-0-3
mm
NTIËN
Plaatselijk Nieuws
Kunst
Schaakrubriek
De bewoner
van nummer tien
Humor en Sa tyre
Burgerlijke Stand
Kerkagenda
Middenpartij voor Stad
en Land
?GIS Zn.
VEGERS
&RLEM - TEL. 13310
DAT
HJG van
BEL OP
BLOEMEN DAAL
ïstaan, want alles func-
rijst hem zijn diensten,
welk een wonder van
Maar wordt hij telkens
ledematen, dan is er
dokter geroepen, om
leeft de gewone burger
i, die de orde verzeke-
eel merkt.
t de burgerij van den
ast. Zij heeft hare ver-
ir die maken haar het
ïen niet ieder oogenblik
reg leggen.
ng niet deze, dat wij
noeten stellen of onze
lers wij worden onop-
inaangename wijze her-
want de staat en zijn
lodig voor allerlei doel-
ten algemeenen nutte
strijdperk geworden,
an eigen belang iets uit
t te verkrijgen en den
in voordeel,
wordt steeds meer on-
:rwijs is het kind vaak
ldmiddelen voor de el
se groepen hoofdzaak
d voor allen laat nog
idat zware lasten het
particulier gedwongen
ïn dan strikt noodig is-
s de kiezers, die het in
dat er een staatsbeleid
dat de Staat door zijn
tand kan brengen, wat
loodig heeft,
inds jaren op gewezen,
/an den staat, die alles
n en inspecteeren, veel
en door al zijn maat-
oeit dan bevordert,
een zware belastingdruk
dat het Nederlandsche
itemmen, een gezonden
Hulde aan Sursum! Vrijdag 31 Mei heeft een 2de
concert plaats gehad in de gem. muziektent alhier.
Wederom was het Sursum, ons kranig Bloemendaalsch
muziekkorps, dat onder leiding van den directeur, den
heer J. A. Meng een goed samengesteld programma
afwerkte. Ook ditmaal slaagde de spelers er in de
talrijke luisteraars goede muziek te verschaffen. Na
ieder nummer had de heer Meng een welverdiend
applaus in ontvangst te nemen. Het is te Kopen aat
bij een 3de Sursumconcert het nu eens beter weer is.
Brand. Op het buiten Lindenheuvel brak door
onbekende oorzaak brand uit. Doordat het spoedig
bemerkt werd, was het vuur, dat reeds snel om zich
heen greep, spoedig gebluscht. De uitgerukte brand
weer behoefde geen water te geven.
Gefeliciteerd. Onze plaatsgenoot Dr. J. D. Bierens
de Haan, in wijsgeeringen kringen wel bekend, is op
de te Halle gehouden feestvergadering door de Kant-
gesellschaft tot eerelid benoemd.
„DE WERKERS
De tentoonstelling der Vereeniging van Beeldende
Kunst „De Werkers", in de toonzalen der Firma J. A.
Boskamp Zoon te Overveen wordt verlengd tot
8 Juni.
EINE BERICHTIGUNG.
In BI. Weekblad van 18 Mei j.l. schreef ik onder het
motto „De knuppel in het kippenhok" over het werk
van een jeugdig exposant bij F. H. Smit, die naar
mijne meening de exposant nl.! met exposeeren
van zijn in elk opzicht onrijpwerk nog minstens 5 jaar
had moeten wachten. Met deze „jeugdigen exposant
is niet bedoeld de duitsche schilder Paul Philippi, die
kort daarna bij- F. H. S. zijn arbeid tentoonstelde.
Ik vestig hier even met nadruk de aandacht op, opdat
onze lezers ten opzichte van dezen kunstenaar geen
verkeerde gevolgtrekkingen maken.
Herr Philippi und seine Haarlemer Bekannten
werden sich hoffentlich durch diese Berichtigung be-
ruhigt fühlen! A. v. d. BOOM.
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den
Schaakredacteur, De Genestetweg 23, Bloemendaal.
PROBLEEM No. 211
BRUNO SOMMER (Berlijn)
Mat in twee zetten.
Siand der stukken:
Wit: Kb2, De8, Tdl, Tg8, Ld4, Le6, Pe5, Ph4, b3,
c3, dó, f2, f5, g3, h5.
Zwart: Ke4, Thó, Lg7, Pb8, Pc2, bó, f6.
Ie prijs „Neue Leipziger Zeitung" (1927).
PARTIJ No. 85.
Onlangs gespeeld in een Berlijnsche clubwedstrijd.
Wit: Zwart:
KURT RICHTER STüBER
FRANSCH.
1. d2d4 d7T-d5
2. Pbl—c3 Pg8—f6
3. Lelg5 e7e6
Met 3Lf5! zou Zwart aan de Dame-pion
opening vasthouden.
4. e2e4 Lf8—e7
5. Lg5Xf6 Le7Xf6
6. e4e5 Lf6e7
7. Ddlg4 0—0
8. Lfld3 Pb8c6
_De door de theorie voorgeschreven zet is 8
9. Pglf3 Pc6b4
10. 0—0—0 Pb4Xd3f
11. Tdl Xd3 c7—c5
12. d4Xc5 Le7Xc5
13. Pf3g5 h7—h6
15. h2h4! -•
Consequent. Richter gaat er stoutmoedig op los.
15Dd8—c7?
Met f7f5! kon Zwart zich voldoende verdedigen.
16. Pe4—f6f Le7Xf6
Op 16gf6 volgt natuurlijk Pg5Xe6f en
Gaarna mat; op 16Kh8 volgt 17. Dh5, met
de dreiging 18. Dh5Xf7!
M- e5xf6 g7—g6
Niet De5, wegens 18. Ph7!, enz.
18. h4h5 Dc7e5
Maakt een aardige beslissing mogelijk.
19. Pg5h7! Kg8Xh7
20. h5Xg6f Opgegeven.
Want Zwart wordt matgezet, b.v.: fg6:; 21. Th6.f,
6:; 22. Th3f, Dh5; 23. Th5:f, gh5:: 24. Dg7 mat.
OPLOSSING PROBLEEM No. 207.
(E. SCHULZ).
Stand der stukken:
Wit: Kb4, Tg2, Lh6, Pdl, Pf4.
Zwart: Kf3, e4.
1- Pe2, Ke3- 2. Pg6f, enz.
GOEDE OPLOSSING ontvangen van:
H. W. van Dort, te Haarlem;
P. Mars, te Santpoort.
Men schrijft ons:
Uit de fractie Staalman is een Middenpartij voor
Stad en Land ontstaan. Haar program bevat o.a. de
volgende punten: Wegnemen van alle belemmeringen,
welke den bloei van handel en nijverheid, land- en
tuinbouw, veeteelt en andere welvaartsbronnen in den
weg staan. Bevordering van productieve werkverschaf
fing. Slechts bij uiterste noodzaak overheidsbeheer. Vrij
ruilverkeer. Beperking van het aantal ambtenaren.
Versobering van de Staatshuishouding. Verscherpte
controle op de Staatsuitgaven. Vereenvoudiging der
sociale wetgeving. Rechtvaardiger belastingheffing, af
schaffing van het invoerrecht op thee, verlaging van
den suiker- en vleeschaccijns. Aanmoediging van kapi
taalvorming. Wijziging van allerlei wetten, welke een
gezonde ontwikkeling der bedrijven in den weg staan
als wet op Personeele belasting, Tabakswet, Drankwet,
wet op den waarborg van gouden en zilveren werken,
op de Artsenijbereidkunde, Zegelwet, e.d. Verbetering
van bestaande en aanleg van nieuwe wegen. Versneld
wegruimen van tollen, zoo groot mogelijke vrijheid van
het vervoer op de wegen. De radio-omroep uitsluitend
dienstbaar aan ontwikkeling en ontspanning. Politieke
propaganda in welken vorm ook uit den aether ge
weerd. Het onderwijs doeltreffender en veel minder
kostbaar. Verbetering der huwelijkswetgeving. Premie-
vrij staatspensioen voor iederen burger, die op 65-jari-
gen leeftijd, gedurende de laatste drie jaren een in
komen had van minder dan gemiddeld duizend gulden
per jaar. Tegengaan van onbeperkte cumulatie van
pensioenen. Staatstoezicht op het bankwezen. Ver
sterking der Volkenbondsgedachte; internationale ont
wapening. Vrede door Recht. De koloniale 'politiek in
de eerste plaats gericht op het belang der koloniën
zeiven.
Naar het Engelsch van GARRET SMITH
(Nadruk Verboden.)
U heeren blijft hier staan, commandeerde hij
barsch, met een stem die weinig in overeenstemming
was met zijn innerlijke gevoelens. Als we allemaal
gaan rondloopen schieten we op elkaar. Ik zal mijn
onderzoek boven beginnen en zoo doorgaan tot onder
toe. Als hij probeeren wil te ontsnappen, laat hem zijn
gang gaan. De jongens buiten krijgen hem dan wel.
De agent de revolver stevig in de hand geklemd,
liep eerst op zijn teenen de trap op, naar de boven
verdieping. De mannen hoorde zijn stevige voetstappen
hun tocht maken van kamer tot kamer door het holle
huis klinken. Het leek wel alsof hij den inbreker wilde
waarschuwen en hoopte dat deze zijn kans om te ont
snappen zou waarnemen.
Af en toe stond hij stil om te luisteren. Het oude
huis scheen vol van vreemde geluiden. Een krakende
wand deed zijn hart wild kloppen. Hij hield zijn adem
in toen hij een muis hoorde knabbelen achter het be
hang. Hij zou willen zweren dat hij in meer dan een
donkere kamer had hooren zuchten en menschelijke
tegenwoordigheid had gevoeld.
In de beneden hall richtte hij zijn wapen op een
spiegel, toen een parapluie die tegen den muur stond,
kletterend op den grond viel. Maar zijn inspectietocht
was zonder resultaat en toch hadden zijn collega's
buiten niemand het huis zien verlaten.
Ellendig raadsel! Blaney ging terug naar de heeren
boven aan de tweede trap. Intusschen had de man in
avondkleeding op zijn teenen en op zijn eigen houtje
een onderzoek ingesteld met behulp van een kleine
zaklantaarn. Blijkbaar waren zijn zenuwen niet zoo
vatbaar voor schokken als die van den politieman.
Hij arriveerde tegelijk met Blaney op het bovenpor-
taal. De derde man wachtte blijkbaar zonder veel
belangstelling op hun rapport.
Hij is er niet, berichtte de man in avondcostuum
triomfantelijk, nadat de agent het negatieve resultaat
van zijn pogingen had opgebiecht. Ik heb elke kast
onderzocht en onder elk meubelstuk gekeken en elke
kamer afgesloten, nadat ik er klaar was. Alle sleutels
in mijn zak!
Wel Allemachtig! U heeft ijzeren zenuwen, zei de
agent bewonderend. Maar toch merk ik dat U geen
deskundige bent op dit gebied, want U bent erg on
voorzichtig geweest; hij had best op U kunnen schie
ten in een van die donkere kamers.
Ik ben niet zoo bang uitgevallen, klonk het beschei
den. Maar nu stel ik het volgende voor. Laten we
met elkaar het heele huis nog eens doorloopen. We
roepen dat we met ons driën zijn en bewijzen dit door
in de hall en in iedere kamer elk wat te zeggen. We
zullen hem waarschuwen dat als hij probeert te schie
ten en een van ons zou raken, de twee overblijvenden
kunnen bewijzen dat hij schuldig is aan moord. Dan
zal hij het wel uit zijn lijf laten. Ik zal de lantaarn wel
dragen en hem zoo houden, dat hij geen trefkans
heeft. We zullen in elke kamer het licht laten schijnen
en die afsluiten als we er klaar zijn.
Heel goed, zei de agent. Is de andere mijnheer
ook van de partij?
Ik ben ook van de partij.
U had allebei bij de politie moeten zijn, mompelde
de man in uniform.
Terwijl ze hun weg tastten naar het portaal, van
de derde verdieping, werd plotseling de lantaarn in
de hand van den gedienstigen drager omgedraaid,
waardoor de man in het overhemd in een lichtkring
kwam te staan.
Er klonk een nijdige vloek.
Neemt U me niet kwalijk, exuseerde de man in
avondcostuum zich, 't gebeurde bij ongeluk.
Maar het incident scheen hem evenzeer te amusee
ren als dat het de anderen had doen schrikken; hij
schokte met de schouders van pret, toen hij het licht
weer omkeerde.
Van kamer tot kamer, in iedere verborgen hoek,
van den vliering tot den kelder, deden zij hun gevaar
lijken tocht. Maar er kwam nergens antwoord op hun
sommatie tot overgave of aanbod van een wapenstil
stand, en er was geen geluid dat op de tegenwoordig
heid van een vierden persoon in huis wees.
Terug op hun strategische basis op de tweede ver
dieping, informeerde de politiedienaar:
Kan hij niet verborgen zijn op een plaats waar wij
niet geweest zijn? Heeft U ook geheime gangen of iets
dergelijks? Heeft U dit huis al lang? Sommige van deze
oude huizen waren vroeger speelhuizen. Weet U zeker
dat er geen geheime hoeken zijn, draaiende paneelen
met verborgen kasten, of zoo iets?
Geen spleet, antwoordde de man in het overhemd.
Elk raam en deur sluit aan den binnenkant, ook
het nachtslot op de voordeur.
Dan is er maar één verklaring, besliste Blaney.
Hij was sluw, die vent. Hij heeft zeker binnen ge
luisterd aan dat venster, toen U de tralies recht zette
en toen hij er uit wipte, zette hij ze weer net zoo neer.
Hij sloop in de schaduw van de boomen en verborg
zich voor de politie kwam in een anderen voorhof
totdat hij zijn kans schoon zag. Hij zal nu al wel mijlen
weg zijn.
Kan zijn, gaf de man in het dinercostuum grom
mend toe, Hij scheen afgetrokken en ontevreden,
alsof hij met zichzelf in tweestrijd was over de ver
klaring van deze onbegrijpelijke ontvluchting.
Het spijt me dat hij ontsnapt is, zei de eigenaar
van het huis. Maar in elk geval hebben jullie hem
op de vlucht gejaagd en mij bewaard voor de kans
om vannacht vermoord te worden. Laat mij mijn dank
baarheid toonen door U iets te drinken aan te bieden
voor U weggaat. Ik heb een uitstekende flesch in mijn
slaapkamer; ik wilde juist een slaapmutsje nemen
toen de voorstelling begon.
Dat zal ik niet weigeren, lachte agent Blaney
likkebaardend.
Ze gingen naar de slaapkamer van den heer des
huizes.
Dit is voor het dapperste en ijverigste lid van onze
politiemacht, zei de gastheer, terwijl hij den politieman
een glaasje likeur aanbood.
Blaney hoorde deze toast met gemengde gevoelens
aan; de ondertoon van ironie erin ontging hem niet
geheel. Bovendien werd hij nog steeds gekweld door
het probleem van de geheimzinnige verdwijning van
den inbreker en hij luisterde nog steeds naar geluiden
in de donkere ruimten van het huis. Ik heb veel
uit te leggen aan mijn chef, zuchtte hij toen hij opstond.
Ik ben lang uit mijn straatdienst weggebleven.
Maak je daarover maar niet bezorgd, stelde zijn
gastheer gerust. Ik zal ze morgen op het bureau
wel komen inlichten. En U mijnheer, zei hij, zich tot
den anderen heer wendend, ik kan U niet genoeg
dankbaar zijn voor Uw opmerkzaamheid. Ik had wel
vermoord kunnen worden in mijn bed, zooals ik zoo
even al zei.
't Is niet de moeite waard, weerde de ander af.
Maar zullen we ons niet aan elkaar voorstellen?
We zijn buren en behooren elkaar te kennen na deze
romantische ontmoeting.
Mijn naam is Forsythe, James H. Forsythe, ant
woordde de gastheer; een beetje stijfjes zoo het scheen.
De man in avondtoilet haalde een keurig etui met
monogram uit den zak, kreeg daaruit een bedrukte
kaart en overhandigde die aan den ander.
Mijn visitekaartje, Sir!
Zijn gastheer nam het ietwat aarzelend aan en las
het. Ontzetting teekende zich af op zijn gezicht. Zijn
hand greep naar het automatische pistool. Maar de
beweging van dedn ander was sneller. Op hetzelfde
oogenblik vond zijn gastheer zijn rechterarm die het
wapen hield, in de zijde gedrukt, terwijl de revolver
van den man in rok recht op zijn gezicht gericht was.
De handboeien agent, zei de gast.
Wat voor den duivel heeft dit te beteekenen?
vroeg Blaney, stokstijf van verbazing.
Het beteekent dat onze pseudo-gastheer de vent
is waarop je jacht hebt gemaakt, en dat ik de werke
lijke bewoner van dit huis ben. Als je het kaartje op
raapt, dat mijnheer daar heeft laten vallen, kan je het
zien. Op het kaartje las de agent de naam James H.
Forsythe.
Je kunt meer van deze kaarten vinden in het
kaarten-étui dat ook mijn monogram draagt. Je kunt
in mijn zak brieven vinden met mijn adres, de sleutels
van dit huis en nog veel meer als je nog andere bewij
zen noodig hebt na het feit dat deze knaap me trachtte
neer te schieten toen hij mijn naam las. Je kunt mijn
naam ook in het telefoonboek vinden dat hangt aan een
koperen haak aan den muur boven het telefoontoe
stel, in de ruimte onder de trap op de eerste verdieping.
Blaney ontworstelde zich aan zijn verbazing en
legde de handboeien aan.
De zaak is verbroddeld: Je hebt me, zei de arres
tant gelaten. Maar waarom al die hocus-pocus?
Ja mijnheer, erkende Blaney, verheugd over de
onderworpenheid van zijn gevangene. Waarom
hebt U mij niet direct gezegd wie U was, inplaats dat
U me een klopjacht hebt laten maken, om er grijze
haren van te krijgen?
Kom, kom, Heeren, laten we de zaak niet zoo
somber opvatten. Ik geef toe dat ik het geval een
beetje melodramatisch heb behandeld. Ik ben je inder
daad een verklaring schuldig, agent. Kijk eens, ik nam
aan dat jij wel direct begrepen had dat ik de bewoner
van het huis ben. Ik merkte pas dat dit niet het geval
was, toen ik zag dat je je liet overdonderen door de
brutaliteit van onzen vriend hier toen wij hem ver
rasten bij zijn werk. Maar ik was op dat oogenblik
bang dat hij op ons zou schieten als ik je waarschuwde,
daarom speelde ik voor argelooze toeschouwer. En hij
van zijn kant speelde zijn rol zoo buitengewoon, dat
er niets anders voor mij opzat dan kalm te wachten.
Hij maakte echter een fout. Toen ik het licht op hem
liet vallen toen we de trap opgingen, strompelde hij
jrond, zooals iemand alleen in een wildvreemd huis
doet. Ik dacht dat U toen Uw conclusies wel zou
hebben getrokken, agent. Ik ben vroeger wel eens in
aanraking gekomen met gentleman-schurken, en nooit
met gewone inbrekers, maar dat is iets dat je toch
direct had moeten opvallen, zou ik denken. Mijn werk
in dienst van de regeering is gericht op de bestrijding
van de misdaad, zoodat ik bovendien nog min of meer
professioneele interesse voor dit geval had.
Hij sloeg zijn jas even terug en wat de ongelukkige
Blaney daar zag, deed zijn laatste spoortje twijfel
verdwijnen.
En nu heeren, zei de bewoner van nummer tien,
laat ik U als werkelijk gastheer iets mogen aan
bieden. Ik weet waar het buffet is. We zullen nog
eens drinken, voordat we aan dit aangename onder
houd een einde maken. Hij richtte zich tot den in
breker: Je moet weten, mijn waarde, je maakte
nog een andere fout. Maar ik neem het den agent niet
kwalijk, dat hij dat niet opmerkte. Als je beter op de
hoogte was geweest van wat hier in huis is, had je
ons wel op iets fatsoenlijkers getracteerd dan het
bocht neem me niet kwalijkdat jezelf meege
bracht hebt.
Ze gingen naar de eetkamer en dronken een goed
glas wijn. Hun ex-gastheer was ook van de partij en
het was, de omstandigheden in aanmerking genomen,
een gezellig samenzijn.
Nadat hij den agent en diens arrestant had uitge
laten, stond de man in het diner-toilet een oogenblik
peinzend in de hall rond te kijken. Hij trok aan de
plaats waar de snor gezeten had, die hij kort geleden
had opgeofferd aan de eischen van zijn beroep.
Daarna ging hij kalm naar de slaapkamer op de
tweede verdieping en stopte alles weer in de zakken
van het daagsche pak dat daar in de kleerenkast hing.
De visitekaartjes, het kaartenétui, de brieven, het
insigne van den „geheimen dienst", de sleutels, alles,
wat hij er uit had gehaald, toen hij tijdens Blaney's
onderzoekingstocht, op eigen gelegenheid huiszoeking
had gedaan. Dat nauwkeurige onderzoek van het
huis had hem ook op de hoogte gebracht van de
plaats van de safe in den muur achter het buffet in
de eetkamer.
Hij ging thans zijn belangstelling aan die berg
plaats wijden, en enkele minufen later stapte hij de
voordeur uit van nummer tien met het tafelzilver en
de juweelen van de afwezige familie Forsythe in de
groote valsche zakken onder zijn avondtoilet.
De temperatuur was afgekoeld, terwijl het drama
zich daar binnen had afgespeeld en een frissche wind
verkoelde zijn wangen. Het vage grijs van den vroegen
dageraad kleurde de lucht boven de daken. Hij bleef
even staan op de nog donkere stoeptreden en haalde
diep en tevreden adem. Daarop liep hij de stoep af
enin de armen van agent Blaney.
't Is zooals ik dacht, maar ik heb op je gewacht
om het je te kunnen bewijzen, zei de geduldige hoe
der der veiligheid terwijl hij den man in avond-toilet
de handboeien aandeed.
Kijk eens hier mijn jongen, vervolgde hij opge
wekt,, als je niet had geprobeerd voor gastheer
te spelen, dan had je weg kunnen komen met je baga
ge. Maar toen je ons naar de eetkamer bracht, en
wij voor de deur stonden, drukte je even daartegen,
terwijl 'hij naar buiten openging. Dat heeft je ver
raden, mannetje, want ieder mensch weet of de deur
van zijn eigen eetkamer naar binnen of naar buiten
opengaat!
EINDE.
Mevr. Vlijm: Ik lees daar net, dat op de Waikiki-
eilanden een vrouw verkocht wordt voor tien gulden.
Is het niet schandelijk?
Meneer Vlijm: Och, ja, maar in elk land heb je nu
eenmaal afzeters.
Och, wat een aardig jochie heeft U toch, me
vrouw Knibbel, zie eens, hoe hij die poes knuffelt.
Wat moet hij wel worden, als ie groot is?
Nou, mevrouw Visch, nu U het vraagt: omdat
die jongen zoo dol is op dieren, dachten we, dat we
maar een slager van hem moesten maken.
BEVALLEN: M. J. DraaismaWesterwoudt, z.; H.
C. PostmaPlugge, ,z; A. B. KrijgsmanBrada, z.;
A. J. M. van der HulstHeemskerk, d.; G. M. H. B.
BijvoetWittkampf, d.;
GETROUWD: C. H. Schipper en C. Zijlstra.
OVERLEDEN: C. J. Scholts, 38 j. wonende te
Haarlem.
GEVESTIGD: A. J. Jochems, Platanenlaan 8, Bloe
mendaal; A. P. Kwast, Rijnegomlaan 9, Aerdenhout;
A. J. de Lint, Vondellaan 14, Aerdenhout; P. J. Witte-
man, Bloemendaalscheweg 189, Overveen; K. A. Smit,
Julianalaan 42, Overveen; J. W. L. van de Linde,
Zandvoorterweg 30, Aerdenhout; J. Visser, Bloemend,
straatweg 123B, Santpoort-Station.
ZONDAG 2 JUNI 1929.
BLOEMENDAAL.
NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur.
Ds. G. W. C. Vunderink, Zeist.
JONGELIEDENSAMENKOMST in gebouw
„Maranatha", des voormiddags 10 uur:
Geen opgaaf ontvangen.
GEREFORMEERDE KERK, voormiddags 10 uur.
Ds. J. C. Brussaard.
n.m. 5 uur: Prof. A. A. van Schelven.
NEDERLANDSCHE PROTESTANTENBOND in
het Bondskerkje, Potgieterweg 4, v.m. 10.30 uur.
Prot. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga.
Hoogleeraar, Santpoort.
„Waarom naar de Kerk?"
VRIJE KATHOLIEKE KERK, Popellaan,
Zondag 10.30 v.m. Gezongen H. Mis.
Woensdag 7.30 v.m. Stille H. Mis.
Zaterdag 7.30 v.m. Stille H. Mis.
OVERVEEN.
NED. HERV. GEMEENTE (Ramplaan) v.m. 10 uur,
Ds. J. C. van Dijk.
AERDENHOUT.
„RELIGIEUZE KRING" AerdenhoutBentveld.
Vereenigingslokaal Eikenlaan 5, v.m. 10.30 uur.
Ds. A. C. de Regt, Rem. Pred., Groningen.
SANTPOORT.
NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur.
Ds. F. Oort, ber. Pred. van Rottevalle.
Collecte Orgelfonds.
Donderdag 6 Juni n.m. 2.30 huwelijksinzegening
van A. W. Volmer en C. M. van Dillewijn door
Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga.