Nogmaals Rakettenvluchten. Het Aphrodite-eiland in opstand. Het budget van den Volkenbond. KORT VF.RHAAL De jongste onlusten op Cyprus, Verkeerswenken. burgerlijk ingezonden Ontwerpen van een onbekend onderzoeker. Een ex-medewerker van Valier in een afgelegen plaatsje. door Dr. W. EHMER. WiUem Belz, de uitvinder der raketten. Onze tijd is bezield door een streven naar snel heid, naar averwining van afstanden. Onvermoeid wordt gezocht naar nieuwe middelen om aan dezen wensch te voldoen. De motoren worden steeds meer volmaakt; 400 KM. voor een auto en 650 K.M. voor een vliegtuig zijn steeds res pectabele snelheden en toch kan men niet an ders dan verwachten dat zij binnenkort weer overtroffen worden. De aarde wordt steeds klei ner, doch de gedachten der menschen begeven zich reeds daarbuiten, eerst in de ijle stratosfeer, waarin reeds twee menschen zijn doorgedrongen en dan in de wereldruimte. Doch daar laten de gewone vervoermiddelen ons in den steek. Het gaat niet meer om verbetering van bestaande constructies, maar om geheel nieuwe principes. Het nieuwe principe is reeds bekend; het be- heerscht reeds de fantasie der menschheid. Het is de raket. Zij begon haar triomftocht met haar roekelooze rit van Fritz von Opel in een door Valier geconstrueerde rakettenauto. Andere na men voegden zich bij de hunne en de vuurpijl, die tevoren slechts van nut was voor volksfees ten en militaire signalen, werd het middelpunt van uitgebreide proeven. De levendige fantasie van schrijvers en filmregisseurs wekte de alge- meene belangstelling voor rakettenvluchten, doch kwamen helaas tot eenige uitwassen, waardoor ernstige menschen aan de uitvoerbaarheid van het plan gingen twijfelen. De fantastische tee- keningen, die rakettenvliegtuigen voorstelden als .planetoïden. de schijnbaar wetenschappelijke ver handelingen met grove onjuistheden tusschen veel goeds hebben veel schade aangericht. In een afgelegen plaatsje.... Dit is echter geen reden om niet een ernstig werker, die de raketten tot zijn levenswerk heeft gekozen, te interviewen. In een afgelegen plaatsje in Duitschland, in Gummersbach, tusschen het Bergische land en het Sauerland gelegen, werkt een man in de kracht van zijn leven'aan fantas tische plannen. Hij heet Wilhelm Belz en is in 'Nassau geboren. Voor den oorlog kwam hij bij een klokkenmaker in de leer, terwijl hij ook in den loop der jaren voor andere fijne machine rieën diploma's verwierf. De veelzijdige, steeds rusteloos zoekende man wierp zich toen op het zeilvliegen en werd leeraar daarin in Raab-Kat- zenstein. Hier leerde hij MaxValier kennen, die zijn verderen levensloop zou veranderen en hem een vast doel voor oogen stelde. Tezamen werk ten de beide mannen voor hun ideaal en toen in 1930 Valier van zijn eigen uitvinding het slacht offer werd, zette Belz alleen het werk voort. Door zijn groote kennis van motoren zag Belz al dadelijk in, dat de motoren in verhouding tot hun energie steeds lichter gebouwd zouden wor den, doch dat men reeds in de ijlere lagen van den dampkring den propellor als een bezwaar moest ondervinden, waardoor de snelheid niet evenredig aan de vermindering van den weer stand der lucht kon worden opgevoerd. Dus: weg •met den propeller! De principieele overgang van den gebruikelijken motor naar de raketten kwam toen vanzelf tot stand. En reeds de voorloopige proeven bewezen overtuigend, dat kruit of an dere vaste stoffen wel goed waren voor gewone vuurpijlen, doch in het geval van raketten niet aan het doel beantwoordden. Slechts vloeibare brandstoffen voldeden aan de eischen, die aan de raket moesten worden gesteld. Belz blijft liever op de aarde. Belz moet natuurlijk veel fantasie hebben om zijn geheele leven te wijden aan de raketten. En toch is hij nuchter genoeg om te weten, dat dit voor hem persoonlijk armoede en bij tijden zelfs gebrek beteekent. Hij ziet in, dat hij tijdens zijn eigen leven niet mag rekenen op rijkdom als re sultaat van zijn werk. En hij is er in het geheel niet verlangend naar, eenmaal zelf aan een ruim- tevlucht deel te nemen. Hij blijft liever op de aarde, hij blijft zelfs bij voorkeur in zijn eigen land en landstreek, waar hij rustig hoopt te blij ven werken. En vele ernstige menschen beginnen Zich reeds voor zijn werk te interesseeren. Ook wij werden getroffen door de durf, die er uit zijn plannen spreekt. De voornaamste helpers van Belz zijn op het oogenblik... de Duitsche autoriteiten. Gebonden als zij zijn aan het verdrag van Versailles, zoe ken zij steeds naar middelen om de bepalingen daarvan te ontwijken. En de raketten, die Belz tot dusver geconstrueerd beeft zijn daarbij mis schien een geschikt hulpmiddel. Er is in Duitsch land namelijk een gas bekend, dat het gasmeng sel v. benzinemotoren onbrandbaar maakt zoo dat de motoren niet langer werken. Een scherm van dit gas is dus voor vijandelijke vliegtuigen noodlottig. De moeilijkheid was slechts, dit gas op voldoende hoogte los te laten, zoodanig, dat. de vijandeliike vliegtuigen er niet overheen kun nen vliegen. Met Duitsche vliegtuigen kon men dit niet doen; deze zouden zelf te pletter val len De raketten van Belz bereiken echter gemak kelijk een hoogte, die voor elk modern gevechts vliegtuig onbereikbaar 13 en ook nog langen tijd onbereikbaar zal blijven. De van een parachute voorziene raket valt langzaam weer op de aarde terug en kan opnieuw gebruikt worden. Het af- weergas is iets zwaarder dan de lucht en zinkt dus na eenlgen tijd langzaam op de aarde terug. Het is voor menschen onschadelijk, doch in de betrokken zone zou een auto b.v. niet kunnen rijden. De uitwerking van het gas. Luchtaanvallen worden door dit gas en dooi de raketten van Belz dus onmogelijk, tenminste als de vliegtuigmotoren met benzine worden ge stookt. Motoren, die zware olie verstoken, zijn voor het gas ongevoelig. Op zijn mmst beteekent deze combinatie van twee uitvindingen dus een groote verandering in de constructie der ge vechtsvliegtuigen. Verder stellen de Duitsche le- gerautoriteiten ook belang in deze raketten om er in horizontale richting ontplofbare stoffen of gifgassen mee te vervoeren, dit ter vervanging van het zware geschut, dat Duitschland vol gens de bepalingen van het vredesverdrag niet meer mag aanmaken. Het eenige, wat ons bevreemdde, is, dat Belz zoo openliik over dit alles sprak. Hij werkt ech ter niet alleen voor het Duitsche leger; hij voert ook zelfstandig plannen uit, die meer vredelie vend van aard zijn. Zijn ideaal is voorloopig een zeer snel rakettenvliegtuig als vervoermiddel op aarde. Het vliegtuig zou langwerpig van vorm worden met half-cirkelvormige vleugels en een speciaal geconstrueerde stuurinrichting. Het kan tot ver in de stratosfeer opstijgen en start vanaf een watervlakte. Wü vreezen echter, dat een, met levende menschen bemand rakettenvliegtuig niet zoo licht toestemming krijgt om te starten, al is Belz zelf er tamelijk optimistisch over. Op papier ziet alles er even logisch en juist door dacht uit ais de kleine onbemande raketten, waarmee Belz reeds met succes demonstraties heeft verricht voor de militaire deskundigen. Voor de grootere rakettenvliegtuigen kan hij echter het beaoodigde geld niet bij elkaar krij gen. Wij kunnen niet uitmaken, of hij een fan tast dan wel een pionier van groote verdien ste is. In ieder geval ondervindt hij de moeilijk heden, die elke pionier op zijn weg ontmoet. Wel licht zal zijn naam eenmaal prijken onder die talrijke pioniers, die de menschheid vooruit heb ben gebracht door ijverig werken in onbekend heid of,wat erger is, onder het spottend toezien hunner mede-menschen, die eenige tientallen jaren later standbeelden voor hen zouden op richten, na hen misschien eerst in armoede te laten sterven. (Nadruk verboden). bouw van de bibliotheek van den Volkenbond geschonken heeft. De werkzaamheden aan het nieuwe paleis zijn 'bijna geheel stopgezet, tot de Volkenbondsvergadering hierover een besluit zal hebben genomen. De administratie van den Volkenbond te Genève heeft een personeel van 1046 man. Daar van werken en 673 in het secretariaat van dén Volkenbond en 373 in het Internationale Arbeids- Bureau. Dertien staten, de zoogenaamde „Anglo- Fransche" groep, hebben 43 van het budget van dit jaar betaald, en deze hebben 543 amb tenaren geleverd. Een en veertig andere landen betalen 57% van de onderhoudskosten van den Volkenbond, en leveren tesamen 219 ambtenaren voor den dienst. Zwitserland alleen bezit in den Volkenbond en in het Internationale Arbeids- Bureau 284 ambtenaren van Zwitsersche natio naliteit, dat is meer dan die 41 staten. Zij be- kleeden meestal ondergeschikte ambten als por tiers, boden, enz. De Zwitsersche regeering is echter ontevreden met hun betaling, die veel lager is dan die der ambtenaren van andere nationaliteit Zwitsersche typisten krijgen b.v. slechts 320 pond per jaar, tegen een jaarloon van 480 pond voor typisten van andere nationaliteit. De reden daarvan is, dat de Zwitsers by zich thuis zijn en dus goedkooper kunnen leven dan een vreemdeling. Sir Eric Drummond staat aan het hoofd van de salarislijst met een inkomen van 4000 pond dus zooveel als een eerste Minister ontvangt. Bovendien ontvangt hy nog een even groote toe lage voor zyn staf. Een plaatsvervangend secre taris-generaal, en drie ondersecretarissen-gene raal ontvangen elk 3000 pond jaariyksch. „Be trekkingen met China" kosten 19.200 pond. be trekkingen met „Latynsch Amerika" 11.298 pond, „intellectueele coöperatie" 11.540 pond. Voor be strijding der slavemy is 60 pond uitgetrokken, een bijdrage voor de „Internationale Commissie tot bestrijding der slaverny. De „ontwapening" zal den Volkenbond 186.300 kosten voor de ont- wapenings-conferentie in het volgend jaar. Het Bureau voor inlichtingen van den Volkenbond heeft een personeel van 54 man. Copyright Anglo American Newspaper Service Harms Tïepen. (Nadruk verboden). Model van een raket van Belz. door LADY DRUMMOND HAY. Regeeringen kosten duur in den tegenwoordi- gen tyd. Onze beschaving wordt steeds ingewik kelder, het regeeringswerk steeds kostbaarder. De belastingbetalers, die toch reeds gebukt gaan onder de nationale belastingen, moeten boven dien nog de super-regeering van de wereld onderhouden. De kosten van den Volkenbond-organisatie worden nu in Genève onder de loupe genomen. Op drastische wijze wordt op alle nationale budgets de meest mogeiyke bezuiniging toe gepast en nu is men in Genève ook eens gaan onderzoeken, of de kosten van het secretariaat van den Volkenbond niet kunnen verminderd worden. De raming van de uitgaven van den Volken bond voor 1932, voorgesteld door Sir Eric Drum mond, den secretaris-generaal, beloopt iets meer dan 1.400.000 pond, Is 160.000 hooger dan dit jaar, en byna 400.000 pond hooger dan vier jaar geleden. En toch behoeft de Volkenbond geen werkloozensteun uit te betalen. Men verwacht, dat Engeland daarvan 10% zal uitbetalen en het bankroete Duitschland 8 terwijl het rijke Frankrük evenveel betaalt als Duitschland. In deze kosten zyn de uitgaven voor een nieuw paleis van den Volkenbond slechts voor een klein gedeelte begrepen. De architecten hebben zich hierby leelyk misrekend. Het paleis had hoogstens 1 millioen pond moeten kosten. Toen men met het werk begonnen was, bleek het, dat er bovendien nog 600.000 pond noodig zal zyn om het af te maken. En dit nog buiten en be halve de 400.000 pond, welke de 92 jaar oude „olie-koning" John D. Rockefeller voor den Wat beteekenen die letters B. T. O. A. V. F. daar op de deur? Weet je dat niet? Het Is de Bond Tegen Onbegrijpelyk Afkorten Van Firmanamen. Wat heb je gisteren in de opera gehoord? Ach, van alles. De Schmidts gaan schei den, de oude Berg krijgt grijze haren en Jansen is failliet. DE PORTEFEUILLE door GEJUS VAN BRABANT. Stanley Hlggings lag, een Algerysche sigaret tusschen de lippen, half verborgen tusschen het hooge heidekruid, zyn oogen strak gericht op een rosekleurig sportblad. Op een kleinen af stand kwam een man aanrennen, die telkens, al hollende, angstig over zyn schouder kffi*. Een achtervolgde landlooper. Hy zag Higgings niet, evenmin als deze hem zag, voor hy in zyn onmiddellyke nabijheid wfcs. Stanley Higgings lag, een Algerynsche sigaret De landlooper vloekte. Toen vloog een porte feuille tusschen het heidekruid. Zy viel juist midden op Stanley's rosekleurig blad. Eindeiyk hoorde Stanley de voetstappen der vervolgers en hun kreet: „Houdt den dief!" Hij zag twee mannen verschijnen; een oogenblik later hadden zij den landlooper gegrepen, die krachtig zyn onschuld betuigde, wat niet ver hinderde, dat hy werd meegenomen. Toen strekte Stanley zyn hand uit naar de portefeuille. Behalve een pak bankbiljetten, zat er een brief in. Hy liet het geld eerst ln zyn zak glijden en begon daarop den brief te lezen. „Waarde Mr. Higgings", las hij, „Uw nicht miss Agathe Stifford, heeft mij U genoemd als zynde waarschynlijk de geschikte persoon voor rentmeester op mijn goederen. Ik heb ge hoord, dat ge een goed landbouwkundige zyt. Schikt het U my aan myn adres nog deze week te komen spreken?" Hoogachtend. Ramsay O'Connor, Brigony House, Wimbledon Park. Het was bijna 4 uur toen hij zich by den heer O'Connor liet aandienen. De millionnair keek verwonderd op. „Dat is een merkwaardig toeval, meneer Higgings", zei hij. „Ik heb U juist dezen mor gen geschreven, maar werd op klaarlichten dag van mijn portefeuille beroofd „Ik kom U haar terugbrengen", zei Hugh kalm. ..Ik heb haar gevonden" „Neen maar!" riep O'Connor uit. „U hebt er natuurlijk in gekeken?" „Ik vond een visitekaartje van U", zei Hugh stijf. De millionnair lachte. „Als U verder gezocht had, zoudt U dat gevonden hebben", en hij reikte Stanley den brief toe, dien deze reeds gelezen had. Terwijl de jonge man schynbaar aandachtig den brief las, bekeek O'Connor zyn porte feuille wat nauwkeuriger. Plotseling betrok zyn gezicht. Scherp keek hy Stanley aan. „Waar hebt u de portefeuille gevonden?" vroeg hy. Stanley antwoordde naar waarheid. O'Connor bracht het gesprek weer op een ander onderwerp. „Mijn rentmeester moet vóór alles eeriyk en betrouwbaar zyn. Ik moet staat op hem kun nen maken." Hy wendde zich glimlachend om naar zijn bureau. „Sta my toe, dat ik even een dringenden brief schryf. Ik ben bang, dat ik geen sigaret voor U heb, misschien hebt U er zelf een?" Stanley nestelde zich in een grooten fauteuil. O'Conno begon zijn brief te sehryven. Af en toe wierp hij een onderzoekenden blik op zyn bezoeker. Toen hy zyn brief geschreven had, stond hy op. „Meneer Higgings, ik stel U voor, dat wy beiden nog eens over de zaak nadenken", zei hy, in den leegen haard starend. „Ik zal U mijn beslissing over achtenveertig uur laten weten. U hebt te beslissen of ge aan de eischen, die ik aan een ideaal rentmeester stel, eenvoudig, eeriyk en oprecht, kunt voldoen." Stanley stond op. „Ik ben niet die man", zei hy heescb. „Ik was van plan tot het einde toe te liegen. Ik wilde de betrekking hebben. Ik zou U eerlijk gediend hebben. Maar de verlei- ding van het geld was te groot. Ik heb de laatste dagen honger geleden." O'Connor's oogen begonnen te schitteren, „Het doet me heel veel genoegen dat te hoo- ren", zei hij. „Ik wist reeds spoedig, dat U de portefeuille doorzocht had en den brief, dien ik U zooeven gaf, reeds gelezen had. Op myn vi sitekaartje stond n.l het oude adres, maar op mijn brief stond myn nieuw adres vermeld". Stanley stond op en greep zyn hoed; doek O'Connor hield hem tegen. „Ik heb mijn man gevonden", zei hy, hem de hand op den schouder leggend. „Een beproefd man, die overwonnen heeft. Aan zyn trouw kan nooit meer getwyfeld worden." Hy reikte Stanley de hand. „Wat vandaag gebeurd is, is vergeten", vervolgde hy, „uitge- wischt voor goed. We zullen er geen van triden ooit meer aan denken!" (Nadruk verboden). By zondere correspondentie) NIKOSIA, November 1931. Op Cyprus leven 300.000 menschen, waar onder 80 Engelsehen. Deze 80 Engelschen be- héerschen het geheele eiland. In hun tropen- costuum rijden zij toegeeflyk glimlachend door de straten van Nikosia waar uit alle vensters de wit-blauw gestreepte vlaggen van Grieken land hangen. Waarom zou men de menschen die vreugde niet laten. Dat gaat reeds tien tallen jaren zoo en niemand heeft er ooit aan stoot aan genomen. vergist zich", zegt een van de Britsche bestuursambtenaren in den loop van het ge sprek lachend tot ons, „als U meent in Cyprus het karakteristieke voorbeeld te zien van de Engelsche koloniale politiek. Wij hebben eer lijk gezegd jarenlang niet geweten, wat wy eigenlijk met dit eiland zouden beginnen". „Strategische beteekenis? Ja, misschien omstreeks 1878, toen die goede d'Israëli den sultan 100.000 pond voor Cyprus betaalde. Toen hadden wy behoefte aan een sleutel voor den zeeweg naar Indië. Maar thans? Het bezit van Egypte verzekert bet Suez-kanaal duizendmaal beter! Syrië? Laat U toch geen sprookjes op den mouw spelden! Wat zouden wij met Syrië moeten beginnen? Wy hebben reeds genoeg stof om ons te ergeren in Palestina en met de rest daaromheen mag Frankrijk zich gerust alleen amuseeren". Maar waarom heeft U het dan behouden? waagt men, eenigszins in een hoek gedreven door zooveel logica, te vragen. De glimlach van den Brit wordt nu breeder en ondoorgron- delyker. Hij haalt geheimzinnig de schouders op: „Men kan niet weten Dit woord kenteekent de geheele Engelsche koloniale politiek. Op Cyprus komt het weer duidelijk uit; wel verzwijgt men vele dingen, maar de kern is aanwezig. Wie uit het Zuiden komt, van Larnaca of Limassol, heeft alle reden te meenen, dat bij plotseling in Noord-Afrika is gekomen. Zandig en geelgekleurd strekt zich troosteloos de woestijn uit, kameelkaravanen strompelen ver hit en vermoeid langs de wegen en in de verre verte, achter tal van stoffige zandheu vels, schemeren donker de bergen. Alleen in het Noorden, tusschen de hoofdstad Nikosia en de kust ligt een strook vruchtbaar land. De Messauria-hoogvlakte is het centraal-punt van het geheele eiland. Van hieruit stroomen de levensmiddelen het land in. Hier worden markten gehouden en handel gedreven. En in dit Noordelijke gedeelte trachtte En geland zich te vestigen. Het wilde de inwoners vertrouwd maken met de zegeningen der mo derne landbouwtechniek, het wilde het eiland cultiveeren. Maar de inwoners toonden weinig iust daarin. Zy lieten de mooie maai- en dorsch- machine's staan, totdat deze totaal verroest of verzand waren. Dit volk laat zich uit zijn pa triarchale rust en conservatieve waardigheid niet zoo gemakkelyk door cultuurfanfaren op schrikken. Na eenigen tijd gaven de Engelschen den stryd op en bepaalden zich ertoe een paar goede straten te bouwen en golf te spelen of te bridgen. Het ophalen van de belastingen was hun voornaamste bezigheid. En hier ligt nu juist de kern van het geheele Cyprus-pro- bleem! De inwoners betaalden de belastingen, maar men kan nu juist niet zeggen, dat zy die gaarne betaalden. En het was ook niet zoo'n heel klein beetje, wat het Engelsche be-. stuur hen oplegde. De inwoners begonnen te morren Zy herinnerden zich, dat zy eigen lijk Grieken waren. Maar het eiland was bezit geweest van de phoeniciërs, de Assynërs, de Perzen de Egyptenaren alleen met Grieken land had Cyprus nooit of te nimmer iets te doen gehad! Desondanks begonnen de Cypri- anen de vereeniging met hun nieuw ontdekt moederland op den voorgrond te stellen. De laatste twintig jaar werden er talrijke rumoe- rie meetings gehouden, men stelde stukken op, die men den Britschen gouverneur voorlegde, maar overigens bleef alles by het oude. Enge- 'and dacht er in de verste verte niet aan het eiland op te geven. In 1914 scheen eindeiyk het goede oogenblik te zyn gekomen. Al kon men met Cyprus niet al te veel beginnen, misschien ware het mo- geiyk met behulp van dit eiland nieuwe bond- genooten te verkrijgen. Men bood Griekenland dus het eiland als geschenk aan, nadat men het eerst officieel geannexeerd had. De Cyprl- anen kregen de doodsschrik op het iyf. Zij wisten wat hen te wachten stond: dienstplicht en geweldige oorlogslasten. Als met één slag waren alle Grieksche vlaggen uit de straten verdwenen, de couranten spraken met geen woord meer over het „moederland". En er ging een ware verademing door het eiland, toen Griekenland het Judasgeschenk afsloeg, een verademing, die men ook in het Britsche gouvernementsgebouw te Nikosia kon hooren. Nu wist men hoe de zaken stonden. Na den oorlog echter veranderde de stem' ming even plotseling. Maar nu was het eiland voor Engeland te gewichtig geworden om het nog te willen missen. Men vond er schatten in den bodem, die alleszins het ontginnen waard waren en waarvan men de waarde nog niet kan overzien. Alleen in Skouriotissa wer den in den laatsten tijd 200.000 ton zwavel- kiezel gevonden, een mineraal, dat zeer ge vraagd is voor de kunstzijdeindustrie. Reus achtige asbestmijnen werden ontdekt, waaron der de beide grootste ter wereld. De oeroude koperproductie het koper heeft naar Cyprus zijn naam gekregen werd in nieuwe banen geleid en opgevoerd. Tenslotte kon men zelfs weer spreken van een strategische beteekenis van het eiland: niet meer als vlootbasis, maar als vliegbaven. De Britten spreken daarover niet gaarne, maar er is doorgelekt, dat in Larmassa omvangryke voorbereidingen worden getroffen voor den bouw van een reusachtige vliegbaven. De officieele bevestiging van het feit, dat het eiland plotseling voor Engeland van het grootste gewicht Is geworden, bracht de pro clamatie van den Engelschen koning, die in het jaar 1925 Cyprus voor Engelsche Kroon kolonie verklaarde. Men had de Cyprianen van te voren niet om hun meening gevraagd en natuurlyk! zij protesteerden vurig tegen dezen maatregel, temeer daar zy inder daad voor vier vijfden van Grieksche afkomst zijn. Maar Engeland had met de eerlijkheid van dergelijke demonstraties reeds genoeg erva ringen gehad. Men nam ze niet serieus op. Men liet het rustig, oogluikend toe, dat het hoofd der Grleksch-orthodoxe kerk op Cyprus de lei ding der onafhankeiykheidsbewegtng in eigen hand nam. Dht was de eerste fout! De invloed van de kerk Is in het byzonder op dit eiland enorm. De aartsbisschop', die den titel van „patriarch van Cyprus" voert, heerscht over zielen van zyn gemeente met een waarlijk patriarchale macht. Dat Kition, de huidige patriarch, bovendien nog een politiek geschoold persoon is, een di plomaat van het eerste water, heeft hy thans bewezen. Hy kon wel geen gunstiger oogenblik uitkiezen om de vryheid te proclameeren als den tegenwoordigen tyd, waarin Engeland bij alle koloniale volkeren groote machtsverliezen lydt, terwijl het bestuur van Engeland ln de koloniën overal gelaakt en bedreigd wordt. De opstand op Cyprus beteekent voor Enge land wel geen gevaar doch het is een ernstige waarschuwing. Groot-Britannia's heerschappij over het eiland brengt de Cyprianen eigenlek alleen voordeel aan als men de belasting ten minste buiten beschouwing laat zij hebben een goed-georganiseerde regeering, zy kun nen in een zelfgekozen parlement zooveel be sluiten nemen, als zij maar willen, zij behoe ven niet in militairen dienst te treden, zij zijn Britsche staatsburgers, "waarvoor in alle werelddeelen poorten en deuren zyn geopend. En tóch zyn zy niet tevreden. Hier ligt de tweede fout der Engelsche politiek. Men had niet eraan gedacht, dat het groeien van de nationale gedachte, die ook in de Oriënt sedert he einde van den oorlog zoo sterk verbreid is, tenslotte ook op Cyprus zou overslaan. Dit maal was het dan ook niet een der gewone protesten, waarmede men de Britten een beetje wilde ergeren. Ditmaal was het de Cyprianen ernst! „Nationale vrijheid en eenheid!" dat is in de geheele Noordelyke Oriënt het wacht woord. Het is bijna fascistisch. In Egypte, in Irak, Palestinië en Indië overal gist het. Ditmaal zal Sir Ronald Storr, de gouverneur van Cyprus, nog zonder al te veel moeilykheden meester van het terrein kunnen blyven. Een paar kruisers liggen voor Larnaca, Limassol en Kerynia, eenige afdeelingen landingstroe pen zyn aan land gebracht dat is voor loopig voldoende. Misschien zal men den pa triarch Kition, als het hoofd der opstandelingen, arresteeren en verbannen van het eiland. Dan zal de rust waarschijnlyk terugkeeren. Maar het zal dan de stilte voor den storm zijn. En dat begint men thans in Engeland ook iD te zien. Het aantal menschen, dat voor de iniyving van Cyprus by Griekenland is, neemt snel toe. Men overweegt zelfs in regeerings- kringen in alle ernst het voorstel, dat kort geleden door den Griekschen chef van de Gene rale Staf is gedaan, waarby Engeland Cyprus zou vrygeven en alleen bet schiereiland Hos- tos zal behouden, indien het werkelyk nog prijs stelt op een vlieghaven of vlootbasis op het eiland. Als tegenprestatie zou Griekenland dan de neutraliteit van Cyprus verzekeren. Een nieuwe Aphrodite is by Cyprus uit het schuim der golven geboren: als een dreigend „menetekel" voor het Engelsche wereldryk! (Nadruk verboden.) Ook voetgangers zyn volgens de wet ver plicht voor andere weggebruikers behoorlijk den weg vry te laten. Loopt niet onnoodig op den rijweg en op het rijwielpad. Maakt gebruik van het voor U rechts ge legen trottoir of voetpad. Staat riet stil op het trottoir, Indien ge daardoor den doorgang voor andere wandelaars belemmert. Gaat by drukke tramhalten achter elkaar ln de ry staan; wacht nimmer staande op den ryweg, de komst van de tram af. Laat U nooit meetrekken door auto's, ook «1 hebt ge haast; dit is levensgevaariyk. Staat nimmer op den ryweg stil en vooral niet in bochten of op hoeken. lengde Koepellaan 6, Bloem< houder; Dr. Bakkeriaan 27, ceintuur; M. v. d. Meij, Bai lem, een bruine dameshand Fabriciusstraat 4, Haarlem monnaie met inhoud; Vinkei een jonge hond (geel); Zw straat 9, rood Haarlem, c P. Boxem, L. v. Dalelaan 4, sleutel; P. Verduin, Zuid Haarlem, een vulpotlood; te Aerdenhout, een beige 1 Hem; aan het Bureau van een kinderportemonnaiee paar glacé handschoenen. BEVOLKIh Opgave van 512 N Gevestigd D. O. V< laan 27, Santpoort Station; schevaait 12, Vogelenzang; Schaepmanlaan 5, Santpoor tanus, Dahlialaan 17, Aerc Wessem, Pinellaan 6, Santp Lodewijks, Wald. Pyrmontla Groenhart, Rijnegomlaan 4 C. van Wijk, Veldlaan 34, A Graaf, Manpadslaan 10, Vog Verbindingsweg 31, Bloeme Nic. Beetslaan 1, Aerdenhc Hartenlustlaan 28, Bloen de Linde, Verlengde Koep daal. BLOEMEND Bevallen: Th. C. Hartog— van der Sluys, wonende t dochter; G. van der Wekkf Getrouwd: A. W. Hulseb Iemse; E. B. Kaptein en A Overleden: E. van Santé gerdis, 14 jaar, overleden 70 jaar. (Buiten verantwoordelijk] TUBERCULOSEBE Geachte Redactie, Beleefd verzoek ik U om voor het volgende. Voor eenige dagen gele gepubliceerd een communi ging van tuberculose-artsc wordt aangedrongen op z steun voor de t.b.c.-bestri king zeker door ieder zal ven. Er wordt in dezen opi dat er patiënten zijn, die geen kuur in een sanatoria hun kuur ontijdig moeter opmerking lykt mij zoo'n voor hen, die hunne me' aan de t.b.c.-bestrijding, t' gevoel deze mindere of mi ongedaan te maken door Haarlem geen enkele pat; zijn kuur heeft moeten on een sanatorium is opgenoi Met medewerking van 1 welk college veel voelt en bestrijding, is het tot nu lukken alle patiënten, wi noodzakelyk maakte, naar de inrichtingen te zenden, men mede gemoeid zyn daar het aantal verpleegi geveer 20.000 zal bedra verpleegdag mag stellen per dag. Een groote factor om was zeker de buitengewo: de bevolking voor de t.b.c langstelling, die zich niet doch ook in daden. Wij hc op het groote aantal inge: nen met een jaarlijksche eens; het Ludenfonds, het ging werd geschonken; Vereen, ontving; de beker de Emmabloemcollecte; de en als laatste buitengewc Weldadigheidsverloting c ging. Deze verloting zal v deelig saldo van f 1500 a de Vereeniging. Als allen ons in deze heden op gelijke wijze waar wij het volste vertrc zal geldgebrek geen oor: patiënten niet in de geleg gezondheid en arbeidskra U, geachte redactie, ha zooals steeds, betoonde Hooj U' Haarlem, Nov. 1931. Stadsschouwl muur". Het gezelschap van Pi begaafde echtgenoote hel oen reprise gegeven van vertaalde stuk, dat bij e een vriendelijk onthaal vc schrijver is ons ontgaan, weinig toe. Elk auteur van goed 1 met 'n beetje routine in tooneel, kaa zulk een d hy rekent dan op vlotte knap regisseur en publi eischen stelt. Is het publiek dan op blieft-affiche ingegaan, c wy in Haarlem e.o. noer publiek is gauw tevreden tische stuk(je) beneden c Mols zelven, ook van de gezelschap ging bleek vc zo zoo au en dan met d ner lichamen geen raad we tekst hun logisch, z< gaf zich welbewust te b maar heen en weer en Ja inderdaad beneden hu: tooneel een hondje zijn tukking gezegd wordt o

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 4