h
up
jj§
sp
mp
J. P. KENZEN
PLASTISCHE KUNST
SVEREENIGING
Nieuws
Stand
Schaakrubriek
Kerkagenda
St
n
§j§
i
i
al
Müi
B
Philips radiotoestellen
Erres radiotoestellen
RGIS ZN.
N MOURIK
0, TELEF. 13765
ANTCASSEE az*
m
WÊ 'IP
u
mi
Stofzuigers en Rijwielen
IVEGERS
.ARLEM - TEL. 13310
ERKERK
DRES VOOR CREMATIE^
wordt de helft van het
lien niet 24 uur tevoren
igeld van één dag ver-
z
logies vooruit te betalen.
itstreeks met den gérant
rstrekt de Administratie:
Tel. no. 696.
>r wie het bijwonen van
aarlijk zou zijn, is een
ierd.
n, zooals aanvragen van
logies enz. direct tot de
ie cursisten zich niet zoo
louden aan de huisorde,
iderd de Rookkamer) en
mag worden. Mogen wij
orschrift herinneren?
B.-vereeniging verscheen
i de vertaling van Nico
i gezet uit de Erasmus-
sierkunstenaar S. H. de
gesatineerd papier ,,Sa-
Bürhmann's Papiergroot-
ling in „Boekennieuws
toegezonden exemplaar
i we, vooral om de bijna
•k als een waardeerbaar
A voor hen, die het nog
e het reeds kennen, doch
ivangen.
d en reeds geruimen tijd
d. De Brederodeweg zal
opengesteld worden. Als
jen zijn opengesteld, dan
en dat beide wegen kant
p lange na nog niet het
Dg in orde gebracht wcr-
van een topeca-dek voor-
;en en ander zal echter
Daar weken.
TE HAARLEM.
a.s. Maandag 's naniid-
duw" te Haarlem publiek
inboedel wegens vertrek
éen en ten verzoeke van
ckweg te Haarlem,
ke ameublementen, vazen,
iz. De goederen zullen in
igen zijn Zondag a.s. van
ran 9 uur tot aanvang der
iere bijzonderheden ver-
:ntie voorkomend in dit
nstraat te Scheveningen,
n Slack wordt van heden,
Juli. een tentoonstelling
teekenwerk door onzen
Rien Slack zal om 3 uur
nleidend wordt openen.
nitOosthuijsen, d.
Ie Vos en G. de Vries,
n Luijken en R. A. Ver-
E. Gibbons,
i, Boschlaan 8, Bloemcn-
>rte Parkweg 4, Bloemen'
kkerlaan 25, Bloemendaa
BWËMÊNJMli
OPGERICHT 1828
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den
Schaakredacteur, De Gcnestetweg 23, Bloeinendaal.
PROBLEEM No. 212").
F. LAZARD (Parijs).
Mat in vier zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kd5 Tal, Th2, Pbl, Pd2, c2.
Zwart: Kei, Tdl, Pa7, Pg7, b4, b5, f5.
PARTIJ No. 86.
Gespeeld in den landenwedstrijd WeenenBeneden-
Oostenrijk, 3 Maart 1929.
Wj|: Zwart:
Dr. H. GEIGER S. BEUTUM
(Weenen).
GEWEIGERD DAME-GAMBIET.
1.
2.
3.
4.
d2d4
c2c4
Pbl— c3
c4Xd5
d7d5
e7e6
c7c6
Wit is er wel erg vlug bij met dezen ruil. Zeer goed
kon gebeuren 4. Pf3 (en op 4dc4 5. a4!).
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Pgl— f3
Lel—f4
Lf4Xd6
e2e3
Lfl—d3
e6Xd5
Pg8—f6
Lf8d6
Dd8Xd6
Lc8—f5
L,f5g6
Tempoverlies. Zwart moest direct op d3 ruilen.
10. Pf3e5 Pb8d7
11. f2—f4! Lg6Xd3
12. Ddl Xd3 O—O
13. O—O Tf8—e8
14. Tfl—f3 Pf6—e4
15. Tf3—h3
Natuurlijk niet 15. Pc3Xe4, d5Xe4; 16. Dd3Xe4?,
wegens 16f61.
15f7—f6
Een misrekening. Er moest f7f5 geschieden, ook
al is dan het Paard op e5 niet te verdrijven, behoudens
natuurlijk door ruil.
16. Pc3Xe4 Pd7Xe5?
Minder slecht was 16d5Xe4; 17. Dd3b3f,
Dd6d51. Als Wit dan op d7 neemt, heeft hij na
b7b6! maar één pion meer, daar het Paard er niet
meer uitkomt.
17. Pe4Xf6f g7Xf6
18. Dd3Xh7f Kg8—f8
19. f4Xe5 Opgegeven.
Wegens de dreiging Tg3 is 19De6 zoo
goed als gedwongen en dan beslist 20. Tfl.
OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No. 63.
(J. HASEK).
Stand der stukken:
Wit: Kdl, Tc2, Tgl, d2.
Zwart: Ke5, Tc4, Tf2, Pe2, d5.
1. Tgl—el,
Tc4Xc2(of Tc4e4; 2. d2d3 en Wit houd gemakke
lijk remise); 2. TelXe2fl, Tf2Xe2; 3. d2d4f en
Wit is pat.
GOEDE UITWERKING ontvangen van:
J. van Gulik, te Overveen.
P. Mars,'te Santpoort.
*)Eerste prijs, thema-tournooi „Dresdner Anzeiqer'
(1926),
ALLE MERKEN
BETALING IN OVERLEG
VERBINDINGSWEG 10 - TELEFOON 22608
REACTIE OP HET IMPRESSIONISME.
Niemand onzer zal de waarde willen ontkennen,
welke het impressionisme in onze schilderkunst der
XlXe eeuw heeft gehad. Vrij algemeen wordt de be-
teekenis beseft van figuren als de Marissen, een
Anton Mauve, een Neuhuys, een Jozef Israels in 't
bijzonder en ook de werken der generatie, die ge
schiedkundig bezien direct op die der Haagsche groot
meesters is gevolgd, n.l. die der Amsterdamsche school
teekent natuurlijk niet een geringschatting van de
beste werken van de, in den aanvang genoemde, ver
tegenwoordigers dezer richting (en om het geval min
der provinciaal te zien, zouden we zeer zeker de
groote buitenlandsche scholen niet mogen vergeten),
doch de algemeene geestesgesteldheid van den tijd
maakt een voortduren van het impressionisme als
scheppende richting onmogelijk. Het impressionisme
RAOUL HYNCKES
STILLEVEN (OLIEVERF)
(CLICHÉ „OP DE HOOGTE")
o a. een Allebé, een Breitner, een Witsen, met hun
reeds verdiept impressionisme, behooren tot gemeen
goed van ieder eenigszins ontwikkeld mensch.
Het ligt niet in mijn bedoeling om thans uitvoerig
stil te staan bij alle kunstrichtingen en „ismen" die na
de bovengenoemden de kunstwereld in meerdere of
mindere mate in beroering gebracht hebben. Zulks
zou te ver voeren en bovendien te veel het karakter
van een dorre theoretische verhandeling krijgen. Der
gelijke beschouwingen kunnen n. m. m. vooral vrucht
dragend zijn, wanneer zij worden gehouden, hetzij
aan de hand van vele afbeeldingen, dus in boekvorm,
stelt geen problemen. Zeer zeker was het historisch
noodzakelijk als reactie op de slappe XlXe eeuwsche
romantiek der vijftiger en zestiger jaren. Zeer typee
rend is ook de beperktheid van het onderwerp der
ras-impressionisten n.l. tot het landschap of het binnen
huis. Groote psychische conflicten kennen zij niet.
Waar deze wel optreden, zien we direct een andere
keuze van onderwerp, zooals bij Jozef Israels of b.v.
Breitner en later Floris Verster.
Tegelijk met de opkomst van nieuwe maatschappe
lijke en geestelijke idealen, voltrekken zich de wijzi
gingen op kunstgebied. Het is omstreeks de jaren
RAOUL HYNCKES
STILLEVEN (OLIEVERF)
(CLICHÉ „OP DE HOOGTE")
hetzij voor de werken, die men onderling wenscht te
vergelijken of op andere wil beschouwen, zelve, het
geen dus wil zeggen in de openbare schilderijen-col
lecties.
Waar ik hier echter boven dit stukje heb gezet
„Reactie op het Impressionisme" stel ik er prijs op
dit ook even nader te verklaren.
Het Impressionisme is in de eerste plaats een kunst
richting die voor onzen tijd heeft afgedaan. Dat be-
1890. De kunst van Vincent van Gogh wordt ontdekt,
de jonge architectuur en kunstnijverheidbeweging zet
in. tegelijk met den strijd voor de monumentale kun
sten. Namen als Toorop, Thorn Prikker, Roland Holst,
Van Konijnenburg krijgen in de eerste jaren der XXste
eeuw reeds hun definitieve beteekenis.
In de vrije schilderkunst ontstaan achtereenvolgens
vooral onder Franschen invloed pleinairisme, cu-
bisme, futurisme, etc., die hoe ze ook van karakter
mogen verschillen één factor gemeen hebben, n.l. afkeer
van het impressionisme, van de loutere sfeer-schilde
ring, van het ding om zich zelf, zonder er de diepere
waarden van op te sporen en zonder er iets anders
van te willen geven dan een afbeelding onder een of
andere typische tijdelijke belichting.
Het impressionisme, niet te verwarren met realis
me want inderdaad: that makes a difference!
is dus als scheppende kunstinrichting voor dezen
tijd dood. Dat al die schilderende dames en heeren,
die maar steeds vlijtig voortgaan met het fabriceeren
van „lieve" impressionistische schilderijtjes, dit eens
even mogen bedenken.
Wij geven hier twee afbeeldingen van werken van
den schilder Raoul Hynckes, wiens schilderijen
korten tijd geleden in den Kunsthandel Van Lier te
Amsterdam waren tentoongesteld.
Wie zich tot ernstige beschouwing van dezen arbeid
zet zal echter goed doen zich van te voren zooveel
mogelijk te bevrijden van alles wat men zou kunnen
rekenen te behooren tot een impressionistisch gerichte
of beïnvloede waardeering. Want dit moet wel na
drukkelijk gezegd worden, dat alle bekende en ge
renommeerde adjectieven, zooals die in de impressio
nistische boedelbeschrijving van eenige generaties
gemeengoed zijn geworden, ten eenen male ontoe
reikend zouden blijken om ook maar iets van dit werk
nader te karakteriseeren.
Men bedenke dit wel, want zelfs zij die in hun waar
deeringen dikwijls blijk geven van een zekere ruim
heid van opvatting, gaan toch (soms schier onbewust)
nog zoo vaak gebukt onder een ik zou haast zeggen
impressionistisch erfelijk belast zijn.
In de olieverfschilderijen van Raoul Hynckes wer-
ken verschillende invloeden door, niet slechts klakke
loos overgenomen en tot systeem gemaakte methoden
van de groote voorgangers, doch wel degelijk ge
groeid tot een vorm, die een eigenheid en een soms
reeds belangrijke expressiviteit verraadt. Er is bij
Hynckes een diepe en overtuigde drang naar een zeer
scherpe projectie van het waargenomene, dat met een
heel eigen, dikwijls doorzichtig, constructie-systeem,
vooral in zijn stillevens, tot bijwijlen verrassende com
posities herschapen werd.
Als vele andere der jongere schildersgeneratie heeft
ook Hynckes de les van den grooten Franschman
Cézanne begrepen. Cézanne, die het impressionisme
van zijn tijd wilde verdiepen en verbreeden tot wat
hij zoo kernachtig zeide: „quelque chose de solide et
de durable comme l'art des Musées"1), die zocht naar
den gesloten vorm, naar den opbouw van het schil
derij in kleurvakken (in. zekeren zin dus decoratief)
hetgeen hij eens treffend uitdrukte door het volgende:
„traiter la nature par le cylindre, la sphère, le cöne,
le tout mis en perspective, soit que chaque cöté d'un
objet, d'n plan, se dirige vers un point central". 2)
Wel ver staat deze bewustheid van den groot
meester van Aix af van het lyrisch subjectivisme der
dames en heeren epigonen van het impressionisme.
En toch worden er „alsmaar" landschapjes, gember-
potjes met Oost-Indische kers en stillevens merk „net
echt" geschilderd. Het behoeft wel geen betoog dat
de stillevens zooals Hynckes die schildert in wezen
vijandig staan tegenover elk individualisme, dat de
kunst wil verlagen tot een liefhebberij voor hen, die
slechts de visueele genieting zoeken. Noch is het zijn
doel de werkelijkheid af te beelden om haar zelfs
wille, noch om deze te verbeteren. Hij is er diep
van overtuigd, en hij waarlijk niet alleen onder de
waarachtige kunstenaren! dat al deze werkelijkheid
voor den schilder slechts de aanleiding is tot
het bepalen van zijn visie op de dagelijksche dingen,
die hij projecteert door de lens zijner innerlijke be
leving tot een nieuwe werkelijkheid of onwerke
lijkheid. De kunstenaar gaat het slechts om de waarde
van zijn beeld, om de idealiteit van dit beeld, zonder
het tot een strijdobject te maken van de intuïtieve
gevoelsuiting tegenover het intellectueel aestheticisme,
of omgekeerd.
De kunstenaar en dat bepaalt juist de eeuwige
waarde en het durend anders worden van den vorm,
waarin zijp kunst zich verwerkelijkt ontdekt de
realiteit steeds opnieuw, hij verbeeldt ze op zijn wijze.
Steeds is ze hem het middel om iets uit te drukken,
nimmer is het zijn doel, een „schilderijtje" te maken!
A. VAN DER BOOM.
„iets degelijks en bljjvends als de kunst der musea".
2) „de natuur terug brengen tot de cylinder, de bol, de
kegel, het geheel in perspectief gebracht, hetzij dat elke zjjde
van een voorwerp, van een plat vlak, zich richt naar een
centraal punt".
ZONDAG 16 JUNI 1929.
BLOEMEND AAL.
NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur.
Ds. W. A. Hoek, Amsterdam.
JONGELIEDENSAMENKOMST in gebouw
„Maranatha", des voormiddags 10 uur:
Ds. C. G. Postma, te Overveen.
GEREFORMEERDE KERK. voormiddags 10 uur.
Ds. J. C. Brussaard.
NEDERLANDSCHE PROTESTANTENBOND in
het Bondskerkje, Potgieterweg 4, v.m. 10.30 uur.
Ds. H. H. Dorgelo, Naarden.
VRIJE KATHOLIEKE KERK, Popellaan,
Zondag 10.30 v.m. Gezongen H. Mis.
Woensdag 7.30 v.m. Stille H. Mis.
Zaterdag 7.30 v.m. Stille H. Mis.
OVERVEEN.
NED. HERV. GEMEENTE (Ramplaan) v.m. 10 uur,
De heer K. Koopman.
AERDENHOUT.
„RELIGIEUZE KRING" AerdenhoutBentveld.
Vereenigingslokaal Eikenlaan 5. v.m. 10.30 uur,
Dr. W. A. F. Korff, Ned. Herv. Pred., Heemstede.
SANTPOORT.
NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur.
Prot. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga.
„Geen uitstel"! (Ps. 95:7-8).