Nieuwe Avonturen van
Mijnheer Pimpelrnans.
wFoF
25ste Jaargang,
Het Bloemendaalsch Weekblad. 10 Juli 1931. Tweede Blad
No. 27,
LOSSE BLAADJES.
Doe het nu!'
Brokjes Levenswijsheid.
Rechtsbeginsel en Rechts
praktijk
SCHAAKRUBRIEK.
Huweïijksmisère.
HP f§P
Straks komt men in Genéve saam,
Om de ontwaap'ning te bespreken,
En wordt het vredesvraagstuk weer
Eens grondig en opnjeuw bekeken.
Dan klinkt het sterk en forsch geluid
Der massa, die thans gaat ontwaken,
En die zichzelven nimmer meer
Tot slachtvee wenscht te laten maken!
Daar, in dat krachtig vredeskour,
Dat d'oorlogsdreiging doet verzinken,
Moet ook de stem van Nederland
Met volle overtuiging klinken!
En dit te steunen is uw plicht!
De toestand kan toch zóó niet blijven,
Dat 't stoken van een kleine groep
Miljoenen in den dood kan drijven!
De vredeswil leeft overal,
Moet ditmaal forsch tot uiting komen;
De dagbladpers heeft onverwijld
Daarvoor 't initiatief genomen.
En geen verschil van politiek
Of godsdienst spreekt een woordje mede.
Van 't heele volk wordt thans verwacht
Dat 't mee zal werken aan den vrede.
Blijf dan niet achter! Maak het tot
Een uiting van de gansche natie
't Petitionnement moet zijn
Een algemeene demonstratie
Wat in de massa leeft en woelt;
Het moet een stoot zijn tot den vrede,
Die in Genève wordt gevoeld!
Niet talmen! Teeken! Doe het heden!
(Nadruk verboden)
De Grieksche geschiedschrijver Xenophon
vertelt een aardige anecdote uit het leven van
koning Cyrus. Toen deze een kleine jongen was
en op school ging, had zijn onderwijzer mede
tot taak, den toekomstigen heerscher te onder
richten in de beginselen van het recht. Hierbij
nam hij vaak een geval uit de praktijk ten
voorbeeld. Het dagelijksch leven moest den
koningszoon leeren, wat recht en wat onrecht
is.
Nu was er op schpol een jongen, die de aan
dacht trok omdat hij te wijde kleeren aan had.
Misschien had zijn moeder het pak op den
igroei gekocht. Naast dezen jongen zat een
kameraadje, dat uit zijn kleeren barstte. Zijn
pak zat hem veel te nauw; aan alle kanten
Was hjj er uitgegroeid.
Daar de eerste jongen kleiner en tengerder
Was dan de tweede, stelde deze zijn makker
Voor, van kleeding te ruilen. Hij gaf zijn te
Èauw pak aan den buurman, wien het juist
paste en nam op zijn beurt dezen het wijdere
pak af, dat hem als gegoten zat. Beide partijen
waren hij deze transactie gebaat.
Maar de meester bemoeide zich met het ge
val en, daar hij meende hier een prachtig voor
beeld te hebben, om zijn koninklijken leerling
het recht te leeren, vroeg hij Cyrus, over de
handeling van zijn beide scholieren recht te
spreken.
Cyrus oordeelde dat m_a de zaak maar
moest laten, zooals zij was. Immers hadden
beide partijen bij deze ruiling voordeel gehad!
De onderwijzer had dit antwoord verwacht.
Hij legde Cyrus nu uit, dat hij op verkeerden
grondslag had recht gesproken. Want Cyrus
was uitgegaan van de vraag, wat het beste
paste. Hij had echter in de eerste plaats moe
ten bedenken, wat recht is. En het kan nooit
goed zijn, dat iemand van zijn eigendom wordt
beroofd.
Aan dit geval moest ik denken, toen ik on
langs een bericht las omtrent een door een
dienstmeisje gepleegden diefstal. De huisvrouw,
bij wie zij in betrekking was, had haar een bun
del afgedragen Ikinderkleertjes gegeven om
deze op te bergen in een daarvoor bestemde
rommelkist. Maar het meisje had, inplaats van
deze opdracht te vervullen, de kleertjes ge
bracht naar een arme vrouw met een groot
gezin, die van dit geschenk voor haar kroost
profijt trekken kon.
Toen de huisvrouw het geval ontdekte, gaf zij
het als diefstal aan bij de politie. De verdere
afloop is mij ontgaan; ik weet dus niet, of de
rechter zich op het standpunt van den jongen.
Cyrus dan wel op dat van den onderwijzer ge-,
steld heeft.
Volgens de strenge regelen van het recht
hadden zoowel de schoolmeester als de huis-,
vrouw gelijk. Men mag over een anders eigen
dom niet beschikken, alsof men er aansprak
op heeft. Strafrechtelijk gesproken maakten
zoowel de beide jongens, die van kleeren ruil
den zonder toestemming hunner ouders, als het
dienstmeisje, dat het kindergoed naar de arme
vrouw bracht inplaats van naar de rommelkist,
zich aan diefstal schuldig.
Toch gevoelen wij in dergelijke gevallen iets
van de waarheid der oude spreuk: „Summa
jus, summa injuria", het opperste recht is het
opperste onrecht.
Wanneer een planter een voorraad suiker of
katoen vernietigt, welke zijn eigendom is,
heeft hij daartoe, naar de wet gesproken, even
veel recht als 'het meisje, dat op het brood
trapte, wanneer dit brood eerlijk door haar
was gekocht en betaald. Maar schijnt het ons
niet vaak toe, of er in dergelijke gevallen naast
het wettige recht ook nog iets van een zedelijk
recht bestaat, dat naar andere, maatstaven
oordeelt
Niet zelden geraken de beginselen van het
recht en de eischen der mensehelijkheid met
elkander in tweestrijd. Doch ook afgezien van
deze botsing in de hooge en zuivere berggebie
den van het abstracte, komt dikwijls een alle-
daagsche factor nog in het geding: de prakti
sche wenschelijkheid.
Men pleegt te smalen op de opportuniteit en
stellig vallen haar uitspraken niet onder die
van om haar principieele hoogheid en zuiver
heid eerbiedwaardige normen. Maar in het da
gelijksch leven heeft ook de nuttigheid als
factor haar plaats.
Men herinnert zich den boer, wien de phi-
losoof had voorgerekend, dat er eieren heston
den, welke hij niet kon tasten en zien en hoe die
boer tot den philosoof zeide: „Eet jij maar met
je wijzen kop die philosophische eieren op."
Evenals de abstractie van de philosophie met
de concreetheid van het leven kan strijden,
openbaart zich soms ook een tegenstelling tus-
schen het beginsel van het recht en de eisch
van de werkelijkheid. In den katheder moge
het recht soeverein zijn, in de maatschappij sta
het in dienst van het leven.
H. G. CANNEGIETER.
Boor G< Th, Botman.
Nadruk verboden.
Japon van witte voile met roode bloempjes,
waarop van roode volle een schuin geknipte
rand en een fichukraag zijn aangebracht. De
kraag wordt ook van achteren nog eenmaal ge
kruist en ten slotte van voren bij wijze van
ceintuur dichtgebonden.
Japon van blauwe crêpe de Chine, die met
donkerblauwe en zwarte bloemen is bedrukt.
De opzij dichtgebonden fichu is afgemaakt met
eèn schuin geknipte rand van effen zwarte
crêpe, doch de ceintuur wordt gevormd door een
zwart lint. In den rok is ook van achteren een
geplisseerd paneel aangebracht; het is echter
lager ingezet dan van voren.
KERSENSCHOTEL.
2 Pond kersen, 250 gram oud brood (zonder
korst), 4 d.L. melk, 3 eieren, 100 gram suiker, 40
gram boter, een theelepel kaneel.
De melk brengen wij aan de kook en laten
hierin het brood weeken, waarna we het geheel
en al fijn wrijven; eierdooiers, kaneel en suiker
goed kloppen en met het stijfgeklopte eiwit door
het brood mengen.
De kersen wasschen," van de stelen en pitten
ontdoen en eveneens door het brood mengen,
waarna wie de massa in een beboterde vuurvaste
schotel overbrengen en de overgehouden boter
in klontjes op den bovenkant leggen en het ge
durende een half uur in den oven plaatsen, tot
het schoteltje licht bruin is.
GRIESMEELPUDDING MET
AARDBEIENSAUS.
1 L. melk, 100 gram griesmeel, 100 gram sui.
keji, 1 ei, citroenschilletje.
CM»//..
S3. De stier sleept in zijn razernij
De motorfiets door heel de wei,
Waarop hij, om hem kwijt te raken,
Een rondedans er op gaat maken;
Wat overblijft, is vast niet veel,
Alleen de stukken zijn nog heel.
84.
De pruikendokter zoekt zijn waar
Met diepe zuchten bij elkaar:
En dan gaan onze vrienden beiden
Op weg naar d'eigenaar der weide;
Eén pruik ligt op den stier z'n kop,
En één wat verder achterop..,.
85. Heer Pimpelmans vraagt vastberaden 86.
Den boer vergoeding van de schade.
„Wat!" roept de boer, „zijn dat mijn zaken?
Heb ik wat met die fiets te maken?
Betalen? Neen, dat heb je mis!
Ik zoa haast zeggen: ben je frisch?"
„Die fiets zet ik wel in mekaar,
En daarmee uit! Verdwijn dus maar!
Maar wacht!" vervolgt hij, „weet je wat?
'k Moet ju'st met varkens naar de stad;
Is dat gezelschap niet te min,
Rijdt dan maar mee en stapt vlug in!"
Melk met citroen
schil aan de k'ook brengen en daarna de met
suiker vermengde griesmeel door de melk roe
ren en dit, gedurende enkele minuten later
doorkoken, 'het ei .flink kloppen en hierbij eerst
l'épelsgewijze een 'deel van de griesmeel bijvoe.
gëh,daarna- allescin 'de pan iterug en de pudding
rpet "de. gard' flirik luchtig kloppen en in den
yprm.édie/vopraf omgespoeld is, overbrengen en
koüdUa-tèn worden.
Aardbeiensaus. 500 Gram aardbeien, 75 gram
suilief;v2% d.L. water, sap van een halve ci
troen, maizena:
De aardbeien1 wordengèwasschen en door een
paardeharen^zeef* gewrévep.'.'hèt' water, de sui
ker. en -heit^citrdèilsap' er -bij' voegen en alles
„even opkoken - en binden met de maizena, daar
na koud laten worden.
TQMATENSLA.
,6-proote- tomaten, 2 kropjes sla, 2 hard ge
kookte eieren, 1 uitje, 1 eetlepel fijn gehakte
peterselie-, ölie en azijn, zout.
■B,é tomaten worden gewasschen en in plakken
gesneden en ongeveer een uur voor het gebruik
mét olie éri azijn- en zout in de slabak wfcggezet;
dé .fcrop&a wordt even voor het gebruik in een
slamandjè of in een doek uitgeslagen, daarna
met éde, tomaten vermengd, de aan plakken ge
sneden' eieren, de zeer fijn gehakte ui en de pe
terselie. Wil men de sla extra fijn, dan gebruike
'mén in pïaajs" van olie en azijn mayonaise.
KERSENJAM.
2 K.G. kersen, 1 K.G. suiker.
We wasschen de kersen, halen de stelen er af
en ontpitten ze, waarna we ze even een minuut
of 5 laten doorkoken en daarna de suiker bij
voegen, waarna we alles laten koken, totdat de
massa de vereischte dikte heeft.
We kunnen ons hiervan overtuigen door een
lepeltje jam op een bordje te doen en zien dan
vanzelf wel of de dikte goed is. We denken er
echter wel aan, dat de jam, indien ze koud is,
van zelf dikker wordt.
Is ze gereed, dan brengen wij de jam in met
soda omgewasschen potjes over en sluiten deze
met perkamentpapier af.
stem uit de slaapkamer. Dat „zóó" liep uit op
'n minuut of tien. De Zeeuw ijsbeerde door 't
salon.
Straks misten zij den trein nog. Enfin, hij
raakte gewend aan de eigenaardigheden van z'n
bij hem vergeleken nog wel héél jonge
vrouw. Hij, vijf en veertig, had haar, twintig,
'njaar geleden „uit liefde'' getrouwd.
Ze had immers geen rooien cent. Als hij niet
royaal was bijgesprongen zou ze er, toen ze
verloofd waren, lang niet zoo chic hebben uit
gezien. Niet, dat ze geen smaak had, integen
deel. Ordinair als hij was, had juist haar heele
manier van doen, haar smaak om zich leuk te
kleeden, al was 't niet veel zaaks, wat ze zich,
toen hij nog niet bijsprong, kon aanschaffen,
hem ingepalmd.
Ze was 'n lief uitziend poppetje, heel anders
dan de andere meisjes op z'n kantoor, die uit
dezelfde derdestandsbuurten kwamen, 't Was
net of ze van 'n beteren komaf was. Mogelijk
dat ze tot 'n verarmden tak van 'n familie uit
hoogeren stand behoorde. Haar Fransehe naam
Lebrun, wees daar wel op.
Hij was dol verliefd op haar geweest en nu,
'n jaar nadat ze getrouwd waren was hij nog
altijd uit z'n doen, als ze niet bij hem was.
Maar.... ze had 'n eigen hoofdje! En veel liet ze
zich niet gelegen liggen aan 't huishouden. Met
al die, door haar noodig geachte hulp, kostte
't schuw veel geld. Best, daar was hij goed voor.
Jammer, alleen, dat ze altijd en eeuwig haar
zin door dreef. Z'n vrienden grinnikten erom,
dat voelde hij.
Toen Annie binnenkwam stuiven stond hij
juist weer voor den schoorsteen. Bevoelde ang
stig den zwaren spiegel probeerde of de schoor-
steenval niet onderuit kon schuiven.
-Laat 'm nou zoo staan, Henk, zei ze nie
mand hangt tegenwoordig 'n spiegel meer aan
'n haak!
Best mogelijk, maar zoo staat ie op val
len.
Ze was 't niet met hem eens. Als er maar
niemand aan kwam en als ze met stofafnemen
maar opletten. Daar zou zij wel voor zorgen.
Als hij valt komen er zeven jaren ongeluk,
bromde Henk.
Nou, dan komen ze maar; ga je nou mee
of niet, we komen anders te laat, beëindigde
Annie 't debat.
't Bloed vloog 'm naar het hoofd, maar hij
zei niets, greep z'n hoed en ging haar vóór, 't
huis uit.
Toen ze dien nacht, tegen half twee, thuis
kwamen en 't salon zagen bleven ze beiden 'n
oogenblik sprakeloos staan. De spiegel lag In
gruizelementen op den vloer, tusscben t' ramp
zalig overschot van de ornamenten, die op den
schoorsteenmantel hadden gestaan.
'n Geweldige scène had plaats bij die puin
hoop en 't einde was, dat Annie de wijk nam
naar de slaapkamer en, voor ze de deur vsn 't
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan
den Schaakredacteur,
Ged, Oude Gracht 88, Haarlem.
EINDSPELSTUDIE No. 88.
J. B. Horwitz (1808—1883).
Wat heeft ze nou weer gedaan? Hè, Annie,
waar blijf je toch?
De Zeeuw wond zich 'n beetje op. Wat stond
die spiegel er raar bij. Op den schoorsteen
mantel, heelemaal los. Ze had 'm van den haak
getild en op den val, die ieder moment kon weg
schuiven n-eergezet. Net iets voor haar. 1
salon achter zich dichtsmakte, hem met extra
stemverheffing „bijgeloovig mispunt" toebee
Hetgeen min of meer te verontschuldigen was,
want hij stelde zich tegen t.' eind van 't dis
puut, ergerlijk aan, slingerde de stukken glas
in alle richtingen weg en trapte de lijst in dolle
woede in stukken. Dien nacht sliep zij alleen in
de slaapkamer. Henk bleef, op 'n divan, uren
lang dekens die hij van zijn de-el van 't lit- ju-
meaux gesleept had, heen en weer gooien. Te
gen den ochtend sliep hij pas in.
Aan 't ontbijt werd bijna geen woord gewis
seld en toen Henk naar 't kantoor ging, draai
de hij aan de deur even om.
Je gaat toch naar Fientje, vanmiddag in
formeerde hij.
Ja, om twee uur, half drie; hoezoo?
Och dan reken ik erop, dat je wat laat
thuis komt; bonjour!
's Middags "tegen drie uur, kwam Henk thuis.
Twee mannen met een handkar, volgden hem
op 'n paar pas afstand. De wagen bleef voor
dé deur staan en de mannen volgden hem naar
binnen.
Kort daarop kwamen ze naar buiten met 'n'
grooten spiegel, die ze zorgvuldig afdekten met
'n doek. Daarna haalden ze nog drie andere'
spiegels, laadden ze op de kar en verdwenen er
mee uit de straat.
Tegen vijf uur kwam Annie thuis en nog
geen kwartier later had er weer 'n uitwisseling
van gedachten plaats; nu in de huiskamer. De
twee meiden en de schoonmaakster waren er
de stille, onzichtbare getuigen van.
Vooral enkele fragmenten van de conferentie
drongen bijzonder duidelijk tot 't auditorium
door en waren op zichzelf voldoende om 'n dui
delijk begrip te leveren van den stand van
zaken.
Denk je, dat ik in een huis zonder 'n en
kelen spiegel wil wonen?
Je hebt er een in de kast op je slaap
kamer.
Daar loop ik niet ieder oogenblik heen,
wat zou je wel denken?
Je kunt lang wachten tot er weer een in
huis komt.
Nou, dat zullen we zien.
Dan gaat ie er weer zóó uit.
En dan komt er direct weer een terug!
Denk je dat jij de baas bent?
Jij soms?
't Schellinkje had een fijnen avondi. Den vol
genden dag wonnen Annie en Henk beiden
gratis advies in.
Annie bij haar vriendinnen; Henk op de Ke
gelclub.
Doorzetten; niet toegeven, luidde 't.
Toen volgden een paar weken vaD in-en uit
bouwen van spiegels.
Wat Annie liet binnenbrengen, werd door
Henk's mannetjes weer het huis uitgedragen.
Er kwam pas 'n eind aan door 'n annonce
in 'r paar dagbladen'.
Geen geld of goederen af tc geven aan
mijn vrouw, daar deze i.ici door mij betaald
zullen worden. H. da Zeeuw.
En meteen kwam er 'n eind aan 't samen
leven van man en vrouw. Annie pakte haar
koffers en ging bij haar moeder logeeren. Henk
kreeg 'n klap op de beurs.
Hij werd er door gesterkt in zijn geloof aan
de gevolgen van-'t breken van spiegels.
Ze zijn nog niet gescheiden, maar deze op
lossing van 't geval kan ieder oogenblik tege
moet worden gezien.
(Nadruk verboden).
G. DONKER.
Wit aan zet wint.
Stand der stukken:
Wit: Kg2, Tel, g6.
Zwart: Kh4, Ta3, f4.
PARTIJ No. 132.
Gespeeld in het van 18 April2 Mei 1931 te
New York gehouden tournooi,
Wit: Zwart.
(Havana) (New York)
J. R. Capablanca, LKashdan,
GEWEIGERD DAME—GAMBIET.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
Pgl—f3
c2c4
d2d4
Pblc3
Lel—g5
e2e3
Ddlc2
a2a3
Lfld3
Ld3 X c4
Lg5Xe7
Pc3e4
oo
Tfl—el
Tal—cl
Dc2e2
Pf3—e2
Pe5—f3
Pe4c3
Tel X c3
Tel—dl
TdlXd4
e3Xd4
Lc4 X e2
Pg8—f6
c7c6
d7d5
e7e6
Pb8—d7
Lf8—e7
Tf8«8
d5Xc4
Pf6—d5
Dd8Xe7
Te8d8
Pd7—f8
hlb6
Lc8b7
a7—-a5
f7—f6
Kg8-hS
Pd5Xc3
e6e5
e5d4
Td8Xd4
De7Xe2
Ta8e8
Als remise afgebroken.
In bovenstaand tournooi won Capabianca den
eersten, Kashdan den tweeden prije, respectieve
lijk met 11 en Sy2 p.
In Amerika beschouwt men Kashdan. als de
„coming man" in de Vereenigde Staten. Capa
blanca vertoeft thans in ons land, in verband
met zijn match tegen Dr. M. Buwe, welke a.s.
Zondag aanvangt te Amsterdam.
OPLOSSING EINDSPEISTUDIE No. 87
(Samuel Loyd, 18411911.)
Stand der stukken:
Wit: Khl, Da3.
Zwart: Kfl, e2.
1 Da348+, Kfl—el; 2. Df8—d6, onv.; 3.
Dd6f4fKei: 4. Df4—d4, Kei—fl; 5. Dd4—gl
mat.
Goede uitwerking van:
H. de Ruijter te Bloemendaal
H. W. van Dort, te Haarleim;
P. Mars te Santpoort (ook nog van Eindspel
studie No. 86.)
VOORZICHTIG.
Mijn dochter krijgt een bruidschat van
tienduizend gulden, maar ik moet natuurlijk
eerst eenige informaties omtrent U inwinnen.
Ik wil U een voorstel doen laat die
informaties maar schieten, dan neem ik Uw
'k Kom zoo; even geduld! kwam Annie's dochter voor vijfduizend......
WAT NIET IEDEREEN WEET
Een zilver muntstuk verliest in tien jaar 1%
van zijn gewicht. Op die basis berekend, gaat
ieder jaar van de in omloop zijnde zilveren munt
ongeveer 10 ton zilver verloren.
De bevolking van de hoofdstad van de V.S. van
Amerika, Washington, bestaat voor 30 uit
negers.
Er zijn in Duitscbland 2.6 milltoen geiten, die
per jaar ongeveer een milliard liter melk geven.
De oudste Duitsche muurklok dateert uit het
jaar 1390. Het uurwerk ervan is hoofdzakelijk
van gesmeed ijzer gemaakt.
De tegenwoordige Fransehe Staatspresident,
Paul Doumer, is sedert Napoleon in, de dertien
de, President der Fransehe Republiek.
Volgens de observaties van verschillende ster-
rekundigen, kan men op de straten der groote
wereldsteden slechts half zooveel sterren zien,
als op het land.
Naar Charles Parsons, de uitvinder van de
stoomturbine beweert, is de temperatuur der
aarde op een diepte van 18—20 kilometer 500
tot 600 graden. Misschien gelukt het vroeg of
laat deze energie voor het menschdom nuttig
te maken.
De „Bastille" te Parijs werd in het jaar 1369
niet als kerker maar als een kasteel of fort ge
bouwd, om de stad tegen de invallen der En-
gelschen te beschermen.
Wij spreken vam een „boek" als zoodanig, om
dat de oude Germaansche volken hun „Runen"
(schriftteekens) bijna uitsluitend op tafels grif
ten die van „Buchenholz" (beukenhout) waren
gemaakt. In de Duitsche taal is dat duidelijker
waarneembaar: Buch en Buchenholtz.
In San Francisco begint het nieuwe jaar drie
uur later dan in New-York.
De Chineezen vieren hun Nieuwjaar tusschen
20 Januari en 18 Februari en richten zich daar
bij naar de zon. Staat zij in het beeld van den
Waterman, dan valt Nieuwjaar op den eersten
dag na Nieuwe Maan. In Japan was dit tot ha*
jaar 1872 eveneens het geval.