Moet Helgoland verdwijnen? m Vroeger een uitgestrekt Eiland Het Bloemendaalsch Weekblad. De zee doet haar verwoestend werk Tooneelspeler en filmartist SBfifexrkflsnxt&Bi Een ki'eeJtvisschei'. Eilanden, die vroeger bestonden groote epos der Germanen, de schitterende hal Waarom zou Atlantic het land der sagen waarop volgens den gedachtengang der oude volken, het einde der wereld door de beide Her- kuleszuilen was afgebakend, niet werkelijk be staan kunnen hebben? En is het eveneens on- omstootelijk bewezen, dat de „sprookjesstad Vinete aan den Oostkust van het eiland Rugen nimmer bestaan heeft? Men is volkomen gerechtigd deze vragen van dit hoogste gerechtshof. Van dezen 011- werkelijken pracht is ons niets anders overge bleven dan het lied uit de „Edda" en de oude naam HMig-Lund welke beteekent. Heiligland, en langzamerhand tot Helgoland is vervormd. Jarenlang is om het bezit van Helgoland strijd gewerd. Bisschoppen, hertogen en ko ningen hebben om het eiland gevochten, zee- roovers nestelden zich in de diep het land -keilen wanneer men het beeld van de aarde binnendringende fjorden. Het is bekend, dat 1 -1. ■ram.r.uf «>nn nn« Vlnnvifltl 7PnnillffS" door de eeuwen voor den geest iaat passeeren Dan zal men opmerken, dat zich dat beeld voortdurend gewijzigd heeft. In de Oceanen zijn eilanden spoorloos verdwenen, nieuwe zijn aan de oppervlakte verschenen, kustlijnen van vaste landen hebben ziph gewijzigd, terwijl steden als offer aan den Moloch Tijd zijn gevallen. Van een niet te onderschatten kracht zijn de gol ven der zeeën, die onafgebroken aan de kusten knagen en de fundamenten stelselmatig onder mijnen. Van dit spannende spel tusschen onge temde natuurkrachten geeft het Noordzeege bied een goed voorbeeld. De geschiedenis wijst irit, dat reeds in den tijd toen de Romeinen nog de zeeën bevoeren in dit gebied de ver woesting een aanvang heeft genomen. Wat zich thans nog aan eilanden vertoont is slechts een schamel overblijfsel van de uitgestrekte ge bieden, die zich daar eens bevonden hebben. Geweldige natuurkrachten Eeu juist voorbeeld van de kracht ,die de arormgolven kunnen ontwikkelen wordit wel ge leverd door de volgende feiten: Tijdens de No vemberstormen in de buurt van Plymouth wor den granietWokken van 7000 kilogram onge veer 60 meter landwaarts verschoven; in de haven van Wick in Schotland werd tijdens een hevigen storm een geheele golfbreker, die op een gewicht van ongeveer 800.000 kilogram wordt, geschat, tien tot vijftien meter van zijn plaats ver-schoven. In Biarritz knapte tijdens een storm een 45 meter hooge signaaltoren at en verschoof enkele oogenblikken later een an derhalf meter hoog zandduin, wiens gewicht op 120.000 kilogram wordt berekend. Dit zjjn titanenkrachten, die zelfs hen nog imponeeren, die met de kracht van onze sterk ste machines vertrouwd zijn. Is het dus een wonder, dat zich de kustlijnen der vastelanden regelmatig wijzigen? Ja, dat sommige plaatsen in den strijd met de golven in de toekomst, gedoemd zullen zijn te ver dwijnen? Het beste voorbeeld hiervoor is wel het eUanci Helgoland. Midden in de stormachtige Noord zee. 8 mijlen van de Elbemonding verwijderd rijst dit eiland als een met bloed doordrenkt reuzenaltaar uit de blauw-groene golven om hoog. Wegens den eigenaardigen kleur van net gesteente wordt het eiland terecht den naam van „roode klip" toebedeeld. Helgoland een historisch eiland. Interessant is de geschiedenis van Helgoland. Reeds in de tijden van het heidendom was het eiland een geheiligd oord der Germanen. Hier stond de troon van den god van het recht, Hai der's Zoon. „Op gouden zuilen rust het zilveren dak van de zaal...." zoo schildert de Edda. het bisschop Eilbert, van een Deenschen zendings reis teruggekeerd en dooi zeeroovers achtervolgd op het eiland Farria (Helgoland) zijn toevlucht zocht. Fan-ia vormde toen het grensgebied tus schen het rijk der Friezen en dat der Denen., De heerscher was er koning Radboud. Als door een wonder is toen de zendeling aan den dood in dit heidenland ontsnapt. Destijds was Helgoland een omvangrijk, sterk bevolkt eiland. In den tijd van Karei den Groote had het een oppervlakte van 130 vier kante kilometer, waarvan nog slechts een goede halve vierkante kilometer is overge bleven. De gulzige golven. Wij zien op de kaart, welk een uitgestrektheid het eiland tijdens de regeering van Karei den Groote besloeg. Vijf honderd jaar later stak nog slechts een vierde gedeelte van het geweldige complex uit de zee omhoog en drie honderd jaar later was van het eiland nog slechts het drie vierde gedeelte van zijn vroegere grootte over gebleven. Op grond van het vredesverdrag van Versail les moesten de vestingwerken aan de kust ge slecht worden. Hierdoor wordt het eilahd aan den verwoestenden macht der elementen onbe schermd prijs gegeven en het leven van het eiland hangt nu aan een zijden draad. Onze na komelingen zullen dus waarschijnlijk v. Helgo land spreken als wij van Vineta of Atlantic en het vroegere bestaan van dit schoone eiland in twijfel trekken. Hoe lang het eiland nog boven den zee zal uitsteken? Dit hangt niet alleen van den verwoestenden kracht der golven af, maar eveneens van den goeden wil der bewoners en van Pruisen den staat waartoe het sedert meer dan 40 jaren behoort. Een gezond klimaat. Thans volgen nog eenige bijzonderheden om trent dit wonderlijke eiland. Het beschikt niet alleen over een voortreffelijk strand, da.t vele badgasten tot zich trekt, maar tevens over een heerlijk hoogzeeklimaat, waarSp zich geen en kele badplaats, v. Ostende tot Skagen kan be roepen. In 1927 kwamen na een hevigen storm de duinen in gevaar. Het strand was op vele plaatsen overstroomd en de toestand werd crltlek geacht. Door de Pruisische regeering werden toen belangrijke geldsommen gevoteerd tot herstel en versterking van den kustlijn en men koestert de hoop, dat deze maatregelen afdoende geweest zijn. Totdat.... maar laften wij daar nog niet aan denken. Ondanks alle pessimis tische verwachtingen kan het eiland „Helgo land" nog een lang leven beschoren z-ün. (Nadruk verboden). Adolplie Engers vertelt. Opname? m een Nederlandsehe filmstudie. Ieder "eel geaard Nederlander heeft minstens eenmaal zijn leven den naam Adolphe En gers op de linnen gehad. Hetzij dat hij hem m de krant op een schouwburgaffiche heeft sangetroffe hetze, dat hij den kwieken Neder lander met eige.. wgen op de Bühne" heeft be wonderd. Daarom -preken wij Riet van een on- b inde wanneer wij zeggen: Adolphe Engers is weer in Hc-and. Als gust bij het Rotterdamsch- Hofstad tooneel in twee succes-blijspelen van Molnar; EIN-ZWEI-DREI (een-twee-drie) en «SN SOUPER. Wat dat beteekent? Avond aan avond een stampvolle zaal en een enthousiast publiek, dat een ontelbaar aantal open doekjes verlangt. Den Haag.... Rotterdam, succes, na succes! Het grenst dus niet aan overdrijving, wanneer men beweert, dat Adolphe Engers een gevierd tooneelspeler is, wiens groot talent op de juiste waarde wordt geschat. Dit is bewezen door het feit, dat zijn spel als gast in Nederland keer op keer op lioogen prijs wordit gesteld. Minder bekend in ons lana is, dat Adolphe Engers ook voor de film optreedt. In Duitsch- land heeft hij in ontelbare films éen vaak heel belangrijke rol gespeeld, waarvan er slechts weinige en dan vaak nog verminkt naar Holland zjjn gekomen. Een verheugend verschijnsel is het dus te noemen, dat wij over eenigen tijd in de gelegenheid zullen worden gesteld Adolphe En gers niet op het tooneel, maarop het witte doek in een Nederlandsehe klankfilm te mogen bewonderen. Het woord Nederlandsehe klankfilm mag geen illusies verwekken van een Dustschen of Amen- kaanschen superfilm, al wat men in Nederland op net gebied van speelfilm presteert rehoort nog tot het gebied van het experiment. Twee jonge Hollandsche filmvoortrekkers, Henk Alsem, Directeur van de Haagsche His- panofilmfabriek en Gerard Rutten, regisseur en een der schrijvers van het te verfilmen manus cript FINALE hebben Adolphe Engers een der hoofdrollen toebedeeld. En Adolphe Engers po seert in een klein studio, te midden van het Haagsche Bosch gelegen. Dit achtten wij een schoone gelegenheid om den kleinen pittigen Molnar-vertolker eens van dichtbij in zijn film-doen en laten gade te slaan. De doodgraver. Bij ons binnentreden iii de kleine studio, waar een groote bedrijvigheid heerschte, viel onmid dellijk ons oog op een klein mannetje in dood- graverskieeding, dat door felle schijnwerpers belicht op een macaberen met zilver besla gen doodkist leunde en in een druk gesprek met een dame was gewikkeld. De zwarte hoed stond grappig op het rossige haar, cmder den arm was een parapluie gestoken. Toen het mannetje zich omdraaide om ons te begroeten, stonden wij voorAdolphe Engers. Hij kwam met uitge stoken hand op ons toe en onze verbazing be merkend sprak hij gul, breed-uit glimlachend: Heeren, Adolphe Engers als doodgraver Zijn macabre grijnslach met de ontbloote zwart gemaakte tanden was in sinistere overeen stemming met den doodkist, die op een kort bevel versjouwd werd. Het volgende oogenblik waren wij in een druk gesprek gewikkeld. Na tuurlijk allereerst over zijn nieuwste creatie in de Hollandsche klankfilm „Finale". In het kort vertelde hij even de intrigue. De füm speelt in Den Haag op een guren regen- achtigen winterdagregen, hoestende men- schentrage trams, leege straten, kortom Den Haag gezien door een somber men'sch. In deze stad spelen zich de finales af van verschil lende menschenlevens in verschillende kringen. En door dit alles, door deze Haagsche Straten wandelt een oud heer, de aannemer van begra fenissen.... symbool van den dood: Adolphe Engers Op onze vraag wat hij in verband met zijn ervaring op filmgebied in Duitschland over de toekomst van de Nsderlandsche film dacht, bracht Adolphe Engers langzaam zijn wit-ge- handschoende handen in de hoogte, vouwde ze voor den borst- samen, keek ons grappig aan en antwoordde; Deze vraag is heel moeilijk te beantwoorden. In Duitschland en wel speciaal by de U.F.A. gaat alles in het groot en hier wordt met beschei den middelen gewerkt, maar er zit pit achter en dat is dc hoofdzaak. In hoeveel films ik in Duitschland gespeeld heb? Honderd een en vijf tig. maardaar zijn er maar weinig van naar Holland gekomen. En die er nog van naar Holland zijn gekomen(Adolphe Engers lichtte de wenkbrauwen op en kneep het lin ker oog veelbeteekend toe) zijn door de film keuringscommissie leelijk toegetakeld. Hoe ik hier eigenlijk bij de Hollandsche iilm -verzeild ben geraakt? Na mijn tournee door In- diewacht daar moet ik iets van vertellen Mijn tournee door het eilandenrijk, dat zich als een gordel van smaragden rond den evenaar slingert, is een groot succes geworden. Avond op avond voor stampvolle zalen, voorstellingen cabaret en een-acters. Wij hebben in het geheel van acht tot één uur, hoofdzakelijk gevuld met een afstand van 32000 Kilometer afgelegd en alles per auto; decors, tooneelknechts, afin de heele rataplan. Aan onzen suceestocht werd echter plotseling een einde gemaakt, door de on gesteldheid van een der besten van mijn trouw troepje van vier, Else Grassau. De eertijds over al gevierde operettediva, thans operazangeres in Berlijn. U had jaren geleden haar geweldige successen in Amsterdam mee moeten maken. Afin om tot de draad van het verhaal terug te keeren, aan ons optreden dus was plotseling een einde gemaakt. De beste vergelijking voor mijn gezelschap was 'n machine en U weet, wanneer één radertje weigerten een nienw radertje was in de rimboe niet te krijgen. Opbreken was nu het parool en na acht maanden door den tropenzon gekoesterd te zijn, kozen wij zee met de Baloeran, die ons 7 October weer netjes aan Holland afleverde. Toen naar Van der Lugt en den hoofdrol aanvaard in een twee drie" en een souper van mijn lievelingsschrijver Molnar. Vooral het eerste sloeg in, succes na succes Een prettig publiek. Het Hollandsche schouwburgpubliek is een prettig publiek en Holland is een prettig land, waar ik mij even goed thuis gevoel als in mijn tweede „vaderland" Berlijn, maaréén ding is jammer. In Holland gaat alles een beetje langzaam, het parool van een Hollander is: Haast U langzaam. Dit vertel ik vooral in ver band mefc mijn gastrol bij Van der Lugt. Een paar avonden optreden, dan weer een poos niets, dan weer een avondIk houd van snel achter elkaar afwerken. Aan het eind van deze maand, wanneer de opnamen voor „Fina le" zijn afgewerkt, vertrek ik weer naar Duitsch land. Mijn zaken regelen, misschien een paar voorstellingen, ja met „Ein-zwei-drei" ben ik vast van plan een tournee door Duitschland te gaan maken, maar eerst met Maart naar Holly wood. Bij de Metro-Goldwyn-Mayer optreden voor de Duitsche versie van een Amerikaansche film, waarvan de titel nog niet bekend is en dan „Engers!!" Vanuit een hoek der studio schreeuwt Gerard Rutten een bevel. De lampen zwaaien om, de camera wordt in gesteld, Adolphe Engers stelt zich bij de deur op. Hij brengt de handen voor de borst, brengt den mond in een macabren grijns en maakt- een stroeve buiging. De camera snort, stilte „Tot weerziens, dames en heeren." Engere zwaait met de hand. AUe toeschou wera kijken verrast op. Adolph Engers is weer volkomen in zijn rol en schenkt aan niemand aandacht meer. Wij sluipen stilletjes weg. Achter de gesloten deur hooren wij toevallig' de doodgraver de laatste woorden uit de klankfilm roepen: „Tot weerziens dames en heeren (Nadruk verboden). DE SCHOONSTE MANNEN DER GESCHIEDENIS. KRIJGSVORSTEN, l'RINSEN EN KONIN GEN WAREN DE SCHOONSTE MANNEN VAN HUNNEN TIJD. door MARJORIE BOWEN. (lid van de Koninklijke Academie voor wetenschappen te Londen). Eehalve by Lord Byron heeft de roem van van mannelijke schoonheid geen enkele zijner dragers overleefd. En toch heeft uitgelezen mannelijke schooneid op het leven en het lot van verschillende beroemde mannen blijkbaar evenzooveel invloed uitgeoefend, als het bezit van vrouwelijke schoonheid bij verscheidene in de geschiedenis beroemde vrouwen deed, en dikwijls heeft zij zich getoond als een machtige factor in de politiek en bij de gebeurtenissen van het maatschappelijke en cultureele leven. Het zou mij niet moeilijk vallen, voor tien of twaalf dikwijls geciteerde vrouwelijke schoon heden (met het superlatief: „de schoonste vrouw der wereld") het mannelijke pendant te vinden. Helena, van Troje had in Achilles een mannelijken partner, en datzelfde geldt voor bijna iedere gestalte der Oude Mythen. Als we ons echter richten naar latere eeuwen, dan ontmoeten wij allereerst: Keizer Fredcrik II. den „Keizer van het Avondland" (11941250 n. C.) welke een man. was van buitengewone schoonheid. De kroniekschrijvers van dien tijd leggen den nadruk op ,de liefelijkheid den glans en de toovermacht van zijn verschijning. Hjj was de eerste „vrijdenker", en werd tienmaal geëxcommuniceerd door het Vaticaan. Zelf zette hij zich in Jeruzalem de keizerskroon op liet hoofd, omdat geen priester dit durfde te v.agen, en hij versplinterde Europa in zyn zege vierenden strijd tegen Paus Innocentius IV, waarbij het hem gelukte tijdelijk aan het Vati- kaan de macht te ontrukken. Frederik was van moederszijde en door opvoeding een Siciliaan. Toen in de 19de eeuw 'zijn graf geopend werd, heeft men uit zijn aardsehe overblijfselen de gevolgtrekking gemaakt, dat zijn lichaam zwak moet zijn geweest en van tijne structuur. De doodie was gekleed in prachtige gewaden, die nog geheel bewaard gebleven waren, slechts de gelaatstrekken van den keizer schenen door een of andere toeval tot ontbinding te zijn over gegaan. Zyn verstand echter en zijn karakter hielden gelijken tred met zijn schoonheid. Eduard IV, de Koning van Engeland was het ideale type van een Engelschen krijgs overste: sterk, gespierd, vroolijk, moedig en zorgeloos. Hij was'een uitstekend krijgsman, hetgeen bewezen wordt door het verloop der veldslagen bij Northampton, Mortimer's Cross, Towton, en Bamet. Zijn persoonlijke deelname aan al deze veld slagen droeg er wezenlijk toe bij, dat zij werden gewonnen. Hij was een ideale koning, een rid der en een voorbeeld van een leider. Nog in den bloei zijner jaren stierf hij in het jaar 1483 n. C. op den leeftijd van 41 jaar aan een onbekende ziekte. De moderne geschiedkundigen hebben deze idealen krijgsman en koning niet de aan dacht geschonken, die hij ongetwijfeld verdient. Een ander uitstekend krijgsman er. in zijn tijd gevierde held was Don Juan van Oostenrijk (1546—1577), de zoon van Karei V en Barbara Blomberg. De held van Repanto was het eenigp lid van zijn geheele familie, dat op schoonheid aanspraak kon maken, tenminste wat het man nelijk gedeelte van die familie betreft. Zijn schoonheid schijnt op zijn iydgendbten een die pen indruk te hebben gemaakt. In zijn portret het nauwelijks te bespeuren, wel echter in het standbeeld, dat voor den ongelukkigen krijgsman in Messina werd opgericht. I John Milton (10081074) biedt ons het zeldzame voorbeeld van een werkelijk schoonheidstype, gepaard met groote geestelijke eigenschappen en strenge opvattingen. Meestal is de schoone man een soldaat of een hoveling. Maar deze puritein- sehe dichter kenmerkte zich door edele, manne lijke schoonheid. Van den Hertog van Buckingham beweert men, dat hij de „schoonste man der drie Ko ninkrijken" was en zijn ,zoon. Hertog Villiers, erfde de aantrekkelijkheid van zijn vader, hoe wel wij op zijn portret in de Londoner Natio- naalgalery zijn eigenlijke gelaatstrekken nau welijks kunnen herkennen. Dat tijdperk was de tijd van de schoone mannen, of tenminste dat komt ons zoo voor, wanneer wy ons een oordeel vormen naar de schilderachtige kleedij van die dagen en de handigheid, waarmede de portret schilders hun opdrachten uitvoerden. De bioed- looze gestalten van Holbein geraken op den achtergrond, daarentegen zegevier) Van Dyck: zachte, regelmatige gelaatstrekken treden te voorschijn uit een schemerachtigen achtergrond, de stijve halskraag doet opgeld, de hovenklee- ding valt in prachtige lijnen over de schouders. Wij kunnen nog twee mannen uit dat tijd perk noemen. Ten eerste de „schurkachtige Hertog van Momnouth" (16491685), wiens ge laatstrekken echter van zulle een schoonheid waren, dat Dryden over hem dichtte: „In dit gelaat spiegelt zich de betooverhig van het Paradijs. En ten tweede de eerste Her tog van Marlborough (16501722), welke zijn successen dankte aan zijn goede verschijning, die hij steeds in het juiste licht wist te plaat sen. Hij was een groot krijgsman, en wie hem eens gezien had, vergat nooit meer zijn opval lende gelaatstrekken. De portretten, die van hem tot ons gekomen zijn, geven ons door hun ne vulgariteit en kunstloosheid een geheel ver keerden indruk van den Hertog van Marlbo rough, maar datzelfde kan men eigenlijk ook zeggen van de portretten van de beroemde vrouwen, die ons uit vroegere eeuwen bewaard bleven. Een la-tere school, die nog meer succes naa, heeft ons van LODEWIJK XV een portret ge bracht, dat een bijna volmaakte mannelijke schoonheid toont. Dit betooverende schilderij geeft dezen koning, die niet de beste van zijn geslacht is geweest, weer in zijn kroningsormaai; en het kan vergeleken worden met het schilderij van Dorian Gray uit den beroemden roman van Oscar Wilde. Misschien was de koning vol strekt niet de aantrekkelijkste en betooverend- ste der jonge mannen van zijn tijd; maar in ieder geval deed hij een goede keuze, toen hy aan dezen portretschilder zijn opdracht gaf, want deze kunstenaar wist mannelijke schoon heid en koninklijke waardigheid niet echt Fransche elegantie tot een harmonisch geheel te verwerken. De dood van Lodewijk staat in schrille weerspraak tot dit mooie schilderij. Evenals Marlborough onderging hij de schande van een vernederden en gedeemoedigden grijs aard. En ook hij stierf op tragische manier, ais een mensch, die in de diepte der verdoemenis geslingerd wordt. Met uitzondering van den dichter Milton en den genialen heerscher Frederik II, stierven alle bovengenoemde mannen een vroegtijdigen en gewelddadigen dood. Zü betaalden een hoogen prijs voor een kort stondig persoonlijk succes voor den roem, die zij nalieten aan een wereld, die zich reeds lang van hen vervreemd had. Dat is de tragiek der scshoonheid. Copyricht-Anglo-American Newspaper Service-Harms Tiepen. HET TIENTJE door HANS ROESINK Toen Hendrik Lindeman in de tram stapte en den conducteur wilde betalen, kwam hij tot de onaangename ontdekking dat zijn portcmo- naie geen klein geld meer bevatte. Zuchtend haalde hij zijn portefeuille te voorschijn, waar zijn laatste briefje van tien veilig tusschen pa perassen lag verborgen. Het duurde nog veer tien dagen voor de maand ten einde was en hij zijn salaris kon innen. Veertien dagen... een tientje... sigaretten... kapper... zijn kopjes koffie.... Met afgewend gelaat stopte hy den conduc teur het verfrommelde stukje papier in de hand en hield de zijne uitgestrekt om het wis selgeld in ontvangst te nemen. Toen het klein geld uitbleef en hij nieuwsgierig het hoofd om draaide, zag hij den conducteur in het beslu- deeren van zijn tientje verdiept. De man streek het papiertje voorzichtig glad, hield liet in het zonlicht en bleef er met aandacht naar kijken. Hendrik Lindeman zakte wat door in de knie ën en keek geïnteresseerd mee. Juist stond hij op het punt een nieuwsgierige vraag te stellen, toen de conducteur „aheon"' mompelde, het papiertje netjes in vieren opvouwde en het den verbaasden Hendrik Lindeman met een vast besloten trek om den mond teruggaf. „Valsch mijnheer." „Wa...at zegt U?" „Valscli mijnheer. U moet een deur verder wezen." „Vergist u zich niét?" „Nee mijnheer, we zijn erop getraind. ïf moet bij ons maar komen," zeide de conduc teur, die zijn neus in de lucht stak. Hendrik Lindeman was de wanhoop nabij. „Ja, maar u moet zich vergissen... Nee, mijnheer!" Nu, ik heb toevallig geen ander geld bij m en „Dan verzoek ik u beleefd de tram te ver laten." „Ja, als het niet anders kan „Pardon, meneer." Een in het grijs gekleede mynheer, die het gesprek had bijgewoond, lichtte den hoed van heft hoofd en zei glimlachend: „Ais ik U misschien van dienst kan zijn „Duizend maal dank meneer. U verplicht mij ten zeerste. Midden in de stad sprong Henk Lindeman van de tram liep doelloos door de drukke stra ten. Wat nu? Acht dagenen een valscli briefje van 10 gulden rijk. En niemand wien hij in de stad. waarin hij nog pas twee maanden vertoefde, geld te leen kon vragen. Maarde stem van het egoïsme fluistert: „Zij zijn niet allemaal zoo snugger Natuurlijk niet. Komaan maar onmiddellijk den proef op de som genomen. Hij keek om zich heen. Aan den overkant was een papier winkel. Een paar enveloppen kon hij altijd ge bruiken". Hij stak over. draalde geen moment en stapte binnen. Hij had niet bemerkt, dat de dienstvaardige mijnheer uit de tram hem na was gesprongen, hem op een kleine afstand had gevolgd en op het oogenblik, dat hij den winkel binnenstapte naast de deur post had. gevait. De meneer-in- het-grijs wachtte tot Henk Lindeman zijn por- tefeuüle te voorschijn trok en op het moment dat het bewuste briefje-van-tien aan de winkelt juffrouw werd overgereikt, stapte hij binnen. ..Een moment," zei hij rustig tot de winkel juffrouw, die reeds de schuiflade van de cas- sière had opengetrokken. Hendrik keek verbaasd om en verbleekte. „Dat geld is valsch." „Maar, maarprotesteerde Hendrik, plot seling vuurrood wordend. De juffrouw riep den chef erbij, die het papiertje tegen het licht hield. „Alstublieft, meneer." De man-in-het-grijs sloeg de revers van zyn jas om en nam heit bankbiljet in ontvangst. .Gaat U even mee, mijnheer," zei hij zijn slachtoffer bij de arm pakkend. „En U bentstamelde Hendrik. „Van de recherche," zei de mynheer-m-het- grijs. Zonder protest ging Hendrik voort naar buiten, het personeel in verbazing achterlatend. In de breede straalt liepen zij rustig naast el kaar voort. Hendrik bestudeerde ijverig de pun ten van zijn schoenen. Dat was een penibel ge val. Wat zouden ze op het bureau met hem doen? Hoeveel gevangenisstraf stond er op? Hy herinnerde zich een geval van een man, die daar twee jaar gevangenisstraf voor had gekre gen. Bedrog, met voorbedachten radeMaar dat nooit. Wat dan? Bestond er nog uitkomst? Van den anderen kant komen de voorbij gangers en scheidden hen voortdurend. Wanneer hij eens vluchtte. Het was wel ris kant, maarde man wist noch zijn naam, noch zijn woonplaats. Alles op één kaart. Winst of verlies. Hy keek schuw opzij en stond plotseling stil. De-mau-in-het-gi'ijs was verdwenen.... In een groot restaurant zette een heer in een grijs costuum zich aan een tafeltje en bestelde een copieus diner. Toen hij zich, voldaan aan zijn sigaar trek kend, in een gemakkelijke stoel liet giyden en den ober het briefje-van-tien overhandigde, keek hy onverschillig toe, hoe het onmiddellijk gewisseld werd. Achteloos deed hij het restee- rende geld in zijn vestjeszakEn hy achtte spottend, toen hij een otrle oorlogsmedoi. zorg vuldig in een gewatteerd doosje stopte

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 6