Alles wat groeit en bloeit maken en repareeren w Het UtoememSaalseSi Weekblad. 2§A^g&s§tys 1939. Tweed© Blad. LOSSE BLAADJES. Met een boekske in een hoekske. Jubileumtentoonstelling van Tuinbouw en Plantkunde. Grootsche opzet. Titels van boeken. P. WIL] Standplaats Telefoo Kantoor: Oranji r^svr. B. van Ke hervat beg hare Pij Programma f dal Jaarverslag i Ziekenhuis 24® Jaargang. Ne. 33. (Nadruk verboden). Na de vacantie. Kijk, kijk," zei Piet, „daar heb je Gijs! Terug van de vacantiereis Veel moois gezien, en is het goed bevallen?" „Bah!" sprak zijn vriend, „ik had niets dan pech, Voortdurend regen, 'n modderweg, Dat doet natuurlijk je plezier vergallen. Je keek die grijze lucht soms aan, En waagde 't om er uit te gaan, Doch nauwelijks waren'we uit 't logiees vertrokken, Of dadelijk plaste 't water neer En gingen we hötelwaarts weer; Het was geen doen, zoo kletsnat rond te sjokken. En kijk nu, wat een ommekeer: Nu is 't waarempel prachtig weer, Maar 'k moet aan 't werk, aar mijn vacantie om is!" „Nu, 'k hoor, genoten heb je niet," Hernam vriend Piet, „ja man, je ziet, Dat weggaan met zulk weertje dom is. Je had ook moeten doen als ik: 'k Verveelde mij' geen oogenblik; Ik heb 't uitstekend met het weer getroffen. Was rnaar gebleven in de stad; Twee buitjes heb ik maar gehad! Dat is toch wat je noemt geweldig boffen!" „Zeg, maak dat nou je Grootje wijs! 'k Ben niet van gist'ren!" sprak vriend Gijs. „'li Geloof het niet, dat zeg je om te plagen!" „Neen", sprak toen Piet, ,,'t is eerlijk waar: Er vielen slechts twee buien, maar Een duurde tien, en d'ander veertien dagen!" Brokjes Levenswijshes©. Wij lezen veel tegenwoordig. De kranten vol staan niet meer met één enkele uitgave per dag; we krijgen ochtend-, middag- en avond edities. En elke editie dijt uit tot een heele bi bliotheek. De openbare leeszalen voorzien ons doorloopend van allerhande lectuur. Boven dien zijn er nog altijd menschen die boeken koopen. De stroom drukwerken, die jaarlijks van de persen verschijnt, rijst al meer en meer. De ca talogi van den boekhandel zijn niet langer bij te houden. Zóó overstelpend wordt de boeken productie, dat de uitgevers gemeend hebben het voorbeeld van de groentekweekers en ka toenbouwers te moeten volgen door op inkrim ping van den oogst aan te dringen. Het tegenwoordige boek is een ééndags vlieg. Het artikel lectuur is aan markt en mo de onderhevig zoogoed als de tabak en de vrouwenkleeding. Heden rookt men dit merk en morgen is men 't voor het andere vergeten. Heden is het nieuwste snufje van gister hope loos ouderwetsch geworden. Het boek, dat men een half jaar geleden in ieders hand zag, ligt thans onder 't stof van den rommelzolder begraven. Een nieuwe „Schla ger" is verschenen, en deze „best seller" van het moment zal over een half jaar op zijn beurt on verkoopbaar zijn. Een professor uit de achttiende eeuw droeg den bijnaam „helluo librorum", „verslinder van boeken". Toen ik onlangs de voedering van de zeeleeuwen in den dierentuin bijwoonde, dach' ik ons hedendaagsch lezerspubliek. De boek hand^ gaat rond en werpt uit zijn emmer de klanten hun brokje vóór; ze happen, slikken en zóó is de maaltijd verteerd Onrustig scholen ze tezamen voor de volgende voedering. Lezen is wel de mooiste kunst, welke een mensch kan leeren. Een boek blijft het koste lijkste geschenk. Wij mogen erkentelijk zijn voor dezen overvloed van lectuur. Want over vloed met er zijn om keus mogelijk te maken. De geestelijke behoeften verschillen nog meer dan de stoffelijke. Wat den één mondt, lust de ander niet. Voor ieder is onder de duizenderlei boeken tenslotte misschien maar één boek ge schreven. Dit ééne boek te vinden, is het hoogste geluk dat 'n lezer ten-deel kan vallen. 'tBoek naar zijn hart, zijn lievelingsboek. Het boek, dat hij leest en herleest, het versleten is. Het boek, dat hij meeneemt op reis, dat hij naast zijn hoofdkus sen legt; het boek, waarmee hij leeft als met een vriend. Het boek, dat hij, als hij 't heeft stuk gelezen, niet meer opnieuw behoeft aan te schaffen, omdat hij 't van buiten kent. Slechts wie dit boek heeft gevonden, heeft de kunst van lezen geleerd. Hem is lectuur ge worden wat het moet zyn: levensverrijking, levehsbezit. Guido Gezelle heeft zoo aandoenlijk mooi uitgesproken, wat zijn oude brevier voor hem is geweest. „Als zorge mijn herte verslinden, Als moeheid van 's werelds getier; Dan zoek ik weêrom den beminden, Dan grijp ik den ouden brevier." Dit oude gebedenboekje kon den priester dichter niets nieuws leeren; het waren de duizendmaal geprevelde woorden, die hem het gemoed verhelderden. Juist omdat hij met hun inhoud zoo innig vertrouwd was, konden ze zoo veel voor hem zijn. Wie zulk een boekje bezit, dat hij heeft op genomen in zijn geest, dat hij leest en herleest, kent en herkent, zal er ondanks het bekende telkens iets nieuws in vinden. Het oude woord leent zich in verband met de veranderde om standigheden voortdurend tot nieuwe overden kingen. Want zoo'n woord wordt een sleutel, die de schatkamers van 's lezers eigen gevoel en ge dachte doet openspringen. Wij zijn het zelf, die de wijsheid en schoonheid voortbrengen, welke wij meenen te lezen. Lectuur maakt onze gees telijke vermogens actief, brengt snaren in ons aan 't trillen, wekt gedachten, herinneringen, plannen. Het meeste lezen wij in ons lievelings boek tusschen de regels; wij lezen het ijverigst, wanneer wij, peinzend over het gelezene, het boek uit onze hand laten vallen en ons over geven aan ons gemijmer. „Hoemeer gij in mij zoekt, temeer gij in mij vindt", heet het in een oud rijmpje over een eerwaard boek. Een boek is er niet om ons, gelijk een film, af te leiden en in spanning te houden. Lectuur is een andersoortig procédé. Lectuur veronderstelt- zelfwerkzaamheid. Bij lectuur moeten wij stilstaan, moeten wij zoe ken om eenmaal te vinden. Dat elk onzer zoo'n boekske had om mee in een hoekske te zitten! Voor ieder zou het een ander zijn. Vroeger meende men, dat er voor de groote verscheidenheid van menschen maar één boek bestond, dat voor allen het eenige en ware was. Thans ziet men in, dat het eenige en ware voor ieder verschillend kan zijn, om dat het eenige en ware het strikt persoon lijke is. H. G. CANNEGIETER. boekske 2. Bloemend-aal-Velsen der Kon. Tuinbouw en Plantkunde V©@r de practische we&iw» WENKEN VOOR DE HUISHOUDING. Bij het wasschen van fijne mousseline kraag jes, blouses of andere dingen, gebruike men borax liever dan soda. Borax geeft hier het zelfde resultaat maar is lang niet zoo scherp. Zakdoeken moeten bij voorkeur in koud water worden geweekt, waartoe men in dit koude water een weinig zout heeft gedaan, Eerst daarna behoort het wasschen plaats te vinden. Als men bij het wasschen zinken tobben ge bruikt, moet men na afloop der wasch beslist het zink droog wrijven om roesten te voor komen en te beletten, dat metaal-bestand- deelen de kleeren bederven. Houten tobben mogen nooit droog staan. Als men ze niet gebruikt moeten zij toch steeds eèn flinken rand water bevatten. Dit is om het z.g. werken van het hout te voorkomen. Indien men een wringmachine bezit, moet men bedenken altijd na het gebruik de schroe ven waarmede men de rollen regelt, los te draaien. Hierdoor voorkomt men, dat op de rollen roestvlekken komen, waardoor de wasch vuil zou kunnen worden en bovendien blijven de rollen dan niet al te langen tijd in een gespan nen toestand, hetgeen voor de machine zeer 'schadelijk is. Alvorens de te wringen stukken in de machine te steken, moet men toezien dat alle deelen even dik gevouwen zijn. Ook dit dient om te voorkomen dat de rollen op enkele plaatsen te strak gespannen word,en. GEDROOGD FRUIT KOKEN. 8 Als men gedroogde vruchten in kokend water drenkt, inplaats van in het gebruikelijke koude water, zullen de vruchten veel vlugger zwel len. Als er nu bovendien nog een theelepel azijn aan het kokende water wordt toegevoegd, zul len zij tevens veel smakelijker worden. Men moet gedroogd fruit altijd koken in hetzelfde water, waarin men het heeft laten drenken of zacht worden. Jan kwam thuis en zei tegen zijn moeder: „Moeder, het had één woordje gescheeld, of ik had al Hein zijn knikkers". „Zoo" vroeg moeder, „hoe dat zoo?" „Ik vroeg aan Hein, of ik zijn knikkers kreeg. Als hij nu ja gezegd had, zou ik ze hebben ge had, maar hij heeft neen gezegd". De afdeeling Ned. Maats, voor jubileert. Gevierd wordt het 12% jarig bestaan der afdeeling met het houden eener groote tentoon stelling. De viering geschiedt wat laat. Maar, dat kon eenmaal niet anders, vvilse worden be reikt wat met de tentoonstelling wordt beoogd te laten zien: alles wat groeit en bloeit en dan natuurlijk in onze gemeente. Want deze ten toonstelling zal een uitsluitend Bloemendaalsch karakter krijgen. De afdeeling is tot stand gekomen, dank zij het initiatief der heeren Frits Cremer, de zoon van wijlen den oud-minister J. T. Cremer van Duin en Kruidberg, en van Jhr. Mock, den be kenden vooraanstaande persoonlijkheid uit de kringen van Tuinbouw en Plantkunde. De eerste samenkomst, waarop in principe is besloten de afdeeling te stichten werd gehouden ten huize van den heer Frits Cremer. Verschillende vakmannen woonden haar bij in het najaar van 1917. In Januari 1918 had in onze gemeente een samenkomst plaats ter definitieve oprichting der afdeeling. Op deze bijeenkomst waren leden van het Hoofdbestuur der Kon. Ned. Maats, voor Tuinbouw en Plantkunde aanwezig, onder wie de voorzitter. Jhr. G. F. van Tets van Goidschalxsord uit Zeist. Op veler belangstel ling mocht de afdeeling rekenen. Al spoedig was het ledental geklommen tot niet minder dan 250. Bekende persoonlijkheden traden tot haar toe, onder wie we noemen inzonderheid dr. Jac. P. Thijs van Bloemendaal en dr. W. Posthumus Meijjes uit Aerdenhout. De laatste was tal van jaren voorzitter der afdeeling. Thans is hij te Zürich woonachtig. Het ledental werd niet alléén gerecruteerd uit de vakkundigen, maar óók uit de kringen der liefhebbers. De afdeeling heeft veel mogen doen om de kennis van bloem en plant en die van de cultuur er van onder de leden te verbreiden. Ze heeft onder meer gegeven avondcursussen en op de vergaderingen der afdeelingen worden telken male onderlinge tentoonstellingen gehouden, gelijk de lezers weten uit de verslagen der afdeelingsvergaderingen, die in ons blad worden opgenomen. Ook werden voor de leden lezingen georganiseerd over vakkundige onderwerpen. De inzendingen voor de onderlinge tentoon stellingen gehouden op de vergaderingen zijn bekend om het mooie dat wordt ingezonden door de leden der afdeeling. Dit maakt, dat van de groote tentoonstelling die de afdeeling'in de Septembermaand gaat houden óók veel is te verwachten. Het belooft een schitterende expo sitie te worden. In den loop der jaren is het ledental der afdeeling op en neer gegaan. Het is wel eens gestegen tot 300. Thans bedraagt het weder, als- bij de oprichting 250, van wie 80 vakmenschen. De laatste jaren is secretaris der afdeeling de heer P. J. van Bueren aan wie de afdeeling zeer veel is verplicht, daar de heer Van Bueren een uitnemend secretaris is. In het bestuur der afdeeling heeft van de oprichting af zitting de penningmeester de heer P. W. Waller en verder heeft in dat Bestuur van de oprichting af zit ting de tegenwoordige vice-voorzitter, de heer F. A. W. Hirschfeld; hetzij als bestuurslid hetzij als lid van verdienste. Voorts zijn er nog tal van leden der afdeeling, die van de stichting er van, lid er van zijn geweest, onder wie we inzonderheid noemen den heer W. Beunder. We noemen den heer Beunder, omdat hij de man is die, als hat gold iets voor de afdeeling te doen, steeds klaar stond. Hij óók is de man, die als voorzitter van de tentoonstellingscom missie de leiding van het werk heeft, wat aan gaat de organisatie der expositie. Een werk dat vereischt een man van krachtig initiatief, wat de heer Beunder is, een man van kennis en van groote liefde tot het vak. Want aan het organi- seeren van een dergelijke tentoonstelling als nu wordt gehouden zit heel wat vast. Behalve de heer Beunders hebben in de ten toonstellingscommissie zitting de heer F. L. van Bueren secretaris en de heeren Barnhoorn, Boegschoten, Van Dijk, J. Ende en W. Jager als leden. We hadden met d.en heer Beunder een onder houd om eens wat meer van de tentoonstellings plannen te weten te komen. De heer Beunder deelde ons mede, dat, toen eenige maanden geleden op de afdeelingsvergadering het denk beeld van het houden eener tentoonstelling ter sprake kwam, hij de gedachte verdedigde, niet alléén een expositie te houden van alles wat groeit en bloeit; maar daaraan ook te verbinden een soort van winkelbeurs, waarop de zaken- en neringdoenden te Bloemendaal hun artikelen konden exposeeren. Een denkbeeld dat ingang vond. „De opzet was grootscher dan wat het nu worden zou", zeide hij ons. „Ik wilde er een Bloemendaalsch feest van maken en de winke liers mede in de gelegenheid stellen reclame voor him artikelen te maken. Ik legde het plan voor aan het bestuur der R. K. Middenstands- en daarna aan dat der Neutrale Middenstands organisatie. Door mijn toedoen confereerden beide besturen te zamen en daarna werd een vergadering gehouden voor middenstanders uit geschreven door beide besturen. Het was jam mer dat die vergadering niet beter bezocht was". Maar", zoo deed de heer Beunder opmerken, „dit is wellicht gekomen, doordat de oproeping ter vergadering alleen is geschied per circulaire. Men had de menschen moeten opzoeken om hen persoonlijk te vragen ter vergadering te komen. De opzet van het houden mede van een soort winkelbeurs is mislukt en evenmin zal er iets van komen van het houden van een winkelweek. Dat is nu wel jammer; doch de tentoonstelling die nu zal worden gehouden van inzendingen van leden der afdeeling belooft in alle opzichten te zullen slagen. De tentoon stellingscommissie mag op veler medewerking rekenen. Vooral moet genoemd worden die van de gemeente". De gemeente is ons in alle opzichten ter wille geweest, deelde de heer Beunder mede. Voor de expositie werd, ons het terrein in den „Kuil" afgestaan. Verder voteerde de Raad nog een bedrag tot het gelijk maken van het terrein en het maken van de noodige paden. De ge meente schonk ons als prijs een groote zilveren beker. En verder zal er komen een inzending uit de gemeente-kweek. Den heer Beunder is verzocht die inzending gereed te maken. Over de medewerking der gemeente valt alzoo niet te klagen. Maar evenmin over die van anderen; er waren er, die prijzen beschik baar stelden, of, die daarvoor de noodige gelden gaven en onder de leden is groote animo voor de inzendingen. De aanmelding is zelfs zoo groot, dat niet allen die zich hadden aange meld een plaatsje kan worden gegeven. We vroegen den heer Beunder inlichtingen over de inrichting van het terrein. Hij deelde ons mede, dat er zal komen een groote tent en dat daarbuiten nog is een aanzienlijke ruimte. In de tent zullen worden geëxposeerd 39 in zendingen en op het terrein buiten de tent 12 inzendingen, waaronder eenige heel groote. Op het terrein worden paden aangelegd en in de tent zullen komen grasranden van gras in bak ken gezaaid, hetgeen een frisch aanzien geeft. Nu reeds worden in den Kuil de noodige werk zaamheden verricht. Verschillende prijzen kunnen worden beschik baar gesteld. We zeiden al, dat de gemeente een zilveren beker gaf. Het Hoofdbestuur der Kon. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde gaf óók een zilveren beker. De ver- eeniging Bloemendaals Bloei schonk een ver guld zilveren medaille. Bekers en medaille zijn te zien in de zaak van den heer Beunder. Bovendien kan de afdeeling, dank zij inge komen gelden beschikbaar stellen een groote gouden medaille, 6 kleine gouden medailles, ft verguld zilveren medailles en 10 zilveren me dailies. Met het in elkaar zetten van de tent zal worden begonnen op Vrijdag 5 September. Een paar dagen later kan dan worden begonnen met het inrichten der zendingen in de tent. Volgen de week zal reeds worden begonnen met de in zendingen buiten de tent. Nog vernamen we, dat de tentoonstelling zal worden geopend op Donderdag 11 September des middags te 4 uur door den burgemeester van Bloemendaal Jhr. A. Bas Backer. De tentoonstelling duurt van 11 tot 15 Sep tember. Ze zal geopend zijn van des ochtends 10 tot des 's avonds 9 uur. Zooals opgemerkt, zullen alléén Bloemendaals inzendingen worden geëposeerd. De opzet dezer tentoonstelling is grootscher, dan die van eenige expositie ooit in onze gemeente gehouden. Terecht is als naam gekozen „Alles wat groeit en bloeit" en dan natuurlijk in onze gemeente. Want er zullen te zien zijn de voortbrengselen van tuinbouw en plantkunde; dat wil zeggen bloemen, planten, fruit en ook groenten. Ingezetenen en vreem deling zullen op deze tentoonstelling een beeld en een indruk kunnen krijgen van het hooge peil, waarop de cultuur van tuinbouw en plant kunde in onze gemeente staat. Daar zal eerlang in Bloemendaal iets moois te zien zijn. Onthoudt het, lezer, en gaat de ko mende tentoonstelling bezichtigen Het jubileum der afdeeling Bloemendaal Velsen der Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde zal met het houden dezer tentoon stelling op waardige wijze worden gevierd. SCHAAKRUBRIEK. PROBLEEM No. 271. Mej. M. Roest, Heemstede. Éérste Publicatie. a b c d e 1 g h 41» m 't Waar geluk is niet gelegen In des voorspoeds zonneschijn, 'tGoed te hebben is een zegen, Grooter zegen, goed te zijn. W@@r de kinderen. De ezel van mijnheer Pimpelmans, deer G. Th. Retman. 37. Rrrt! daar kwam meteen de wagen van mijnheer Pimpelmans den hoek om. Het achter eind van Janus' ladder kreeg een vriendschap- pelijken tik van het linkerwiel en tegelijk kreeg Jonas een mep tegen zijn kuiten met het andere uiteinde van de ladder en nu maakte de brave gemeentewerkman een luchtsprong zóó mooi, als je nog nooil' gezien hebt. 38. Het volgend oogenblik stond Jonas netjes onderstboven, met z'n beenen in de lucht en z'n hoofd in het geurige modderputje, terwjjl het druipende schepnet over het hoofd van z'n vriend Janus hing. Ja, die Jonas wist het wel! Gróót gelijk had hij, toen hij zei, dat er een ommekeer moest komen, want als dat geen ommekeer was, wat is er dan wèl een! 39. Trip, trip, trip, daar kwam juffrouw Molly uit het modemagazijn gestapt. Ze had juist een splinternieuw japonnetje gekocht, volgens de laatste mode, want zooiets moet je behouden. Vlak bij de deur kwam ze haar vriendin Polly tegen, ,,'n Mooi japonnetje!" zei deze, „alleen vind ik dat effen witte goed een beetje saai. Ik wou, dat m'n eigen japon er óók 'n beetje fleuriger uitzag!" 40. Rrr! daar vloog de hollende wagen van mijnheer Pimpelmans weer voorbij; het rech- terwiel zakte weg in een diepe modderplas, die vlak langs het trottoir lag. Een dikke bundel modderstralen spatte omhoog, en nu zagen de japonnetjes van de dames er zoo „fleurig" uit, als'ze maar wenschen konden; al de saaiheid was er ineens héélemaal af! a b c d e f g h Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kh8, Dd8, Td3, Th6, Ldfö, Pa4, bi, c4, g3, g4. Zwart: Ke5, Lc3, Pd4, Pe8, d7, e6. WEDSTRIJD RIJNLAND EN WESTFALEN VERSUS NEDERLAND. Deze wedstrijd zal plaats hebben te Düssel- dorf op 13 en 14 September 1930. Spelers en clubs, welke spelers willen afvaardigen, worden verzocht uiterlijk op Zondag 7 September a.s. hunne opgaven in te zenden bij den lsten bondssecretaris J. G. Hartogensis, Heeren straat 16a, Den Haag. Bewijs van Nederlander schap is voldoende. Er wordt g^eisd per D-trein zonder verhooging. Heenreis Zaterdag 13 Sept., vertrek uit Amsterdam 14.22, aan komst Düsseldorf 18.12. Terug: vertrek Diis- seldorf Zondag 14 September, 18.12, aankomst te Amsterdam 23.06. Doordat de gezelschapsbiljetten thans twee dagen geldig zijn, is de prijs, hoewel beide keeren in een D-trein gereisd wordt, iets goed- kooper (Amsterdam pl.m. f12.Voor hotels in allerlei prijzen, waarschijnlijk van pl.m. 5 M. af,wordt gezorgd. Spelers uit Haarlem en Omstreken kunnen met biljetten tot Amster dam reizen, waar zij in den D-trein komen, om zich bij de andere spelers te voegen. Er is een leider in den trein, die de verdere bil jetten daar verstrekt. De bondssecretaris hoopt op een honderdtal deelnemers en verzoekt hem niet in den steek te laten. Schakers van Haarlem en Omstreken, h^lpt mede de eer van ons land hoog te houden! OPLOSSING PROBLEEM No. 267. (F. Palatz). Stand der stokken: Wit: Khl, DEL, Lg5, Pc6, e6, f5, g2, g6, h4. Zwart: Kg4, Ta3, Te2, La6, d5, d6, e5,'g3, g7, h5. 1. Fc6e7! enz. CORRESPONDENTIE. Bloemendaal, H. de R. en Haarlem, H. W. v. D. Na 1. Pd4, Te3; 2. Pe2: antwoordt Zwart 2Ld3 en mat volgt niet na nog 2 zetten- Voorts werd alsnog de goede oplossing van Schertsprobleem No. 20 ontvangen van P. Mars ,te Santpoort. Bekend is het verhaal van den boekhande laar, die „Een liter Smart" bij den uitgever bestelde, waarmede bedoeld bleek te zijn, het bekende drama „Ellen, een lied der smart" door Fred. van JCeden. Een boekhandelaar kent ook alle titels niet uit het hoofd en moet wel eens op den klank afgaan. Hoe sommigen dat doen, blijkt uit het lijstje van bestellingen, dat wij ontleenen aan het Weekblad van den Boekhandel: v. Hichtum Good Largo (v. Hichtum: Koedlago) Theodoor Panfilte Fransch leesboek Tjeenk Willink—C. Th. Banville, Gringoire). i Fijngebraad: Short English gram. (Fijn van Draat: Short Engl. Grammar.) 2 Sara Burgerhart door Frederik v. Eeden? (het vraagteekeen is hier zeer op z'n plaats!) H. Pilon „De roode Mof in de Natuur" (De doode stof in de natuur). 1 Boorsma Examen v. h. zingen (Boors- ma Examenzinnen Holl. Duitsch). 1 Pollivain: Door het land der Drusen (Paul d'Ivoi: Naar het land der Druzen). Eymard: guerilla Vallaintin Quillroif Boogenjager Bolhanier gebonden (be doeld werden van Gustave Aimard: Curumilla, Valentin Guillois, De Bijenjagers, De Boeka niers). 1 Dumois. De dame met Kamillen (of iets andere titel) (Dumas: Margaretha Gautier (La dame aux camélias). 1 Purmerend Chansons du Pays de France (Benjert et Elzinga: Chansons du Pays de France uitg. Muusses-Eurmerend). 1 Pubert Feit (van Druten: Puberteit)". 1 Jac. van Looy Sigrid Undset (Deze raadselachtige bestelling wordt volkomen dui delijk door haar pendant van denzelfden da tum: 1 Feesten Lente). 1 Les afair son les afair octaaf mier (Octave Mirbeau: Les affaires sont les af faires). 1 Ex geb. De Aeners van Puthuis Vergiluis Maro Metusch vertaald door P. D. de Koning (De Aeneis' van Publius Vergilius Maro, metrisch vertaald door P. W. de Koning.) LEELIJK. Dame (tot bediende): Jongmensch, kan ik de patroon even spreken? Bcdieride: Voer knappe dames is hij altyd te spreken. Dame: Zeg hem dan, dat zijn vrouw er is. BOVENHUIS huur te Aerdenhout, desgewenscht met garage. Brieven: Leidschevaart 322, Haarlem. KLEIN HEILIGLAND 3< Vertrouwd i Tevens REPARATIE-INR1C1 TaxfÖi Telefoo Na achï i telefoo BOSCH EN DUINL. 5 Bij de firma T. Timmer uitgevoerd, het programn op Maandag 1 Septembei Het luidt als volgt: 9.30. Openingsrede door burgemeester der geme Toespraak door den 1 voorzitter der feestcon 10.0012.30. Athletiekwei 10.0012.00. Kinderfeeste 1.30. Optocht van Praal- Opstelling begin Zeewe 5.307.00. Voetbalwedstr daal. 7.30. Muziek- en zanguit mendaalsche Bosch do der Volkszang, met n Christelijk Fanfarecorp 8.30. Avondfeest. 10.45. Groot vuurwerk. Gunstige inv milieu. Verschenen is het jt het Piovinciaai Ziekenhui hst jaar 1929. Blijken deelde, is dit jaar veel gei den te geven een gezellig gevolg. De meening, dat een i een invloed ten gunste u teszieken werd door onze lezen we er in, en in vi op den ingeslagen weg van velerlei verbeteringe: De vroegere mattenn voor ijzerwaren, de stokt gebouwen-complex Nieu voor de Maunenafdeelin; lige dagverblijven, tot i voor de vervaardiging v om aardappelen te s< nings- er. turnzaal. Hierdoor kwam een stand. De wijze, waarop ruime, luchtige en lichtt pleegden, die vroeger tot gerekend werden, wordt houden, toont wel zee grooten invloed milieu gische middtlen verbont ging zijn. De nieuwe ontspannin reeds lang gevoelde b geslaagd en ordelijk 1 door de verplegenden vc afgeloopen jaar gearrai den daar vele gymnastii de ernstige gocstes-gest den. Verschillende andere werden, naar voorts eveneens zoo gezellig r De vroegere tuinba tiënten-afdeeling verboi bevinden zich thans 9 s een eetzaal en een lee: ziekenhuis voor het ee rustige mannenverpleeg hun ziekte nog niet in i terugkeeren, zonder bli; laten wonen, waarbij eigen kamertje heeft er het huishoudelijke, werk geslaagd, zegt het vers voor de vrouwelijke pat in „Meerzicht". Verder is o. m. gezt theehuis voor bezoeken De staat ven salaris: een totaalbedrag van f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1930 | | pagina 4