Nieuwe Avonturen van Mijnheer Pimpelmans. Voor de Vrouw. 25ste Jaargang. Het BSoemendaalsch Weekblad. 20 Rftaart 1931. Tweede Blad. LOSSfc. BLAADJES. Lastige Beroemdheid. Brokjes Levenswijsheid. Giraffevangst. No. 10. SCHAAKRUBRIEK. Charlie, de beroemde filmheld, Reist thans heel Europa door, En hij wordt haast doofbejubeld Door het groot bewond'raarskoor. Waar hij kwam en waar hij nu is. En waar hij nog' komt misschien, Is men dol en uitgelaten. Ieder wil den schepper zien Van het zwijgend zwart figuurtje Op het helderwitte doek: Vagebondencar'catuurtje Met zijn wijden slobberbroek, Met zijn dwarse reuzenschoenen, Met zijn al te pas jacquet, Met zijn bolhoed, die zoo losjes Op zijn krullen is gezet, Met zijn zwiepend wandelrietje, Zooals men er nooit een zag, Met zijn tandenborstelknevel, Droeven blik en blijden lach. Zóó kent het publiek den filmheld Charlie uit de bioscoop. Om hem „echt"' nu te aanschouwen Loopt men in Berlijn te hoop. 't Enthousiasme is geweldig! Toen hij stapte uit den trein Was 't publiek niet meer te boude: En men drukte hem haast fijn! Met behulp van gummistokken Werd wat ruimte toen gemaakt, En men bracht hem naar zijn auto Vóór hij grondig was gekraakt! Nu sta" tl honderden B»riijners Eiken dag voor zijn hotel. Charlie is compleet gevangen; Is hij weg, men vindt hem wel. Daaglijks wordt hij door reporters En hun dwaas gedoe gekweld; h Lijkt warempel wel een wedstrijd, Wie de malste vragen stelt! Want 't publiek wil alles weten: Wat hij doet en wat hij deed. Waar hij zit of staat of wandelt. Ai-me, veelgeplaagde Charlie! Ja, beroemdheid is een kruis! 'kBen maar liefst vergeten burger, Want dan zit ik rustig thuis! (Nadruk verboden) Het echtpaar Johnson is de binnenlanden van Zuid-Afrika ingetrokken om het leven der wil dernis te bestudeereD en heeft met ongelooflijke inspanning allerlei dieren welke wij alleen üit de diergaarde kennen, in hun eigen omgeving gefilmd. Wie de uitkomsten van hun moedig en geduldig werk heeft aanschouwd, is een onver- getelijken indruk rijker geworden. Niet alleen heeft hij op het doek de verschillende wilde beesten in hun eigenaardige, vaak zeldzaam mooie vormen en bewegingen Kunnen waarne men, maar bovendien heeft zich iets van de ziel dezer vreemdsoortige maatschappij aan hem ge openbaard. Wij zjjn zoo gewend bij het woord samenleving uitsluitend te denken aan onze beschaafde, ont wikkelde menschengemeenschap, dat het bestaan van een rijk, waar nog het voorwereldlijke dier in volkomen vrijheid leeft, ons tot een open baring wordt. Die volstrekt niet eenzame, maar door allerlei rassen en stammen dichtbevolkte woestenij kent evengoed haar eigen gevoelens, zeden en wetten als onze beschaafde menschen- wereld. Ook daar heerscht het massale over het individueelp; men kent er standsbegrippen en natuurlijke tegenstellingen en botsingen tusschen de groepen en klassen. Aan de drinkplaats, waar deze zoozeer uiteen- Ioopende bevolking van zebra's, antilopen, giraf fen. leeuwen en olifanten en tal van andere diersoorten gezamenlijk het schaarsche water moet deelen, uiten zich de kudde-instincten van de afzonderlijke groepen op treffende wijze. Aan hankelijkheid naijver, heerschzucht maar vooral vrees zijn de gevoelens, welke uit het beweeg lijke uiterlijk van al deze wachtende dieren spreken. Een van de merkwaardigste bewoners van deze wildernis is de giraffe. Het voorbijdraven van een kudde dezer langhalzige reuzen is een in drukwekkend gezicht. Zij zijn zoo hoog, dat ze, gelijk het opschrift van de film het uitdrukt, van de tweede verdieping eten. Terwijl het overige wild den grond kaalscheert of daar beneden in het stof zijn levende prooi bemach tigt, graast de giraffe de kruinen der boomen kaal. Een opmerking in de toelichting bij deze won derlijke tafereelen heeft mij getroffen. De giraffe is het vreesachtigste dier, omdat hij zoo groot is. Want, omdat hij over alles heen kijkt, bespeurt hfj het gevaar, waarvan de overige dieren be neden op den beganen grond nog geen vermoe den kunnen hebben. Hieruit blijkt, dat het niet altijd een voorrecht is, groot te zijn Ook onder de menschen, die de wildernis, welke wij de beschaafde maatschappij plegen te noemen, bewonen, bestaan groepen, wiei blik verder reikt dan de rest. Het zijn de vooruitziende lieden, die door hun natuurlijke bevoorrechting en door de hooge positie, welke zij in de samenleving innemen, de andere bewo ners der wildernis over het hoofd zien. Terwijl dezen rustig hun maatschappelijke boterham van den beganen grond afgrazen, be speuren de hooggeplaatsten reeds onraad, dat hen met onrust en angst vervult Zü aanschou wen malaise en oorlogen, revoluties en crisissen, waarvan hun genooten beneden nog niet het minste vermoeden hebben. Niet altijd zijn deze menschelijke giraffen uit hoofde van liun maatschappelijke positie zoo hoog geplaatst. Ook een geestelijk verheven peil brengt deze eigenaardige gevoeligheid mee voor gevaar. Het onraad kan ook van zedelijken aard zijn. Hoevaak heeft men sinds onheuglijke tij den profeten bespot, die waarschuwden voor dreigende ontaarding en afval. Zij leden aan inbeeldingen, zei men, deze profeten, die overal onraad bespeurden en met hun vermaan de menschheid zonder grond opschrikten. Wan neer hun woord in vervulling trad, was het ge woonlijk voor de menschheid te laat. Het is niet uitsluitend een voorrecht, tot de hooggeplaatste;! te behooren. Hoeveel gemak kelijker en prettiger is het, van niets te weten en ongestoord te kunnen grazen of te smullen van zijn levende prooi. Men benijdt ze wel, de bevoorrechten, wier hals uitsteekt tot boven de boomen; die het onbelemmerd vooruitzicht in de toekomst gemeten; die ingewijd zijn in de poli tieke, economische, maatschappelijke en geeste lijke geheimen van hunnen tijd. Een troost is het voor de lager staanden, dat hun leven ge noeglijk daarheenrolt gelijk dat van den gerusten iandman uit Poot's gedicht, Verwijl doodelrjke gevaren hen dreigen en katastrofaal onraad zich tegen hen samenpakt. Is 't niet begrijpelijk, dat de giraffe een vrees achtig dier is? Hij heeft geen top boven zich, geen wachtpost, geen uitkijktoren, gelijk wij, die, in ons tevreden plattegrondsbestaan, op zijn waakzaamheid teren. H. G. CANNEGIETER. door G. Th. Rotman. Nadruk verboden. 21. intusschen vliegt, door niets gestoord, De auto met zijn aanhang voort, Tot groot vermaak van Mr. Roest, Die hikt en snikt en giert en proest: O jongens, jongens, wat komiek! Hihi! Haha! Ik lach me ziek! 7. 22. Maar plots'ling is zijn lachen uit! Wat overkomt hem? Wel verbruid! Zijn overhemd, zijn jasje wordt Tn stukken van zijn lijf gesjord! Van rits, van rats, 't gaat kort en klein, Wat kan zoo'n vischhaak haak'rig zijn! <y. 7* 23 Laar komt Piet IJsco, half versuft, Terwijl hij van de hitte puft; Roets! stuift de auto langs hem henen, Maar ach, de schrik slaat in z'n beenen, Als hy daarachter in 't verschiet Het motorbootje W'ren ziet! 24. Krikkak! Dat lijkt wel hekserij! Twee wielen krijgt de boot er bij, Terwijl zij als bij tooverslag Weer op een dakje bogen mag; Kortom, de zaak gaat als gesmeei De boot is fijn gerepareerd! MEER MELK! Tot nu toe is het melkverbruik in Duitschland veel minder dan in andere landen. Het gebruik bedraagt per persoon en per dag een vijfde tot een vierde L. en in de vele industriesteden slechts een tiende L. per persoon en per dag. In de groote Amerikaansche steden daar entegen is dit zelfs drie vierde L. p. p. en p. d. Het vooroordeel, dat in Duitschland bestaat tegen het gebruik van melk voor volwassenen men beschouwt het n.l. meer als zuigelingen- voedsel en vindt het gebruik van bier meer man lijk heeft ertoe geleid propaganda te maken voor het gebruik van melk. Men ziet daarom op de Duitsche stations sedert eenigen tijd een reclameplaat, waarop een mannenhand en een vrouwenhand en twee kinderhanden, die elk een glas melk vasthouden en waarop als onderschrift vermeld staat:Aleer melk!" Zou men op het eerste gezicht denken, dat deze plaat door melkhandelareu werd uitge geven, die een grooteren omzet en meerdere winst beoogen dan vergist men zich. De reclame gaat uit van lichamen, die ten doel hebben het algemeen belang te behartigen, door de aan dacht te vestigen op de wenschelijkheid van het gebruik van melk, die onder Rijkscontrole staat. Waarom gaat de zorg voor het algemeen be lang zoo ver om het melkverbruik te bevorde ren? Het antwoord hierop is, omdat de melk niet al leen billijk in prijs maar ook inderdaad 'n groote voedingswaarde bezit. 1 Liter melk staat gelijk in voedingswaarde met 8 a 9 eieren of met één pond mager rundvleescli. Vergelijkt men nu de iprijzen van een en ander, dan zal men toegeven, |dat hierin een aanwijzing tot bezuiniging ligt, door b.v. een of tweemaal het vleesch te ver vangen door een smakeiyk melkgerecht, opge diend in puddingvorm of in den tijd, dat de eieren goedkoop zijn door eierschotels, die in tallooze variaties klaar te maken zijn; alleen hierdoor bezuinigt men per jaar reeds een flink bedrag. Voor kleine kinderen, in het bijzonder voor hen, die lis de vijfde maand kunstmatig gevoed worden, is zen uitsluitende melkvoeding niet aan te bevelen, maar is het noodig, dat ze ge wennen aan gemengde voeding, b.v. gezeefde groenten vruchtensap, geklopte bananen, maar vooral nog geen eieren, zelfs niet in rauwen toestand. Om dit grootere verbruik nu te bevorderen, heeft de Rijksmelkcontrole te Berlijn een aan tal recepten uitgegeven, die men voor slechts 6 centen kan verkrijgen èn die de huisvrouw vele wenken geven, voor het eenvoudig en vlug bereiden van melkspijzen. Door deze reclame staat een tweeledig doei voor oogen: De huisvrouwen zullen eenerzijds door meerder melkverbruik voedzame en een voudige spijzen weten te bereiden, desnoods ter vervanging van vleesch, wat een besparing voor haarzelve beteekent en anderzijds kunnen de landbouwers, in hoofdzaak de kleine boeren vele verbeteringen in him bedrijf invoeren, die tot dusverre achterwege bleven, omdat zy siiet loo- nend genoeg waren, en tenslotte zouden de ste den als gevolg hiervan betere melk en melk producten verkrijgen, dan tot heden het geval is. (Nadruk verboden). DE KLEURLOOZE VROUWENKLEEDING IN- RUSLAND. Eenheidsstof en eenheidsparfum. Een paar zijden kousen kosten.,... veertig gulden. Hebben de Russische vrouwen gedurende de vreeseiyke jaren van het bolsjewistisch régime de lust verloren om zich goed te kieeden? Het is toch haast niet aan te nemen, en de enkele goedgekleede vrouwen, die men er nog ziet, meestal vooraanstaande personen uit de commu nistische partij bewijzen, dat de Russische vrouw nog altijd prijs stelt op een verzorgd toilet. Dit blykt trouwens ook uit de belangstelling en bewondering, waarmee men ais vreemdeling na gekeken wordt. In het begm is het bepaald on aangenaam zoo de aandacht te trekken; vele vrouwen blijven plotseling stilstaan, misschien wel om het model van uw japon in haar ge heugen vast te leggen en zoo mogelyk later na te maken. Het meest worden nog de schoenen bewonderd, want in Rusland kan men geen mooie en sterke schoenen krijgen en van eenige verscheidenheid in de modellen is niets te be merken. Deze belangstelling bewust, wat men eigenlijk wel kon vermoeden, nJ. dat de Russische vrouw evenveel om haar ldeeding geeft als haar ge lukkiger zusters in andere landen. Het is haar echter onmogeiyk, zich goed te kieeden. De Sovjets willen een groote confectie-inaustrie in hot leven roepen en hebben daarom den invoer van alle buitenlandsche modetijdschriften cn. knippatronen verboden. Ook op dit gebied zul len zy een eigen kunst scheppen. Doch de Rus sische vrouw komt met die mooie beloften niets verder. Sovjet-couturiers en mode-tydschrif- ten bestaan er eenvoudig niet en de reusach tige confectie-industrie, die het geheele land zou kieeden, bestaat alleen op papier. Men kan niet eens genoeg stoffen krijgen, om er zelf japonnen van te maken. Ook daar schiet de eigen industrie tekort, hoewel de invoer uit het buitenland verboden wordt. Misschien krijgen wy als het nog ooit zoover komt Russische stoffen te zien, die bedrukt zijn met communis tische emblemen. In theorie is het communisme irouwens een 'verklaarde vyand van de mode, onder het voor wendsel, dat deze oorspronkelijk door de hoo- gere standen werd ingesteld. Zoo keert het zich tegen den hoogen hak, omdat deze een symbool zou zyn van een vrouw, die geen lichamelyk werk behoefde te verrichten en vele vrouwen en meisjes worden daarom gedwongen, lage hakken te dragen, ook al behooren zy niet tot de ongeveer 2 millioen vrouwelüke communisten. zyden kousen zyn onbetaalbaar, want zü kosten ruim 40 gulden. Een journalist, die by oen Rus gastvryheid genoten had, gaf als gast- geschenk een paar zyden kousen aan de doch ter des huizes. Allen waren sprakeloos van be wondering voor dat kostbare geschenk; het meisje sloot de kousen dadeiyk weg in een ste vige doos en zal ze wel nooit hebben durven dragen uit angst ze vuil 'te maken. Het Moskousche stadsbeeld is onbeschrijfeiyk somber door de kleurlooze vrouwenkleeding. Daardoor ziet de heele stad er mistroostig en armoedig uit. De stoffen zyn ruw en donker van klem-. Men ziet zwarte of donkerblauwe mantels, tot op den draad versleten, vuil en soms gescheurd. Er komen armeiyke rokken, zwarte katoenen kousen en plompe, uitgeloopen schoenen onderuit. Inplaats van hoeden dragen de oudere vrouwen bruine gebreide shawls over het hoofd; een enkele is zoo gelukkig een ge- kleurden doek te bezitten en de jonge meisjes loopen gewooniyk blootshoofds; hun korte haar is slecht verzorgd en onverschillig opgemaakt. Zij bezitten dikwijls geen mantel of dragen hem misschien niet, omdat zy hem te leelijk vinden, zy loopen zoolang mogeiyk rond in hun zwarte of grüze rokken en overhemden of truien; in den winter moeten zy wel mantels dragen. Wij verwachtten althans op het platte land wat meer kleur te zien, doch daar zyn de klee- ren even somber en smakeloos en nog veel ouder en gehavender. De schilderachtige boe- rencostuums ziet men niet meer. Als men kleu ren wil zien, moet men naar den Moskouschen schouwburg gaan. Want de actrices zyn nog wel eens in de gelegenheid de buitenlandsche modes waar te nemen en zij zyn trouwens aan hun be roep verplicht, zich goed te kieeden. Ook de vrouwen der Moskousche élite dat is tegen woordig de communistische partij kan men dan zien zitten in roode, blauwe of groene zij den japonnen, die zy met meer of minder smaak en handigheid gemaakt hebben. Het gewone publiek, kan men op zyn gemak waarnemen, wanneer de vrouwen queue maken voor een winkel om hun rantsoen vleesch te koopen. Op alle gezichten ligt een wiezenlooze geduldige uitdrukking, die zelfs niet wijkt, wan neer zy bekenden ontmoeten en een praatje maken. De kleeding is soms zoo vreemd, dat men niet weet, of men met een man of met een vrouw te doen heeft. Het verwerken van de stoffen is ook eigenaardig. Zoo was er eenigen tijd geleden toevallig veel goed in het land ge bracht met karakteristieke witte strepen, dat voor allerlei kleedingstukken was gebruikt en door mannen evengoed gedragen werd als door vrouwen; men zag hetzelfde goed ook terug in den vorm van gordynen, tafellakens, huishoud- doeken, enz Toch is het nog een buitenkansje, wanneer men zulk goed bemachtigen kan, want in de winkels vindt men niets meer. Alles wat er nog uit vroegere tijden aanwezig was, is in den loop der jaren verbruikt. Zelfs de communistische vrouwen en meisjes zijn niet veei beter gekleed, hoewel enkelen van hen kans zien om plooirokken, vilten hoeden en zelfs barets te bemachtigen. In den zomer vallen 2ij op, doordat zij geen kousen dragen; soms zyn zij ook iets opvallender gekleed dan de anderen, doch wanneer men hen met een West-Europeesch meisje vergelykt, beseft men het reusachtige verschil, 's Winters hebben zy ook redelijk goede mantels; de stoffen zyn wel somber en grof, doch zij zijn gewatteerd en dikwyls met goed bont versierd. Men ziet zelfs wel volledige bontmantels. Het eigenaardigste is, dat zy allen dezelfde kleur rouge en lippenstift en hetzelfde parfum gebruiken; deze artikelen j worden ni. door de regeering aangemaakt, die 'slechts streeft naar massaproductie en zich niet bekommert om eenige variatie in haar product. (Nadruk verboden). Oplossingen, bydragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, Ged. Oude Gracht 88, Haarlem, PROBLEEM Nr. 293*). J, W. L e C o m t e. (1848—1923). Mat in drie zetten. Stand der stukken: Wit: Ka3, Dg5, Th6, Pd2, Pe4, b3, g2. Zwart: Kd5, Lfl, PfT, Pg3, b7, e3, f5. 2de prys, wedstrijd van „De Amsterdam mer" (1895). PROBLEEM Nr. 294**). E. H. E. v. W o e 1 d e r e n. (1840—1903) Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Ka8, Dd7, Pa6, Pg4, e2. Zwart: Kd5, d6. KUNNEN VROUWEN GEHEIMEN- BEWAREN? Natuurlijk kunnen zy dat. Het oude idee, dat vrouwen niet zwygen kunnen, is dan ook groo- tendeels verdwenen, al is het nog niet geheel uitgeroeid. Ellen Wilkinson, die zitting heeft in het Engelsche parlement, vertelt bijv. het ge val, dat zy eens als eenige vrouw aanwezig was op. een vergadering, die voorloopig geheim moest worden gehouden. Toch lekte er iets uit van de besprekingen en na een nauwkeurig onderzoek bleek, dat een der mannelijke parlementsleden er met zijn vrouw over gesproken had „en na- tuurlyk kunnen vrouwen geen geheim bewaren". Er werd heelemaal vergeten, dat hier juist een man had getoond, niet te kunnen zwygen. Maar kunnen mannen dan geheimen bewa ren? Natuurlijk evengoed als de vrouwen. Doch een voorzichtig zwygen is geen speciaal voorrecht van de mannen alleen en onnaden kend gepraat komt niet alleen by vrouwen voor. Hoeveel historische voorbeelden zou men niet kunnen aanhalen van mannen, die staats geheimen verraadden aan vrouwelijke spionnen hoewel zij toch geen onbeteekenende persoon lijkheden waren en wisten, dat hun carrière en soms hun leven afhing van de volkomen ge heimhouding. Als men echter gaat vergelijken, zou men eerder zeggen dat vrouwen in zulke omstan digheden bijna altijd met taaie volharding hun geheimen weten te bewaren. Zy hebben in dit opzicht niet alleen meer verantwoordelijk heidsgevoel een gevoel, dat in onzen tyd ook steeds meer ontwikkeld wordt doch wan neer het gaat om dinger1,, die ten koste van alles geheim moeten blijven, kunnen vrouwen ongetwyfeld beter zwygen dan mannen. In de diplomatie zyn zy dan ook uitstekend op haar plaats en hoewel zy de officieele ambten ge wooniyk niet mogen bekleeden, bewyzen zy haar vaderland toch steeds vele diensten in het werk dat van tevoren en achter de schermen moet worden gedaan. Zy worden daar dagelyks op de hoogte gesteld van staatsgeheimen, doch wan neer een mannelyke spion hun gezelschap 'toekt, zijn zy verstandig genoeg om te begrijp: - dat hij dat niet doet uit bewondering voor Mar mooie oogen. (Nadruk Verb 2de prys, wedstrijd van den Nederland- schen Schaakbond (1892). OPLOSSING EINDSPELSTUDIE Nr. 83. (Allgaier, 1763—1823.) Stand der stukken: Wit: Ke5, c5, d6. Zwart: Kd7, c6. 1. Ke5—f6, Kd7d8 (de beste zet)2. d6—'d7 Kd8Xd7; 3. Kf6—f7, Kd7—d8; 4. Kf7—e6, Kd8c7; 5. Ke6e7, Kc7—c8; 6. Ke7—d6, Kc8b7; 7. Kd6—d7, Kb7—b8; 8. Kd7Xc6 en wint. Goede uitwerking ontvangen van: H. de Ruyter, te Bloemendaal; H. W. van Dort, te Haarlem; P. Mars, te Santpoort. BLOEMENDAALSCHE SCHAAKCLUB. De Bloemendaalsche Schaakclub vergadert el- ken Woensdagavond om 8 uur in het „Jeugd huis", Donkere laan te Bloemendaal. Belangstellenden zijn steeds welkom. DE VOORNAAMSTE VULCANEN TER WERELD. Onder de grootste vulcanen ter wereld worden de volgende gerekend: Sahama in Bolivia, met een hoogte van 21000 roet. Pomarape in Chili met een hoogte van 20500 voet. Cotopaxi, Ecuador, 19550 voet hoog. Arequipa, Peru, 19200. Demavena, Perzie, 18000. 17124. Mauna Loa, Hawaii, 13675. Santa Maria, Pppocate pet! Mexico, 17843. Sangay, Ecuador, Guatemala, 1250. Fuego, Guatemala, 12500. Foe- jiyama, Japan,12390. Erebus, Zuiden van den Grooten Oceaan, 12306. Smeroe, Java 12000, Ki- roengoe-Cha-Goengo, Centraal- "Afrika, 11300, Irazu, Costa Rica, 11200. Turri Alba, Costa Rica, 10900. Terror, Zuid-Pacific, 10884. Etna, Italië, 10755. Ontake, Japan, 10000. Tatëyama, Japan, 10000, Ruapehu, Nieuw-Zeeland, 9008. Hualailai, Hawaii, 8275. Coseruina, Nicaragua, 5830. Aso- San, Japan, 5600. Ka-Peloe, Martinique, 5200. Hekla, IJsland, 511ó. Vesuvius, Italië, 4300. Sou- friere. St. Vincent, 4050. Stromboli, in de Mid- dellandschezee, 3040 en Scaptar Jokul, IJsland, 2790. WAT AMERIKA VERROOKT. Blijkens een verslag over de tabaksindustrie in de Vereenigde Staten van Amerika, neemt het verbruik van tabak in de staten meer en meer toe. Met de opbrengsten, die Amerika uit de industrie trekt, betaalt het leger en houdt dan nog een overschot van 22\'~ millioen dollar over. De productie van cigaretten is in de laatste vier jaren vertienvoudigd. Sedert de Amerikaan sche vrouwen zooveel rooken, houden ze met de betaalde belastingen de Amerikaansche vloot vrij. DE KLASSIEKEN IN SIGARENWINKELS. In de ketting-zaken, chain-stores, zooals de „United Cigar Stores", die te New York alleen reeds over 500 winkels beschikt, en laatstelyk ook in de drogistenwinkels der ..Liggett Com pany", worden tegenwoordig óók boeken ver kocht en wel bepaalde series, waarvan eens pol maand de prys tot de helft verminderd wordt. De sigarenwinkels verkoopen thans Ameri kaansche klassieken voor 47U cent (Hollandsch),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 6