Het Bloemendaalsch Weekblad.
VAN OVERAL.
SPORT.
PREDIKBEURTEN.
DE BETEEKENIS DER SCHOOL VOOR DE
GEESTELIJKE VOLKSGEZONDHEID.
De school is een eeuw achter bij
de maatschappij. Drie moeilijkhe
den. De wenschelijkheid van een
betere wetenschappelijke paedago-
gische outillage.
Als no. 19 van de Mededeelingen van het
Nutssemiarium voor paedagogiek aan de uni
versiteit van Amsterdam is onder bovenstaan-
den titel in druk verschenen de rede, die prof.
dr. Ph. Kohnstamm heeft uitgesproken voor de
Ned. Vereeniging tot bevordering van de gees
telijke volksgezondheid.
De schrijver betoogt, dat de school vrijwel
veranderingen in de maatschappij. De arbeid is
veranleringen in de maatschappij. De arbeid is
verplaatst uit de sfeer van het gezin en de
werkplaats naar de fabriek, het kantoorge
bouw, het groote magazijn. De dagelijkscbe ar
beid, vroeger zoo vertrouwd voor het kind, dat
opgroeide te midden van het werk dat het elk
uur kon gadeslaan en waarin het kon deelne
men, is thans grootendeels een mysterie voor
den jongen mènsch. Had de school vroeger aan
bet bijbrengen van de elementaire cultuurele
menten een afgebakende taak, thans is dit niet
meer voldoende. Het kind moet leeren werken
in de school. Dit geldt zoowel voor de lagere
als voor de middelbare school. Een tweede fac
tor van beteekenis is de verkorting van den
arbeidsdag, want daarmede komt de vraag
naar voren: hoe moet de mensch als massa-
mensch dan, zijn vrijen tijd besteden? In dit
verband bepleit de schr. de groote waarde van
goed moedertaalonderwijs. In de derde plaats
acht hij het noodig, dat meer aandacht ge
schonken worde aan de moeilijke gevallen, die
zich bij onderwijs en opvoeding van overigens
normale kinderen voordoen en waarvoor Ame
rika zijn „visiting teachers" en Oostenrijk en
Duitschland hun talrijke consultatiebureaux
hebben.
De schr. ziet uit deze moeilijkheden slechts
uitkomst, indien ook de opvoeding en het on
derwijs ean behoorlijke wetenschappelijke lei
ding rijk zijn. In die richting zou men verbe
tering moeten zoeken voor de paedagogische
kwalen. Men heeft het prof. Gunning kwalijk
genomen, dat hij het onderwijsdeparicment een
„clearing house voor subsidies en salarissen"
noemde en hem vergeleken met den vrijbuiter,
die het Nederlandsche prestige door zijn inval
in Curagao aanrandde. Prof. Kohnstamm zegt
hieromtrent:
„Elk volk heeft de regeering, en dus ook de
politici, die het verdient, d.w.z. die spreken en
handelen naar wat er leeft in de publieke opi
nie. En ten opzichte van de school zwijgt de
publieke opinie zoodra het richtings-etiket der
school, waarvoor men zich interesseert, maar
niet wordt aangeraakt en de rapporten door de
kinderen met niet te veel onvoldoenden worden
thuis gebracht. Zoolang alleen maar geestelijke
goederen op het spel staan, maakt men zich niet
warm.' (N.R.Crt.).
In het verslag over 1930 der NutS-spaarbank
te Haarlem wordt o.a. het volgende mede
gedeeld:
Het zoo sterk beperkte bedrijfsleven belette
ook de kleine ondernemers hun bedrijfskapitaal
ten volle in hun zaken aan te wenden met het
gevolg, dat zy meer dan anders van de spaar
bank gebruik maken. Ook voelde men minder
neiging tot opvraging van de saldi, die door
geregeld sparen tot zoodanig bedrag zijn opge-
loopen, dat zij onder normale omstandigheden
de inleggers zouden hebben doen besluiten er
vaste, hoogere rentegevende belegging voor in
de plaats te nemen.
Ten slotte bleek de in deze tijden gunstige
rentevoet van 3 pCt. een aantrekking te zijn
voor saldi, die anders bij de banken worden ge
plaatst. Het behoeft geen betoog, dat deze gun
stige rentevoet dient om het eigenlijke sparen
te bevorderen, maar geenszins om het publiek
in staat te stellen van saldi, die door hun aard
en hoegrootheid bij banken thuis hooren, een
hoogere rente te maken. Wij hebben dan ook
meer dan eens aangeboden, inlagen op dien
grond moeten weigeren.
De financieele uitkomsten zijn, blijkens de
inkomstenrekening, welke een winst van
f 149.127 aanwijst, bevredigend. Na aftrek van
alle bedrijfsonkosten, storting in pensioenfonds
en afschrijvingen op meubilair en onroerende
goederen, kon een bedrag van f 75.630 bij de
reserve worden gevoegd. De totale reserve
steeg tot f 667.258. Het aantal inleggers steeg
tot 27.706 (v. j. 25.157) en vermeerderde dus
met 2549 of ruim 10 pCt. Het totaal tegoed
der inleggers, met inbegrip van de rente over
1930, nam toe met f 1.443.660 of ruim 17%
pCt. van het saldo van het vorige jaar en steeg
daardoor tot f 9.572.890.
De omzet vermeerderde met ruim 22% pCt.
en belieo f 15.780.464 (f 12.877.404)
Het aantal behandelde posten van inleg en
terugbetaling verminderde met 1600 of 0.8 pCt.
en bedroeg 191.655 (v. j. 193.255), dit als ge
volg van de opheffing van den ophaaldienst in
het Amsterctamsche kwartier.
De balans vermeldt als beleggingen o.m.:
effecten f 5.660.367, prolongatiën f 490.000,
hypotheken f 3.742.200, onroerende goederen
f 174.500, kas, postcheque en giro, Ass. Cassv.
en Ned. Bank f 48.170, kassier (gedekt door
ondmnand) f 13.678, de Haarlemsche Hulpbank
f 10.000.
RADIOLEED.
Het ging met onzen 298 M. korte golf in den
laatsten tijd tamelijk goed. Hilversum kwam
goed door en werd door Turijn heel weinig meer
gestoord.
Het had zóó moeten blijven, maar het bleef
niet zoo. In Engeland is een nieuwe zender ge
komen, krachtig en sterk, die sinds eenige
avonden aan het proefzenden is en Hilversum
nog erger stoort dan Turijn 't deed, zoodat men
niet meer naar Hilversum luisteren kan. Het
is wel bar, dat men in 't buitenland zoo met
ons speelt. Wanneer zal aan die korte golf-
misère eens een einde komen Wij zijn een
klein landje, maar hebben toch evenveel recht
in den aether als de andere landen.
SPREKENDE FILMS.
Alhoewel de sprekende films reeds lang be
staat en de filmmarkt er rijkelijk van voorzien
is, was het bij ons in Holland nog treurig met
de sprekende film gesteld. Daar we met onzen
tijd mee moesten, werden er overal in den
lande in Bioscoop-theaters apparaten ge
plaatst voor de sprekende rolprent. De niet
meer zwijgende films werden uit het buiten-,
land in de Hollandsche theaters gedraaid en in
de grootste spanning zagen we de schokwek-
kende gebeurtenissen of de komische voorvallen
aan ons oog ontrollen; maar verstaan deden
de meesten de sprekende film niet, omdat de
rolprent van Engelsch- of Amerikaansch maak
sel was en wij de Engelsche en Amerikaansche
taal te hooren kregen; welke taal door zeer
vele bioscoopbezoekers niet gesproken, laat
staan verstaan werd.
We hadden er dan ook niet veel aan; maar
werden toch avond aan avond op dergelijke
films getracteerd. Toen heeft men veelal Duit-
sche films genomen, omdat de Duitsche taal
gemakkelijk te verstaan is. Deze films hadden
dan ook meer instemming. Ook met deze films
werd echter niet gegeven hetgeen wij moesten
hebben, n.l. Hollandsch sprekende films.
Wij, Hollanders, die met zoo vele dingen
bovenaan stonden, waren in dit opzicht achter
lijk. Er werd natuurlijk veel over gesproken en
veel over geschreven en dit is ook wel oorzaak
geweest, dat men meer en meer ging begrij
pen, dat het zoo niet langer kon en er wat op
gevonden moest worden om Hollandsche spre
kende films te krijgen.
Toen heeft men de hulp van het buitenland
ingeroepen en Hollandsche spelers voor de film
gingen naar het buitenland om aldaar zich te
laten filmen, waarbij de Hollandsche taal door
onze filmartisten gesproken, door Amerikaan
sche-, Engelsche- en Duitsche opname-appa
raten opgenomen werden.
Het waren alle korte filmpjes, die al heel
weinig inhielden. Maar we waren er tevreden
mee en, waren we dat niet, dan moesten wij
het er mee doen. Thans hebben twee groote
filmmaatschappijen in Holland het durven
wagen zelf een geluidsfilm-apparaat aan te
schaffen, waardoor het mogelijk is geworden,
dat we thans onze eigen sprekende films krij
gen. Het was werkelijk tijd.
P.
NEDERLAND VOORAAN.
Ir. A. H. van Ingen Housz sprak j.l. Dinsdag
9 Juni te Amsterdam voor Duitschers en Ne
derlanders in een vergadering van het Konink
lijk Instituut van (Ned.) Ingenieurs over: „De
Hoogovens en Staalfabrieken te IJmuiden."
Spr. begon met er op te wijzen, dat de fa
briek haar ontstaan dankt aan het feit, dat in
Europa de productie van ijzer in toenemende
mate geschiedt uit van overzee aangevoerde
ertsen. Het is begrijpelijk, dat de ligging direct
aan de Noordzee onder deze omstandigheden
een voorsprong biedt tegenover de Duitsche
hoogovens, evenals dit het geval is met de
Rijnvracht en de overladings- en doorvoerkos
ten tot in de hoogovenwerken. Wat de kolen
betreft, deze zijn aan de Nederlandsche kust
steeds relatief goedkoop. Belangrijk is verder
de ligging aan de kust voor den export, die
voor de fabriek van het grootste belang is.
Het verbruik van ruwijzer in Nederland be
draagt 80.000—90.000 t. per jaar, waarvan de
N.V. Kon. Ned. Hoogovens en Staalfabrieken
ca. 60 pCt. levert. Daar de jaarliiksche produc
tie 250.000270.000 t. bedraagt, moet 200.000
t. worden geëxporteerd. Nederland is daardoor
een der voornaamste ijzer exporteerende landen
geworden.
Daarvoor is o.m. noodig geweest een moderne
outillage en een zoo volledig mogelijke ver
werking van bijproducten, door welke beide
factoren de resulteevende kostprijs van het
ijzer tot" hc-t geringst mogelijke minimum kon
worden teruggebracht.
De algemeeno dispositie der fabriek is ge
richt op een zoo goedkoop mogelijk transport
der groote te verplaatsen massa's. Gemiddeld
moet per week rond 50.000 t. materiaal worden
verplaatst.
Twee hoogovens zijn in 19221923 gebouwd
naar de plannen van hei. Amerikaansche Inge
nieursbureau Fryn Brassert en Co., een derde
oven is gebouwd in 1929 met gebruikmaking
stoomschepen vervingen door motorschepen, zulks
in tegenstelling met de andere op Oost-Azië va
rende maatschappijen, die veelal voordeel bleven
zien in gebruik van kolenstokende stoomschepen.
In verband hiermede namen de verstrekkingen
van bunkerolie toe, zy het in veel geringere mate
dan olie, waarmede de kolenverstrekkingen af
namen.
Balans en Verlies- en Winstrekening. Terreinen,
gebouwen, inrichtingen, enz. In verband met het
feit, dat verschillende activa, hoewel nog hun
volle bedrijfswaarde hebbende, in den loop der
jaren geheel werden afgeschreven, geschieden
thans de afschrijvingen op de in de balans ver
melde: terreinen, gebouwen, enz., (kostprijs
f 3.560.793) nog slecht over een bedrag van
f 2.058.615; dokken (kostprijs f 1.113.566) over een
bedrag van f 1.054.694; overig drijvend materieel
(kostprijs f 528.185) over f 216.210.
De totale winst welke overblijft na behoorlijke
afschrijving, uitkeering van gratificatiën aan per
soneel, alsmede na reserveering van de noodige
bedragen voor winstaandeel regeering en ven
nootschapsbelasting in Indië, bedraagt f 352.713.
Van het totaal voor aandeelhouders beschikbare
bedrag ad f 352.961 kan worden uitgekeerd 10
pCt. en f 50 per winstaandeel.
Op de balans per uit. Dec. 1930 komen o.a.
de volgende posten voor. Activa: terr., geb. inr.
invent, en mach. te Sabang f 987.711 (f 972.383)
dokken en verder drijv. mat. f 701.837 (727.535);
steenk. f 330,585 (472,707); mag. voorr. f 388.660
f434.840); ass. (berustende premie) f 5360 (7866);
dab. f466.920 (f539.492); Nederl. Handel-Mij. in
R.C. f 178,371 (f 103.252); remises van Sabang
f 182.242 (f 522.881 f; kas- en girorek. f 36.358
(f 16.430), aand. in andere .V.'s f 444.501 (f 444.
501); eff. f 1.662.835 (f 1,469,133); intr, f 29,615
(26,530); prol. en dep. f 400.500; totaal f 5.447.
640 (f 6.208,57).
Passiva: kap. gepl. f30.000.000 (als v. j.)
erfpachtsrente f 88.046 (86.126); res. fonds (stat.)
f 500.000 (als v. j.); extra res. voor waardeverm.
en id. v. ass. E.R. f 555.224 (f 554.336); onder-
steun.fonds f 100000 (als v. j.)cred. f 476.025
(f 965.040); div. rek. onverd. div. Ato. Po.)
f 20.519 (f 19,744)aandeel winst regeering O/1930
f 27.500 (f 69.500); res. voor div. belangen en
Venn.-bel. Indië f 327.618 (f 310.098); solda winst
f 352.713 (f 602.771).
Winst- en Verliesrekening. Credit: saldo expl.
rek. f 813.085 (f 1.129.829); intr. f 106.974
(f 106.195). Totaal f 920.060 (1,236.024). Debet was
f 14.858 (f 14.507); onderh. geb. Alg. Dienst
f 89,484 (f 84.576); alg. kosten f 281.844 (f 284.
018): erfnachtsrente f 105.858 (f 103.00); f 281.
844 (f 284.018)erfpachtsrente f 105.658 (f 103.00)
aand. reg. in winst O/1930 f 27.500 (f 69.500)
toevoeging aan de res. v. div, bel. en vennootsch.
belast. Indië f 43.000 (f 77.500); saldo winst
f 352.713 (f 602.771).
VOETBAL.
De vorige week Woensdag had de uitreiking
plaats van den beker verbonden aan het kam
pioenschap van Haarlem. Deze plechtigheid ge
schiedde in Heck's Lunchroom te Haarlem.
Aanwezig waren afgevaardigden van de
vereeniigingen H.F.C., R.C.H., Haarlem,, V.S.V.,
E.D.O. en Stormvogels; de scheidsrechters die
in het tournooi wedstrijden geleid hadden, be
nevens het voltallige bestuur en eerste elftal
van Bloemendaal.
Van de vereeniging Zandvoort was bericht
van verhindering binnengekomen: het bestuur
had zelf een belangrijke vergadering; de me-
dedeeling was echter vergezeld van een zeer
hartelijk en sympathiek gesteld schrijven,
waarin „Bloemendaal" geluk gewenscht werd
met het groote succes. Hst verheugde het be
stuur van Zandvoort, dat het ditmaal een
tweede klasser was, die beslag op den titel ge
legd had. Gereleveerd werden voorts de span-
zijn. Als afsluiting van het seizoen hebben de
ontmoetingen burgerrecht verkregen, en de
ware sportliefhebber, die niet alleen geweest is
by de competitie, blyft ze gaarne zien. Ten
slotte dankt hij de tegenpartijen van Bloemen
daal voor den prettigen, fairen tegenstand,
welke geboden werd.
Nadat eiken speler van Bloemendaal een
klei'! zilveren specimen van den grooten beker
ontvangen had, werd het woord gevoerd door
den afgevaardigde van H.F.C. Hij onthulde de
moeilijkheden, waarmede zijn vereeniging te
kampen heeft om na afloop der zware com
petitie volledige elltallen óp de been te bren
gen. Studieredenen en drukke werkzaamheden
doen vele spelers naar rust snakken, terwijl
anderen na April de zomersporten prefereeren
boven de voetbalsport.
Nu echter H.F.C. het tot den finale gebracht
had wilde iedereen medewerken, en zoo kon
een sterk team samengesteld worden. Eerlijk
wilde hij ook vertellen, dat men er van over
tuigd was, Bloemendaal te slaan. Dat dit niet
lukte, lag aan de groote activiteit en het goe
de spel der witten, die de overwinning volko
men verdienden. In 't bijzonder sprak hij den
afgevaardigde van E.D.O. toe. E.D.O. mag niet
uit de eerste klasse verdwijnen. Tegen Xerxes
bewezen ze nog wel te kunnen voetballen, wel
nu, speel de nog resteerende wedstrijden met
't zelfde élan, en ge blijft voor ons behouden!
Hiermede Was het officieele gedeelte ge
ëindigd.
In intiemen kring bleef men nog langen tijd
gezellig bijeen.
Deze week wordt de mooie beker geëtaleerd
in den winkel van den heer Ouwejan bij het
postkantoor, met een foto van het kampioens
elftal. Niemand verzuime hem te gaan zien.
A. C.
nende wedstrijden sinds jaren tusschen beide
van"ahe Sindsdien'opgedWe"mvari^.gin7n met Ielftallen gespeeld, wedstrijden, die moeilijk in
toepassing van divers.' intur.schen ontwikkelde1 beide plaatsen gemist kunnen worden,
verbeteringen. De produ»' üö-capaciteit der drie
hoogovens is resp. ca. r -375425 t. gietle-
rij-ijzer per jaar, terwijl bij vervaardiging van
staalijzer de capaciteit 1520 pet. hooger ligt.
Er zijn thans twee ovens in werking.
Het belangrijkste bijproduct der. hoogovens
is het hoogovengas, dat in groote hoeveelheden
wordt geproduceerd, meer dan 1000 M3/min.
per hoogoven. Het grootste deel van dit gas
wordt in de eigen centrale omgezet in stoom,
waarmede allereerst worden gedreven de tur-
bowindmachines, welke de blaaslucht voor de
ovens leveren en verder 2 turbogeneratoren van
6000 kW. elk, wier op 6000 V. geproduceerde
energie in de eerste plaats dient voor de ver
zorging der eigenfabriek en nevenbedrijven,
terwijl het overschot wordt afgeleverd in het
Provinciale net( resp. een eventueel tekort uit
dat net kan wórden aangevuld. Binnenkort zal
echter de eigen electriciteitsproductie worden
stopgezet en het overschotgas worden gevoerd
naar de nieuwe in aanbouw zijnde Provinciale
Centrale, welke dat gas in haar ketels zal ver
branden en aan de Hoogovens de benoodigde
energie tegen kostprijs zal leveren.
Als laatste bijproduct zijn te vermeiden de
hoogovenslakken, welke in gegranulleerden
vorm in den wegenbouw o.a. worden gebruikt
voor aanleg van voet- en rijwielpaden, en, met
asfalt vermengd, ook van rijwegen.
Als bijzonderheid omtrent deze Nijverheids
instelling, waarbij ook velen onzer plaatsgenoo-
ten geïnteresseerd zijn, diene, dat de salaris
sen, vooral die van het hoogere personeel er
zeer laag zijn gehouden, en dat in afwijking
van 'wat ijzer- en staalfabrieken elders doen, er
geregeld wordt getracht rekening te houden
met de redelijke wenschen der buitenlandsche
afnemers.
EEN BLOEIEND BEDRIJF.
Zeehaven en kolenstation Sabang.
Saldowinst f 352.713. Div. 10 pCt.
De te Amsterdam gehouden algemeene verga
dering van aandeelhouders der N.V. Zeehaven
en Kolenstation Sabang heeft het dividend vast
gesteld op 10 pCt. (Uitkeering op de certifica
ten f 96.55 per f 1000.
De aan de beurt van aftreding zijnde commis
saris, rar. J. Bierens de Haan, werd herkozen.
Aan het verslag over 1930 ontleend het H.bl.
het volgende:
Was gedurende de eerste maanden van 1930 de
scheepvaart in de haven nog bevredigend, daarna
nam het verkeer op bedenkelijke wijze af, in ver
band met de steeds slinkende behoefte aan
scheepsruimte over de geheele wereld, waardoor
vele reederijen werden genoopt tot opleggen van
een belangrijk deel harer vloot.
Ook de kolenverstrekkingen daalden aanzien
lijk en wel te sterker, doordat vooral de op Ne-
derlandsch-Indië varende liinen steeds meer
De voorzitter van den Haarlemschen Voet
balbond, de heer Van der Aart, opende de
bijeenkomst met een keurige rede, waarin hij
de gespeelde wedstrijden de revue deed pas-
seeren. Hij kwam tot de conclusie, dat de ver
eeniging Bloemendaal, door haar schitterende
prestaties inderdaad beker en titel verdiend
had. Na eerst E.D.O. aan de Kleveriaan met
20 geslagen te hebben, volgde het treffen te
gen Haarlem aan den Schoterweg. Algemeen
werd Bloemendaal weinig kans gegeven, maar
de witten dachten er blijkbaar anders over:
in een- goeden wedstrijd werd Haarlem regel
matig met 43 geklopt, waardoor een ernsti
ge candidaat uitgeschakeld was.
H.F.C. had inmiddels op even onverwachte
als fraaie wijze V.S.V. alle illusies ontnomen.
Met 43 bleef H.F.C. in Velseroord in de
meerderheid. Daarop elimineerde R.C.H. de
Zandvoorters. De kustbewoners zagen zich in
eigen home met 42 geklopt.
Nu moest tusschen de biauw-zwarte en
blauw-witte Haarlemmers uitgemaakt worden,
wie in den eindstand Bloemendaal zou ontmoe
ten.
H.F.C. stelde zich met een gebroken elftal
tegen een vrijwel volledig R.C.H. op, en ieder
dacht, dat R.C.H., dat reeds tweemaal achter
een den beker gewonnen had, haar stadgenoo-
ten er makkelijk onder zou houden. Maar ook in
dezen wedstrijd werd wederom bewezen, hoe
moeilijk voetbal-voorspellingen zijn. The good
Old verliet als overwinnaar het terrein aar.
den Middenweg. Wel was de zege in minieme
cijfers (10) uitgedrukt, doch ze was ver
diend.
Zoo kwamen dus op Hemelvaartsdag op het
Bloemendaal terrein de finalisten: eerste en
tweede klasser, tegenover elkaar. Een volledig
H.F.C. met de cracks v. d. Meulen en Wamste-
ker, overtuigd van haar suprematie, Bloemen
daal bezield met een wil, zyn huid zoo duur
mogelijk te verkoopen. Ieder aanwezige herin
nert zich dezen fraaien, sportieven en propa-
andistischen strijd. Onder geweldig enthou-
s'asme werden de Haarlemmers geslagen!
Onder welgemeende felicitatie werd hierop
de beker aan den voorzitter van Bloemendaal
overhandigd. Deze nam hierop het woord en
dankte den heer van der Aart voor de huldi
ging. Hij stelde het zeer op prijs dat erkend
werd de verdiende wijze waarop zijn vereeni
ging het kleinood won. Verder bracht hij hul
de aan de scheidsrechters, die door hun cor
recte leiding het sportieve verloop van de kam-
pioens-competitie bevorderd hadden, en hoopte,
dat in de vervolge eveneens de leiding aan
Haarlemsche arbiters zou worden opgedragen.
Zij hebben getoond, volkomen voor hun taak
berekend te zijn.
Vervolgens herinnerde hij er aan, dat de al
gemeene meening was, deze wedstrijden niet
vort te zetten, Zoo'n besluit zou te betreuren
EEN ONTDEKKINGEREIZIGER WORDT
GEZOCHT.
Zes jaar in het Braziliaansche oerwoud
gevangen.
Zes jaar geleden ondernam de Engel
sche onderzoeker overste Fawcett een
tocht in het Braziliaansche oerwoud, om
naar oude Indiaansche cultuurplaatsen
te zoeken. Thans, na zes jaar, is het nog
onzeker of de overste Fawcett zijn doel
heeft bereikt en of hy nog wel in het rijk
der levenden is. Een Engelsche expedi-
die is dezer dagen naar Brazilië ver
trokken en wil trachten klaarheid over
het lot van den vermisten onderzoeker
te brengen. Of dat zal gelukken is, ge
zien de negatieve resultaten, die vorige
expedities bereikten, aan gerechtvaar
digden twijfel onderhevig.
r Den löden Januari 1925 vertrok uit de haven
van New York een zeilschip en nam zijn weg
langs de kust van Rio de Janeiro. Drie mannen
waren aan boord buiten de bemanning en wel
de overste P. K. Fawcett, zijn zoon en diens
schoolvriend Raleigh Rimmel.
Zij trokken uit om de verdwenen, slechts uit
de legenden der Zuid-Amerikaansche Indianen
bekende, cultuurstaten en steden witte Indianen
uit Brazilië te zoeken.
Velerlei geruchten zijn over deze oude ste
den in omloop. Een van die legenden verhaalt
God plaatste twee broeders op de aarde, waar
van de een westwaarts trok en het Rijk der
Inca's stichtte. De andere bleef op de plaats
in de streek van de tegenwoordige provincie
Matto Grosso en bouwde, het gebod van God
opvolgend, een stad van een machtige uitge
strektheid. De huizen bestonden uit louter
goud, de daken waren bezaaid met diamanten-
Algemeen bekend is, dat de Zuid-Amerikaan
sche Indianen over geweldige schatten beschik
ten, die bij het binnendringen der Spanjaarden
en Portugeezen in een meer werden geworpen
en daar nu op den bodem rusten. Ofschoon de
ze schatten tot heden toe niet zijn gevonden,
spreekt toch de angstvalligheid, waarmede de
Indiaansche bevolking elke blanke van dit meer
verre trachtte te houden voor de waarschijnlijk
heid, dat in deze overlevering toch iets waar
moest zijn.
Overste Fawcett nu ging op weg om deze
oude tot nu toe onvindbare schatten te ont
dekken. Hij schatte het nog niist onderzochte
gebied van Brazilië op twee millioen kwadraat
mijlen en hoopte de wetenschap interessant en
rijk materiaal te kunnen leveren.
Van Rio de Janeiro naar Lima in Peru be
draagt de afstandi 8665 K.M. Bergen, pampa's,
machtige rivieren en dicht oerwoud bevinden
zich daar in een ononderbroken afwisseling.
Iedere schrede voorwaarts beteekent een moei-
tevollen strijd tegen de natuur, die zich haar
geheimen slechts met tegenzin laat outrukken.
Elke schrede beteekent een strijd tegen den
dood, die op alle paden loert, in de ratelslan
gen, die in het lage hout verborgen zijn, in de
gevaarlijke stroomversnellingen, in de streken
van de muskieten en schorpioenen en in de
moeraskoortsen van het moerasgebied.
Stap voor stap hanen drie menschen zich een
weg tot diep in het land. Tot Cuyaba, in de
streek Matto Groddo zijn de moeilijkheden niet
zoo veelvuldig, omdat deze stad bijna aan
de grens van het door de blanken bewoonde
Brazilië met een soort weg, ofschoon niet
in de Europeesehe beteekenis is verbonden.
Hier wijzen nog wagensporen en nog meer
begane voetpaden den weg. In Cuyaba neemt
de eigenlijke onderzoekingsreis een aanvang.
Nog langzamer dan tot nu toe gaat het ver
verder. Bijlslag na bijlslag, moet elke meter
voorwaarts worden veroverd. Zoo nu en dan
en meest in de nabijheid van rivieren zijn
er nederzettingen van Indianen, midden in
oerwoud. Het is reeds heel wat, dat deze stam
men zich niet vijandig tegenover de onderzoe
kers gedragen. Over de Red River voert de weg
en overste Fawcett slaat de richting in naar
Faxandobaxiri en Rio Xingoe, om over deze
beide plaatsen naar Diamantino te kunnen ko
men. Noordwestelijk vandaar hoopt hij de
sprookjesstad der witte Indianen te vinden. In
een bericht, dat 22 April 1925 gedateerd is,
spreekt hij van sporen van een oude, blanke
cultuur en beschaving, die hij gelooft te heb
ben gevonden en waarvan hij het bewijs wil
trachten te leveren.
De onherbergzame wildernis, het ontzettende
klimaat, ongewone inspanning en koorts eisch-
en hun offers. Raleigh Rimmel en de jonge
Fawcett worden ziek in Rio Xingoe. Men gaat
weer terug over de Red River naar Cuyaba om
daar genezing te zoeken. Een tweede bericht
van 30 Mei 1925 brengt inplaats van nieuwe
onderzoekingsresultaten berichten over het lij
den der onderzoekers, dat zij te wijten heb-
aan insectenbeten. Rimmel is door zulk.
BPB?
Egllse Walionne.
Begijnehof.
Dimanche 14 Juin*
10 h. 30: Service divin.
20 h.Culte au Foyer.
Vendredi 19 Juin.
20 h.: Service. Pasteur Krafft.
L'Eglise est ouverte tous les jours de 1017 h.
Ned. Herv. Kerk te Bloemendaal.
V.m. 10 uur: Ds. D. Kuilman, Pred. te Leiden*
Jeugddienst in het Jeugdhuis.
V.m. 10 uur: de Heer TO. F. J. Dankbaar, Bloe
mendaal.
Overveen.
V.m. 10 uur: Ds. J. C. van Dijk.
Ned. Herv. Kerkgenootschap
te Santpoort.
V.m. 10 uur: Prof. Dr. G. A. van den Bergh
van Eysinga.
„Verborgen Wijsheid" (Job 28, vs. 23),
Ned. Hervormde Evangelisatie
te Santpoort.
V.m. 10 uur: J. Fortgens, Haarlem. Oud-Direc
teur Nederl. Zendingsschool.
Geref. Kerk, Bloemendaal.
V.m. 10 uur: Ds. J. C. Brussaard.
N.m. 5 uur: Ds. J. C. Brussaard.
Collecte voor Radio-uitzending.
Religieuze Kring Aerdenhout.
V.m. 10% uur: Ds. A. Klaver, Rem. Pred.,
Hoorn.
De Vrije Katholieke Kerk.
Popellaan Kinheimpark.
Zondag 14 Juni, 10.30 v.m., Gezongen H. Mis.
Celebrant: Priester Ko Borsten.
Woensdag 17 Juni, 8 uur n.m., Vespers en Lof.
een inseetenbeet bijna geheel verlamd.
Dit was het laatste levensteeken van overste
Fawcett.
En toen men daarna niets meer hoorde, raak
te de geheele expeditie in vergetelheid. Weini
gen weten zich nog zijn naam te herinneren.
Aan het einde van 1926 vertrekt een andere
expeditie vanuit Rio de Janeiro. Roger Court-
viile, een Fransche ingenieur in Braziliaanschen
dienst, durft het te ondernemen slechts door
zijn vrouw en een mecanicien begeleid met
zijn auto het Zuid-Amerikaansche rontinent te
doorkruisen. Doei van zijn tocht is de mf-ge
lijkheid te onderzoeken een autoweg dwars
door Zuid-Amerika aan te leggen, die Rio
met Lima zou verbinden. Zonder iets te weten
van de expeditie van Fawcett neemt Court-
ville denzelfen weg, dien de eerste is gegaan.
Als hij aan de Red River genoodzaakt is zijn
auto door Indianen te laten overzetten, hoort
hij over blanke mannen spreken, die vanuit
het Noorden deze streek zijn binnengedrongen
Na de rivier te zijn over getrokke,n, hetgeen
geholpen door twintig Indianen en veertien
cano's drie dagen in beslag nam, zet Courtville
zijn weg in de richting van Rio Costa voort.
Enkele uren, nadat wij waren opgebroken,
vertelt Courtville, trok ik in een klein bosch
aan onze rechterhand een man aan, dié
onbewegelijk neerzat, met het hoofd in de
handen en geheel huiten adem. Hij had grijze
haren en ik schatte zijn leeftijd op ongeveer
zestig jaar. Ondanks zijn uiterst afgedragen
kleeding hij droeg een kniebroek, een
khakihemd, oude schoenen met dikke zolen,
die over zijn onbedekte voeten met veters uit
pianbenvezels waren tezamengedraaid, een wit
te stroohoed, vuil en gescheurd lag naast hem
op den grond, hield ik hem voor een militair.
Verrast in deze eenzaamheid een mensch te
vinden, ging ik naar hem toe, Zijn handen
trilden hevig, oogenschijnlijk onder de inwer
king van hevige koorts.
Slechts om een gesprek met hem te begin
nen, vroeg ik hem in het Portugeesch of hij
den weg wist naar Cuyaba. Ofschoon hij het
scheen te verstaan, kreeg ik geen antwoord.
Toen kwam ik dichter hij hem staan en zag
dat zijn beenen verschrikkelijk door muskieten
waren gestoken. In de veronderstelling, dat ik
met 'n vreemden landsman te doen had, zei ik
in het Engelsch: De muskieten schijnen een
groote voorliefde voor u te hebben. Dat scheen
Indruk op hem te maken, want hij hief het
hoofd op, zoodat ik duidelijk sporen van uitput
ting en koortskon zien. Alleen zijn oogen
hadden een energieke uitdrukking. Blijkbaar
niet bijzonder op mijn gezelschap gesteld, ant
woordde hij op een toon, die duidelijk te ver
staan gaf, dat hij het onderhoud wenschte af
te breken: „De arme dieren zijn ook hongerig".
Tevreden, omdat ik toch nog een antwoord
van dit vreemde wezen had gekregen, zette
ik mijn tocht naar Cuyaba voort en vroeg
daar aan 'n bevrienöen regeeringsamhtenaar of
hij iets van dezen blanke wist. Hij meende, dat
mijn geheimzinnige vreemde niemend anders
kon geweest zijn dan Fawcett, van wien men
sedert hy Cuyaba had verlaten niets meer had
vernomen. De plaats, waar ik Fawcett had
ontmoet was ongeveer 170 K.M. van Cuyaba
verwijderd.
Tot zoover het bericht van Courtville tien
maanden na zijn ontmoeting met Fawcett.
Sindsdien is het ondanks alle moeite niet
meer gelukt het geheimzinnige duister, dat
over het lot van Fawcett is gespreid te verhel
deren. Een hulpexpeditie, die twee jaren gele
den onder leiding van overste Dyott uittrok,
moest onverrichterzake terugkeeren. Zal de
nieuwe expeditie meer succes hebben?
(Nadruk verboden).
VAN BEROEMDE COMPONISTEN.
Het was bekend, dat Mahler nooit de zaal uit
ging terwijl er repetities werden gehouden. Maar
eens op een keer gaf hij opeens den dirigeerstok
aan zijn assistent en zeide: „Ik zal een uur lang
moeten weg blijven."
Toen hij na een uur terugkwam gaf hij de
volgende opheldering:
,Het spijt me, maar ik moest even weg om te
trouwen."
Millöcker kreeg eens een invitatie: „Toe, kom
Zondagmiddag bij ons eten. Mijn vrouw en doch
ter zullen wat muziek maken voor U van 12 tot 1,
en dan zullen wij middagmalen."
Millöcker schreef terug: „Dank voor de invitatie.
Ik zal precies om I uur by U zijn."