Nieuwe Avonturen van Mijnheer Pimpelmans. m Tr 25ste Jaargang. Het Bloemendaalsch Weekblad. 24 April 1931. Tweede No. 16. LOSSE BLAADJES. Naar de Bloembollen- velden. Brokjes Levenswijsheid. Potplanten. J £n?;fej SCHAAKRUBRIEK. Detective's lief en leed. m JÉÉ IW rm\ Ik heb een prettig tochtje Gemaakt naar 't bloemenveld! Er viel een beetje regen; Ik heb flink mijn deel gekregen. Maar daarvan nu gezwegen En van de reis verteld. 'k Zat achter op den motor, Den motor van mijn vrir En immer viel de regen Gezellig werd gezwegen Wij raasden langs de wegen Zoo snel, gelijk de wind Recht voor mij zag 'k voor'u Een breeden leeren rug. En als ik onder 't rijden Voorzichtig keek terzijde Zag 'k vaag de veldjes glijden, Maar 't ging wel wat te vlug! De geur der hyacinthen Moet heerlijk zijn geweest' Ik had die graag bezongen, Maar ie mijn neus en longen Is hij niet doorgedrongen Op dit benzinefeest! Voor geld en goede woorden Kreeg ik een mooi bouqu: Het maakte ongeduldig Zich aan verwelken schuldig Thuis heb ik het zorgvuldig In 'n vuilnisbak gezet! Ik doe 't nog maar eens over. Zoo heb ik toen gedacht. Als 't niet opnieuw gaat gieter Maak 'k weer eens een visite, Om rustig te genieten Van geur en keurenpracht (Nadruk verboden) In een zijner meesterlijk geschreven psycho logische novellen laat Georges Duhamel zijn hoofdpersoon een opmerking maken, welke op menschenkennis berust. „Als bijna alle men schen", aldus voert de schrijver dezen Parijze- naar sprekend in, „kan ik er slechts een klein vaderland op na houden. De lieden, die de wereld doorreizen, meenen, dat zij van alle dienstbaar heid zijn bevrijd. Gelooft u niet, dat zij er be hoefte aan hebben, zich een vaderland van eigen vinding te scheppen op het tusschendek van hun schip of in hun spoorwegcoupé? Dikwijls zelfs voelen zij zich genoodzaakt, dit vaderland in zakformaat met zich te dragen in hun valies, in hun zak, in den oogopslag van een dierbaren metgezel." Inderdaad, wij zijn niet zoo vrij als wij meenen. Zonder onderscheid zitten wij vastge hecht aan een bepaald kluitje grond. Gelijk een potplant met een kluwen van wortels het wei- nigje aarde, dat haar is toegemeten, doorwoelt en omklemd houdt en alleen mèt die kluit voor verplanting geschikt is, bestaat er voor ieder onzer een complex, waaraan wij onafscheidelijk verbonden zijn. Ontneemt men ons dat weinigje aarde of schudden wij het in overmoed af, dan verdrogen onze wortels en sterven wij. Een potplant, dat is zelfs de 'sterkste en on afhankelijkste geest in ons midden. Zeker, men kan zonder schade de plant uit den pot nemen, haar inpakken in de vreemdsoortigste embal lage, haar verzenden naar de. verst gelegen stre ken der wereld, als zij dat weinigje aarde, waar in zij is opgekweekt, maar tusschen haar wor telen houdt, blijft het leven er in. Dan groeit en gedijt zij opnieuw in eiken bodem waar men haar plant. Het is een waan, dat het vaderland voorname lijk aan aardrijkskundige grenzen gebonden zou zgn. Wat is tenslotte het vaderland? Voor den man uit Duhamel's boekje was het Parijs. Parijs, en niet Frankrijk? Zelfs Parijs was voor dezen eenvoudigen kantoorklerk als vaderland te root. Aan den overkant van de Seine, in het voorname en luisterrijke gedeelte, waar de toe rist de geneugten der wereldstad geniet, voelde deze man zich even onwennig als in de Sahara. Zijn vaderland was de rustige volkswijk met de bochtige, oude straatjes aan den voet van den berg Sainte Geneviève. En eigenlijk was ook deze plek, zijn eigen „dorp" in het groote Parijs, -zijn vaderland nog niet. „Als bijna alle menschen", bekent hij, „kan ik er slechts een klein vaderland op na houden". Zijn eigenlijke vaderland is de kamer, waar hij met zijn moeder woont en waar de naaimachine des avonds snort, terwijl hij, droomend over zijn Lesboek, zijn sigaret rookt. Het kan zijn, dat deze man, wanneer het lot hem na jaren naar wie weet welke streek op aarde zal voeren, wonderlijk aangedaan wordt, als hij ergens het snorren hoort van een naai machine. Dit geluid zal hem de vredige stem ming 'bezorgen van het eigen tehuis. Ons vaderland is altijd kleiner dan hetgeen de politiek of de aardrijkskunde zoo noemen. Voor den eenvoudigen daglooner uit Drente zal Amsterdam nooit het vredige en veilige gevoel kunnen belichamen, dat men zich bij het begrip „vaderland" voorstelt. En de in 't woelige grootestadsleven opgenomen Amsterdammer zal zich in Hamburg of Chicago eerder op zijn ge mak voelen dan op de Drentsche hei, ofschoon Drente, geografisch gesproken, tot zijn vader land behoort. Ons ware vaderland bestaat uit enkele korrel tjes aarde, waarmee de vezelen van ons bestaan zich tot één onafscheidelijke massa verward heb ben. Op het tusschendek van.ons schip hebben wij ons een eigen hoekje geschapen, waar wij onze bizondere neigingen bevredigen kunnen. De geur van de tabak, welke wij gewend zijn te rooken, doet ons ons thuis voelen op de verst afgelegen zee. En de courant, die ons lijfblad werd en waarvan wij elke rubriek en elk regel tje altijd weer op de gewone plaats vinden, maakt de spoorwegcoupé, hetzij deze Siberië of Joegoslavië doorkruist, tot het dierbare thuis. Dikwijls dragen wij ons vaderland in zakfor maat bij ons in ons valies, in onzen zak of zelfs in den oogopslag van een reismakker. Een l?ortret, een onnoozele zakdoek, een paar half- sleetsche pantoffels, zij kunnen de fetisch zijn. welke onze dierbaarste gevoelens wakker roept. Een bekend gezicht, dat naast ons op het gras van een verlaten steppe ligt neergevlijd, is een stukje vaderland van grooter beteekenis dan een heele stad vol ons onverschillige gezichten van menschen, die toch onze landgenooten en stadgenooten zijn. Laten wij de weinige korreltjes aarde, waar- tusschen onze levenswortels vervlochten zitten, op prijs stellen. Zoolang deze gehechtheid blijft, moge de pot in scherven vallen en moge het lot ons verplanten zooveel het wil, het zal ons niet deren. H. C. CANNEGIETER door G. Th. Rotman. II. Nadruk \erboden. 39 De vreugde van den vreemden heer' Kent nu totaal geen grenzen meer! „Man, hou toch op met lachen, gauw! Ik geef je straks een watjekou!" En Pimpelmaus trekt onvervaard Meteen den spotter aan zijn baard.... 40. Maar 1111 is d'ander aan de beurt: „Mijnheer", zegt hij, „je bent bekeurd! Want weet, mijn ambt of wel positie Is commissaris van politie; Ik maak hiervan proces-verbaal. En 'teind van 't liedje is; „betaal!" 41. Hoe droevig was te Nieuweschans De intocht van heer Pimpeimans! Zjjn jasje stuk; proces-verbaal; Zijn nieuwe stroohoed aan den haal; F.n dan nog boete ja, t is grijs! Voor 't rijden zonder plaatsbewijs! Maar zie, een week logies bij Neef Bracht hem v/eer heelemaal op dre i Nicht naaide fijntjes als een haar Zijn heele jas weer aan.elkaar, Ze deed het zonder naaimachien; Er was geen steek meer van te zien Ni 719: Ensemble van kastanjebruin satijn met een casaque van rose satijn. De rok ein digt in een eenigszins wijder uitloopenden volan! Bij het manteltje wordt de taille gemarkeerd door een fluweelen ceintuur van bijpassende kleur. De casaque heeft een schoot in twee kleu ren en raglan-mouwen. KNIPPATRONEN VERKRIJGBAAR. Van alle in deze rubriek afgebeelde mode plaatjes zijn papieren knippatronen verkrijg baar üi de maten 42, 44, 46, 48. De prijs hier van bedraagt f 1—, kinderen f 0.80. Men word verzocht het bedrag in postzegels of per post wissel vooruit te voldoen. Bij bestelling moet behalve het nummer van het plaatje, ook de verlangde maat duidelijk worden opgegeven. WELKE SCHOENEN ZULLEN WIJ DRAGEN? De schoenen nemen op het oogenblik in de mode een zeer belangrijke plaats ra en daarom wordt er ook veel meer aandacht aan besteed. Vroeger leek het eene paar schoenen op het andere, 'doch thans is dat niet meer noodig met de appliqué's van gekleurd leer, de gespen en stiksels en het ajourwerk, die bij de versie ring worden toegepast. De hakken zijn iets hooger, doch voor sport schoenen zijn zij aiog altijd vrij laag. Deze schoenen blijven ook eenvoudig. Er worden sterke leersoorten voor genomen: boxcalf, kro kodillen- en wüdlcec alleen of in combinatie met elkaar. Perforaties of stiksels worden het meest als versiering gebruikt. Vele sportschoenen hebben crêpe zolen. In den namiddag en avond ziet men pas goed hoe de mode veranderd is. Lage pumps en san dalen strijden om den voorrang; overal zien wij gespen, vlechtwerk en appliqué's. Er bestaat een uitgesproken neiging om twee leersoorten met elkaar te -verwerken, b.v. lak met slangen- leer of wildleer, alangenleer met kalfsleer, enz. 's Avonds wordt leer ook met stoffen gecombi neerd, b.v. crêpe de Chine met chevreau of da mast met marocain, maar ook satijn met larné en gekleurd chevreau met goud- of zilver-che- vreau. Op het oogenblik is crêpe de Chine nog een der populairste stoffen voor avondschoen tjes, doch men verwacht, dat het als zoodanig zal worden verdrongen door crêpe satin. Bij de lange avondjaponnen staat ook satin escarpin van dezelfde kleur bijzonder smaakvol. Een gesp van strasz of émaille vormt de eenige garneering'. Bij de diep uitgesneden sandalen worden dikwijls smalle bandjes van stof of leer als garneering gekozen. Het allernieuwste voor namiddag- en avondschoenen is goudvisschen- leer, dat door enkele Parijsche ontwerpers wordt verwerkt. WIT DE ZOMEEKLEÜR! In de druk bezochte badplaatsen van Zuid- Europa, kan men nu al zien, hoe de zomermode zich ontwikkelen zal, welke ideeën van de cou turiers door het publiek worden overgenomen en gedragen en welke er geen kans van slagen hebben. En dan valt voor alles op, dat aan wit zoo'n groote plaats wordt ingeruimd. De meest populaire avondjapon is van witte kant, Cha- nel-model, dus nauw tot de knieën en daaronder wijd uitvallend. En als men op de boulevards loopt, ziet men de door Parijs aangekondigde combinaties van wit met een der modekleuren, maar nu heeft het publiek zélf den volgenden stap gedaan op eigen initiatief, zoodat de meest bewonderde ensembles geheel wit zijn; witte schoenen, handschoenen, hoeden, handtasschen, corsagebloemen, ceintuurs, manteltjes en japon nen. Alleen deze kousen zijn niet geheel wit, maar eventjes vleeschkleurig. En het schijnt wel, dat aan elk ensemble één toetsje wit moet voorkomen. Op het strand worden linnen, jersey of ka toenen pyama's gedragen, die lieeel wijde broe ken hebben, maar overigens eenvoudig worden o-r ,v- len, zo: -r - fokjes en ook zonder op raileude beo te patronen. Zij staan alleen goed, walmeer 1,;:.: jong en slank is. Verder na tuurlijk een groot aantal badpakken, waaronder weer vele geheel witte. Er waren ook verschei dene badcostuums van zwarte of marineblauwe geheel zijden jersey. En de boloro's zijn zoo po pulair dat zij niet alleen bü japonnen voor elk uur van den dag en bij pyama's worden gedra gen, maar ook bij badpakken! Naast de vogue voor wit is die voor bolero's op badpakken wel het meest sprekende kenmerk van de komende zomermode, afgaande op wat men op de bad plaatsen ziet dragen. NIEUWS OVER DE ZOMERHOEDEN. De hoeden met randen worden tegenwoordig evengoed schuin opgezet als die zonder rand; daardoor wordt de rechterzijde van het voor hoofd onzichtbaar, terwijl links het haar ge heel vrijgelaten wordt. Patou heeft groot succes met cloches van paillasson die nog een tamelijk breeden rand rondom hebben, terwijl de bol eenigszins vierkant lijkt, doordat hij rondom van een opstaand randje is voorzien. Er wordt een grosgrain lint om gedragen, b.v. een wit lint op een zwarten, marineblauwen of donkerbrui nen hoed of een donker lint op een witten of beige hoed. Het heeten matelots, maar de strenge lijnen worden soms zoo. verzacht, dat men ze niet zou herkennen. Er worden ook Panama-hoeden gedragen met breedsre randen dan wij tot nu toe zagen; na tuurlijk zal men in den zomer altijd vrij veel hoeden met randen zien, omdat de oogen be schermd moeten worden tegen de zon. Maar de heel kleine, randlooze kapjes of gedrapeerde hoedjes van jersey of haakwerk zijn eleganter Agnes heeft veel succes met een hoedje van fijne zwarte zijden tricot met een opgerolden rand, 'die boven het linkeroog is ingeknipt en gegarneerd wordt door een rand van in een zig-zag lijn opgenaaide witte veertjes. Talbot lanceert fijne voiles, eigenlijk haarnetjes, die in klem- met het haar overeenkomen en tot de wenkbrauwen of tot over de oogen reiken. Zij worden onder den hoed gedragen en kunnen in huis aangehouden xfordeu om het haar in den vorm te houden. Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakreaacteur, Ged. Oude Gracht 88, Haarlem. PROBLEEM No. 298. 5e prijs, Jubileumswedstrijd N.S.B, (1898). H. v. Beek, (Naaldwijk). Joe Morning, de beroemde detective van Scot land Yard, slenterde op zijn gemak dbor de straten van de city; de handen in de broeks- zakken gestoken, de stroohoed achter op het hoofd, een geparfumeerde Abdullah in den lin kermondhoek, voorwaar, wie hem zoo zag, zou hem voor een zorgeloos student hebben gehou den, die niets beters te doen had, dan wat rond te luieren. Joe Moming begreep de kunst om zich met de menschen te onderhouden, nu eens hield hij oen lang gesprek met een taxichauffeur over het schrale passagiersvervoer, een gevolg van de inflatie, dan weer klampte hij een oud bloe- menvrouwt-je aan en spreidde zijn kennis over begonia's en paarse tulpen ten toon. Zijn oogen, die noch staalhax-d, noch grijs of doordringend waren, doch achter groote brille- glazen gemoedelijk de wereld inkeken, hadden dus uiterlijk niet opvallends, maar toch ont snapte er niets aan zijn vluggen blik, wait voor een dienaar van Scotland Yard in eenigermate van belang kan zijn. Zooals hij thans vcor den plakaatzuil stond, leek hij oogenschijnliik verdiept in de program ma's der openbare vermakelijkheden, doch in werkelijkheid dacht hij aan het kleine grauwe mannetje aan den overkant, dat hem sterk ver dacht voorkwam. Het mannetje was belachelijk klein, had een groote buit en droeg een schun nig jasje, dat betere dagen gekend had. Zoo Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: KaS, Dg5, Th6, Zwart: Ke5, Pb7. Pd2. Pe4, b3, g2. OPLOSSINGEN. Probleem No. 293. J. W. Le Comte, 1848—1923. Stand der stukken: Wit: Ka3, Dg5, Th6, TI16, Pd2, Pe4, b3. g2. Zwart: Kd5, Lfl, Pf7, Pg3, b7, e3, f5. 1. Pd2f3, enz. Goede oplossing ontvangen van: Freddie Brandon en H. W. v. Dort, beiden te Haarlem: P. Mars te Santpoort. Probleem No. 294. E. H. E. v. Woelderen, 1840 1903. Stand der stukken: Wit: Ka8, Dd7, Pa6, Pg4, e2. Zwart Kd5, d6. 1. Dd7h7, enz. Goede oplossing ontvangen van: YV. Fr. Rolf von den Baumen en H. de Rufjter, beiden te Bloemendaal; Freddie Brandon en H. v. Dort, beiden te Haarlem; P. Mars te Santpoort. BLOEMENDAALSCHE SCHAAKCLUB. De Bloemendaalsohe Schaakclub vergadert eiken Woensdagavond om 8 uur in het „Jeugd huis", Donkerelaan te Bloemendaal. Belang stellenden zijn steeds welkom. CORRESPONDENTIE. Haarlem. F. B. Uw 3-zet in dank vangen, wordt c.q. gaarne geplaatst. ont- Billy keek Joe ecu tikje verbaasd aan, lachte en nam een sigaret uit den koker. Hij tikte tegen den koker en zei: „Alpaca, wat?" Jee verbaasde zich ten tweede male over de scherpzinnigheid van den beruchten gauwdief. Hoe kunt u dat toch zoo raden? Billy trok de wenkbrauwen omhoog, glimlachte een beetje spottend en zei: Ach het is mijn beroep. Haha, lachte Joe, u bent werkelijk geestig. Maarmaar als ik u vragen mag, zou u den winkel binnen durven treden, een horloge in uw zak steken! en dan weer kalm verder gaan? stond hij vcor de etalage van een horlogemaker j tved op staanden voet met u om vijf shilling, en bekeek de uitgestalde kostbaarheden, die Joejdatu dat niet zou durven. Morning in de verte kon zien glinsteren. Teen 1 Dilly keek Joe een oogenblik wantrouwend aan besloot het mannetje, na schichtig te hebben;en zei toen minachtend: omgekeken, plotseling om door te loop en, dochwaarom niet U zult uw weddenschap na een paar passen te hebben gedaan, keek hij j terkezen. om en keerde op zijn schreden terug en ver-1 ^ou' hieen, dat je er toch een behoorlijke diepte zich weer in het aanschouwen der kost-'^os*3 mosd voor moet hebben. Doch zonder gek- baarheden. !fcsid' zoudt u het durven?" Jos Morning sloeg hem tersluiks gade en pij-j Billy keek Joe zeer wantrouwend aan, bedacht onIrich een oogenblik, keek Joe nogmaals aan en nigdc zijn hersens met dé v kereltje toch meer gezien had. waar hij ditj In gedachtenz3i: slceg hij van het misdadigersboek bladzijde na bladzijde om enkon plotseling nauwelijks een kreet van vreugde bedwingen, dat was Bil! Snuff de kleine gauwdief, dien hij nog' nimmer op heeterdaad had kunnen betrappen. Als hij nu eens Snel verwisselde hij zijn gewone bril voor een blauwe, plakte zich een snor en een baard aan, zette den hoed recht op bet hoofd en stak over. Achteloos slenterde hij voort, alsof het heel toevallig was posteerde hij zich naast Billy Snuff, die nog altijd in de aanschouwing' der verleidelijke voorwerpen verdiept was. Joe trok zijn horloge voor 'den dag, schudde het heen en weer, hield het aan.zijn oor en bukte zich toen zeer omzichtig om den juisten tijd van de chronometer in de etalage af te lezen. Toen hij zijn horloge weer in zijn véstjeszakje borg, zei hij lachend tot het kleine mannetje, dat hem belangstellend aanzag: Wilt U nu gelooven, dat dit vehikel nim mer meer den juisten tijd aangeeft? De ander schokte met dc schouders en zei een tikje minachtend: Het is ook maar een Excelsior van twee shilling Daar kunt U toch niet alles van ver wachten. Joe knikte quasi beschaamd en verbaasde zich over de scherpzinnigheid van den bandiet. Ja, zei Joe en zuchtte diep, maar zoo'n horloge kan bruintje niet dragen. Hij wees naai de gouden chronometer in de etalage en zag te gelijkertijd, dat de winkeldeur openstond en er geen nnensch in den winkel was. Billy Snuff lachte en floot door ds tanden. Men moet het goede adres weten, dan kan men zich zooieits voor een matig schaffen." Aha, dacht Joe Morning. nu komen wij in het goede vaarwater Hahaha! lachte hij. en gaf den ander een listig knipoogje, maar waar vindt men die adres sen, mijn waarde?" Billy trok een hand uit zijn broekzak, maakte een veelzeggende beweging in de richting van de etalage en verklaarde: Zoo voordeelig als je in heel Londen niet zult vinden. Hahaha! lachte Joe, u bevalt me ja, u bevalt me heel goed. Men behoeft slechts naar binnen te gaan en zich eenvoudigNietw'aar? Hahaha Ja, ja, ik ken dat. Een Abdullah? Indien- u bij uw weddenschap volhardt? Natuurlijk. Maar dan boter bij de visch. Joe haalde zijn portemonnaie voor den dag, haalde er vijf shilling uit te voorschijn en zei: „Wanneer u met het horloge buiten komt, krijgt u deze vijf shilling. ..All right", zei Billy en stapte den winkel binnsn. Jee keek hem gespannen na, zag hoe de bandiet rustig' het bedoelde horloge uit de etalage nam en weer naar buiten kwam. Voila, en nu mijn geld. Joe gaf het bandiet en vroeg: Wat doet u nu met het horloge? Het horloge? Dat houd ik natuurlijk, zei de schurk en stak het in zijn zak. Joe nam nu zijn blauwe bril af, trok zijn kne velen baard weg en zei sarcastisch: Mijn waarde Billy Snuff zoudt u mij nu even naar het hoofdbureau kunnen vergezellen, ik geloof, dat we daar elkaar iets te vertellen hebben. Pardon, zei het mannetje verbaasd. Billy Snuff?? U vergist u, mijn naam is Brewin en ik ben de eigenaar van 'dezen winkel.... En zoo was het ook! (Nadruk verboden.) MOPJES. „Ben jo met Rudolf in 't geheim verloofd?" „Ja, maar spreek er niet over, want hij weet het nog niet." „Mijn vermageringskuur heeft mij niets ge- prijsje aan-baat, ofschoon ik in 10 dagen niets gegeten en 10 nachten niet geslapen heb." „Wat, in 10 dagen niets gegeten en 10 nachten niet geslapen?" ..Nou ja, ik heb 'snachls gegeten en overdag geslapen-". Een automibilist kwam in een kleine winkel en vroeg naar iets komieks voor een mascotte op zijn wagen. Vader, risp de kleine jongen, die moest oppassen, naar binnen, „Ze moeten U hebben!" Waarschuwing! Het aanraken dezer eleclfi- sehe draden beteekent onmiddellijke dood. Over treders zullen vervolgd worden!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 3