Nieuwe Avonturen van
Mijnheer Pimpelmans.
Voor de Vrouw.
25ste Jaargang.
Het BSoemendaalsch Weekblad. 20 Rftaart 1931. Tweede Blad.
LOSSfc. BLAADJES.
Lastige Beroemdheid.
Brokjes Levenswijsheid.
Giraffevangst.
No. 10.
SCHAAKRUBRIEK.
Charlie, de beroemde filmheld,
Reist thans heel Europa door,
En hij wordt haast doofbejubeld
Door het groot bewond'raarskoor.
Waar hij kwam en waar hij nu is.
En waar hij nog' komt misschien,
Is men dol en uitgelaten.
Ieder wil den schepper zien
Van het zwijgend zwart figuurtje
Op het helderwitte doek:
Vagebondencar'catuurtje
Met zijn wijden slobberbroek,
Met zijn dwarse reuzenschoenen,
Met zijn al te pas jacquet,
Met zijn bolhoed, die zoo losjes
Op zijn krullen is gezet,
Met zijn zwiepend wandelrietje,
Zooals men er nooit een zag,
Met zijn tandenborstelknevel,
Droeven blik en blijden lach.
Zóó kent het publiek den filmheld
Charlie uit de bioscoop.
Om hem „echt"' nu te aanschouwen
Loopt men in Berlijn te hoop.
't Enthousiasme is geweldig!
Toen hij stapte uit den trein
Was 't publiek niet meer te boude:
En men drukte hem haast fijn!
Met behulp van gummistokken
Werd wat ruimte toen gemaakt,
En men bracht hem naar zijn auto
Vóór hij grondig was gekraakt!
Nu sta" tl honderden B»riijners
Eiken dag voor zijn hotel.
Charlie is compleet gevangen;
Is hij weg, men vindt hem wel.
Daaglijks wordt hij door reporters
En hun dwaas gedoe gekweld;
h Lijkt warempel wel een wedstrijd,
Wie de malste vragen stelt!
Want 't publiek wil alles weten:
Wat hij doet en wat hij deed.
Waar hij zit of staat of wandelt.
Ai-me, veelgeplaagde Charlie!
Ja, beroemdheid is een kruis!
'kBen maar liefst vergeten burger,
Want dan zit ik rustig thuis!
(Nadruk verboden)
Het echtpaar Johnson is de binnenlanden van
Zuid-Afrika ingetrokken om het leven der wil
dernis te bestudeereD en heeft met ongelooflijke
inspanning allerlei dieren welke wij alleen üit
de diergaarde kennen, in hun eigen omgeving
gefilmd. Wie de uitkomsten van hun moedig en
geduldig werk heeft aanschouwd, is een onver-
getelijken indruk rijker geworden. Niet alleen
heeft hij op het doek de verschillende wilde
beesten in hun eigenaardige, vaak zeldzaam
mooie vormen en bewegingen Kunnen waarne
men, maar bovendien heeft zich iets van de ziel
dezer vreemdsoortige maatschappij aan hem ge
openbaard.
Wij zjjn zoo gewend bij het woord samenleving
uitsluitend te denken aan onze beschaafde, ont
wikkelde menschengemeenschap, dat het bestaan
van een rijk, waar nog het voorwereldlijke dier
in volkomen vrijheid leeft, ons tot een open
baring wordt. Die volstrekt niet eenzame, maar
door allerlei rassen en stammen dichtbevolkte
woestenij kent evengoed haar eigen gevoelens,
zeden en wetten als onze beschaafde menschen-
wereld. Ook daar heerscht het massale over het
individueelp; men kent er standsbegrippen en
natuurlijke tegenstellingen en botsingen tusschen
de groepen en klassen.
Aan de drinkplaats, waar deze zoozeer uiteen-
Ioopende bevolking van zebra's, antilopen, giraf
fen. leeuwen en olifanten en tal van andere
diersoorten gezamenlijk het schaarsche water
moet deelen, uiten zich de kudde-instincten van
de afzonderlijke groepen op treffende wijze. Aan
hankelijkheid naijver, heerschzucht maar vooral
vrees zijn de gevoelens, welke uit het beweeg
lijke uiterlijk van al deze wachtende dieren
spreken.
Een van de merkwaardigste bewoners van deze
wildernis is de giraffe. Het voorbijdraven van
een kudde dezer langhalzige reuzen is een in
drukwekkend gezicht. Zij zijn zoo hoog, dat ze,
gelijk het opschrift van de film het uitdrukt,
van de tweede verdieping eten. Terwijl het
overige wild den grond kaalscheert of daar
beneden in het stof zijn levende prooi bemach
tigt, graast de giraffe de kruinen der boomen
kaal.
Een opmerking in de toelichting bij deze won
derlijke tafereelen heeft mij getroffen. De giraffe
is het vreesachtigste dier, omdat hij zoo groot is.
Want, omdat hij over alles heen kijkt, bespeurt
hfj het gevaar, waarvan de overige dieren be
neden op den beganen grond nog geen vermoe
den kunnen hebben.
Hieruit blijkt, dat het niet altijd een voorrecht
is, groot te zijn Ook onder de menschen, die de
wildernis, welke wij de beschaafde maatschappij
plegen te noemen, bewonen, bestaan groepen,
wiei blik verder reikt dan de rest. Het zijn de
vooruitziende lieden, die door hun natuurlijke
bevoorrechting en door de hooge positie, welke
zij in de samenleving innemen, de andere bewo
ners der wildernis over het hoofd zien.
Terwijl dezen rustig hun maatschappelijke
boterham van den beganen grond afgrazen, be
speuren de hooggeplaatsten reeds onraad, dat
hen met onrust en angst vervult Zü aanschou
wen malaise en oorlogen, revoluties en crisissen,
waarvan hun genooten beneden nog niet het
minste vermoeden hebben.
Niet altijd zijn deze menschelijke giraffen uit
hoofde van liun maatschappelijke positie zoo
hoog geplaatst. Ook een geestelijk verheven peil
brengt deze eigenaardige gevoeligheid mee voor
gevaar. Het onraad kan ook van zedelijken aard
zijn. Hoevaak heeft men sinds onheuglijke tij
den profeten bespot, die waarschuwden voor
dreigende ontaarding en afval. Zij leden aan
inbeeldingen, zei men, deze profeten, die overal
onraad bespeurden en met hun vermaan de
menschheid zonder grond opschrikten. Wan
neer hun woord in vervulling trad, was het ge
woonlijk voor de menschheid te laat.
Het is niet uitsluitend een voorrecht, tot de
hooggeplaatste;! te behooren. Hoeveel gemak
kelijker en prettiger is het, van niets te weten
en ongestoord te kunnen grazen of te smullen
van zijn levende prooi. Men benijdt ze wel, de
bevoorrechten, wier hals uitsteekt tot boven de
boomen; die het onbelemmerd vooruitzicht in de
toekomst gemeten; die ingewijd zijn in de poli
tieke, economische, maatschappelijke en geeste
lijke geheimen van hunnen tijd. Een troost is
het voor de lager staanden, dat hun leven ge
noeglijk daarheenrolt gelijk dat van den gerusten
iandman uit Poot's gedicht, Verwijl doodelrjke
gevaren hen dreigen en katastrofaal onraad
zich tegen hen samenpakt.
Is 't niet begrijpelijk, dat de giraffe een vrees
achtig dier is? Hij heeft geen top boven zich,
geen wachtpost, geen uitkijktoren, gelijk wij,
die, in ons tevreden plattegrondsbestaan, op
zijn waakzaamheid teren.
H. G. CANNEGIETER.
door G. Th. Rotman.
Nadruk verboden.
21. intusschen vliegt, door niets gestoord,
De auto met zijn aanhang voort,
Tot groot vermaak van Mr. Roest,
Die hikt en snikt en giert en proest:
O jongens, jongens, wat komiek!
Hihi! Haha! Ik lach me ziek!
7.
22. Maar plots'ling is zijn lachen uit!
Wat overkomt hem? Wel verbruid!
Zijn overhemd, zijn jasje wordt
Tn stukken van zijn lijf gesjord!
Van rits, van rats, 't gaat kort en klein,
Wat kan zoo'n vischhaak haak'rig zijn!
<y. 7*
23 Laar komt Piet IJsco, half versuft,
Terwijl hij van de hitte puft;
Roets! stuift de auto langs hem henen,
Maar ach, de schrik slaat in z'n beenen,
Als hy daarachter in 't verschiet
Het motorbootje W'ren ziet!
24. Krikkak! Dat lijkt wel hekserij!
Twee wielen krijgt de boot er bij,
Terwijl zij als bij tooverslag
Weer op een dakje bogen mag;
Kortom, de zaak gaat als gesmeei
De boot is fijn gerepareerd!
MEER MELK!
Tot nu toe is het melkverbruik in Duitschland
veel minder dan in andere landen. Het gebruik
bedraagt per persoon en per dag een vijfde tot
een vierde L. en in de vele industriesteden
slechts een tiende L. per persoon en per
dag. In de groote Amerikaansche steden daar
entegen is dit zelfs drie vierde L. p. p. en p. d.
Het vooroordeel, dat in Duitschland bestaat
tegen het gebruik van melk voor volwassenen
men beschouwt het n.l. meer als zuigelingen-
voedsel en vindt het gebruik van bier meer man
lijk heeft ertoe geleid propaganda te maken
voor het gebruik van melk.
Men ziet daarom op de Duitsche stations
sedert eenigen tijd een reclameplaat, waarop
een mannenhand en een vrouwenhand en twee
kinderhanden, die elk een glas melk vasthouden
en waarop als onderschrift vermeld staat:Aleer
melk!" Zou men op het eerste gezicht denken,
dat deze plaat door melkhandelareu werd uitge
geven, die een grooteren omzet en meerdere
winst beoogen dan vergist men zich. De reclame
gaat uit van lichamen, die ten doel hebben het
algemeen belang te behartigen, door de aan
dacht te vestigen op de wenschelijkheid van het
gebruik van melk, die onder Rijkscontrole staat.
Waarom gaat de zorg voor het algemeen be
lang zoo ver om het melkverbruik te bevorde
ren?
Het antwoord hierop is, omdat de melk niet al
leen billijk in prijs maar ook inderdaad 'n groote
voedingswaarde bezit. 1 Liter melk staat gelijk
in voedingswaarde met 8 a 9 eieren of met één
pond mager rundvleescli. Vergelijkt men nu de
iprijzen van een en ander, dan zal men toegeven,
|dat hierin een aanwijzing tot bezuiniging ligt,
door b.v. een of tweemaal het vleesch te ver
vangen door een smakeiyk melkgerecht, opge
diend in puddingvorm of in den tijd, dat de
eieren goedkoop zijn door eierschotels, die in
tallooze variaties klaar te maken zijn; alleen
hierdoor bezuinigt men per jaar reeds een
flink bedrag.
Voor kleine kinderen, in het bijzonder voor
hen, die lis de vijfde maand kunstmatig gevoed
worden, is zen uitsluitende melkvoeding niet
aan te bevelen, maar is het noodig, dat ze ge
wennen aan gemengde voeding, b.v. gezeefde
groenten vruchtensap, geklopte bananen, maar
vooral nog geen eieren, zelfs niet in rauwen
toestand.
Om dit grootere verbruik nu te bevorderen,
heeft de Rijksmelkcontrole te Berlijn een aan
tal recepten uitgegeven, die men voor slechts
6 centen kan verkrijgen èn die de huisvrouw
vele wenken geven, voor het eenvoudig en vlug
bereiden van melkspijzen.
Door deze reclame staat een tweeledig doei
voor oogen: De huisvrouwen zullen eenerzijds
door meerder melkverbruik voedzame en een
voudige spijzen weten te bereiden, desnoods ter
vervanging van vleesch, wat een besparing voor
haarzelve beteekent en anderzijds kunnen de
landbouwers, in hoofdzaak de kleine boeren vele
verbeteringen in him bedrijf invoeren, die tot
dusverre achterwege bleven, omdat zy siiet loo-
nend genoeg waren, en tenslotte zouden de ste
den als gevolg hiervan betere melk en melk
producten verkrijgen, dan tot heden het geval is.
(Nadruk verboden).
DE KLEURLOOZE VROUWENKLEEDING IN-
RUSLAND.
Eenheidsstof en eenheidsparfum.
Een paar zijden kousen kosten.,...
veertig gulden.
Hebben de Russische vrouwen gedurende de
vreeseiyke jaren van het bolsjewistisch régime
de lust verloren om zich goed te kieeden? Het
is toch haast niet aan te nemen, en de enkele
goedgekleede vrouwen, die men er nog ziet,
meestal vooraanstaande personen uit de commu
nistische partij bewijzen, dat de Russische vrouw
nog altijd prijs stelt op een verzorgd toilet. Dit
blykt trouwens ook uit de belangstelling en
bewondering, waarmee men ais vreemdeling na
gekeken wordt. In het begm is het bepaald on
aangenaam zoo de aandacht te trekken; vele
vrouwen blijven plotseling stilstaan, misschien
wel om het model van uw japon in haar ge
heugen vast te leggen en zoo mogelyk later na
te maken. Het meest worden nog de schoenen
bewonderd, want in Rusland kan men geen
mooie en sterke schoenen krijgen en van eenige
verscheidenheid in de modellen is niets te be
merken.
Deze belangstelling bewust, wat men eigenlijk
wel kon vermoeden, nJ. dat de Russische vrouw
evenveel om haar ldeeding geeft als haar ge
lukkiger zusters in andere landen. Het is haar
echter onmogeiyk, zich goed te kieeden. De
Sovjets willen een groote confectie-inaustrie in
hot leven roepen en hebben daarom den invoer
van alle buitenlandsche modetijdschriften cn.
knippatronen verboden. Ook op dit gebied zul
len zy een eigen kunst scheppen. Doch de Rus
sische vrouw komt met die mooie beloften niets
verder. Sovjet-couturiers en mode-tydschrif-
ten bestaan er eenvoudig niet en de reusach
tige confectie-industrie, die het geheele land
zou kieeden, bestaat alleen op papier. Men kan
niet eens genoeg stoffen krijgen, om er zelf
japonnen van te maken. Ook daar schiet de
eigen industrie tekort, hoewel de invoer uit het
buitenland verboden wordt. Misschien krijgen
wy als het nog ooit zoover komt Russische
stoffen te zien, die bedrukt zijn met communis
tische emblemen.
In theorie is het communisme irouwens een
'verklaarde vyand van de mode, onder het voor
wendsel, dat deze oorspronkelijk door de hoo-
gere standen werd ingesteld. Zoo keert het zich
tegen den hoogen hak, omdat deze een symbool
zou zyn van een vrouw, die geen lichamelyk
werk behoefde te verrichten en vele vrouwen
en meisjes worden daarom gedwongen, lage
hakken te dragen, ook al behooren zy niet tot
de ongeveer 2 millioen vrouwelüke communisten.
zyden kousen zyn onbetaalbaar, want zü
kosten ruim 40 gulden. Een journalist, die by
oen Rus gastvryheid genoten had, gaf als gast-
geschenk een paar zyden kousen aan de doch
ter des huizes. Allen waren sprakeloos van be
wondering voor dat kostbare geschenk; het
meisje sloot de kousen dadeiyk weg in een ste
vige doos en zal ze wel nooit hebben durven
dragen uit angst ze vuil 'te maken.
Het Moskousche stadsbeeld is onbeschrijfeiyk
somber door de kleurlooze vrouwenkleeding.
Daardoor ziet de heele stad er mistroostig en
armoedig uit. De stoffen zyn ruw en donker
van klem-. Men ziet zwarte of donkerblauwe
mantels, tot op den draad versleten, vuil en
soms gescheurd. Er komen armeiyke rokken,
zwarte katoenen kousen en plompe, uitgeloopen
schoenen onderuit. Inplaats van hoeden dragen
de oudere vrouwen bruine gebreide shawls over
het hoofd; een enkele is zoo gelukkig een ge-
kleurden doek te bezitten en de jonge meisjes
loopen gewooniyk blootshoofds; hun korte haar
is slecht verzorgd en onverschillig opgemaakt.
Zij bezitten dikwijls geen mantel of dragen hem
misschien niet, omdat zy hem te leelijk vinden,
zy loopen zoolang mogeiyk rond in hun zwarte
of grüze rokken en overhemden of truien; in
den winter moeten zy wel mantels dragen.
Wij verwachtten althans op het platte land
wat meer kleur te zien, doch daar zyn de klee-
ren even somber en smakeloos en nog veel
ouder en gehavender. De schilderachtige boe-
rencostuums ziet men niet meer. Als men kleu
ren wil zien, moet men naar den Moskouschen
schouwburg gaan. Want de actrices zyn nog wel
eens in de gelegenheid de buitenlandsche modes
waar te nemen en zij zyn trouwens aan hun be
roep verplicht, zich goed te kieeden. Ook de
vrouwen der Moskousche élite dat is tegen
woordig de communistische partij kan men
dan zien zitten in roode, blauwe of groene zij
den japonnen, die zy met meer of minder
smaak en handigheid gemaakt hebben.
Het gewone publiek, kan men op zyn gemak
waarnemen, wanneer de vrouwen queue maken
voor een winkel om hun rantsoen vleesch te
koopen. Op alle gezichten ligt een wiezenlooze
geduldige uitdrukking, die zelfs niet wijkt, wan
neer zy bekenden ontmoeten en een praatje
maken. De kleeding is soms zoo vreemd, dat
men niet weet, of men met een man of met een
vrouw te doen heeft. Het verwerken van de
stoffen is ook eigenaardig. Zoo was er eenigen
tijd geleden toevallig veel goed in het land ge
bracht met karakteristieke witte strepen, dat
voor allerlei kleedingstukken was gebruikt en
door mannen evengoed gedragen werd als door
vrouwen; men zag hetzelfde goed ook terug in
den vorm van gordynen, tafellakens, huishoud-
doeken, enz Toch is het nog een buitenkansje,
wanneer men zulk goed bemachtigen kan, want
in de winkels vindt men niets meer. Alles wat
er nog uit vroegere tijden aanwezig was, is in
den loop der jaren verbruikt.
Zelfs de communistische vrouwen en meisjes
zijn niet veei beter gekleed, hoewel enkelen van
hen kans zien om plooirokken, vilten hoeden
en zelfs barets te bemachtigen. In den zomer
vallen 2ij op, doordat zij geen kousen dragen;
soms zyn zij ook iets opvallender gekleed dan
de anderen, doch wanneer men hen met een
West-Europeesch meisje vergelykt, beseft men
het reusachtige verschil, 's Winters hebben zy
ook redelijk goede mantels; de stoffen zyn wel
somber en grof, doch zij zijn gewatteerd en
dikwyls met goed bont versierd. Men ziet zelfs
wel volledige bontmantels. Het eigenaardigste is,
dat zy allen dezelfde kleur rouge en lippenstift
en hetzelfde parfum gebruiken; deze artikelen
j worden ni. door de regeering aangemaakt, die
'slechts streeft naar massaproductie en zich niet
bekommert om eenige variatie in haar product.
(Nadruk verboden).
Oplossingen, bydragen, enz. te zenden aan den
Schaakredacteur,
Ged. Oude Gracht 88, Haarlem,
PROBLEEM Nr. 293*).
J, W. L e C o m t e.
(1848—1923).
Mat in drie zetten.
Stand der stukken:
Wit: Ka3, Dg5, Th6, Pd2, Pe4, b3, g2.
Zwart: Kd5, Lfl, PfT, Pg3, b7, e3, f5.
2de prys, wedstrijd van „De Amsterdam
mer" (1895).
PROBLEEM Nr. 294**).
E. H. E. v. W o e 1 d e r e n.
(1840—1903)
Mat in twee zetten.
Stand der stukken:
Wit: Ka8, Dd7, Pa6, Pg4, e2.
Zwart: Kd5, d6.
KUNNEN VROUWEN GEHEIMEN-
BEWAREN?
Natuurlijk kunnen zy dat. Het oude idee, dat
vrouwen niet zwygen kunnen, is dan ook groo-
tendeels verdwenen, al is het nog niet geheel
uitgeroeid. Ellen Wilkinson, die zitting heeft in
het Engelsche parlement, vertelt bijv. het ge
val, dat zy eens als eenige vrouw aanwezig was
op. een vergadering, die voorloopig geheim moest
worden gehouden. Toch lekte er iets uit van de
besprekingen en na een nauwkeurig onderzoek
bleek, dat een der mannelijke parlementsleden
er met zijn vrouw over gesproken had „en na-
tuurlyk kunnen vrouwen geen geheim bewaren".
Er werd heelemaal vergeten, dat hier juist een
man had getoond, niet te kunnen zwygen.
Maar kunnen mannen dan geheimen bewa
ren? Natuurlijk evengoed als de vrouwen.
Doch een voorzichtig zwygen is geen speciaal
voorrecht van de mannen alleen en onnaden
kend gepraat komt niet alleen by vrouwen
voor. Hoeveel historische voorbeelden zou men
niet kunnen aanhalen van mannen, die staats
geheimen verraadden aan vrouwelijke spionnen
hoewel zij toch geen onbeteekenende persoon
lijkheden waren en wisten, dat hun carrière en
soms hun leven afhing van de volkomen ge
heimhouding.
Als men echter gaat vergelijken, zou men
eerder zeggen dat vrouwen in zulke omstan
digheden bijna altijd met taaie volharding hun
geheimen weten te bewaren. Zy hebben in dit
opzicht niet alleen meer verantwoordelijk
heidsgevoel een gevoel, dat in onzen tyd
ook steeds meer ontwikkeld wordt doch wan
neer het gaat om dinger1,, die ten koste van
alles geheim moeten blijven, kunnen vrouwen
ongetwyfeld beter zwygen dan mannen. In de
diplomatie zyn zy dan ook uitstekend op haar
plaats en hoewel zy de officieele ambten ge
wooniyk niet mogen bekleeden, bewyzen zy haar
vaderland toch steeds vele diensten in het werk
dat van tevoren en achter de schermen moet
worden gedaan. Zy worden daar dagelyks op de
hoogte gesteld van staatsgeheimen, doch wan
neer een mannelyke spion hun gezelschap 'toekt,
zijn zy verstandig genoeg om te begrijp: - dat
hij dat niet doet uit bewondering voor Mar
mooie oogen.
(Nadruk Verb
2de prys, wedstrijd van den Nederland-
schen Schaakbond (1892).
OPLOSSING EINDSPELSTUDIE Nr. 83.
(Allgaier, 1763—1823.)
Stand der stukken:
Wit: Ke5, c5, d6.
Zwart: Kd7, c6.
1. Ke5—f6, Kd7d8 (de beste zet)2. d6—'d7
Kd8Xd7; 3. Kf6—f7, Kd7—d8; 4. Kf7—e6,
Kd8c7; 5. Ke6e7, Kc7—c8; 6. Ke7—d6,
Kc8b7; 7. Kd6—d7, Kb7—b8; 8. Kd7Xc6 en
wint.
Goede uitwerking ontvangen van:
H. de Ruyter, te Bloemendaal;
H. W. van Dort, te Haarlem;
P. Mars, te Santpoort.
BLOEMENDAALSCHE SCHAAKCLUB.
De Bloemendaalsche Schaakclub vergadert el-
ken Woensdagavond om 8 uur in het „Jeugd
huis", Donkere laan te Bloemendaal.
Belangstellenden zijn steeds welkom.
DE VOORNAAMSTE VULCANEN TER
WERELD.
Onder de grootste vulcanen ter wereld worden
de volgende gerekend:
Sahama in Bolivia, met een hoogte van 21000
roet. Pomarape in Chili met een hoogte van
20500 voet. Cotopaxi, Ecuador, 19550 voet hoog.
Arequipa, Peru, 19200. Demavena, Perzie, 18000.
17124. Mauna Loa, Hawaii, 13675. Santa Maria,
Pppocate pet! Mexico, 17843. Sangay, Ecuador,
Guatemala, 1250. Fuego, Guatemala, 12500. Foe-
jiyama, Japan,12390. Erebus, Zuiden van den
Grooten Oceaan, 12306. Smeroe, Java 12000, Ki-
roengoe-Cha-Goengo, Centraal- "Afrika, 11300,
Irazu, Costa Rica, 11200. Turri Alba, Costa Rica,
10900. Terror, Zuid-Pacific, 10884. Etna, Italië,
10755. Ontake, Japan, 10000. Tatëyama, Japan,
10000, Ruapehu, Nieuw-Zeeland, 9008. Hualailai,
Hawaii, 8275. Coseruina, Nicaragua, 5830. Aso-
San, Japan, 5600. Ka-Peloe, Martinique, 5200.
Hekla, IJsland, 511ó. Vesuvius, Italië, 4300. Sou-
friere. St. Vincent, 4050. Stromboli, in de Mid-
dellandschezee, 3040 en Scaptar Jokul, IJsland,
2790.
WAT AMERIKA VERROOKT.
Blijkens een verslag over de tabaksindustrie in
de Vereenigde Staten van Amerika, neemt het
verbruik van tabak in de staten meer en meer
toe. Met de opbrengsten, die Amerika uit de
industrie trekt, betaalt het leger en houdt
dan nog een overschot van 22\'~ millioen dollar
over.
De productie van cigaretten is in de laatste
vier jaren vertienvoudigd. Sedert de Amerikaan
sche vrouwen zooveel rooken, houden ze met de
betaalde belastingen de Amerikaansche vloot vrij.
DE KLASSIEKEN IN SIGARENWINKELS.
In de ketting-zaken, chain-stores, zooals de
„United Cigar Stores", die te New York alleen
reeds over 500 winkels beschikt, en laatstelyk
ook in de drogistenwinkels der ..Liggett Com
pany", worden tegenwoordig óók boeken ver
kocht en wel bepaalde series, waarvan eens pol
maand de prys tot de helft verminderd wordt.
De sigarenwinkels verkoopen thans Ameri
kaansche klassieken voor 47U cent (Hollandsch),