Het Bloemendaalsch Weekblad. VAN OVERAL. SPORT. PREDIKBEURTEN. DE BETEEKENIS DER SCHOOL VOOR DE GEESTELIJKE VOLKSGEZONDHEID. De school is een eeuw achter bij de maatschappij. Drie moeilijkhe den. De wenschelijkheid van een betere wetenschappelijke paedago- gische outillage. Als no. 19 van de Mededeelingen van het Nutssemiarium voor paedagogiek aan de uni versiteit van Amsterdam is onder bovenstaan- den titel in druk verschenen de rede, die prof. dr. Ph. Kohnstamm heeft uitgesproken voor de Ned. Vereeniging tot bevordering van de gees telijke volksgezondheid. De schrijver betoogt, dat de school vrijwel veranderingen in de maatschappij. De arbeid is veranleringen in de maatschappij. De arbeid is verplaatst uit de sfeer van het gezin en de werkplaats naar de fabriek, het kantoorge bouw, het groote magazijn. De dagelijkscbe ar beid, vroeger zoo vertrouwd voor het kind, dat opgroeide te midden van het werk dat het elk uur kon gadeslaan en waarin het kon deelne men, is thans grootendeels een mysterie voor den jongen mènsch. Had de school vroeger aan bet bijbrengen van de elementaire cultuurele menten een afgebakende taak, thans is dit niet meer voldoende. Het kind moet leeren werken in de school. Dit geldt zoowel voor de lagere als voor de middelbare school. Een tweede fac tor van beteekenis is de verkorting van den arbeidsdag, want daarmede komt de vraag naar voren: hoe moet de mensch als massa- mensch dan, zijn vrijen tijd besteden? In dit verband bepleit de schr. de groote waarde van goed moedertaalonderwijs. In de derde plaats acht hij het noodig, dat meer aandacht ge schonken worde aan de moeilijke gevallen, die zich bij onderwijs en opvoeding van overigens normale kinderen voordoen en waarvoor Ame rika zijn „visiting teachers" en Oostenrijk en Duitschland hun talrijke consultatiebureaux hebben. De schr. ziet uit deze moeilijkheden slechts uitkomst, indien ook de opvoeding en het on derwijs ean behoorlijke wetenschappelijke lei ding rijk zijn. In die richting zou men verbe tering moeten zoeken voor de paedagogische kwalen. Men heeft het prof. Gunning kwalijk genomen, dat hij het onderwijsdeparicment een „clearing house voor subsidies en salarissen" noemde en hem vergeleken met den vrijbuiter, die het Nederlandsche prestige door zijn inval in Curagao aanrandde. Prof. Kohnstamm zegt hieromtrent: „Elk volk heeft de regeering, en dus ook de politici, die het verdient, d.w.z. die spreken en handelen naar wat er leeft in de publieke opi nie. En ten opzichte van de school zwijgt de publieke opinie zoodra het richtings-etiket der school, waarvoor men zich interesseert, maar niet wordt aangeraakt en de rapporten door de kinderen met niet te veel onvoldoenden worden thuis gebracht. Zoolang alleen maar geestelijke goederen op het spel staan, maakt men zich niet warm.' (N.R.Crt.). In het verslag over 1930 der NutS-spaarbank te Haarlem wordt o.a. het volgende mede gedeeld: Het zoo sterk beperkte bedrijfsleven belette ook de kleine ondernemers hun bedrijfskapitaal ten volle in hun zaken aan te wenden met het gevolg, dat zy meer dan anders van de spaar bank gebruik maken. Ook voelde men minder neiging tot opvraging van de saldi, die door geregeld sparen tot zoodanig bedrag zijn opge- loopen, dat zij onder normale omstandigheden de inleggers zouden hebben doen besluiten er vaste, hoogere rentegevende belegging voor in de plaats te nemen. Ten slotte bleek de in deze tijden gunstige rentevoet van 3 pCt. een aantrekking te zijn voor saldi, die anders bij de banken worden ge plaatst. Het behoeft geen betoog, dat deze gun stige rentevoet dient om het eigenlijke sparen te bevorderen, maar geenszins om het publiek in staat te stellen van saldi, die door hun aard en hoegrootheid bij banken thuis hooren, een hoogere rente te maken. Wij hebben dan ook meer dan eens aangeboden, inlagen op dien grond moeten weigeren. De financieele uitkomsten zijn, blijkens de inkomstenrekening, welke een winst van f 149.127 aanwijst, bevredigend. Na aftrek van alle bedrijfsonkosten, storting in pensioenfonds en afschrijvingen op meubilair en onroerende goederen, kon een bedrag van f 75.630 bij de reserve worden gevoegd. De totale reserve steeg tot f 667.258. Het aantal inleggers steeg tot 27.706 (v. j. 25.157) en vermeerderde dus met 2549 of ruim 10 pCt. Het totaal tegoed der inleggers, met inbegrip van de rente over 1930, nam toe met f 1.443.660 of ruim 17% pCt. van het saldo van het vorige jaar en steeg daardoor tot f 9.572.890. De omzet vermeerderde met ruim 22% pCt. en belieo f 15.780.464 (f 12.877.404) Het aantal behandelde posten van inleg en terugbetaling verminderde met 1600 of 0.8 pCt. en bedroeg 191.655 (v. j. 193.255), dit als ge volg van de opheffing van den ophaaldienst in het Amsterctamsche kwartier. De balans vermeldt als beleggingen o.m.: effecten f 5.660.367, prolongatiën f 490.000, hypotheken f 3.742.200, onroerende goederen f 174.500, kas, postcheque en giro, Ass. Cassv. en Ned. Bank f 48.170, kassier (gedekt door ondmnand) f 13.678, de Haarlemsche Hulpbank f 10.000. RADIOLEED. Het ging met onzen 298 M. korte golf in den laatsten tijd tamelijk goed. Hilversum kwam goed door en werd door Turijn heel weinig meer gestoord. Het had zóó moeten blijven, maar het bleef niet zoo. In Engeland is een nieuwe zender ge komen, krachtig en sterk, die sinds eenige avonden aan het proefzenden is en Hilversum nog erger stoort dan Turijn 't deed, zoodat men niet meer naar Hilversum luisteren kan. Het is wel bar, dat men in 't buitenland zoo met ons speelt. Wanneer zal aan die korte golf- misère eens een einde komen Wij zijn een klein landje, maar hebben toch evenveel recht in den aether als de andere landen. SPREKENDE FILMS. Alhoewel de sprekende films reeds lang be staat en de filmmarkt er rijkelijk van voorzien is, was het bij ons in Holland nog treurig met de sprekende film gesteld. Daar we met onzen tijd mee moesten, werden er overal in den lande in Bioscoop-theaters apparaten ge plaatst voor de sprekende rolprent. De niet meer zwijgende films werden uit het buiten-, land in de Hollandsche theaters gedraaid en in de grootste spanning zagen we de schokwek- kende gebeurtenissen of de komische voorvallen aan ons oog ontrollen; maar verstaan deden de meesten de sprekende film niet, omdat de rolprent van Engelsch- of Amerikaansch maak sel was en wij de Engelsche en Amerikaansche taal te hooren kregen; welke taal door zeer vele bioscoopbezoekers niet gesproken, laat staan verstaan werd. We hadden er dan ook niet veel aan; maar werden toch avond aan avond op dergelijke films getracteerd. Toen heeft men veelal Duit- sche films genomen, omdat de Duitsche taal gemakkelijk te verstaan is. Deze films hadden dan ook meer instemming. Ook met deze films werd echter niet gegeven hetgeen wij moesten hebben, n.l. Hollandsch sprekende films. Wij, Hollanders, die met zoo vele dingen bovenaan stonden, waren in dit opzicht achter lijk. Er werd natuurlijk veel over gesproken en veel over geschreven en dit is ook wel oorzaak geweest, dat men meer en meer ging begrij pen, dat het zoo niet langer kon en er wat op gevonden moest worden om Hollandsche spre kende films te krijgen. Toen heeft men de hulp van het buitenland ingeroepen en Hollandsche spelers voor de film gingen naar het buitenland om aldaar zich te laten filmen, waarbij de Hollandsche taal door onze filmartisten gesproken, door Amerikaan sche-, Engelsche- en Duitsche opname-appa raten opgenomen werden. Het waren alle korte filmpjes, die al heel weinig inhielden. Maar we waren er tevreden mee en, waren we dat niet, dan moesten wij het er mee doen. Thans hebben twee groote filmmaatschappijen in Holland het durven wagen zelf een geluidsfilm-apparaat aan te schaffen, waardoor het mogelijk is geworden, dat we thans onze eigen sprekende films krij gen. Het was werkelijk tijd. P. NEDERLAND VOORAAN. Ir. A. H. van Ingen Housz sprak j.l. Dinsdag 9 Juni te Amsterdam voor Duitschers en Ne derlanders in een vergadering van het Konink lijk Instituut van (Ned.) Ingenieurs over: „De Hoogovens en Staalfabrieken te IJmuiden." Spr. begon met er op te wijzen, dat de fa briek haar ontstaan dankt aan het feit, dat in Europa de productie van ijzer in toenemende mate geschiedt uit van overzee aangevoerde ertsen. Het is begrijpelijk, dat de ligging direct aan de Noordzee onder deze omstandigheden een voorsprong biedt tegenover de Duitsche hoogovens, evenals dit het geval is met de Rijnvracht en de overladings- en doorvoerkos ten tot in de hoogovenwerken. Wat de kolen betreft, deze zijn aan de Nederlandsche kust steeds relatief goedkoop. Belangrijk is verder de ligging aan de kust voor den export, die voor de fabriek van het grootste belang is. Het verbruik van ruwijzer in Nederland be draagt 80.000—90.000 t. per jaar, waarvan de N.V. Kon. Ned. Hoogovens en Staalfabrieken ca. 60 pCt. levert. Daar de jaarliiksche produc tie 250.000270.000 t. bedraagt, moet 200.000 t. worden geëxporteerd. Nederland is daardoor een der voornaamste ijzer exporteerende landen geworden. Daarvoor is o.m. noodig geweest een moderne outillage en een zoo volledig mogelijke ver werking van bijproducten, door welke beide factoren de resulteevende kostprijs van het ijzer tot" hc-t geringst mogelijke minimum kon worden teruggebracht. De algemeeno dispositie der fabriek is ge richt op een zoo goedkoop mogelijk transport der groote te verplaatsen massa's. Gemiddeld moet per week rond 50.000 t. materiaal worden verplaatst. Twee hoogovens zijn in 19221923 gebouwd naar de plannen van hei. Amerikaansche Inge nieursbureau Fryn Brassert en Co., een derde oven is gebouwd in 1929 met gebruikmaking stoomschepen vervingen door motorschepen, zulks in tegenstelling met de andere op Oost-Azië va rende maatschappijen, die veelal voordeel bleven zien in gebruik van kolenstokende stoomschepen. In verband hiermede namen de verstrekkingen van bunkerolie toe, zy het in veel geringere mate dan olie, waarmede de kolenverstrekkingen af namen. Balans en Verlies- en Winstrekening. Terreinen, gebouwen, inrichtingen, enz. In verband met het feit, dat verschillende activa, hoewel nog hun volle bedrijfswaarde hebbende, in den loop der jaren geheel werden afgeschreven, geschieden thans de afschrijvingen op de in de balans ver melde: terreinen, gebouwen, enz., (kostprijs f 3.560.793) nog slecht over een bedrag van f 2.058.615; dokken (kostprijs f 1.113.566) over een bedrag van f 1.054.694; overig drijvend materieel (kostprijs f 528.185) over f 216.210. De totale winst welke overblijft na behoorlijke afschrijving, uitkeering van gratificatiën aan per soneel, alsmede na reserveering van de noodige bedragen voor winstaandeel regeering en ven nootschapsbelasting in Indië, bedraagt f 352.713. Van het totaal voor aandeelhouders beschikbare bedrag ad f 352.961 kan worden uitgekeerd 10 pCt. en f 50 per winstaandeel. Op de balans per uit. Dec. 1930 komen o.a. de volgende posten voor. Activa: terr., geb. inr. invent, en mach. te Sabang f 987.711 (f 972.383) dokken en verder drijv. mat. f 701.837 (727.535); steenk. f 330,585 (472,707); mag. voorr. f 388.660 f434.840); ass. (berustende premie) f 5360 (7866); dab. f466.920 (f539.492); Nederl. Handel-Mij. in R.C. f 178,371 (f 103.252); remises van Sabang f 182.242 (f 522.881 f; kas- en girorek. f 36.358 (f 16.430), aand. in andere .V.'s f 444.501 (f 444. 501); eff. f 1.662.835 (f 1,469,133); intr, f 29,615 (26,530); prol. en dep. f 400.500; totaal f 5.447. 640 (f 6.208,57). Passiva: kap. gepl. f30.000.000 (als v. j.) erfpachtsrente f 88.046 (86.126); res. fonds (stat.) f 500.000 (als v. j.); extra res. voor waardeverm. en id. v. ass. E.R. f 555.224 (f 554.336); onder- steun.fonds f 100000 (als v. j.)cred. f 476.025 (f 965.040); div. rek. onverd. div. Ato. Po.) f 20.519 (f 19,744)aandeel winst regeering O/1930 f 27.500 (f 69.500); res. voor div. belangen en Venn.-bel. Indië f 327.618 (f 310.098); solda winst f 352.713 (f 602.771). Winst- en Verliesrekening. Credit: saldo expl. rek. f 813.085 (f 1.129.829); intr. f 106.974 (f 106.195). Totaal f 920.060 (1,236.024). Debet was f 14.858 (f 14.507); onderh. geb. Alg. Dienst f 89,484 (f 84.576); alg. kosten f 281.844 (f 284. 018): erfnachtsrente f 105.858 (f 103.00); f 281. 844 (f 284.018)erfpachtsrente f 105.658 (f 103.00) aand. reg. in winst O/1930 f 27.500 (f 69.500) toevoeging aan de res. v. div, bel. en vennootsch. belast. Indië f 43.000 (f 77.500); saldo winst f 352.713 (f 602.771). VOETBAL. De vorige week Woensdag had de uitreiking plaats van den beker verbonden aan het kam pioenschap van Haarlem. Deze plechtigheid ge schiedde in Heck's Lunchroom te Haarlem. Aanwezig waren afgevaardigden van de vereeniigingen H.F.C., R.C.H., Haarlem,, V.S.V., E.D.O. en Stormvogels; de scheidsrechters die in het tournooi wedstrijden geleid hadden, be nevens het voltallige bestuur en eerste elftal van Bloemendaal. Van de vereeniging Zandvoort was bericht van verhindering binnengekomen: het bestuur had zelf een belangrijke vergadering; de me- dedeeling was echter vergezeld van een zeer hartelijk en sympathiek gesteld schrijven, waarin „Bloemendaal" geluk gewenscht werd met het groote succes. Hst verheugde het be stuur van Zandvoort, dat het ditmaal een tweede klasser was, die beslag op den titel ge legd had. Gereleveerd werden voorts de span- zijn. Als afsluiting van het seizoen hebben de ontmoetingen burgerrecht verkregen, en de ware sportliefhebber, die niet alleen geweest is by de competitie, blyft ze gaarne zien. Ten slotte dankt hij de tegenpartijen van Bloemen daal voor den prettigen, fairen tegenstand, welke geboden werd. Nadat eiken speler van Bloemendaal een klei'! zilveren specimen van den grooten beker ontvangen had, werd het woord gevoerd door den afgevaardigde van H.F.C. Hij onthulde de moeilijkheden, waarmede zijn vereeniging te kampen heeft om na afloop der zware com petitie volledige elltallen óp de been te bren gen. Studieredenen en drukke werkzaamheden doen vele spelers naar rust snakken, terwijl anderen na April de zomersporten prefereeren boven de voetbalsport. Nu echter H.F.C. het tot den finale gebracht had wilde iedereen medewerken, en zoo kon een sterk team samengesteld worden. Eerlijk wilde hij ook vertellen, dat men er van over tuigd was, Bloemendaal te slaan. Dat dit niet lukte, lag aan de groote activiteit en het goe de spel der witten, die de overwinning volko men verdienden. In 't bijzonder sprak hij den afgevaardigde van E.D.O. toe. E.D.O. mag niet uit de eerste klasse verdwijnen. Tegen Xerxes bewezen ze nog wel te kunnen voetballen, wel nu, speel de nog resteerende wedstrijden met 't zelfde élan, en ge blijft voor ons behouden! Hiermede Was het officieele gedeelte ge ëindigd. In intiemen kring bleef men nog langen tijd gezellig bijeen. Deze week wordt de mooie beker geëtaleerd in den winkel van den heer Ouwejan bij het postkantoor, met een foto van het kampioens elftal. Niemand verzuime hem te gaan zien. A. C. nende wedstrijden sinds jaren tusschen beide van"ahe Sindsdien'opgedWe"mvari^.gin7n met Ielftallen gespeeld, wedstrijden, die moeilijk in toepassing van divers.' intur.schen ontwikkelde1 beide plaatsen gemist kunnen worden, verbeteringen. De produ»' üö-capaciteit der drie hoogovens is resp. ca. r -375425 t. gietle- rij-ijzer per jaar, terwijl bij vervaardiging van staalijzer de capaciteit 1520 pet. hooger ligt. Er zijn thans twee ovens in werking. Het belangrijkste bijproduct der. hoogovens is het hoogovengas, dat in groote hoeveelheden wordt geproduceerd, meer dan 1000 M3/min. per hoogoven. Het grootste deel van dit gas wordt in de eigen centrale omgezet in stoom, waarmede allereerst worden gedreven de tur- bowindmachines, welke de blaaslucht voor de ovens leveren en verder 2 turbogeneratoren van 6000 kW. elk, wier op 6000 V. geproduceerde energie in de eerste plaats dient voor de ver zorging der eigenfabriek en nevenbedrijven, terwijl het overschot wordt afgeleverd in het Provinciale net( resp. een eventueel tekort uit dat net kan wórden aangevuld. Binnenkort zal echter de eigen electriciteitsproductie worden stopgezet en het overschotgas worden gevoerd naar de nieuwe in aanbouw zijnde Provinciale Centrale, welke dat gas in haar ketels zal ver branden en aan de Hoogovens de benoodigde energie tegen kostprijs zal leveren. Als laatste bijproduct zijn te vermeiden de hoogovenslakken, welke in gegranulleerden vorm in den wegenbouw o.a. worden gebruikt voor aanleg van voet- en rijwielpaden, en, met asfalt vermengd, ook van rijwegen. Als bijzonderheid omtrent deze Nijverheids instelling, waarbij ook velen onzer plaatsgenoo- ten geïnteresseerd zijn, diene, dat de salaris sen, vooral die van het hoogere personeel er zeer laag zijn gehouden, en dat in afwijking van 'wat ijzer- en staalfabrieken elders doen, er geregeld wordt getracht rekening te houden met de redelijke wenschen der buitenlandsche afnemers. EEN BLOEIEND BEDRIJF. Zeehaven en kolenstation Sabang. Saldowinst f 352.713. Div. 10 pCt. De te Amsterdam gehouden algemeene verga dering van aandeelhouders der N.V. Zeehaven en Kolenstation Sabang heeft het dividend vast gesteld op 10 pCt. (Uitkeering op de certifica ten f 96.55 per f 1000. De aan de beurt van aftreding zijnde commis saris, rar. J. Bierens de Haan, werd herkozen. Aan het verslag over 1930 ontleend het H.bl. het volgende: Was gedurende de eerste maanden van 1930 de scheepvaart in de haven nog bevredigend, daarna nam het verkeer op bedenkelijke wijze af, in ver band met de steeds slinkende behoefte aan scheepsruimte over de geheele wereld, waardoor vele reederijen werden genoopt tot opleggen van een belangrijk deel harer vloot. Ook de kolenverstrekkingen daalden aanzien lijk en wel te sterker, doordat vooral de op Ne- derlandsch-Indië varende liinen steeds meer De voorzitter van den Haarlemschen Voet balbond, de heer Van der Aart, opende de bijeenkomst met een keurige rede, waarin hij de gespeelde wedstrijden de revue deed pas- seeren. Hij kwam tot de conclusie, dat de ver eeniging Bloemendaal, door haar schitterende prestaties inderdaad beker en titel verdiend had. Na eerst E.D.O. aan de Kleveriaan met 20 geslagen te hebben, volgde het treffen te gen Haarlem aan den Schoterweg. Algemeen werd Bloemendaal weinig kans gegeven, maar de witten dachten er blijkbaar anders over: in een- goeden wedstrijd werd Haarlem regel matig met 43 geklopt, waardoor een ernsti ge candidaat uitgeschakeld was. H.F.C. had inmiddels op even onverwachte als fraaie wijze V.S.V. alle illusies ontnomen. Met 43 bleef H.F.C. in Velseroord in de meerderheid. Daarop elimineerde R.C.H. de Zandvoorters. De kustbewoners zagen zich in eigen home met 42 geklopt. Nu moest tusschen de biauw-zwarte en blauw-witte Haarlemmers uitgemaakt worden, wie in den eindstand Bloemendaal zou ontmoe ten. H.F.C. stelde zich met een gebroken elftal tegen een vrijwel volledig R.C.H. op, en ieder dacht, dat R.C.H., dat reeds tweemaal achter een den beker gewonnen had, haar stadgenoo- ten er makkelijk onder zou houden. Maar ook in dezen wedstrijd werd wederom bewezen, hoe moeilijk voetbal-voorspellingen zijn. The good Old verliet als overwinnaar het terrein aar. den Middenweg. Wel was de zege in minieme cijfers (10) uitgedrukt, doch ze was ver diend. Zoo kwamen dus op Hemelvaartsdag op het Bloemendaal terrein de finalisten: eerste en tweede klasser, tegenover elkaar. Een volledig H.F.C. met de cracks v. d. Meulen en Wamste- ker, overtuigd van haar suprematie, Bloemen daal bezield met een wil, zyn huid zoo duur mogelijk te verkoopen. Ieder aanwezige herin nert zich dezen fraaien, sportieven en propa- andistischen strijd. Onder geweldig enthou- s'asme werden de Haarlemmers geslagen! Onder welgemeende felicitatie werd hierop de beker aan den voorzitter van Bloemendaal overhandigd. Deze nam hierop het woord en dankte den heer van der Aart voor de huldi ging. Hij stelde het zeer op prijs dat erkend werd de verdiende wijze waarop zijn vereeni ging het kleinood won. Verder bracht hij hul de aan de scheidsrechters, die door hun cor recte leiding het sportieve verloop van de kam- pioens-competitie bevorderd hadden, en hoopte, dat in de vervolge eveneens de leiding aan Haarlemsche arbiters zou worden opgedragen. Zij hebben getoond, volkomen voor hun taak berekend te zijn. Vervolgens herinnerde hij er aan, dat de al gemeene meening was, deze wedstrijden niet vort te zetten, Zoo'n besluit zou te betreuren EEN ONTDEKKINGEREIZIGER WORDT GEZOCHT. Zes jaar in het Braziliaansche oerwoud gevangen. Zes jaar geleden ondernam de Engel sche onderzoeker overste Fawcett een tocht in het Braziliaansche oerwoud, om naar oude Indiaansche cultuurplaatsen te zoeken. Thans, na zes jaar, is het nog onzeker of de overste Fawcett zijn doel heeft bereikt en of hy nog wel in het rijk der levenden is. Een Engelsche expedi- die is dezer dagen naar Brazilië ver trokken en wil trachten klaarheid over het lot van den vermisten onderzoeker te brengen. Of dat zal gelukken is, ge zien de negatieve resultaten, die vorige expedities bereikten, aan gerechtvaar digden twijfel onderhevig. r Den löden Januari 1925 vertrok uit de haven van New York een zeilschip en nam zijn weg langs de kust van Rio de Janeiro. Drie mannen waren aan boord buiten de bemanning en wel de overste P. K. Fawcett, zijn zoon en diens schoolvriend Raleigh Rimmel. Zij trokken uit om de verdwenen, slechts uit de legenden der Zuid-Amerikaansche Indianen bekende, cultuurstaten en steden witte Indianen uit Brazilië te zoeken. Velerlei geruchten zijn over deze oude ste den in omloop. Een van die legenden verhaalt God plaatste twee broeders op de aarde, waar van de een westwaarts trok en het Rijk der Inca's stichtte. De andere bleef op de plaats in de streek van de tegenwoordige provincie Matto Grosso en bouwde, het gebod van God opvolgend, een stad van een machtige uitge strektheid. De huizen bestonden uit louter goud, de daken waren bezaaid met diamanten- Algemeen bekend is, dat de Zuid-Amerikaan sche Indianen over geweldige schatten beschik ten, die bij het binnendringen der Spanjaarden en Portugeezen in een meer werden geworpen en daar nu op den bodem rusten. Ofschoon de ze schatten tot heden toe niet zijn gevonden, spreekt toch de angstvalligheid, waarmede de Indiaansche bevolking elke blanke van dit meer verre trachtte te houden voor de waarschijnlijk heid, dat in deze overlevering toch iets waar moest zijn. Overste Fawcett nu ging op weg om deze oude tot nu toe onvindbare schatten te ont dekken. Hij schatte het nog niist onderzochte gebied van Brazilië op twee millioen kwadraat mijlen en hoopte de wetenschap interessant en rijk materiaal te kunnen leveren. Van Rio de Janeiro naar Lima in Peru be draagt de afstandi 8665 K.M. Bergen, pampa's, machtige rivieren en dicht oerwoud bevinden zich daar in een ononderbroken afwisseling. Iedere schrede voorwaarts beteekent een moei- tevollen strijd tegen de natuur, die zich haar geheimen slechts met tegenzin laat outrukken. Elke schrede beteekent een strijd tegen den dood, die op alle paden loert, in de ratelslan gen, die in het lage hout verborgen zijn, in de gevaarlijke stroomversnellingen, in de streken van de muskieten en schorpioenen en in de moeraskoortsen van het moerasgebied. Stap voor stap hanen drie menschen zich een weg tot diep in het land. Tot Cuyaba, in de streek Matto Groddo zijn de moeilijkheden niet zoo veelvuldig, omdat deze stad bijna aan de grens van het door de blanken bewoonde Brazilië met een soort weg, ofschoon niet in de Europeesehe beteekenis is verbonden. Hier wijzen nog wagensporen en nog meer begane voetpaden den weg. In Cuyaba neemt de eigenlijke onderzoekingsreis een aanvang. Nog langzamer dan tot nu toe gaat het ver verder. Bijlslag na bijlslag, moet elke meter voorwaarts worden veroverd. Zoo nu en dan en meest in de nabijheid van rivieren zijn er nederzettingen van Indianen, midden in oerwoud. Het is reeds heel wat, dat deze stam men zich niet vijandig tegenover de onderzoe kers gedragen. Over de Red River voert de weg en overste Fawcett slaat de richting in naar Faxandobaxiri en Rio Xingoe, om over deze beide plaatsen naar Diamantino te kunnen ko men. Noordwestelijk vandaar hoopt hij de sprookjesstad der witte Indianen te vinden. In een bericht, dat 22 April 1925 gedateerd is, spreekt hij van sporen van een oude, blanke cultuur en beschaving, die hij gelooft te heb ben gevonden en waarvan hij het bewijs wil trachten te leveren. De onherbergzame wildernis, het ontzettende klimaat, ongewone inspanning en koorts eisch- en hun offers. Raleigh Rimmel en de jonge Fawcett worden ziek in Rio Xingoe. Men gaat weer terug over de Red River naar Cuyaba om daar genezing te zoeken. Een tweede bericht van 30 Mei 1925 brengt inplaats van nieuwe onderzoekingsresultaten berichten over het lij den der onderzoekers, dat zij te wijten heb- aan insectenbeten. Rimmel is door zulk. BPB? Egllse Walionne. Begijnehof. Dimanche 14 Juin* 10 h. 30: Service divin. 20 h.Culte au Foyer. Vendredi 19 Juin. 20 h.: Service. Pasteur Krafft. L'Eglise est ouverte tous les jours de 1017 h. Ned. Herv. Kerk te Bloemendaal. V.m. 10 uur: Ds. D. Kuilman, Pred. te Leiden* Jeugddienst in het Jeugdhuis. V.m. 10 uur: de Heer TO. F. J. Dankbaar, Bloe mendaal. Overveen. V.m. 10 uur: Ds. J. C. van Dijk. Ned. Herv. Kerkgenootschap te Santpoort. V.m. 10 uur: Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. „Verborgen Wijsheid" (Job 28, vs. 23), Ned. Hervormde Evangelisatie te Santpoort. V.m. 10 uur: J. Fortgens, Haarlem. Oud-Direc teur Nederl. Zendingsschool. Geref. Kerk, Bloemendaal. V.m. 10 uur: Ds. J. C. Brussaard. N.m. 5 uur: Ds. J. C. Brussaard. Collecte voor Radio-uitzending. Religieuze Kring Aerdenhout. V.m. 10% uur: Ds. A. Klaver, Rem. Pred., Hoorn. De Vrije Katholieke Kerk. Popellaan Kinheimpark. Zondag 14 Juni, 10.30 v.m., Gezongen H. Mis. Celebrant: Priester Ko Borsten. Woensdag 17 Juni, 8 uur n.m., Vespers en Lof. een inseetenbeet bijna geheel verlamd. Dit was het laatste levensteeken van overste Fawcett. En toen men daarna niets meer hoorde, raak te de geheele expeditie in vergetelheid. Weini gen weten zich nog zijn naam te herinneren. Aan het einde van 1926 vertrekt een andere expeditie vanuit Rio de Janeiro. Roger Court- viile, een Fransche ingenieur in Braziliaanschen dienst, durft het te ondernemen slechts door zijn vrouw en een mecanicien begeleid met zijn auto het Zuid-Amerikaansche rontinent te doorkruisen. Doei van zijn tocht is de mf-ge lijkheid te onderzoeken een autoweg dwars door Zuid-Amerika aan te leggen, die Rio met Lima zou verbinden. Zonder iets te weten van de expeditie van Fawcett neemt Court- ville denzelfen weg, dien de eerste is gegaan. Als hij aan de Red River genoodzaakt is zijn auto door Indianen te laten overzetten, hoort hij over blanke mannen spreken, die vanuit het Noorden deze streek zijn binnengedrongen Na de rivier te zijn over getrokke,n, hetgeen geholpen door twintig Indianen en veertien cano's drie dagen in beslag nam, zet Courtville zijn weg in de richting van Rio Costa voort. Enkele uren, nadat wij waren opgebroken, vertelt Courtville, trok ik in een klein bosch aan onze rechterhand een man aan, dié onbewegelijk neerzat, met het hoofd in de handen en geheel huiten adem. Hij had grijze haren en ik schatte zijn leeftijd op ongeveer zestig jaar. Ondanks zijn uiterst afgedragen kleeding hij droeg een kniebroek, een khakihemd, oude schoenen met dikke zolen, die over zijn onbedekte voeten met veters uit pianbenvezels waren tezamengedraaid, een wit te stroohoed, vuil en gescheurd lag naast hem op den grond, hield ik hem voor een militair. Verrast in deze eenzaamheid een mensch te vinden, ging ik naar hem toe, Zijn handen trilden hevig, oogenschijnlijk onder de inwer king van hevige koorts. Slechts om een gesprek met hem te begin nen, vroeg ik hem in het Portugeesch of hij den weg wist naar Cuyaba. Ofschoon hij het scheen te verstaan, kreeg ik geen antwoord. Toen kwam ik dichter hij hem staan en zag dat zijn beenen verschrikkelijk door muskieten waren gestoken. In de veronderstelling, dat ik met 'n vreemden landsman te doen had, zei ik in het Engelsch: De muskieten schijnen een groote voorliefde voor u te hebben. Dat scheen Indruk op hem te maken, want hij hief het hoofd op, zoodat ik duidelijk sporen van uitput ting en koortskon zien. Alleen zijn oogen hadden een energieke uitdrukking. Blijkbaar niet bijzonder op mijn gezelschap gesteld, ant woordde hij op een toon, die duidelijk te ver staan gaf, dat hij het onderhoud wenschte af te breken: „De arme dieren zijn ook hongerig". Tevreden, omdat ik toch nog een antwoord van dit vreemde wezen had gekregen, zette ik mijn tocht naar Cuyaba voort en vroeg daar aan 'n bevrienöen regeeringsamhtenaar of hij iets van dezen blanke wist. Hij meende, dat mijn geheimzinnige vreemde niemend anders kon geweest zijn dan Fawcett, van wien men sedert hy Cuyaba had verlaten niets meer had vernomen. De plaats, waar ik Fawcett had ontmoet was ongeveer 170 K.M. van Cuyaba verwijderd. Tot zoover het bericht van Courtville tien maanden na zijn ontmoeting met Fawcett. Sindsdien is het ondanks alle moeite niet meer gelukt het geheimzinnige duister, dat over het lot van Fawcett is gespreid te verhel deren. Een hulpexpeditie, die twee jaren gele den onder leiding van overste Dyott uittrok, moest onverrichterzake terugkeeren. Zal de nieuwe expeditie meer succes hebben? (Nadruk verboden). VAN BEROEMDE COMPONISTEN. Het was bekend, dat Mahler nooit de zaal uit ging terwijl er repetities werden gehouden. Maar eens op een keer gaf hij opeens den dirigeerstok aan zijn assistent en zeide: „Ik zal een uur lang moeten weg blijven." Toen hij na een uur terugkwam gaf hij de volgende opheldering: ,Het spijt me, maar ik moest even weg om te trouwen." Millöcker kreeg eens een invitatie: „Toe, kom Zondagmiddag bij ons eten. Mijn vrouw en doch ter zullen wat muziek maken voor U van 12 tot 1, en dan zullen wij middagmalen." Millöcker schreef terug: „Dank voor de invitatie. Ik zal precies om I uur by U zijn."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 4