Moet Helgoland verdwijnen?
m
Vroeger een uitgestrekt Eiland
Het Bloemendaalsch Weekblad.
De zee doet haar verwoestend werk
Tooneelspeler en filmartist
SBfifexrkflsnxt&Bi
Een ki'eeJtvisschei'.
Eilanden, die vroeger bestonden groote epos der Germanen, de schitterende hal
Waarom zou Atlantic het land der sagen
waarop volgens den gedachtengang der oude
volken, het einde der wereld door de beide Her-
kuleszuilen was afgebakend, niet werkelijk be
staan kunnen hebben? En is het eveneens on-
omstootelijk bewezen, dat de „sprookjesstad
Vinete aan den Oostkust van het eiland Rugen
nimmer bestaan heeft?
Men is volkomen gerechtigd deze vragen
van dit hoogste gerechtshof. Van dezen 011-
werkelijken pracht is ons niets anders overge
bleven dan het lied uit de „Edda" en de oude
naam HMig-Lund welke beteekent. Heiligland,
en langzamerhand tot Helgoland is vervormd.
Jarenlang is om het bezit van Helgoland
strijd gewerd. Bisschoppen, hertogen en ko
ningen hebben om het eiland gevochten, zee-
roovers nestelden zich in de diep het land
-keilen wanneer men het beeld van de aarde binnendringende fjorden. Het is bekend, dat
1 -1. ■ram.r.uf «>nn nn« Vlnnvifltl 7PnnillffS"
door de eeuwen voor den geest iaat passeeren
Dan zal men opmerken, dat zich dat beeld
voortdurend gewijzigd heeft. In de Oceanen zijn
eilanden spoorloos verdwenen, nieuwe zijn aan
de oppervlakte verschenen, kustlijnen van vaste
landen hebben ziph gewijzigd, terwijl steden als
offer aan den Moloch Tijd zijn gevallen. Van
een niet te onderschatten kracht zijn de gol
ven der zeeën, die onafgebroken aan de kusten
knagen en de fundamenten stelselmatig onder
mijnen. Van dit spannende spel tusschen onge
temde natuurkrachten geeft het Noordzeege
bied een goed voorbeeld. De geschiedenis wijst
irit, dat reeds in den tijd toen de Romeinen
nog de zeeën bevoeren in dit gebied de ver
woesting een aanvang heeft genomen. Wat zich
thans nog aan eilanden vertoont is slechts een
schamel overblijfsel van de uitgestrekte ge
bieden, die zich daar eens bevonden hebben.
Geweldige natuurkrachten
Eeu juist voorbeeld van de kracht ,die de
arormgolven kunnen ontwikkelen wordit wel ge
leverd door de volgende feiten: Tijdens de No
vemberstormen in de buurt van Plymouth wor
den granietWokken van 7000 kilogram onge
veer 60 meter landwaarts verschoven; in de
haven van Wick in Schotland werd tijdens een
hevigen storm een geheele golfbreker, die op
een gewicht van ongeveer 800.000 kilogram
wordt, geschat, tien tot vijftien meter van zijn
plaats ver-schoven. In Biarritz knapte tijdens
een storm een 45 meter hooge signaaltoren at
en verschoof enkele oogenblikken later een an
derhalf meter hoog zandduin, wiens gewicht op
120.000 kilogram wordt berekend.
Dit zjjn titanenkrachten, die zelfs hen nog
imponeeren, die met de kracht van onze sterk
ste machines vertrouwd zijn.
Is het dus een wonder, dat zich de kustlijnen
der vastelanden regelmatig wijzigen? Ja, dat
sommige plaatsen in den strijd met de golven
in de toekomst, gedoemd zullen zijn te ver
dwijnen?
Het beste voorbeeld hiervoor is wel het eUanci
Helgoland. Midden in de stormachtige Noord
zee. 8 mijlen van de Elbemonding verwijderd
rijst dit eiland als een met bloed doordrenkt
reuzenaltaar uit de blauw-groene golven om
hoog. Wegens den eigenaardigen kleur van net
gesteente wordt het eiland terecht den naam
van „roode klip" toebedeeld.
Helgoland een historisch eiland.
Interessant is de geschiedenis van Helgoland.
Reeds in de tijden van het heidendom was het
eiland een geheiligd oord der Germanen. Hier
stond de troon van den god van het recht, Hai
der's Zoon. „Op gouden zuilen rust het zilveren
dak van de zaal...." zoo schildert de Edda. het
bisschop Eilbert, van een Deenschen zendings
reis teruggekeerd en dooi zeeroovers achtervolgd
op het eiland Farria (Helgoland) zijn toevlucht
zocht. Fan-ia vormde toen het grensgebied tus
schen het rijk der Friezen en dat der Denen.,
De heerscher was er koning Radboud. Als door
een wonder is toen de zendeling aan den dood
in dit heidenland ontsnapt.
Destijds was Helgoland een omvangrijk, sterk
bevolkt eiland. In den tijd van Karei den
Groote had het een oppervlakte van 130 vier
kante kilometer, waarvan nog slechts een
goede halve vierkante kilometer is overge
bleven.
De gulzige golven.
Wij zien op de kaart, welk een uitgestrektheid
het eiland tijdens de regeering van Karei den
Groote besloeg. Vijf honderd jaar later stak nog
slechts een vierde gedeelte van het geweldige
complex uit de zee omhoog en drie honderd jaar
later was van het eiland nog slechts het drie
vierde gedeelte van zijn vroegere grootte over
gebleven.
Op grond van het vredesverdrag van Versail
les moesten de vestingwerken aan de kust ge
slecht worden. Hierdoor wordt het eilahd aan
den verwoestenden macht der elementen onbe
schermd prijs gegeven en het leven van het
eiland hangt nu aan een zijden draad. Onze na
komelingen zullen dus waarschijnlijk v. Helgo
land spreken als wij van Vineta of Atlantic en
het vroegere bestaan van dit schoone eiland in
twijfel trekken. Hoe lang het eiland nog boven
den zee zal uitsteken? Dit hangt niet alleen
van den verwoestenden kracht der golven af,
maar eveneens van den goeden wil der bewoners
en van Pruisen den staat waartoe het sedert
meer dan 40 jaren behoort.
Een gezond klimaat.
Thans volgen nog eenige bijzonderheden om
trent dit wonderlijke eiland. Het beschikt niet
alleen over een voortreffelijk strand, da.t vele
badgasten tot zich trekt, maar tevens over een
heerlijk hoogzeeklimaat, waarSp zich geen en
kele badplaats, v. Ostende tot Skagen kan be
roepen. In 1927 kwamen na een hevigen storm
de duinen in gevaar. Het strand was op vele
plaatsen overstroomd en de toestand werd crltlek
geacht. Door de Pruisische regeering werden
toen belangrijke geldsommen gevoteerd tot
herstel en versterking van den kustlijn en men
koestert de hoop, dat deze maatregelen afdoende
geweest zijn. Totdat.... maar laften wij daar
nog niet aan denken. Ondanks alle pessimis
tische verwachtingen kan het eiland „Helgo
land" nog een lang leven beschoren z-ün.
(Nadruk verboden).
Adolplie Engers vertelt.
Opname? m een Nederlandsehe filmstudie.
Ieder "eel geaard Nederlander heeft minstens
eenmaal zijn leven den naam Adolphe En
gers op de linnen gehad. Hetzij dat hij hem m
de krant op een schouwburgaffiche heeft
sangetroffe hetze, dat hij den kwieken Neder
lander met eige.. wgen op de Bühne" heeft be
wonderd. Daarom -preken wij Riet van een on-
b inde wanneer wij zeggen: Adolphe Engers is
weer in Hc-and. Als gust bij het Rotterdamsch-
Hofstad tooneel in twee succes-blijspelen van
Molnar; EIN-ZWEI-DREI (een-twee-drie) en
«SN SOUPER.
Wat dat beteekent? Avond aan avond een
stampvolle zaal en een enthousiast publiek, dat
een ontelbaar aantal open doekjes verlangt.
Den Haag.... Rotterdam, succes, na succes!
Het grenst dus niet aan overdrijving, wanneer
men beweert, dat Adolphe Engers een gevierd
tooneelspeler is, wiens groot talent op de juiste
waarde wordt geschat. Dit is bewezen door het
feit, dat zijn spel als gast in Nederland keer op
keer op lioogen prijs wordit gesteld.
Minder bekend in ons lana is, dat Adolphe
Engers ook voor de film optreedt. In Duitsch-
land heeft hij in ontelbare films éen vaak heel
belangrijke rol gespeeld, waarvan er slechts
weinige en dan vaak nog verminkt naar Holland
zjjn gekomen. Een verheugend verschijnsel is het
dus te noemen, dat wij over eenigen tijd in de
gelegenheid zullen worden gesteld Adolphe En
gers niet op het tooneel, maarop het witte
doek in een Nederlandsehe klankfilm te mogen
bewonderen.
Het woord Nederlandsehe klankfilm mag geen
illusies verwekken van een Dustschen of Amen-
kaanschen superfilm, al wat men in Nederland
op net gebied van speelfilm presteert rehoort
nog tot het gebied van het experiment.
Twee jonge Hollandsche filmvoortrekkers,
Henk Alsem, Directeur van de Haagsche His-
panofilmfabriek en Gerard Rutten, regisseur en
een der schrijvers van het te verfilmen manus
cript FINALE hebben Adolphe Engers een der
hoofdrollen toebedeeld. En Adolphe Engers po
seert in een klein studio, te midden van het
Haagsche Bosch gelegen.
Dit achtten wij een schoone gelegenheid om
den kleinen pittigen Molnar-vertolker eens van
dichtbij in zijn film-doen en laten gade te slaan.
De doodgraver.
Bij ons binnentreden iii de kleine studio, waar
een groote bedrijvigheid heerschte, viel onmid
dellijk ons oog op een klein mannetje in dood-
graverskieeding, dat door felle schijnwerpers
belicht op een macaberen met zilver besla
gen doodkist leunde en in een druk gesprek met
een dame was gewikkeld. De zwarte hoed stond
grappig op het rossige haar, cmder den arm
was een parapluie gestoken. Toen het mannetje
zich omdraaide om ons te begroeten, stonden wij
voorAdolphe Engers. Hij kwam met uitge
stoken hand op ons toe en onze verbazing be
merkend sprak hij gul, breed-uit glimlachend:
Heeren, Adolphe Engers als doodgraver
Zijn macabre grijnslach met de ontbloote
zwart gemaakte tanden was in sinistere overeen
stemming met den doodkist, die op een kort
bevel versjouwd werd. Het volgende oogenblik
waren wij in een druk gesprek gewikkeld. Na
tuurlijk allereerst over zijn nieuwste creatie in
de Hollandsche klankfilm „Finale".
In het kort vertelde hij even de intrigue. De
füm speelt in Den Haag op een guren regen-
achtigen winterdagregen, hoestende men-
schentrage trams, leege straten, kortom
Den Haag gezien door een somber men'sch. In
deze stad spelen zich de finales af van verschil
lende menschenlevens in verschillende kringen.
En door dit alles, door deze Haagsche Straten
wandelt een oud heer, de aannemer van begra
fenissen.... symbool van den dood: Adolphe
Engers
Op onze vraag wat hij in verband met zijn
ervaring op filmgebied in Duitschland over de
toekomst van de Nsderlandsche film dacht,
bracht Adolphe Engers langzaam zijn wit-ge-
handschoende handen in de hoogte, vouwde ze
voor den borst- samen, keek ons grappig aan en
antwoordde;
Deze vraag is heel moeilijk te beantwoorden.
In Duitschland en wel speciaal by de U.F.A. gaat
alles in het groot en hier wordt met beschei
den middelen gewerkt, maar er zit pit achter en
dat is dc hoofdzaak. In hoeveel films ik in
Duitschland gespeeld heb? Honderd een en vijf
tig. maardaar zijn er maar weinig van
naar Holland gekomen. En die er nog van naar
Holland zijn gekomen(Adolphe Engers
lichtte de wenkbrauwen op en kneep het lin
ker oog veelbeteekend toe) zijn door de film
keuringscommissie leelijk toegetakeld.
Hoe ik hier eigenlijk bij de Hollandsche iilm
-verzeild ben geraakt? Na mijn tournee door In-
diewacht daar moet ik iets van vertellen
Mijn tournee door het eilandenrijk, dat zich als
een gordel van smaragden rond den evenaar
slingert, is een groot succes geworden. Avond
op avond voor stampvolle zalen, voorstellingen
cabaret en een-acters. Wij hebben in het geheel
van acht tot één uur, hoofdzakelijk gevuld met
een afstand van 32000 Kilometer afgelegd en
alles per auto; decors, tooneelknechts, afin de
heele rataplan. Aan onzen suceestocht werd
echter plotseling een einde gemaakt, door de on
gesteldheid van een der besten van mijn trouw
troepje van vier, Else Grassau. De eertijds over
al gevierde operettediva, thans operazangeres
in Berlijn. U had jaren geleden haar geweldige
successen in Amsterdam mee moeten maken.
Afin om tot de draad van het verhaal terug te
keeren, aan ons optreden dus was plotseling een
einde gemaakt. De beste vergelijking voor mijn
gezelschap was 'n machine en U weet, wanneer
één radertje weigerten een nienw radertje
was in de rimboe niet te krijgen. Opbreken was
nu het parool en na acht maanden door den
tropenzon gekoesterd te zijn, kozen wij zee met
de Baloeran, die ons 7 October weer netjes aan
Holland afleverde. Toen naar Van der Lugt en
den hoofdrol aanvaard in een twee drie" en
een souper van mijn lievelingsschrijver Molnar.
Vooral het eerste sloeg in, succes na succes
Een prettig publiek.
Het Hollandsche schouwburgpubliek is een
prettig publiek en Holland is een prettig land,
waar ik mij even goed thuis gevoel als in mijn
tweede „vaderland" Berlijn, maaréén ding
is jammer. In Holland gaat alles een beetje
langzaam, het parool van een Hollander is:
Haast U langzaam. Dit vertel ik vooral in ver
band mefc mijn gastrol bij Van der Lugt. Een
paar avonden optreden, dan weer een poos
niets, dan weer een avondIk houd van
snel achter elkaar afwerken. Aan het eind van
deze maand, wanneer de opnamen voor „Fina
le" zijn afgewerkt, vertrek ik weer naar Duitsch
land. Mijn zaken regelen, misschien een paar
voorstellingen, ja met „Ein-zwei-drei" ben ik
vast van plan een tournee door Duitschland te
gaan maken, maar eerst met Maart naar Holly
wood. Bij de Metro-Goldwyn-Mayer optreden
voor de Duitsche versie van een Amerikaansche
film, waarvan de titel nog niet bekend is en
dan
„Engers!!"
Vanuit een hoek der studio schreeuwt Gerard
Rutten een bevel.
De lampen zwaaien om, de camera wordt in
gesteld, Adolphe Engers stelt zich bij de deur
op. Hij brengt de handen voor de borst, brengt
den mond in een macabren grijns en maakt-
een stroeve buiging.
De camera snort, stilte
„Tot weerziens, dames en heeren."
Engere zwaait met de hand. AUe toeschou
wera kijken verrast op. Adolph Engers is weer
volkomen in zijn rol en schenkt aan niemand
aandacht meer.
Wij sluipen stilletjes weg. Achter de gesloten
deur hooren wij toevallig' de doodgraver de
laatste woorden uit de klankfilm roepen: „Tot
weerziens dames en heeren
(Nadruk verboden).
DE SCHOONSTE MANNEN DER
GESCHIEDENIS.
KRIJGSVORSTEN, l'RINSEN EN KONIN
GEN WAREN DE SCHOONSTE MANNEN
VAN HUNNEN TIJD.
door
MARJORIE BOWEN.
(lid van de Koninklijke Academie voor
wetenschappen te Londen).
Eehalve by Lord Byron heeft de roem van
van mannelijke schoonheid geen enkele zijner
dragers overleefd. En toch heeft uitgelezen
mannelijke schooneid op het leven en het lot
van verschillende beroemde mannen blijkbaar
evenzooveel invloed uitgeoefend, als het bezit
van vrouwelijke schoonheid bij verscheidene in
de geschiedenis beroemde vrouwen deed, en
dikwijls heeft zij zich getoond als een machtige
factor in de politiek en bij de gebeurtenissen
van het maatschappelijke en cultureele leven.
Het zou mij niet moeilijk vallen, voor tien of
twaalf dikwijls geciteerde vrouwelijke schoon
heden (met het superlatief: „de schoonste
vrouw der wereld") het mannelijke pendant te
vinden. Helena, van Troje had in Achilles een
mannelijken partner, en datzelfde geldt voor
bijna iedere gestalte der Oude Mythen.
Als we ons echter richten naar latere eeuwen,
dan ontmoeten wij allereerst:
Keizer Fredcrik II.
den „Keizer van het Avondland" (11941250
n. C.) welke een man. was van buitengewone
schoonheid. De kroniekschrijvers van dien tijd
leggen den nadruk op ,de liefelijkheid den glans
en de toovermacht van zijn verschijning. Hjj
was de eerste „vrijdenker", en werd tienmaal
geëxcommuniceerd door het Vaticaan. Zelf
zette hij zich in Jeruzalem de keizerskroon op
liet hoofd, omdat geen priester dit durfde te
v.agen, en hij versplinterde Europa in zyn zege
vierenden strijd tegen Paus Innocentius IV,
waarbij het hem gelukte tijdelijk aan het Vati-
kaan de macht te ontrukken. Frederik was van
moederszijde en door opvoeding een Siciliaan.
Toen in de 19de eeuw 'zijn graf geopend werd,
heeft men uit zijn aardsehe overblijfselen de
gevolgtrekking gemaakt, dat zijn lichaam zwak
moet zijn geweest en van tijne structuur. De
doodie was gekleed in prachtige gewaden, die
nog geheel bewaard gebleven waren, slechts de
gelaatstrekken van den keizer schenen door een
of andere toeval tot ontbinding te zijn over
gegaan. Zyn verstand echter en zijn karakter
hielden gelijken tred met zijn schoonheid.
Eduard IV, de Koning van Engeland
was het ideale type van een Engelschen krijgs
overste: sterk, gespierd, vroolijk, moedig en
zorgeloos. Hij was'een uitstekend krijgsman,
hetgeen bewezen wordt door het verloop der
veldslagen bij Northampton, Mortimer's Cross,
Towton, en Bamet.
Zijn persoonlijke deelname aan al deze veld
slagen droeg er wezenlijk toe bij, dat zij werden
gewonnen. Hij was een ideale koning, een rid
der en een voorbeeld van een leider. Nog in den
bloei zijner jaren stierf hij in het jaar 1483 n. C.
op den leeftijd van 41 jaar aan een onbekende
ziekte. De moderne geschiedkundigen hebben
deze idealen krijgsman en koning niet de aan
dacht geschonken, die hij ongetwijfeld verdient.
Een ander uitstekend krijgsman er. in zijn tijd
gevierde held was
Don Juan van Oostenrijk
(1546—1577), de zoon van Karei V en Barbara
Blomberg. De held van Repanto was het eenigp
lid van zijn geheele familie, dat op schoonheid
aanspraak kon maken, tenminste wat het man
nelijk gedeelte van die familie betreft. Zijn
schoonheid schijnt op zijn iydgendbten een die
pen indruk te hebben gemaakt. In zijn portret
het nauwelijks te bespeuren, wel echter in
het standbeeld, dat voor den ongelukkigen
krijgsman in Messina werd opgericht. I
John Milton
(10081074) biedt ons het zeldzame voorbeeld
van een werkelijk schoonheidstype, gepaard
met groote geestelijke eigenschappen en
strenge opvattingen. Meestal is de schoone man
een soldaat of een hoveling. Maar deze puritein-
sehe dichter kenmerkte zich door edele, manne
lijke schoonheid.
Van den Hertog van Buckingham beweert
men, dat hij de „schoonste man der drie Ko
ninkrijken" was en zijn ,zoon. Hertog Villiers,
erfde de aantrekkelijkheid van zijn vader, hoe
wel wij op zijn portret in de Londoner Natio-
naalgalery zijn eigenlijke gelaatstrekken nau
welijks kunnen herkennen. Dat tijdperk was de
tijd van de schoone mannen, of tenminste dat
komt ons zoo voor, wanneer wy ons een oordeel
vormen naar de schilderachtige kleedij van die
dagen en de handigheid, waarmede de portret
schilders hun opdrachten uitvoerden. De bioed-
looze gestalten van Holbein geraken op den
achtergrond, daarentegen zegevier) Van Dyck:
zachte, regelmatige gelaatstrekken treden te
voorschijn uit een schemerachtigen achtergrond,
de stijve halskraag doet opgeld, de hovenklee-
ding valt in prachtige lijnen over de schouders.
Wij kunnen nog twee mannen uit dat tijd
perk noemen. Ten eerste de „schurkachtige
Hertog van Momnouth" (16491685), wiens ge
laatstrekken echter van zulle een schoonheid
waren, dat Dryden over hem dichtte:
„In dit gelaat spiegelt zich de betooverhig
van het Paradijs. En ten tweede de eerste Her
tog van Marlborough (16501722), welke zijn
successen dankte aan zijn goede verschijning,
die hij steeds in het juiste licht wist te plaat
sen. Hij was een groot krijgsman, en wie hem
eens gezien had, vergat nooit meer zijn opval
lende gelaatstrekken. De portretten, die van
hem tot ons gekomen zijn, geven ons door hun
ne vulgariteit en kunstloosheid een geheel ver
keerden indruk van den Hertog van Marlbo
rough, maar datzelfde kan men eigenlijk ook
zeggen van de portretten van de beroemde
vrouwen, die ons uit vroegere eeuwen bewaard
bleven.
Een la-tere school, die nog meer succes naa,
heeft ons van LODEWIJK XV een portret ge
bracht, dat een bijna volmaakte mannelijke
schoonheid toont. Dit betooverende schilderij
geeft dezen koning, die niet de beste van zijn
geslacht is geweest, weer in zijn kroningsormaai;
en het kan vergeleken worden met het schilderij
van Dorian Gray uit den beroemden roman
van Oscar Wilde. Misschien was de koning vol
strekt niet de aantrekkelijkste en betooverend-
ste der jonge mannen van zijn tijd; maar in
ieder geval deed hij een goede keuze, toen hy
aan dezen portretschilder zijn opdracht gaf,
want deze kunstenaar wist mannelijke schoon
heid en koninklijke waardigheid niet echt
Fransche elegantie tot een harmonisch geheel
te verwerken. De dood van Lodewijk staat in
schrille weerspraak tot dit mooie schilderij.
Evenals Marlborough onderging hij de schande
van een vernederden en gedeemoedigden grijs
aard. En ook hij stierf op tragische manier, ais
een mensch, die in de diepte der verdoemenis
geslingerd wordt.
Met uitzondering van den dichter Milton en
den genialen heerscher Frederik II, stierven
alle bovengenoemde mannen een vroegtijdigen
en gewelddadigen dood.
Zü betaalden een hoogen prijs voor een kort
stondig persoonlijk succes voor den roem, die
zij nalieten aan een wereld, die zich reeds lang
van hen vervreemd had.
Dat is de tragiek der scshoonheid.
Copyricht-Anglo-American Newspaper
Service-Harms Tiepen.
HET TIENTJE
door HANS ROESINK
Toen Hendrik Lindeman in de tram stapte
en den conducteur wilde betalen, kwam hij tot
de onaangename ontdekking dat zijn portcmo-
naie geen klein geld meer bevatte. Zuchtend
haalde hij zijn portefeuille te voorschijn, waar
zijn laatste briefje van tien veilig tusschen pa
perassen lag verborgen. Het duurde nog veer
tien dagen voor de maand ten einde was en
hij zijn salaris kon innen. Veertien dagen... een
tientje... sigaretten... kapper... zijn kopjes
koffie....
Met afgewend gelaat stopte hy den conduc
teur het verfrommelde stukje papier in de
hand en hield de zijne uitgestrekt om het wis
selgeld in ontvangst te nemen. Toen het klein
geld uitbleef en hij nieuwsgierig het hoofd om
draaide, zag hij den conducteur in het beslu-
deeren van zijn tientje verdiept. De man streek
het papiertje voorzichtig glad, hield liet in het
zonlicht en bleef er met aandacht naar kijken.
Hendrik Lindeman zakte wat door in de knie
ën en keek geïnteresseerd mee. Juist stond hij
op het punt een nieuwsgierige vraag te stellen,
toen de conducteur „aheon"' mompelde, het
papiertje netjes in vieren opvouwde en het den
verbaasden Hendrik Lindeman met een vast
besloten trek om den mond teruggaf.
„Valsch mijnheer."
„Wa...at zegt U?"
„Valscli mijnheer. U moet een deur verder
wezen."
„Vergist u zich niét?"
„Nee mijnheer, we zijn erop getraind. ïf
moet bij ons maar komen," zeide de conduc
teur, die zijn neus in de lucht stak.
Hendrik Lindeman was de wanhoop nabij.
„Ja, maar u moet zich vergissen...
Nee, mijnheer!"
Nu, ik heb toevallig geen ander geld bij m
en
„Dan verzoek ik u beleefd de tram te ver
laten."
„Ja, als het niet anders kan
„Pardon, meneer."
Een in het grijs gekleede mynheer, die het
gesprek had bijgewoond, lichtte den hoed van
heft hoofd en zei glimlachend:
„Ais ik U misschien van dienst kan zijn
„Duizend maal dank meneer. U verplicht mij
ten zeerste.
Midden in de stad sprong Henk Lindeman
van de tram liep doelloos door de drukke stra
ten. Wat nu? Acht dagenen een valscli
briefje van 10 gulden rijk. En niemand wien hij
in de stad. waarin hij nog pas twee maanden
vertoefde, geld te leen kon vragen. Maarde
stem van het egoïsme fluistert: „Zij zijn niet
allemaal zoo snugger
Natuurlijk niet. Komaan maar onmiddellijk
den proef op de som genomen. Hij keek om
zich heen. Aan den overkant was een papier
winkel. Een paar enveloppen kon hij altijd ge
bruiken". Hij stak over. draalde geen moment
en stapte binnen.
Hij had niet bemerkt, dat de dienstvaardige
mijnheer uit de tram hem na was gesprongen,
hem op een kleine afstand had gevolgd en op
het oogenblik, dat hij den winkel binnenstapte
naast de deur post had. gevait. De meneer-in-
het-grijs wachtte tot Henk Lindeman zijn por-
tefeuüle te voorschijn trok en op het moment
dat het bewuste briefje-van-tien aan de winkelt
juffrouw werd overgereikt, stapte hij binnen.
..Een moment," zei hij rustig tot de winkel
juffrouw, die reeds de schuiflade van de cas-
sière had opengetrokken.
Hendrik keek verbaasd om en verbleekte.
„Dat geld is valsch."
„Maar, maarprotesteerde Hendrik, plot
seling vuurrood wordend. De juffrouw riep den
chef erbij, die het papiertje tegen het licht
hield.
„Alstublieft, meneer."
De man-in-het-grijs sloeg de revers van zyn
jas om en nam heit bankbiljet in ontvangst.
.Gaat U even mee, mijnheer," zei hij zijn
slachtoffer bij de arm pakkend.
„En U bentstamelde Hendrik.
„Van de recherche," zei de mynheer-m-het-
grijs. Zonder protest ging Hendrik voort naar
buiten, het personeel in verbazing achterlatend.
In de breede straalt liepen zij rustig naast el
kaar voort. Hendrik bestudeerde ijverig de pun
ten van zijn schoenen. Dat was een penibel ge
val. Wat zouden ze op het bureau met hem
doen? Hoeveel gevangenisstraf stond er op? Hy
herinnerde zich een geval van een man, die
daar twee jaar gevangenisstraf voor had gekre
gen. Bedrog, met voorbedachten radeMaar
dat nooit.
Wat dan? Bestond er nog uitkomst?
Van den anderen kant komen de voorbij
gangers en scheidden hen voortdurend.
Wanneer hij eens vluchtte. Het was wel ris
kant, maarde man wist noch zijn naam,
noch zijn woonplaats. Alles op één kaart. Winst
of verlies.
Hy keek schuw opzij en stond plotseling stil.
De-mau-in-het-gi'ijs was verdwenen....
In een groot restaurant zette een heer in een
grijs costuum zich aan een tafeltje en bestelde
een copieus diner.
Toen hij zich, voldaan aan zijn sigaar trek
kend, in een gemakkelijke stoel liet giyden en
den ober het briefje-van-tien overhandigde,
keek hy onverschillig toe, hoe het onmiddellijk
gewisseld werd. Achteloos deed hij het restee-
rende geld in zijn vestjeszakEn hy achtte
spottend, toen hij een otrle oorlogsmedoi. zorg
vuldig in een gewatteerd doosje stopte