KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT.
rcjai
II B
Voor de Vrouw
25e Jaargang.
Het Bfoemendaalsch Weekblad. 30 October 1931. Tweede Blad.
No. 43.
LOSSE BLAADJES.
Smullen op afbetaling.
Brokjes Levenswijsheid.
Sparen.
Door G. Th. ROTMAN.
H
Jan komt terug.
SCHAAKRUBRIEK.
In een slechten tijd als deze
Raken velen in de knel,
Afbetalingsmagazijnen
Varen daarbij dikwijls wèl.
Je betaalt ineens een schijntje
En je krijgt ,wat je begeert.
Wekelijks een klein termijntje,
Dat gaat immers als gesmeerd!
Als je steeds maar trouw blijft schokken,
Anders staat 't in korten tijd
Half betaald weer in den winkel,
En je bent je centjes kwijt!
,,'k Zal het ook eens gaan probeeren",
Zoo dacht een Berljjnsch poelier
„Want een Kerstgans wordt voor velen
Een bijzonder kostbaar dier!"
Koop dan sprak hij in termijnen
Zulk een witgevederd beest.
Laat het op uw disch verschijnen;
Zoo wordt Kerstmis waarlijk feest!
Stort per week een kleinigheidje;
Aarzel niet, maar doe het thans.
En u smult dan na een tijdje
Aan een vette huurkoopgans.
„Stotternt zahlen!" 't Is geen grapje.
Neen, ik help u uit den nood.
Wekelijks koopt u een hapje:
Nu een vleugel, dan een poot!
Die het zaakje is begonnen,
Weet gerust wel, wat hij doet!
't Is nog niet zoo mal verzonnen;
U zult zien, dat gaat wel goed!
Risico is uitgesloten,
Want er wordt vooruitbetaald,
Daar de gans eenmaal genoten,
Niet kan worden t'ruggehaald!
(Nadruk verboden)
De 31ste October is sinds enkele jaren tot
Wereldspaardag geproclameerd. Men heeft de
zen datum bestemd tot een algemeene propa
ganda voor het sparen. En ongetwijfeld ver
dient dit streven den steun van allen, die het
volksbelang willen bevorderen.
Echter zijn er juist den laatsten tijd hier'en
daar bedenkingen tegen het sparen gerezen. Er
bestaan van die wanboffers, die van hun zorg
voor de toekomst het slachtoffer geworden zijn.
Zoo had ik indertijd een schoolmakker, die het
„vooruit werken" tot systeem had verheven.
Het was hem tot een manie geworden, sommen
en thema's vooruit te maken en bladzijde na
bladzijde in het vertaalboek door het opzoeken
van woorden voor te bereiden. Maar het nood
lot wilde, dat hij steevast, juist als hij een
prachtigen voorraad had klaargemaakt, ver
kouden werd of de griep kreeg en een week
thuis moest blijven van school. In dien tijd wa
ren de door hem geprepareerde sommen en
thema's behandeld en met het vertalen had de
klasse hem ingehaald, zoodat hij van zijn sys
teem nooit profijt trok en na zijn beterschap
weer even hard aan den arbeid moest gaan. Is
het verwonderlijk, dat deze jongen achterna wel
eens dacht: Had ik mijn tijd maar liever aan
ontspanning besteed dan mij met vruchtelooze
voorzorgsmaatregelen af te sloven!
Aan dezen jongen doen de volwassenen den
ken, die jarenlang zuinig hebben geleefd om
zich een onbezorgden ouden dag te verzeke
ren. Zij hebben zich op alles bekrompen. Maar
het kapitaaltje, dat zij aldus allengs hadden
verzameld, is waardeloos geworden door de ont
zettende koersdaling van hun effecten. Ook
deze menschen worden, evenals vroeger mijn
schoolmakker, wrevelig, zoodra ze van sparen
hooren.
Wat voor profijt hadden ze van hun zuurver
diende penningen kunnen trekken! Ze hadden
elk jaar een mooie reis kunnen maken, ze had
den zich keurig kunnen kleeden en ze hadden er
het met hun maaltijden van kunnen nemen; ze
hadden concerten er. schouwburgen kunnen be
zoeken en deel kunnen nemen aan het gezel
lige uitgaansleven. Wat hebben ze nu aan hun
spaarzaam leven gehad!
Menigvuldig zijn de menschen, die tijdens en
na den oorlog als beleggers en spaarders zijn
gedupeerd. Het verleden heeft hun het nut
van het sparen op averechtsche wijze geleerd.
En de toekomst? Wat voor toekomst is het,
waarvoor zij, zich bekrimpend en ploeterend
zorgen? Hoe zal de wereld er over twintig, tien,
ja vijf jaar uitzien? Donkere wolken verber
gen den horizon. Oorlog, revolutie, crisis,
het zjjn machtspreuken, welke elk streven op
langen termijn verlammen.
Onwillekeurig schiet menigeen het rijmpje
in de gedachte:
„Gun u iets, ook als ge in nood zyt;
Wat hebt ge aan 't leven, als ge dood zijt!"
Heden leven de menschen op korten termijn.
En ook dit heeft zijn voordeel. Doordat men zich
met al zijn vermogens aan het oogenblik durft
te geven, leeft men vrijer en blijer mee in den
menschenstroom en plukt men de vruchten,
welke iedere dag als zijn bizonder geschenk
aanbiedt.
De bohémien is het tegenwicht van den pot
ter, die bij een volle brandkast hongert en
zich verkniest.
Gelijk onbezorgdheid in lichtzinnigheid, kan
spaarzaamheid in gierigheid ontaarden. Er zijn
menschen, die sparen uit sport, maar ook men
schen die sparen uit angst voor het leven. Want
zooals het vaak gemakkelijker is te arbeiden
dan zich te verstrooien, is het een moeilijker
kunst, geld uit te geven dan geld te verzame
len.
Inderdaad, het is een kritiek oogenblik voor
de spaar-gedachte en het is wei noodzakelijk,
dat een speciale dag haar bepleit. Want ondanks
al de bezwaren, die men onder de gegeven om
standigheden tegen het sparen aanvoert, blijft
het voordeel ruimschoots tegen de nadeelen op
wegen.
Sparen is tenslotte een getuigenis van geloof.
De spaarder vertrouwt op de toekomst, ook
in hachelijke tjjden. Hij grondvest zijn leven op
de optimistische verwachtingen, dat alles te
recht komen za'.
Sparen is het bewijs van een rustig gestel
en van een ruimen blik. De onrustige mensch
leeft bij het oogenblik, de benepene ziet niet
verder dan zijn neus lang is. Maar de mensch
met ietwat weidscher levensvisie behandelt het
heden als een schakel tusschen verleden en toe
komst.
Zoo is de spaarder de bezonkene, de wijsgeer,
de durver. Maar de ware spaarder is tevens de
verstandige spaarder. Want ook het sparen is
een kunst en de vele ongelukken, welke de
spaarders hebben getroffen, zijn meestal ver
oorzaakt, doordat zij het uiterste uit de kan
wilden hebben en daardoor het deksel op den
neus kregen. De verstandige spaarder is niet
hebzuchtig; hij kiest soliditeit boven aanlokke
lijke rente.
De millioenen, die bij de rijkspostspaarbank,
de Nutsspaarbanken en de verzekeringsmaat
schappijen zijn ten onder gebracht, vertegen
woordigen een stuk niet slechts economische,
maar tevens zedelijke volkskracht. Want zij
zijn de belichaming van werkzaamheid, zelf
discipline en verstandig beleid.
H. G. CANNEGIETER
Zeer origineel ensemble van zwarte stof en
zwart Breitschwanzbont. Hiervan is t geheele
manteltje tot aan 't middel gemaakt, evenals de
bovenste helft der mouwen, terwijl voor op den
schoot ervan nog een stuk bont is aangebracht.
De klokkend uitloopende rok vertoont een schort-
vormig voorpand. Het taschje is eveneens van
Breitschwanz.
Matrijs No. 601033. Ensemble van roode wollen
stof, waarbij de grootendeels vastgestikte stolp
plooien van den rok een voortzetting zijn van die
van het jasje. De ceintuur is van wildleer, de
kraag en de reepen bont op den bovenmouw van
bever.
Matrijs No. 601031. Wandelcostuum van groene
diagonaal geweven stof. De van onderen klok
kend uitloopende rok heeft voor in het midden
een naad, die de voortzetting vormt van de slui
ting van het jasje. Kraag en manchetten zijn
van hermelijn.
Ensemble van marineblauw drapella, waarvan
de rok slechts opzij klokt. De naad opzij vormt
weer een geheel met de sluiting van het jasje,
dat van een onsymmetrischen kraag van grijs
Astrakan en een wildleeren ceintuur voorzien is.
WAT MOETEN JONGE KINDEREN ETEN?
Denk om de vitaminen.
„Melk is goed voor elk".
Een maaltijd voor jonge kinderen moet al
tijd samengesteld worden in overeenstemming
met de andere maaltijden van den dag, zoodat
het kind dagelijks een voldoende hoeveelheid
gebruikt van de verschillende ingrediënten.
Melk behoort in het dieet een groote plaa
in te nemen, want het bevat groote hoeveel!'
den vitamine 4., B' en G en tal van stoffen, die
voor de ontwikkeling van het kind noodig zijn.
De verhouding, waarin de verschillende be-
standdeelen voorkomen, is eveneens zeer gun
stig. Melk is wat dat betreft met geen enkele
andere voedingsstof te vergelijken, terwijl de
prijs ervan lager is. Zooveel mogelijk wordt hot
voedsel van jonge kinderen daarom in melk ge
kookt, terwijl zij daarnaast melk te drinken
krijgen, ook als zij ouder worden.
Er is slechts één bezwaar tegen n.l. dat de
eetlust door de groote hoeveelheid melk wordt
weggenomen en dat de kinderen, die niet bij
41. „Klakkebos, jongen, je bent er geweest!" 42. De andere leeuw verdween, doodelijk ver
dacht de kapitein. Maar op datzelfde oogen- schrokken, van het tooneel. De kapitein wilde al
blik viel er 'n schot, en de leeuw viel morsdood 'n zucht van verlichting slaken, maar hij slikte
neer! De andere leeuw had namelijk zoo lang hem weer in, want opeens sprong het touw
op het geweer zitten kluiven, tot het plotseling stuk, de palmboom sprong met 'n ruk overeind
afging. Je ziet 't dus maar weer; als de nood en de arme luchthelden werden als pijlen uit ec'n
hii! boog weggeschoten1
,ni
afwijkingen middelen konden aanwenden ter
bestrijding. De te vette huid komt vooral voor
op jeugdigen leeftijd; dit wil echter niet zeggen
dat deze kwaal niet evengoed bij oudere vrou
wen kan voorkomen. Verwijde poriën zijn de
oorzaak van het euvel. Poederen helpt slechts
voor zeer korten tijd; bovendien is deze soort
van huid zeer gevoelig voor puistjes, zwarte
poriën en zelfs eczeem.
De te droge huid komt meer voor op middel
baren leeftijd en bij lichte blondines. Zij is ge
voelig en vervelt spoedig, heeft te lijden van
allerlei ongunstige weersomstandigheden, moet
altijd met zorg behandeld worden en vormt
zeer spoedig rimpels. Voor beide afwijkingen
neme men slechts preparaten van bekende en
erkend goede merken. Voor een te vette huid
dienen in de eerste plaats lotions, die haar rei
nigen en versterken en de poriën doen samen
trekken. Dit laatste vooral is een eerste ver-
eischte. Voor een te droge huid zijn er zeer
goede crèmes in den handel, die de onderliggen
de weefsels voeden en daardoor rimpels en het
doffe, levenlooze uiterlijk van de huid wegne
men. Bij beginnende ouderdomsverschjjnselen
kan het tijdig en geregeld gebruik van een
werkelijk goede crème nog veel verhelpen.
(Nadruk verboden).
BORAX ALS REINIGINGSMIDDEL.
Het verband tusschen zindelijkheid en ge
zondheid is nooit zoo duidelijk ingezien als nu.
De tijden zijn gelukkig voorbij, waarin een paar
vierkante decimeters vrije muuroppervlakte
kaal werden gevonden en de kamers volge
propt stonden met nuttelooze snuisterijen.
Thans ziet men in, dat eenvoud een der voor
waarden is voor schoonheid en dat zoowel de
eenvoud als de schoonheid worden gediend door
zindelijkheid. Het huis moet gemakkelijk kun
nen worden gereinigd. Doch dat is niet het
voornaamste; de reiniging van het Hchaam
wordt van veel meer belang geacht.
Een van de beste reinigingsmiddelen is bo
rax. Het tast de handen niet aan; het verge
makkelijkt de schuimvorming der zeep en daar
mee het wasschen; het maakt hard water zacht
het bleekt en het werkt antl-spetisch, waar
door het ook in de kinderkamer en bij de baby-
wasch een eereplaats verdienï.
(Nadruk verboden).
DE DOKTER EN DE PATIENT.
De dokter ('s morgens bij zijn patient binnen
tredend) „Maar nu hoest U toch al veel gemak
kelijker!"
De patient: ,,'n Wonder, ik heb me den ge-
heelen nacht geoefend.
Door V. CONTENT.
Al jaren woonden ze in t huisje tegenover 't
sportveld. Prachtig uitzicht; geen last van over
buren. Alleen jammer, dat de kinderen bij 't
spelen altijd zoo joelden. Op dat inconvenient na,
waren de dames Ouwerkerk, „de tortelduif
jes" werden ze in de wandeling genoemd te
vreden met haar lot. Ze leefden in 'n eigen
sfeer. Geen kennissen of vriendinnen. Daar had
je, op z'n best maar last van als ze in de
penarie kwamen. Het leergeld, dat de dames
Ouwerkerk in dit opzicht betaald hadden, maak
te wel geen kapitaal uit; maar het was toch
jammer. Als iedereen orde op z'n zaken wist te
stellen, was al dat geleen niet noodig. zy, de
dames Ouwerkerk, waren solide. Niet rijk, maa.r
ze konden er komen. Bovendien leefden ze uiterst
zuinig.
Op een Maandagochtend, tegen tien uur, werd
er gebeld. Heel eventjes maar.
'n Vreemde tijd, meende Mientje, de oudste.
Er komen nu geen leveranciers.
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan
den Schaakredacteur,
Ged. Oude Gracht 88, Haarlem.
EINDSPELSTUDIE No. 91.
R. Steinweg, (Berlin).
Wit aan zet wint.
Zwart aan zet remise.
Stand der stukken:
Wit: Ke2, a4, b3, e3, h2.
Zwart: Kb4, e4, g5, h5.
EINDSPEL No. 69.
In de partij tusschen de meesters S. F1 o h r
(Praag) en Prof. Dr. L. Asztalos (Serajevo)
gespeeld te Bied, 25 September 1931, ontstond
na den 26sten zet van Wit (Flohr), Dc2Xe4,
de volgende stand:
'k Zal wel even aan het raam kijken, zei
zonder van melk houden, op het gezicht vaP*Anna- Ze g.]uurde achter het gordijntje-
op 't hoogst is, is de redding nabij!
een groot glas melk naast hun bord al een ge
voel van tegenzin krijgen te overwinnen. Daar
aan kan men tegemoetkomen, door het kina
slechts een kleine kroes melk te geven en deze
bij te vullen, zoo dikwijls als bet zonder moeite
gaat.
Heeft het kind geen trek meer, dan kunnen
tusschentijds een paar glaasjes melk gedronken
worden.
Het kind krijgt trouwens ongemerkt heel
wat melk binnen in vla, blanc manger, rijst
pudding enz.
Gebraden voedsel is minder wenschelijk voor
jonge kinderen, omdat de vette korst, die zich
daaromheen vormt, moeilijk te verteren is.
Men beginne dus niet te spoedig met gebraden
vleesch, gebakken aardappelen, pannekoeken,
enz. Zout moet met mate gebruikt worden, pe
per en kruiden in het geheel niet, omdat hier
door de spijsverteringsorganen te veel geprik
keld worden. Een veel gelaakte en toch zeer
gezonde lekkernij voor de zomermaanden is
roomijs, omdat dit veel melk en andere voeden
de bestanddeelen bevat in licht verteerbaren
vorm.
De lage temperatuur is wel een bezwaar,
doch als het ijs op een bakje wordt gelegd en
niet al te koud en hard wordt gegeten, is dat
niet zoo erg zeker niet schadelijker dan de
zeer heete soep, en andere spijzen, die in som
mige gezinnen op tafel komen.
(Nadruk verboden).
IETS OVER DE VERZORGING DER HUID.
Gebruikt goede crème.
In den modernen tijd staat de vrouw eener-
zijds in het nadeel, anderzijds in het voordeel
tegenover haar moeder en grootmoeder. Z(j
heeft een druk leven; het snelle tempo doet op
iedereen zijn invloed gelden; de zenuwen hebben
meer te verduren. Dat is juist, wat de huid hei
meeste kwaad doet. Doch zij weet ook beter,
wat zij te doen heeft om haar huid gezond en
frisch te houden. De wetenschap past zich altijd
aan bjj de eischen van den tijd en geeft nu ook
haar belangstelling aan de verzorging der nuid,
nu de omstandigheden dit noodig maken. Doch
dan moet ook elke vrouw zonder uitzondering
de moeite nemen, haar huid te verzorgen; als
z\j dit niet doet, zal zrj spoedig ten achter staan
b(j haar tijdgenooten en zelfs bij het uiterlijk
van vrouwen uit vroegere tijden. De ongunstige
invloeden van dezen tijd kan zij n.l. toch niet
ontloopen.
Te vette of te droge huid.
Er zijn twee manieren waarop afwijkingen
van de huid zich openbaren. De huid is óf te
vet óf te droog. Het zou ontmoedigend zrjn,
na te gaan hoe weinig vrouwen een werkelijk
normale huid hebben, als wij niet tegen beide
Ze gluurde achter het gordijntje.. Er
stond 'n man voor de straatdeur, maar zoo ver
opzij, dat ze 'm niet goed kon verkennen.
't Kan alleen de bode van 't begrafenis
fonds zijn, dacht Anna. Ze ging naar de gang
en deed open. Maar nauweiyks had ze een blik
geworpen op den haveloozen kerel, die aan z'n
pet tikte en 'n bundeltje schoenveters onder
haar aandacht bracht, of ze wierp de deur voor
z'n neus dicht, 'n Gilletje deed Mientje toesnel
len.
„Wat is er aan de hand?" riep deze, toeii zij
haar zuster, bleek, met de hand tegen het hart
gedrukt tegen 'n muur zag leunen, 't Antwoord
liet even op zich wachten. Anna haalde 'n zak
doekje uit den zak van haar huisjapon en veegde
'n paar tranen uit de oogen, terwijl ze naar de
huiskamer ging.
t Was Jan van Dongen met veters
bracht ze er met moeite uit.
Teen Mientje van haar verbazing bekomen was,
if ze kort en bondig haar meening over de
situatie te kennen: „Die komt terug hoor; maar
we laten 'm staan. Met veters. dat heb ik
altyd wel gedacht!"
Anna was dien dag erg stil. Ze piekerde over
t verleden. Jan was 'n knappe jonge kerel ge
weest en ze was echt verliefd op hem geworden;
maar nog even voor hun verloving kwam 't uit,
dat hij niet deugde en had ze hem den bons ge
geven. Haai- moeder en zuster hadden niet veel
werk gehad, haar ervan te overtuigen, dat 't ge
woonweg niet ging. Trouwen met 'n man, die 'n
jaar in Leeuwarden had gezeten wegens verduis
tering! Geen kwestie van! Anna was er ziek van
geweest, maandenlang. Ziek van de gedachte aan
de schande en de toekomst, die haar gedreigd
hadden, als ze niet op 't nippertje aan dat wreede
lot ontsnapt was. Dat begrepen moeder en Mien
tje heel goed en ze waren erg lief voor haar
geweest. Nooit was 't by een van beiden opge
komen, dat Anna ook gehuild had om 't ver
storen van haar droomen van geluk. En ze liet
haar omgeving in den waan dat ze alleen ziek
was uit schaamte, voor den keer, die in haar
leven was gekomen.
Den volgenden morgen kwam hij terug. De
zusters waren overeengekomen dat ze hem zou
den binnenlaten, om schandaal aan de deur te
voorkomen. Op de mat in de vestibule werd hij
ontvangen. Mientje interviewde hem. Hij sprak
vlotweg over de misère, waarin hij langzaam
was geraakt. Z'n ééne misstap, uit jeugdige on
bezonnenheid, had z'n leven verwoest. En z'n
eenige kans op z'n beter leven Hierbij keek
hü Anna aan. Als z'n beter ik enfin, liet
hij daérover zwijgen, gedane zaken nemen geen
keer, merkte hij filosofisch op. Maar nu stond hij
er leeiyk voor, wist geen uitkomst meer. tenzy
Hy ging weg met 'n briefje van tien in den
zak. Waarborgsom voor 'n broodbezorgerswyk.
verstrekt op voorwaarde, dat hij nooit terug zou
.komen. Denzelfden avond nog was hij volkomen
Zwart kan de dame niet nemen, wegens 27.
TglXgTt en mat in twee zetten.
Er volgde 26Da5<12 j; 27. De4c2,
Dd2Xc2f; 28. Kb2Xc2, Ta8—c8; 29. Kc2—d3,
Te7—f7; 30. b2—b4. Tc8—c7; 31. Tgl—cl,
Tc7d732. Tel—c4, Pf8—h7; 33. Pf4—g6,
Tf7—f5; 34. Tc4c5, Tf5—d5; 35. Tg2—gl,
Ph7—f6; 36. Tc5Xd5, Pf6xd5; 37. a2—a3,
Pdöc7; 38. f2—f4, Td7—d8; 39. Tgl—cl,
Kg-8—f7; 40. Pg6—e5f, Kf7—f6; 41. Tel—gl,
opgegeven.
Zwart kan het verlies van pion g7 (na 42.
Tglg'6-j-), alleen verhinderen door 41
Pc7e8. Echter volgt dan 42. Tglgöj-, Kf6
e7 (op 42Kf6—f5; 43. e3—e4f, Kf5Xf4;
44. Tg6—g4 mat); 43. Tg6Xe6, b7Xc6; 44.
Pe5Xc6t, Ke7d745. Pc6Xd8, Ke7Xd8,
waarna de witte vrijpionnen, gesteund door den
koning, opmarcheeren.
OPLOSSING PROBLEEM No. 316.
(Jos. Duvergé).
Stand der stukken;
Wit: Kfl, Dgl, La2, Lh2, Pd4, a3, a5, b2,
c6, e2, f3.
Zwart: Kc5, Te5, Pf7, c7.
1. Dgl—g7, enz.
Goede oplossing ontvangen van: H. de Ruyter
te Bloemendaal; M. D. L. Artz en F. Brandon,
beiden te Haarlem; P. Mars te Santpoort.
berooid en logeerde hy, In zeer kenneiyken staat,
in 'n politiepost.
Den morgen daarop stond hy weer op de mat
in de vestibule by de dames Ouwerkerk. Anna
stond hem te woord. Kranig, met geen spoor van
„zenuwen". Hy had 't briefje verloren. Ze kon
den informeeren bij de broodfabriek of hy voor
n wijk gesolliciteerd had of niet. Als hij nu maar
n gulden of twee kwartjes kreeg om even te
kunnen bestaan. Ze zouden verder geen last meer
van 'm hebben
„Goed", zei Anna terwyi ze hem een gulden
toereikte en 'n gevoel van walging met moeite
onderdrukte, 'n Vieze dranklucht was over haar
heen gestreken.
„Kan er niet 'n beetje bij voor 'n fatsoenlijk
pak kleeren?" informeerde Jan.
„Als 't maar waar is van dat baantje", ant
woordde Anna.
Dien middag- ging zy naar 't kantoor van de
broodfabriek. Nooit van 'n Jan van Dongen ge
hoord, luidde 't antwoord op haar vraag.
Met 'n bezwaard gemoed kwam ze thuis. Haar
zuster was er niet; waar kon die nu heen zyn?
Eigenlyk was ze er biy om; ze kon ongehinderd
uithuilen. Wat moest er van dien man terecht
komen? En ging zy vrijuit? Ze zag hem
voor zich, zooals hij toen, jaren geleden, geweest
was. '11 Knappe blonde krullebol altyd vrooiyk,
vol grappen. Urenlang kon hy aan de piano zit
ten; de nieuwste „moppen" speelde hy, of 't
niets was, uït z'n hoofd en z'n stem hy had
er best z'n brood mee kunnen verdienen in 'n
variété. En nu
Mientje kwam thuis; ontdeed zich plechtig
van hoed en mantel.
„Natuurlilk nooit geweest aan de fabriek, hè?"
vroeg ze. Zonder 't antwoord af te wachten her
nam ze:
„Ik vond dat 't zoo al welletjes was. Weet je
waar Ik geweest ben? By de politie. Ze kennen
hem, hoor. Al tweemaal in Veenhuizen geweest.
Vandaag uiterlijk morgen wordt hy weer opge
pikt. 'k Heb den inspecteur erop gewezen, dat
we niet langer geschandaliseerd kunnen worden"
Anna keek haar zwijgend aan. drong haar
tranen terug.
„Kind, ben je mal? 't Is immers hopeloos"
zei Mientje, '11 ietsje bits.
1 (Nadruk verboden).