De resultaten van het
onderwijs,
Het Btaeniendaalscfo Weekblad.
Gesprek tusschen Wim en
Peter.
Kennis der Ned. taal slecht en onvoldoende
Het onderwijs te weinig gericht op net practische leven.
TOONEEL.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Peter: Wel Wim, wat zeg je van de lente?
Wim: Het is nog niet zooals het zfln moet.
Des avonds en des nachts vriest het nog
knapjes, terwijl men overdag nog best zijn win
terjas kan aan hebben.
Peter: Het wordt nu wel eens tijd, dat we
zachter weer krijgen, dan komt tenminste een
beetje leven in onze gemeente. In den winter
gaat er hier maar weinig om.
Wim: Daar heb je gelijk aan.
Peter: Heb je al iets gehoord of we van den
zomer wederom H.O.V.-concerten in het Bioe-
mendaalsche bosch krijgen
Wim: Neen.
Peter: De couranten schrijven druk over 't
jubileum van de vereenlging Bloemendaal's
Bloei. We zouden een feestvergadering hebben
maar deze is uitgesteld. Weet je tot hoe lang'
Wim: Ik hoorde, dat in de maand Augustus
het 25 jaar geleden is, dat de Vereeniging op
haar statuten de Kon. goedkeuring kreeg. Den
kelijk zal dan een feestavond gehouden worden,
die klinken zal als een klok. Daar is tenminste
groots kans op.
Peter: Van het eene kom je op het ander.
Denkende aan de vereeniging Bloemendaal's
Bloei, gaan mijn gedachten terug naar den tijd
dat de Zeeweg werd aangelegd.
Wim: Wel hoe zoo?
Peter: Wil ik je eens wat zeggen, hoe ik
denk over het aanleggen van dien weg?
Wim: Ik ben benieuwd het te weten!
Peter: Ik denk er zóó over: de neringdoen
den hebben er geen voordeel van gehad.
Wim: Dat moet je me toch eens uitleggen.
Ik hsb er de meening over, dat, wat ge daar
zegt, toch misschien wel aanvechtbaar is.
Peter: Ik meen, dat het er zoo mede staat:
De menschen komen van andere plaatsen en
trekken niet meer onze gemeente in, maar gaan
over den Julianaweg rechtdoor naar den Nieu
wen Zeeweg en het Bloemendaalsche strand.
Kraantje Lek b.v., wordt allang niet meer zoo
druk bezocht, als toen de Zeeweg er nog niet
was.
Wim: Ja, dat kan wel zijn. Maar dat neemt
niet weg, dat ik toch het aanleggen van den
Zeeweg niet bejammer. Hoe vaak rijd ik er met
myn auto over en hoe geniet ik dan van dien
mooien weg
Peter: Laat me er maar over zwijgen! Nu ik
het toch heb over onze mooie gemeente, denk
ik ook aan de verandering, die in het Bloemen
daalsche Bosch is aangebracht.
Wim: Ja, dat is niet van gisteren!
Peter: Wil ik je eens wat zeggen? Ik her
inner me nog, hoe het Bosch vroeger was met
de kom van Saxenburg als geliefdkoosd plekje,
waar jong en oud des zomers zoo heerlijk kon
genieten en waar men nog zoo heerlijk kon ge
nieten van de natuur, dat heerlijk stukje bosch
waar honderden dagjesmenschen, gevlucht uit
bedompte en nauwe steegjes en slopjes, zoo echt
fijn konden zitten terwijl ze hun kinderen on
gehinderd konden laten stoeien en ravotten in
het groene gras.
Wim: Ja, dat al is uit een verleden tyd!
Peter: Dat mag je wel zeggen! Het bosch is
in een park veranderd en het is uit met de vrij
heid. Men mag nu op daarvoor aangegeven
paatjes loopen en op harde banken zitten en
door een traliehek naar hertjes kijken.
Wat is het gevolg geweest van deze veran
deringen? De menschen van buiten komen niet
meer, waardoor de neringdoenden in onze ge
meente gedupeerd worden, want die buitenmen-
schen lieten hun geld rollen, k gun gaarne alle
menschen het goede en dus kun je begrijpen,
hoe het me soms te moede is.
Wim: Ja, je bent een kerel met een hart van
goud. Als alle menschen zoo waren als jij bent,
dan was er geen kwaad in de wereld.
Maar, wees nu niet zoo mismoedig. Wat geeft
het of je al ontstemd wordt. Gedane zaken
nemen nu eenmaal geen keer
Hoe te komen tot ander resultaat?
Verscheenen is het rapport van de door het
hoofdbestuur der Ned. Maatsch. voor Nijverheid
en Handel te Haarlem ingestelde commissie in
ake doelmatige onderwijsorganisatie.
De commissie heeft door een enquête bij lei
ders van groote bedrijven getracht een inzicht
tc krijgen omtrent wat het praetische leven
verwacht van de leerlingen, die algemeen vor
mend lager resp. middelbaar onderwijs lubber
genoten, teneinde daarin een basis te '-inden
voor eventueele hervormingsvoorstellen.
Uit de antwoorden, op de enquête ontvangen,
bleek de commissie van een algemeens ontevre
denheid over de resultaten van het lager onder
wijs hier te lande, in het bijzonder voor zoover
het bedoelt eindonderwijs te geven. Het bestaan
van zoo groote onvoldaanheid wijst naar de
commissie meent, wel op de dringende nood
zakelijkheid van verbetering.
De tot uiting gekomen critiek noemt zij in
hoofdzaak als volgt te kunnen samenvatten:
Ie. de leerstof, die in verschillende antwoor
den ook te uitgebreid wordt genoemd, is in de
lagere school onvoldoende verwïrkt;
2e. de kermis der Nederlandscbe taal is slecht
en onvoldoende. Een overgroot deel van de
leerlingen, die lager eindonderwijs hebben geno
ten, is niet in staat zich op eenigszins behoor
lijke wijze mondeling of schriftelijk in de Nedir-
'.andsche taal uit te drukken. Uok over slordig
en slecht schrift wordt algemeen geklaagd;
3e. wat op school geleerd w.ordt is te weinig
gericht op het praktische leven.
Rekening houdende met wat in het buitenland
blijkt te bestaan meent ds commissie ter tege
moetkoming aan de gebleken bezwaren de vol
gende voorstellen tot reorganisatie van het
lager onderwijs te moeten doen.
Zoodanige verlenging van den leerplicht, dat
overbrugd wordt de kloof, die nu nog bestaat
tusschen hét eindigen van den leerplicht en het
tijdstip, waarop de Arbeidswet arb:id toestaat.
Na een vierjarige algemeene grondschooi
worde gedifferentieerd naar gelang de kind: ren
voor middelbaar (voorbereidend hooger) dan
wel voor lager eindonderwijs b:stemd zijn. Voor
deze differentiatie en voor de aansluiting tus
schen het lager en het voortgezet onderwijs bi-
veelt de commissie aan 't systeem dat in onder
wijskringen bekend is ondsr den naam van het-
Haagsche stelsel.
In de vierjarige grondschooi zal in tie eerste
'ilaats nadruk gelegd moeten worden op Ned:r-
Iandsche taal, lezen, schrijven en rekenen; de
andere vakken mogen in deze school slechts een
ondergeschikte plaats innemen.
De gelegenheid moet bestaan om nieuwe
onderwijsstelsels als het Montessori-, het Dal-
ton- en andere stelsels toe te passen.
Voorts acht de commissie het gewenscht by
het geheele lager onderwijs voor zoover prak
tische en financieele bezwaren zich niet daar
tegen verzetten een plaats voor den handen-
irbeid in te ruimen.
Bij de te behandelen leerstof in de hoogere
klassen van de gewone lagere school moet in
het bjjzonder met de eischen van het praktisch
'even worden rekening gehouden.
Tot zoover hetgeen de commissie zegt ten
aanzien van het lager ondtrwijs.
De commissie zegt verder in haar rapport het
volgende:
Ook over de resultaten van het algemeen
vormend middelbaar onderwijs bljjkt viel onte
vredenheid te bestaan. Ook hier wordt geklaagd
over onvoldoende kermis van de Nederlandsche
taal, niet in staat zijn de gedachten mondeling
en schriftelijk onder woorden te brengen, opper
vlakkige kennis en het niet genoeg gericht zijn
van het onderwijs op de eischen der praktijk.
De commissie heeft in de eerste plaats over
wogen de mogelijkheid van een radicale reorga
nisatie van het middelbaar onderwijs in dien
geest, dat alle leerlingen zoolang mogelijk op
ién school zouden worden samengehouden met
gelegenheid om uit een groot aantal vakken
diegene te kiezen, die het meest bij hun aanleg
an toekomstige vooruitzichten passen, terwijl
zoo laat mogelijk tot splitsing naar verschil-
'ende studierichtingen zou worden overgegaan
Op grond van praktische overwegingen heeft
de commissie intusschen besloten bij hare voor
stellen uit te gaan van wat eenmaal hier te
bande bestaat.
Voor de driejarige H. B. S. is in haar systeem
geen plaats meer. De typ:n voor algemeen vor
mend middelbaar en voorbwjd'md hooger on
derwijs blijven de vijfjarige H.B.S. en het Gym
nasium maar de commissie wil aan alle leerlin
gen, die van de lagere school komen en mid
delbaar of voorbereidend hooger onderwijs zul
len genieten, één jaar hetzelfde onderwijs geven
en eerst daarna overgaan tot de splitsing naar
H.B.S. of Gymnasium.
De H.B.S. wil zij dan evenals nu het geval is,
na afloop van het derde leerjaar splitsen in een
litterair-economische en een wis- en natuurkun
dige afd:eling. Voor deze beide afdeelingen be-
nleit zij een systeem van kern- en keuzevakken.
Kernvakken zijn die onmisbare vakken, welke
Ilse leerling verplicht moet volgen. Uit de
keuze vakken kan een keuze worden gedaan,
naar gelang van aanleg en bestemming van den
teerling. Voor het geheele middelbaar onder
wijs acht de commissie verplicht onderwijs m
gymnastiek en lichamelijke oefening noodig en
ook handenarbeid acht zij van zeer groot
belang.
werk. Wie van firstclasse kleeding houdt, tegen
niet te hoogen prijs, make met deze firma eens
kennis.
HAARLEM.
OPENING SIGARENMAGAZIJN
J. REINDERS.
J.l. Dinsdag opende de heer J. Reinders een
keurig ingericht sigarenmagazijn aan den Zijl-
weg 137, b(j het viaduct. De ondernemer heeft
kosten, noch moeite ontzien, om het verbouwde
perceel naar de eischen des trjds te arrangeeren.
De winkel is voorzien van een ruime keuze si
garen van de beste merken. Stofvrije vitrines
geven aan het geheel een modern cachet.
Ter gelegenheid van de opening werd de win
kel door fraaie bloemwerken versierd. Den -on
dernemer inmiddels onze beste wenschen.
BLOEMEND AAL.
Gevonden en terug te bekomen byJ. J.
de Waal Malefjjt, Korte Zjjlweg 23, Overveen,
een schooltasch; v. d. Geer, p/a Kol, Bloemen-
daalscheweg 228, Overveen, een vulpenhouder;
B. M. de Vries, Kinheimweg 51, Bloemendaal,
een wetboekje van accijnzen; Prenen, Domp-
vloedslaan 5, Overveen, een rijwielbelasting-
merk 1930/31; J. Veen, Zjjlweg 288, Haarlem,
een wandelstok; Plat, Zandvoortschelaan 283,
Zandvoort, een ruigharige foxterrier; aan den
politiepost te Aerdenhout, een paar wollen
heeren-handschoenen; aan het bureau van politie
te Overveen, een Lipssleutel, no. 16385, een glacé
handschoen, een bruine kinderhandschoen, een
wildlederen heerenhandschoen.
BEVOLKING.
Opgave van 26 Maart2 April '31.
Gevestigd: H. Willemse, Verbindingsweg
59, Bloemendaal; H. A. IJff, Prins Hendriklaan
112, Overveen; C. J. Engbertsen, Koeduinweg 2,
Aerdenhout; Th. P. Beccari, Kastanjelaan 43,
Bloemendaal; W. H. Scholts, Letjweg I no. 4,
Vogelenzang.
treffen, dat de moordgeschiedenis uit dit stuk
bizonder veel gelijkenis vertoont met hetgeen
in een lugubere, onlangs te Rotterdam voorge
komen zaak, om den hoek kwam kyken.
Eduard Veterman en Karei Brinkman zorg
den voor een intiem decor. M. van Wesel voor
een vlotte vertaling, terwijl Cor van der Lugt
Meiseri in dramatische kracht alles overtrof,
wat wy tot dusver van hem zagen. Eigenaardig
dat ook hier zich weer een herinnering aan
Shakespeare opdringt. Maurice en Lady
Macbett toonen gelijkenis. Het maakt ons klein
te gevoelen, dat dit stuk waarachtig is en wy
dus allen min of meer deel hebben aan de on
begrepen en onbeheerschte gevoelens, driften en
ziel toestanden, waarmede deze twee menschen
elkaar ten gronde richtten.
Wie niet bang is om een blik te slaan in de
giftige, gloeiende vulkaan, opwellende in ons
eigen donker zielsleven en een minnaar is van
sterk tooneelspel, hij ga vroeg of laat dit stuk
zien of nog eens zien.
De vorigs week sloot aldus met meer dan
plus voor den Haarlemsehen Stadsschouwburg.
paal vindt zijn oorzaak hierin, dat het voor
auto's en andere motorvoertuigen, die den wig
inrijden, er zeer moeilijk keeren is, zóódat ze
wel genoodzaakt zijn den weg achteruit rijdende
te verlaten. En don kan een botsen tegen den
paal w-Th-iast niet u5H}W*ve*\ Hos te r?1'"1 dat
aal 36 W ln' Maal' niet telkenmale de Duinwijckweg van licht is
verstoken? Naar onze meening, aldus een onzer
anders ik
Wim: Kom, houd je nu bedaard.
Peter: Nu iets anders. Kort geleden kwam
mij ter oore, dat Sursum, ons Bloemendaalsch
muziekkorps, van dit jaar geen winteruitvoe-
ring zal geven en wel bjj gebrek aanbe
langstelling. Hoe vind je dat?
Wim: Ja, wat zal ik je zeggen? Je weet, dat
ik van een gezellig praatje houd. Maar muziek..
Peter: Het wordt hier anders een doode boel.
Voor veel is hier geen belangstelling.
Wim: Hoe dat zoo?
Peter: In Santpoort is er b.v. een tooneeiclub
en twee zangkoren. In Bloemendaal is een too
neeiclub en een zangkoor geweest, die beide
hier geen opgang maakten, met gevolg dat de
tooneeiclub naar Heemstede ging en 't zangkoor
ontbonden werd. Hoe zou het toch komen, dat
men hier voor zoo weinig dingen voelt,?
Wim: Ja, dat kan aan velerlei liggen. Maar
weet je wat: schrijf ereens een prijsvraag over
uit.
Het uitschrijven van een prijsvraag ligt in de
lijn van den tijd.
Praat er eens over met de exploitante van het
„B. W.", wellicht gevoelt die er iets voor!
Peter: Nog iets. Hoe denk je over het ver
bod, dat er in onze gemeente geen draaiorgels
mogen zijn, en dat harmonicaspelers geweerd
worden.
Wim: Het zal 'm daarin zitten, dat we de
radio hebben en dat de autoriteiten denken, dat
we óók te veel van het goede kunnen krijgen.
Peter: Het ging er anders in onze gemeente
vroeger veel gemoedelijker toe.
Wim: Daarin sta je recht! Ik las in de
courant, dat dit laatst ook is gezegd op een
vergadering van Bïoemendaals Bloei. Maar ver
geet niet, dat de oude tijden niet weerom
komen.
Peter: Je hebt alweer gelijk! Tot weerziens,
Adio!
VAN TWEE LANTAARNPALEN.
Er staan op den Duinwijckweg twee lantaarn
palen. De ere wordt altfid ongemoeid gelaten,
maar de andere, in de bocht van den weg,
worut meermalen omvergereden of er worUi
door auto's tegen aan gebotst. Natuurlijk, na
elke botsing springt het lampje en dan is de
Duinwijckweg in het duister gehuld. Het ge
beurt soms dat er eenige dagen verloopen
vóórdat er een ander electrlseh lampje in den
lantaarn is gezet. Waarom het zoo lang duurt?
Het is onbekend. Men zou zoo zeggen: het kan
toch eerder geschieden.
Het aanrijden van den bedoelden lantaarn-
medewerkers, is het eenige afdoende middel, dat
de bestaande lantaarnpaal, nog van het ouder-
wetsche type, vervangen wordt door een grani-
tolantaarnpaal.
Deze palen toch staan achter op het voetpad;
terwijl de lange arm van de paal ver over het
voetpad heen over den weg hangt, zoodat ae
weg toch uitstekend verlicht wordt. Mogen we
de aandacht van ons gemeentebestuur hierop
eens vestigen in het belang van de bewoners
■- -. rVlj. oe
weg blijvend goed verlicht is, en dat hij niet
telkens in het duister wordt gehuld.
BOTSING TUSSCHEN AUTO EN
MOTORFIETS.
Op den hoek van de Margarietenlaan en Zil-
kerweg heeft een botsing plaats gehad tusschen
een auto en een motorfiets met zijspan. Op den
motor zaten, behalve de bestuurder nog twee
andere personen. Door de aanrijding werd de
motorfiets van den weg in het struikgewas ge
slingerd. Persoonlijke ongelukken kwamen nier
voor. Nadat de motorfiets uit het kreupilhoi r
gehaald was kon de tocht, niettegenstaande
eenige onderdeelen der fiets verbogen waren,
voortgezet worden. De auto werd ligt bescha
digd. Wie de schuld van dit ongeval moet dra
gen is niet bekend.
LEEREN CHAUFFEEREN.
Tengevolge van een fout, gemaakt door een
leerling-autobestuurder, wiens leermeester naast
hem zat, is de auto, waarop beiden zaten, door
het hek van Duin en Daal gekomen, welk hik
geheel vernield is. De leerling-bestuurder ver
klaarde zich dadelijk bereid de geleden schade
te vergoeden.
NEDERL. NATUURHISTORISCHE
VEREENIGING.
Men schrijft ons:
Vrijdagavond sprak voor de afdeeling Haar
lem van bovengenoemde vereeniging, de alge
meene voorzitter, dr. Joh. van Burkom, over
Memicry.
Spreker begon met de defenstie Memicry
beschermende nabootsing en behandelde daar
na verschillende soorten memicry, toegelicht
met taliooze voorbeelden. Zoo heeft men ten
eerste de beschermende kleur. In overeenstem-
dier, zoo spreken we van passieve memicry.
Actieve zien we het sterkst bij het kameleon,
dat beweeglijke cellen in de huid bezit, welke
onder invloed van 't zenuwstelsel, naar de
oppervlakte kunnen komen.'Wordt het netvlies
door een bepaalde kleur getroffen, dan ver
schijnt als reflex, die kleur bij het dier. Ook de
zeelt laat een dergelijke kleurwisseling zien.
Een ander memicry verschijnsel is het z.g.
Verstekspiel, d.w.z. de dieren hebben of nemen
dan een beschuttende gelijkenis, b.v. bij koker
juffers, spanrupsen, wandelende takken en bla
deren. Zelfs zijn er in Brazilië, cycaden, welke
op bloemen gelijken. Dikwijls is er sprake van
een waarschuwingskleur, voornamelijk zwart
en geel of oranje, wat voor den vijand 't ken
merk is voor: niet lekker smakend, b.v. bij
wespen, zebrarupsen, vuursalamanders. Even
wel zijn er dieren die deze kleurcombinatie
vertoonen en wel genietbaar zijn. Deze zijn dan
door hun kleur veilig. Van een dergelijk be
schuttende 'gelijkenis kunnen we ook spreken
bij: koekoek en sperwer, zeetong en pieterman.
Met vele lantaarnplaatjes verduidelijkte
spreker deze uiteenzetting om aan het slot een
causerie te houden over de vragen: kunnen we
het ontstaan van memicry verklaren en is me
micry doelmatig? Hierover zijn vele hyphothe-
sen geopperd, wetenschappelijk vastgesteld
is er niets. Eene verklaring kan gevonden wor
den in de natuurkeus, d.w.z. de minst opvallen
de dieren hadden de grootste bestaansmoge
lijkheid, plantten zich 't meest voort: het na
geslacht bezat tenslotte cie aanpassende kleur.
Spreker legde er den nadruk op, dat wij
menschen, zelf onderdeel der natuur, voor alles
een verklaring willen vinden. Van kind af vra
gen we: „Waarom?" en zijn daardoor geneigd
vooral doelmatigheid te zien in bovengenoemde
gelijkheid in vorm of kleur. Echter, we moeten
daarin voorzichtig' zijn en er ons eigenlijk
over verwonderen, dat. de natuur bij betrekke
lijk gering aantal gegevens een dergelijke ge
weldige variabiliteit vertoont.
De heer v. d. Plaats dankte den spreker met
hartelijke woorden voor zijne boeiende voor
dracht.
Verder deelde de voorzitter mede, dat reeds
prijzen beschikbaar gesteld zyn (een foto
toestel, een zilveren plaquette enz.) voor den
fotowedstrijd.
Met een opwekking tot deelname aan dezen
wedstrijd, waarvan de voorwaarden nader wor
den bekend gemaakt, sloot de voorzitter de bij
eenkomst.
HAARLEM.
„OLD ENGLAND", KLEVERPARKWEG 160.
We vestigen de aandacht van' onza lezers op
bovengenoemde zaak, welke sinds kort door den
T\ n.li- 1 f-, nnM TJ' I ntrow
ming met hunne omgeving, hebben de dieren eigenaar D. Smit, gevestigd is aan den Klever
die ir 't Poolgebied leven, (ijsbeer, poolvos) een
witt' kleur. Weidedieren (kikker, sprinkhaan)
zijn veelal groen, stepp dieren (springmuis
vos) geelgrijs, terwijl aan de oppervlakte der
zeer doorschijnende dieren leven, 'b.v. Invallen.
Is deze kleur ten allen t$de 't bezit van het
parkweg. Hoewel de heer Smit geen onbekende
is in de kleermakersbranche, door zijn groote
vakkennis, meenen we goed te doen, deze vesti
ging te publiceeren.
De ondernemer specialiseert zich inzonderheid
tot het produceeren van het betere genre maat*
JEUGDLIEFDE. (Le pêcheur
d'ombres De visscher naar scha
duwen), tooneelspel in 4 bedrijven
door Jean Sarment, j.l. Donder
dagavond in den Stadsschouwburg.
Over dit stuk viel een boek te schrijven. De
vertooning laat zich niet bsschrijven, alleen
doorleven en genieten. Omdat het de span
ningen organisch uitbeeldt, die ontstaan uit de
conflicten van de verpersoonlijkte Dichterlijk
heid (Jean, Johan de Meester Jr.), de goedige
Domheid (de moeder, Gusta Chrispijn-Mulder),
de eerlijke Twijfel (Monseigneur Lescure, Wil
lem van der Veer) de berekenende Kain's Ver
standigheid van het Egoïsme (verpersoonlijkt
in René, Paul Huf) en de verpersoonlijkte Am-
binalentie (Nelly, Nel Stants).
Dit is weer eens een tooneelstuk met inhoud.
Hier waren geen bepaalde acteurs en actrices
aan het woord en het handelen, maar hier
sprak en handelde het Leven zelf door middel
van zuivere instrumenten; en dit Leven grijpt
ons beet, stelt zijn aangezicht vlak voor ons
gezicht, plaatst zijn wil in onzen wil en voor
andere overwegingen dan overgegevenheid aan
inniger werkelijkheid dan de voor jan en alle
man zichtbare en hoorbare van décors, costu
mes en het goed vertaalde woord. Dank aan
Johan de Meester Jr. in de eerste plaats. Welk
een fijn mensch is deze acteur! Moge hij nog
vele jaren zoo zichzelf blijven, zoo veelzijdig en
toch zoo onbevangen en zoo volstrekt los van
eiken drang om te behagen. Ook wegens de
praestaties der anderen een avond om zeer
dankbaar voor te zijn. T.
MIJNHEER LAMBERTHIER.
Tooneelspel in drie bedrijven door
Louis Verneuil, RcX. Hofstad Too-
neel. Stadsschouwburg Zater
dag 28 Maart 1931.
Dit is een wreed spel en van zoozeer dienst
bare verliefdheid, 'dat zij de ware liefde dicht
nabijkomt, en van tot obsessie geworden jalou-
zie.
Cor van der Lust Melsert en zijne vrouw
Annie van Ees hebben alleen den geheelen
avond de voile zaal in spanning gehouden
zonder met z'n beiden 'door iets of iemand an
ders te worden gesecondeerd dan door het
decor, dat ook in eik bedryi hetzelfde was en
'dus het telefoontoestel met tweede luisteraar,
dal eenige onzichtbare derden deed medele
ven, in de eerste plaats de heer Lamberthier
zelf, de achter de schermen blijvende hoofd
persoon van 'dit drama.
René Lauret blijkbaar een Parijsch criticus
heeft van het stuk geschreven.dat de intrige
in het karalrter der beide eebtgenooten ligt
voorbeschikt. De eerste indruk is dat de man is
rechtschapen naar onmogelijk jaloersch en op
vliegend; de vrouw is een verlokkend verderf.
Zij verzwijgt een vroegere eigenaardige ver
houding met den ouderen rijken Lamberthier
(hij kan zoowel de verleider van haar moeder
zijn geweest als van haar zelve); zij moet om
oen leugen (om bestwil gedebiteerd) te redden
twee nieuwe bedenken, voor die twee weer vier
enzoovoort, en wanneer de jaloersche driftkop
van twee leugens er een ontdekt heeft en
door die eene weer drie andere, drijft zijn ego
centriciteit hem tot vertwijfeling en misdaad, ja
als de remmen in hem goed los zijn, bijna tcc
misdrijf tegen het eenige wezen zelf, dat hij
behalve zich nog een beetje lief heeft en ten
slotte is het toch weer zijn eigenliefde, die
hem zich aan de justitie doe: overleveren,
omdat hij behoefte heeft aan straf voor de
daad, door hem met redeneeringen goedgepraat,
maar door zijn geweten veroordeeld. Zij daaren
tegen liegt met gevatheid, die in oogenblikken
van spanning en gevaar de vrouw schyat te
kenmerken, alles en nog wat aan elkaar, doch
alleen om hem, haar held en afgod te doen le
ven en overwinnen; en men kan zich een onge-
speeld vierde bedrijf denken, waarin den man,
die zijn straf heeft ondergaan, naast de vrouw,
die hem trouw bleef, 'de schellen van de oogen
vallen en waarin haar de kreon wordt gezet op
het hoofd, zij het in een samenleving van twee
gebroken menschen.
Inderdaad is het zeer eigenaardig, ook Lauret
wijst daarop, dat oen bekend luchtig blijspel
dichter dit schrijnende stuk schreef. Zou in dit
voor ons zielige menschen zoo moeilijke leven
de luchtige grap niet meestal spelend een on
dergrond bedekkend van diep en onverzetbaar
leed?
Behalve het narcisme van Maurice en zijn
behoefte aan straf, geeft dit psychologisch leer
zame stuk op Freudiaansch gebied, nog meer te
denken. En het is een maatschappelijk eamen-
30
„BETER DAN VROEGER".
Ned. Tconeel. Stadsschouwburg,
Maart 1931.
Men kan van Pirandello's stukken zeggen
wat men wil, men kan de problemen, die hij
ten tooneele voert uit een geheel andere ge
zichtshoek bekijken, dan de schrijver, men kan
zich de uitwerking dezer problemen anders
denken,' doch één ding is zeker,'dat zijn proble
men U naar huis begeleiden, wanneer ge uit
den schouwburg huiswaarts keert, dat ge zoo
ge alleen zijt, deze problemen nader overdenkt,
met anderen bespreekt zoo ge met meerderen
zijt. En dit is in den tegenwoordigen tijd een
niet geringe verdienste, daar- we meestal afge
scheept worden met stukken vol problemen, die
eigenlijk geen problemen zijn.
In „Beter dan vroeger" behandelt Pirandello
eigenlijk twee problemen. Allereerst de strijd
der vrouw, die gevallen is, cm weer een mensch-
waardig bestaan op te bouwen, en ais twesde
thema, dat met het eerste is sa.ir< ingeweven
tot een eenheid, de onmogelijkheid op een leu
gen een huwelijk op te bouwen.
Fulvia Gelii, gehuwd met een bekend chi
rurg, is 'At' haar gezin weggegaan, omdat bei
der 'samenleven onmogelijk was. Haar leven
ging sindsdien bergaf en een zelfmoordpoging
voerde haar tot den rand van den dood. Op haar
verzoek komt haar man, die haar door een
operatie in het leven behoudt. Staande tus
schen haar man en minnaar, gaat zij mui den
eersten naar huis terug. Als tweede vrouw van
haar man, als stiefmoeder van haar eigen
dochter, die haar dcod waant en haar nage
dachtenis als die van een heilige eert, keert
zij in het gezin terug, om te ervaren, dat haar
plaats ingenomen blijft door haar, die zij vroe
ger was. Zy blijft de indringster, die door haar
eigen dochter met haat wordt bejegend. En
als tenslotte deze vijandigheid haar tot wan
hoop drijft, bekent zij haar dochter wie zjj is,
met het nu onafwendbare gevolg, dat zy gaan
moet, doch nu bevrijd is.
Ziehier in korte trekken de inhoud van dit
drama, dat echter zyn kracht mede ontleent
aan de steeds fijn psychologische dialoog, die
de hoofdfiguren 'doei byblijven en die ons steeds
in stukken van Pirandello byna nooit ont
breekt en de rake kaïrakterteekening, die ons
onze eigen fouten en gebreken voor oogen
stelt.
De voorstelling zelf stond op asn hoog peil
en als ik namen noem is het allereerst Char
lotte Kohier, die een groot deel van het suc
ces voor haar rekening nam. Zooals zy Fulvia
Yelli als een volkomen gave figuur in haar
verschillende schakeeringen voor ons deed le
ven, stempelt haar tot een van onze grootste
tragediennes. Prachtig was haar 3tille spel,
haar opstandigheid tegen het haai- overweldi
gende noodlot, haar berusten in het onafwend
bare tenslotte, een creatie van den allereer-
sten rang. Direct hiernaast zou ik willen stel
len Crys Voorberg als de minnaar Marco
Mam-i, die alles voor zyn liefde offerende, by
wijze van spreken langs dit drama loopt en
zijn noodlot niet willende zien, daaraan ten
onder gaat. De man van Fulvia, één van die
rollen, die slechts voor de allergrootsten tot
iets weaenlyks is te maken, werd door een al
te theatrale en tra-dltioneele opvatting niet
opgewerl-Ji tot die hoogte, waarop zich de an
dere figuren bewogen. Willy Haak als het
dochtertje Livia gaf een zeer rake typeering
van het met haar moeder dwepende, haar stief
moeder hatende, kind, terwyi onder de kleine
rollen Anna Sablalrolles een aardige tante Er
nestine te zien gaf.
En nu moat my iets zeer pyrjyks van het
hart.
De manier, waarop het meerendeel van het
publiek van deze abonneonentevorstelling rea
geerde op stuk en spel, was beschamend voor
het peil van hedendaagsche cultuur. Dat een
klein gedeelte van het publiek de meerderheid
door sissende geluiden moet wyzen op haar
wanbegrippen omtnenit humor en leed, is wel
dieptreurig. Dat een roodharige dame onder
alle omstandigheden een bulderend gelach
most uitlokken, leidt tot de conclusie, dat een
groot deel van de tegenwordige schouwburg
bezoekers niet' alleen weinig zich inleeft in de
ten tooneele gevoerde problemen, doch feitelijk
met de bedoeling naar den schouwburg gaat,
om, indien dit maar eenigszins mogeiyk is, te
lachen. Het moet voor hen, die aan den ande
ren kant van het voetlicht staan wel een zeer
pijnlijke gewaarwording zijn en ik hoop van
ganscher harte, dat er altijd zal blijven een
gezelschap als dit, dat den moed houdt, om on
danks de degeneratie van den smaak van het
publiek te blijven gewen stukken van een in-
nsriyke waarde, en niet de waardelooze hoop
„kasstukben", waarmede vele gezelschappen te
genwoordig het bederf verder in de hand wer
ken.
J. H.
wy concludeeren uit het bovenstaande en
vestigen de aandacht der Consules Harlemlen-
ses hierop, dat het publiek voor hetwelk de ab-
onnamenltevoorotellingen niet haar lager tarief
gegeven worden eigenlijk niet bevoegd is die
by te wonen. Misschien is het ook een zaak
voor de Haarjsmsebe Volksuniversiteit om een
cursus van H. G. Cannegieter, Julius Hoog of
J. B. Schuil over de tooneelkunst te organisee-
ren. (Red. BI. W.)
De 'krachtinspanning waartoe we in staat
:iln> is ons zelf onbekend. Wij dragen in onze
borst sluimerende -ioirphen.
Vry raar P. HamjDa