats gericht op het belang der koloniën zeiven. Naar het Engelsch van GARRET SMITH (Nadruk Verboden.) U heeren blijft hier staan, commandeerde hij barsch, met een stem die weinig in overeenstemming was met zijn innerlijke gevoelens. Als we allemaal gaan rondloopen schieten we op elkaar. Ik zal mijn onderzoek boven beginnen en zoo doorgaan tot onder toe. Als hij probeeren wil te ontsnappen, laat hem zijn gang gaan. De jongens buiten krijgen hem dan wel. De agent de revolver stevig in de hand geklemd, liep eerst op zijn teenen de trap op, naar de boven verdieping. De mannen hoorde zijn stevige voetstappen hun tocht maken van kamer tot kamer door het holle huis klinken. Het leek wel alsof hij den inbreker wilde waarschuwen en hoopte dat deze zijn kans om te ont snappen zou waarnemen. Af en toe stond hij stil om te luisteren. Het oude huis scheen vol van vreemde geluiden. Een krakende wand deed zijn hart wild kloppen. Hij hield zijn adem in toen hij een muis hoorde knabbelen achter het be hang. Hij zou willen zweren dat hij in meer dan een donkere kamer had hooren zuchten en menschelijke tegenwoordigheid had gevoeld. In de beneden hall richtte hij zijn wapen op een spiegel, toen een parapluie die tegen den muur stond, kletterend op den grond viel. Maar zijn inspectietocht was zonder resultaat en toch hadden zijn collega's buiten niemand het huis zien verlaten. Ellendig raadsel! Blaney ging terug naar de heeren boven aan de tweede trap. Intusschen had de man in avondkleeding op zijn teenen en op zijn eigen houtje een onderzoek ingesteld met behulp van een kleine zaklantaarn. Blijkbaar waren zijn zenuwen niet zoo vatbaar voor schokken als die van den politieman. Hij arriveerde tegelijk met Blaney op het bovenpor- taal. De derde man wachtte blijkbaar zonder veel belangstelling op hun rapport. Hij is er niet, berichtte de man in avondcostuum triomfantelijk, nadat de agent het negatieve resultaat van zijn pogingen had opgebiecht. Ik heb elke kast onderzocht en onder elk meubelstuk gekeken en elke kamer afgesloten, nadat ik er klaar was. Alle sleutels in mijn zak! Wel Allemachtig! U heeft ijzeren zenuwen, zei de agent bewonderend. Maar toch merk ik dat U geen deskundige bent op dit gebied, want U bent erg on voorzichtig geweest; hij had best op U kunnen schie ten in een van die donkere kamers. Ik ben niet zoo bang uitgevallen, klonk het beschei den. Maar nu stel ik het volgende voor. Laten we met elkaar het heele huis nog eens doorloopen. We roepen dat we met ons driën zijn en bewijzen dit door in de hall en in iedere kamer elk wat te zeggen. We zullen hem waarschuwen dat als hij probeert te schie ten en een van ons zou raken, de twee overblijvenden kunnen bewijzen dat hij schuldig is aan moord. Dan zal hij het wel uit zijn lijf laten. Ik zal de lantaarn wel dragen en hem zoo houden, dat hij geen trefkans heeft. We zullen in elke kamer het licht laten schijnen en die afsluiten als we er klaar zijn. Heel goed, zei de agent. Is de andere mijnheer ook van de partij? Ik ben ook van de partij. U had allebei bij de politie moeten zijn, mompelde de man in uniform. Terwijl ze hun weg tastten naar het portaal, van de derde verdieping, werd plotseling de lantaarn in de hand van den gedienstigen drager omgedraaid, waardoor de man in het overhemd in een lichtkring kwam te staan. Er klonk een nijdige vloek. Neemt U me niet kwalijk, exuseerde de man in avondcostuum zich, 't gebeurde bij ongeluk. Maar het incident scheen hem evenzeer te amusee ren als dat het de anderen had doen schrikken; hij schokte met de schouders van pret, toen hij het licht weer omkeerde. Van kamer tot kamer, in iedere verborgen hoek, van den vliering tot den kelder, deden zij hun gevaar lijken tocht. Maar er kwam nergens antwoord op hun sommatie tot overgave of aanbod van een wapenstil stand, en er was geen geluid dat op de tegenwoordig heid van een vierden persoon in huis wees. Terug op hun strategische basis op de tweede ver dieping, informeerde de politiedienaar: Kan hij niet verborgen zijn op een plaats waar wij niet geweest zijn? Heeft U ook geheime gangen of iets dergelijks? Heeft U dit huis al lang? Sommige van deze oude huizen waren vroeger speelhuizen. Weet U zeker dat er geen geheime hoeken zijn, draaiende paneelen met verborgen kasten, of zoo iets? Geen spleet, antwoordde de man in het overhemd. Elk raam en deur sluit aan den binnenkant, ook het nachtslot op de voordeur. Dan is er maar één verklaring, besliste Blaney. Hij was sluw, die vent. Hij heeft zeker binnen ge luisterd aan dat venster, toen U de tralies recht zette en toen hij er uit wipte, zette hij ze weer net zoo neer. Hij sloop in de schaduw van de boomen en verborg zich voor de politie kwam in een anderen voorhof totdat hij zijn kans schoon zag. Hij zal nu al wel mijlen weg zijn. Kan zijn, gaf de man in het dinercostuum grom mend toe, Hij scheen afgetrokken en ontevreden, alsof hij met zichzelf in tweestrijd was over de ver klaring van deze onbegrijpelijke ontvluchting. Het spijt me dat hij ontsnapt is, zei de eigenaar van het huis. Maar in elk geval hebben jullie hem op de vlucht gejaagd en mij bewaard voor de kans om vannacht vermoord te worden. Laat mij mijn dank baarheid toonen door U iets te drinken aan te bieden voor U weggaat. Ik heb een uitstekende flesch in mijn slaapkamer; ik wilde juist een slaapmutsje nemen toen de voorstelling begon. Dat zal ik niet weigeren, lachte agent Blaney likkebaardend. Ze gingen naar de slaapkamer van den heer des huizes. Dit is voor het dapperste en ijverigste lid van onze politiemacht, zei de gastheer, terwijl hij den politieman een glaasje likeur aanbood. Blaney hoorde deze toast met gemengde gevoelens aan; de ondertoon van ironie erin ontging hem niet geheel. Bovendien werd hij nog steeds gekweld door het probleem van de geheimzinnige verdwijning van den inbreker en hij luisterde nog steeds naar geluiden in de donkere ruimten van het huis. Ik heb veel uit te leggen aan mijn chef, zuchtte hij toen hij opstond. Ik ben lang uit mijn straatdienst weggebleven. Maak je daarover maar niet bezorgd, stelde zijn gastheer gerust. Ik zal ze morgen op het bureau wel komen inlichten. En U mijnheer, zei hij, zich tot den anderen heer wendend, ik kan U niet genoeg dankbaar zijn voor Uw opmerkzaamheid. Ik had wel vermoord kunnen worden in mijn bed, zooals ik zoo even al zei. 't Is niet de moeite waard, weerde de ander af. Maar zullen we ons niet aan elkaar voorstellen? We zijn buren en behooren elkaar te kennen na deze romantische ontmoeting. Mijn naam is Forsythe, James H. Forsythe, ant woordde de gastheer; een beetje stijfjes zoo het scheen. De man in avondtoilet haalde een keurig etui met monogram uit den zak, kreeg daaruit een bedrukte kaart en overhandigde die aan den ander. Mijn visitekaartje, Sir! Zijn gastheer nam het ietwat aarzelend aan en las het. Ontzetting teekende zich af op zijn gezicht. Zijn hand greep naar het automatische pistool. Maar de beweging van dedn ander was sneller. Op hetzelfde oogenblik vond zijn gastheer zijn rechterarm die het wapen hield, in de zijde gedrukt, terwijl de revolver van den man in rok recht op zijn gezicht gericht was. De handboeien agent, zei de gast. Wat voor den duivel heeft dit te beteekenen? vroeg Blaney, stokstijf van verbazing. Het beteekent dat onze pseudo-gastheer de vent is waarop je jacht hebt gemaakt, en dat ik de werke lijke bewoner van dit huis ben. Als je het kaartje op raapt, dat mijnheer daar heeft laten vallen, kan je het zien. Op het kaartje las de agent de naam James H. Forsythe. Je kunt meer van deze kaarten vinden in het kaarten-étui dat ook mijn monogram draagt. Je kunt in mijn zak brieven vinden met mijn adres, de sleutels van dit huis en nog veel meer als je nog andere bewij zen noodig hebt na het feit dat deze knaap me trachtte neer te schieten toen hij mijn naam las. Je kunt mijn naam ook in het telefoonboek vinden dat hangt aan een koperen haak aan den muur boven het telefoontoe stel, in de ruimte onder de trap op de eerste verdieping. Blaney ontworstelde zich aan zijn verbazing en legde de handboeien aan. De zaak is verbroddeld: Je hebt me, zei de arres tant gelaten. Maar waarom al die hocus-pocus? Ja mijnheer, erkende Blaney, verheugd over de onderworpenheid van zijn gevangene. Waarom hebt U mij niet direct gezegd wie U was, inplaats dat U me een klopjacht hebt laten maken, om er grijze haren van te krijgen? Kom, kom, Heeren, laten we de zaak niet zoo somber opvatten. Ik geef toe dat ik het geval een beetje melodramatisch heb behandeld. Ik ben je inder daad een verklaring schuldig, agent. Kijk eens, ik nam aan dat jij wel direct begrepen had dat ik de bewoner van het huis ben. Ik merkte pas dat dit niet het geval was, toen ik zag dat je je liet overdonderen door de brutaliteit van onzen vriend hier toen wij hem ver rasten bij zijn werk. Maar ik was op dat oogenblik bang dat hij op ons zou schieten als ik je waarschuwde, daarom speelde ik voor argelooze toeschouwer. En hij van zijn kant speelde zijn rol zoo buitengewoon, dat er niets anders voor mij opzat dan kalm te wachten. Hij maakte echter een fout. Toen ik het licht op hem liet vallen toen we de trap opgingen, strompelde hij jrond, zooals iemand alleen in een wildvreemd huis doet. Ik dacht dat U toen Uw conclusies wel zou hebben getrokken, agent. Ik ben vroeger wel eens in aanraking gekomen met gentleman-schurken, en nooit met gewone inbrekers, maar dat is iets dat je toch direct had moeten opvallen, zou ik denken. Mijn werk in dienst van de regeering is gericht op de bestrijding van de misdaad, zoodat ik bovendien nog min of meer professioneele interesse voor dit geval had. Hij sloeg zijn jas even terug en wat de ongelukkige Blaney daar zag, deed zijn laatste spoortje twijfel verdwijnen. En nu heeren, zei de bewoner van nummer tien, laat ik U als werkelijk gastheer iets mogen aan bieden. Ik weet waar het buffet is. We zullen nog eens drinken, voordat we aan dit aangename onder houd een einde maken. Hij richtte zich tot den in breker: Je moet weten, mijn waarde, je maakte nog een andere fout. Maar ik neem het den agent niet kwalijk, dat hij dat niet opmerkte. Als je beter op de hoogte was geweest van wat hier in huis is, had je ons wel op iets fatsoenlijkers getracteerd dan het bocht neem me niet kwalijkdat jezelf meege bracht hebt. Ze gingen naar de eetkamer en dronken een goed glas wijn. Hun ex-gastheer was ook van de partij en het was, de omstandigheden in aanmerking genomen, een gezellig samenzijn. Nadat hij den agent en diens arrestant had uitge laten, stond de man in het diner-toilet een oogenblik peinzend in de hall rond te kijken. Hij trok aan de plaats waar de snor gezeten had, die hij kort geleden had opgeofferd aan de eischen van zijn beroep. Daarna ging hij kalm naar de slaapkamer op de tweede verdieping en stopte alles weer in de zakken van het daagsche pak dat daar in de kleerenkast hing. De visitekaartjes, het kaartenétui, de brieven, het insigne van den „geheimen dienst", de sleutels, alles, wat hij er uit had gehaald, toen hij tijdens Blaney's onderzoekingstocht, op eigen gelegenheid huiszoeking had gedaan. Dat nauwkeurige onderzoek van het huis had hem ook op de hoogte gebracht van de plaats van de safe in den muur achter het buffet in de eetkamer. Hij ging thans zijn belangstelling aan die berg plaats wijden, en enkele minufen later stapte hij de voordeur uit van nummer tien met het tafelzilver en de juweelen van de afwezige familie Forsythe in de groote valsche zakken onder zijn avondtoilet. De temperatuur was afgekoeld, terwijl het drama zich daar binnen had afgespeeld en een frissche wind verkoelde zijn wangen. Het vage grijs van den vroegen dageraad kleurde de lucht boven de daken. Hij bleef even staan op de nog donkere stoeptreden en haalde diep en tevreden adem. Daarop liep hij de stoep af enin de armen van agent Blaney. 't Is zooals ik dacht, maar ik heb op je gewacht om het je te kunnen bewijzen, zei de geduldige hoe der der veiligheid terwijl hij den man in avond-toilet de handboeien aandeed. Kijk eens hier mijn jongen, vervolgde hij opge wekt,, als je niet had geprobeerd voor gastheer te spelen, dan had je weg kunnen komen met je baga ge. Maar toen je ons naar de eetkamer bracht, en wij voor de deur stonden, drukte je even daartegen, terwijl 'hij naar buiten openging. Dat heeft je ver raden, mannetje, want ieder mensch weet of de deur van zijn eigen eetkamer naar binnen of naar buiten opengaat! EINDE. Mevr. Vlijm: Ik lees daar net, dat op de Waikiki- eilanden een vrouw verkocht wordt voor tien gulden. Is het niet schandelijk? Meneer Vlijm: Och, ja, maar in elk land heb je nu eenmaal afzeters. Och, wat een aardig jochie heeft U toch, me vrouw Knibbel, zie eens, hoe hij die poes knuffelt. Wat moet hij wel worden, als ie groot is? Nou, mevrouw Visch, nu U het vraagt: omdat die jongen zoo dol is op dieren, dachten we, dat we maar een slager van hem moesten maken. BEVALLEN: M. J. DraaismaWesterwoudt, z.; H. C. PostmaPlugge, ,z; A. B. KrijgsmanBrada, z.; A. J. M. van der HulstHeemskerk, d.; G. M. H. B. BijvoetWittkampf, d.; GETROUWD: C. H. Schipper en C. Zijlstra. OVERLEDEN: C. J. Scholts, 38 j. wonende te Haarlem. GEVESTIGD: A. J. Jochems, Platanenlaan 8, Bloe mendaal; A. P. Kwast, Rijnegomlaan 9, Aerdenhout; A. J. de Lint, Vondellaan 14, Aerdenhout; P. J. Witte- man, Bloemendaalscheweg 189, Overveen; K. A. Smit, Julianalaan 42, Overveen; J. W. L. van de Linde, Zandvoorterweg 30, Aerdenhout; J. Visser, Bloemend, straatweg 123B, Santpoort-Station. ZONDAG 2 JUNI 1929. BLOEMENDAAL. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur. Ds. G. W. C. Vunderink, Zeist. JONGELIEDENSAMENKOMST in gebouw „Maranatha", des voormiddags 10 uur: Geen opgaaf ontvangen. GEREFORMEERDE KERK, voormiddags 10 uur. Ds. J. C. Brussaard. n.m. 5 uur: Prof. A. A. van Schelven. NEDERLANDSCHE PROTESTANTENBOND in het Bondskerkje, Potgieterweg 4, v.m. 10.30 uur. Prot. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. Hoogleeraar, Santpoort. „Waarom naar de Kerk?" VRIJE KATHOLIEKE KERK, Popellaan, Zondag 10.30 v.m. Gezongen H. Mis. Woensdag 7.30 v.m. Stille H. Mis. Zaterdag 7.30 v.m. Stille H. Mis. OVERVEEN. NED. HERV. GEMEENTE (Ramplaan) v.m. 10 uur, Ds. J. C. van Dijk. AERDENHOUT. „RELIGIEUZE KRING" AerdenhoutBentveld. Vereenigingslokaal Eikenlaan 5, v.m. 10.30 uur. Ds. A. C. de Regt, Rem. Pred., Groningen. SANTPOORT. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur. Ds. F. Oort, ber. Pred. van Rottevalle. Collecte Orgelfonds. Donderdag 6 Juni n.m. 2.30 huwelijksinzegening van A. W. Volmer en C. M. van Dillewijn door Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1929 | | pagina 3