GOSEN
Centra
Oliesto
Tl
Het Bloemendaalsch Weekblad
ONS VLIEGWEZEN.
Protesten tegen
gevaarlijk vliegen.
VAN OVERAL.
Het papiertje.
PREDIKBEURTEN.
Het Bloemer
bosch
In enkele bladen in Haarlem en Bloemendaai
zijn stukken*) verschenen, waarin men zich be
klaagde over het gevaar, dat roekelooze vlie
gers boven die gemeenten zouden opleveren,
waarin hun optreden o.a. gevaarlijk, 'n geldver
spilling, nutteloos, eerzuchtig, 'n brutaal-demon-
stratieve vertooning van gebrek aan bezuini
gingszin genoemd werd en waarin men als zyn
oordeel te kennen gaf, dat deze ongeregeldhe
den tegengegaan dienden.
De Ned. militaire luchtvaart heeft er recht
op, dat veel van wat in die artikelen gezegd
wordt met klem wordt tegengesproken.
De veiligheidsbepalingen van de Luchtvaart
wet zijn, voor militaire vliegers, wat o.a. betreft
laag vliegen en stunten (acrobatie) boven be
bouwde kommen, door den Commandant der
L.V.A. te Soesterberg nog uitgebreid, en waar
toch wel moeilijk aan de deskundigheid en het
verantwoordelijkheidsgevoel van de gezamenlij
ke samenstellers dezer bepalingen kan worden
getwijfeld, mag men aannemen, dat niet eerder
van bijzonder gevaar gesproken kan worden,
dan na overtreding van die gegeven bepalingen.
En als men reden kan vinden tot qualificaties
als neergeschreven in genoemde stukken, dan
moet die overtreding wel bijzonder grof en bru
taal geweest zijn.
Nu: aan wie de beoordeeling daarvan?
Het is heel makkelijk om nu deskundigheid
in het geding te brengen.
Gegeven de stelligheid en verzekerdheid
waarmee de veroordeeling is geschied, schijnt
de kans ook gering, de stellers daarmee zonder
meer tot ander inzicht te brengen.
Evenwel.
De groote ernst, waarmee C. L. V. A. met
zijn staf waakt voor de naleving van zijn be
doelde orders, moge er waarborg voor zijn, dat
ingeki** n klachten door hem serieus worden
onderzocht. Een officieel proces-verbaal en de
berichten, die tot aan de laatste demonstratie
over vliegen boven Bloemendaai of Haarlem
waren ingekomen, moesten ter zake kundig be
oordeeld worden: als niet slaande op overtredin
gen.
De laatste demonstratie bij het Kennemer
Lyceum geschiedde op last van Comm. L.V.A.
op verzoek van den rector van dien school, na
een conferentie van deze heeren bij den Minis
ter van Defensie, juist over al die vliegbezwa-
ren. Ze werd uitgevoerd onder leiding van den
commandant der Jaehtvliegtuigafdeeling, een
ouder, beleidvol, ervaren vlieger, die den naam
van ons land door zyn eerste Indië-vlucht eer
aangedaan heeft als weinigen, en aan wiens
vliegtechnisch inzicht niet door leeken (nag
worden geraakt.
In een der stukken staat: „we betwijfelen of
er veel te verhelpen zou zijn, als tijdens het
vliegen op één vleugel (wat is dat? een bocht
b.v. „tijdens een looping of ander bravour-
stukje een ongeluk gebeurde. Dan kan er ons
inziens slechts één ding gebeuren: te plet
ter vallen enz."
Dit is een oordeel, dat voor het publiek drin
gend tegenspraak behoeft. Een vliegtuig valt
niet zoo maar te pletter. De vleugels dragen het
toestel ook onafhankelijk van den motor. Al
léén bij een ernstige vliegfout komt neerstorten
in een vrille voor. De vliegers betrokken bij de
genoemde demonstratie hebben allen in de uit
gevoerde kunstvluchten ontelbare uren van
oefening achter den rug. Deze menschen komen
niet in verlegenheid als er, in welke griezelige
positie ook „iets hapert". Zij maken hun
stuiits met een besef van snelheid en hoogte
dat het hun steeds mogelijk maakt in zoo'n
geval hun toestel in bedwang te houden en te
noodlanden met alle normale inachtname van
Luchtvaartwet enz. Hoe dan zoo'n noodlan
ding op zichzelf afloopt hangt, als steeds, af
van terreinsgesteldheid, vliegerscapaciteit en
toestel.
Men kan zich wel indenken, dat de stellers,
die wel geïmponeerd waren door het lawaai en
onbegrepen vliegfiguren, tot een dergelijke be
zorgdheid kwamen, 'n vergeeflijk gevolg hier
van zij dan het onbeleefde en voorbarige in de
qualificaties, in het begin aangehaald.
Wat betreft „geldverspilling" in Neder
land gegeven zijnde, dat voor Defensie een be
paald bedrag is uitgetrokken, zal degeen, die
deze „belastingpenningen heeft opgebracht"
toch inderdaad willen zien, dat die dan ook ge
bruikt worden in de beoefening van wat van
bevoegde zijde dienstig geacht wordt.
Opnieuw ondeskundigheid, nu in de beoordee
ling van dit laatste tegemoettredend: voor alle
vliegers en vooral voor jachtvliegers is volge
houden oefening in escadrillevliegen en stunten
noodzakelijk. Dit laatste, omdat het wordt toe
gepast in, en zelfs den grondslag vormt van
het luchtgevecht. Het spreekt toch wel van
zelf, dat, wanneer het nu eenmaal zoo is dat
in vredestijd een kostbaar luchtwapen aange
houden wordt, dit ook moet zijn berekend voor
de oorlogstaak. Liet men de daartoe noodige
geregelde oefeningen achterwege, dan eerst
zouden de kosten van het onderhouden van het
geheele apparaat (vliegers, vliegtuigen, vlieg
kamp ,enz.) „nuttelooze geldverspilling" zijn.
De oefeningen, waarvan sprake was kunnen
niet uitsluitend boven het vliegterrein geschie-
den, o.a. omdat ook het uithoudingsvermogen
van de vliegers in gezamenlijke richtings-, snel
heids-, hoogte-, figuur-veranderingen enz. ge
oefend dient. Waar de jachtafdeeling dagelijks
een bepaald aantal uren oefent, en het haar
totaal beschikbaar gestelde aantal uren niet
kan overschrijden, kan de keuze van de plaats,
waar de oefening geschiedt nooit aanleiding
zijn tot het verwijt van verkwisting.
Inmiddel kan moeilijk ontkend, dat ook een
demonstratie een zeer goede en intense oefe
ning is.
Tenslotte vergeve men mij een gevoeligheidje.
De wel heel rancuneuse wijze waarop gespro
ken wordt van (soms, toevallig mogelijk) be
zoek van „luchthelden" aan hun familie het
is een treurig verschijnsel, dat men gezonde
enthousiaste ambitie verwart met te groote
eerzucht. Het ware te wenschen, dat de mate
van ambitie, die onder ons bestaat overal te
vinden was!
Soeeterberg, 29 Nov. 1931.
J. J. VAN BALKOM,
res. 2e Luit. vlieger.
Wat hier tusschen aanhalingstekens
staat, slaat op wat in die stukken voorkomt.
LUCHTLIJN AMSTERDAM—BATAVIA v.v.
Van de afdeeling Propaganda der K.L.M. ont
vingen wij een fraaie folder, waarop allerlei
bijzoderheden vermeld staan over de drie cate-
goriën-passagiers, post en goederen. Een en
ander, overzichtelijk gerangschikt, is gesloten
in twee rijen van foto's op een Holland-Indië-
vlucht genomen. De uitvoering van het geheel
werd door drukkerij Levisson in de K.L.M.-
kleuren oranje en blauw verzorgd en verdient
als typografisch object alle lof. Het opgevouw-
de prospectus heeft een handig formaat, zoodat
het gemakkelijk in een standaard enveloppe
verzonden kan worden.
BRUSSEL, NEDERLANDSCH TAAL
GEBIED.
Nu, blijkens den tekst der reeds in den
Senaat aangenomen nieuwe wetten tot rege
ling van het gebruik der talen by het lager
en het middelbaar onderwijs, de Nederlandscne
eentaligheid van het Vlaamsche deel van België
niet meer wordt betwist al zal, in de prac-
tijk, wel getracht worden, de volledige toepas
sing van dit beginsel zoo lang mogelyk tegen
te werken is het voor iedereen, die de ont
wikkeling van de Vlaamsche beweging met
aandacht volgt, zeer duidelijk, dat de strijd om
Brussel nu eerst gaat beginnen. En dat deze
stryd uiterst vinnig zal zijn, kan thans reeds
met zekerheid worden voorspeld.
Immers, van den uitslag van dezen strijd
hangt het af, of de geheele Brusselsche agglo
meratie met bjjna 1 millioen inwoners, d.i.
ongeveer 1/5 der bevolking van het Vlaamsche
land voor de Vlaamsche loot van onzen
Nederlandschen stam verloren gaat of gen eel
teruggewonnen wordt. En gaat Brussel ver
loren, dan verschuift de Vlaamsch-Waalsche
taalgrens, binnen niet al te langen tyd, meer
dan 25 K.M. naar boven en komt zij weldra te
liggen ten Noorden van Vilvoorde, aan de
poorten schier van Mechelen, in het hart van
het Vlaamsche land!
Een fout is het ongetwijfeld geweest, van
zekere Vlaamsche zijde, tot vóór enkele jaren
de Belgische hoofdstad als een soort van „nie
mandsland" te hebben willen beschouwen en
alsdan vrijwillig dit aanzienlijke deel van ons
Nederlandsche taalgebied te hebben opgegeven,
Verder dan het aanvaarden van een rechtvaar
dige behandeling der Waalsche minderheid had
men nimmer mogen gaan. Iedere wettelijke
regeling, geldig voor het Vlaamsche land, had
ook, in beginsel, op Brussel moeiten blijven
slaan, mits inachtneming natuurlijk van som
mige verzachtende bepalingen.
Het opgeven van Brussel als voornaamste
deel van Vlaanderen een zich thans wrekende
daad van ethisch défaitisme" heeft tot ge
volg gehad dat de besturen van dit gemeenten-
blok van bijna 1 millioen inwoners, geleidelijk
in Waalsche en niet-Vlaamsche handen zijn ge
vallen en zich vrijwel geheel tegen Vlaanderen
en de Vlamingen hebben kunnen keeren. Een
duidelijk bewijs daarvan geeft ons de manier,
waarop van de cijfers der volkstelling voor
wat de gesproken talen betreft gebruik
wordt gemaakt, om het Vlaamsche element in
de Belgische hoofdstad en hare voorstaden in
een minderwaardigen toestand te houden en dit
element het onderwijs in en door middel van
de eigen taal, te weigeren, waarop het recht
heeft, een recht, dat zelfs aan de negers in de
Congo-kolonie niet wordt ontzegd. Mag men
de ambteiyke statistiek voor Brussel-stad van
de op 31 December j.l. gehouden telling
gelooven op welke wijze deze telling plaats
had, willen wij hier voor het oogenblik onbe
sproken laten dan telde Brussel (zonder de
voorsteden) op den voornoemden dag 200.433
inwoners tegen 209.878 tien jaar geleden.
Daarvan spraken, Op 31 December 1930: alleen
Fransch of Waalsch: 67.632 (31 Dec. 1920:
57.938); alleen Nederlandsch of Vlaamsch:
26.002 (1920: 23.654)Nederlandsch en Fransch
96.042 (1920: 107.050). De andere inwoners
waren vreemdelingen, die geen der beide talen
spreken en kinderen beneden 2 jaar. Daar
iedereen weet de huidige minister van Kun
sten en Wetenschappen, Mr. Petitjean, be
vestigde het nog vóór luttele weken dat 999
of 1000, onder de tweetaligen in België Vla
mingen zyn, is het toch duidelijk, dat te Brussel-
stad op dit oogenblik ongeveer 1/3 der bevol
king uit Walen en Fransch sprekende vreem
delingen en ongeveer 2/3 uit Vlamingen be
staat. Toch worden niet de Fransch sprekenden,
maar de Vlamingen er op bestuurlyk gebied als
vreemdelingen behandeld, wat het college van
B. en W. met een administratieve goocheltoer
tracht goed te praten. Het telt namelijk de
Vlamingen, die ook wat Fransch kennen en
geacht worden in den dageiykschen omgang
meer Fransch (Waalsch) dan Nederlandsch
(Vlaamsch) te spreken, by de Walen en de
Fransch kennende vreemdelingen en komt aldus
tot een geheel van 125.088 inwoners, die uit
sluitend of het meest Fransch spreken en
69.754, die zich uitsluitend of het meest van
het Nederlandsch bedienen. Dit getal wordt
dan uitgespeeld tegen de Vlamingen, die ook
Fransch kennen al de Vlaamsch-gezinde
geestelijk ontwikkelden verkeeren in dit geval
en door hun dageiykschen omgang met
Waalsche of anti-Vlaamsche bedrijfsleiders of
kantoorhoofden wel verplicht zijn nogal veel
Fransch te spreken. Het moet ook dienen om
te verklaren, waarom het Brusselsche stads
bestuur het lager onderwys geheel heeft ver-
franscht, of juister ontvlaamscht, met het ge
volg, dat de meeste ambtenaren in stedeiyken
dienst niet eens in staat zyn tien woorden be
schaafd te spreken of te schrijven en burge
meester Max zelf, eindeiyk inziende, dat het
wat al te bar begint te worden, verplichte
Nederlandsche taalleergangen gaat inrichten
voor al de ambtenaren en bedienden, die na
1 Januari 1932 in den dienst der stad Brussel
zyn getreden.
Of deze maatregel verband houdt met het
plan tot éénmaking van de Brusselsche agglo
meratie en de inlijving der ongeveer 20 (waar
van verscheidene sterk overwegend Vlaamsche)
voorsteden, is niet met zekerheid te zeggen.
Neemt dit plan echter binnen afzlenbaren tijd
vastere vormen aan, dan zal voor de Vlamingen
ook het oogenblik gekomen zyn, om van de
aldus geboden gelegenheid gebruik te maken
'en Brussel het weze dan zoo noodig met een
voorloopig uitzonderingsstatuut weer voor
het Vlaamsche land, waarbij deze stad behoort,
op te eischen. (Neerlandia).
„MOEDERTJE".
De eerste Zuid-Afrikaansche klank-
fllm.
De openbare uitvoering van de eerste Afrl-
kaansche rolprent „Moedertje" te Pretoria ls
buitengewoon goed geslaagd. Het nieuwe
Capitol-theater kan 2500 personen bevatten,
maar byna 3000 klopten om toegang aan. De
voorstelling werd bijgewoond door de leden
van het hoogste taalgenootschap, de Suid-
Afrikaanse Akademie, die juist haar jaarver
gadering hield; de Afrikaansche, Vlaamsche en
Nederlandsche volksliederen werden gespeeld.
„Die Burger" brengt in de eerste plaats hulde
aan den heer Joseph Albrecht, bestuurder der
African Productions Ltd. en mej. Stephanie
Faure, die zich groote moeite getroost hebben,
om een voorstelling te doen slagen, welke het
begin kan wezen van een Afrlkaansch rolprent-
tconeel.
Het hoofdbestuur van het Algemeen Neder
landsche verbond en dat van de Ned. Zuid-Afri
kaansche Vereeniging overwegen, in hoeverre
het mogelyk is, de klankrolprent „Moedertje"
ook in Nederland en Vlaanderen te doen ver-
toonen. (Neerlandia)
NEDERLANDSCH OP CEILON.
Met groot genoegen zien wij in het Journal
der „Dutch Burgher Union" van Ceilon weer
een artikel geheel in het Nederlandsch opge
nomen: Reis-indrukken van een Nederlandsche
mevr. Tutein NoltheniusVan Haeften. Deze
bydrage zal weer velen aanmoedigen, de studie
van het Nederlandsch aan te vatten, waartoe
(hans ruimschoots gelegenheid wordt gegeven.
Hetzelfde nummer brengt een studie van wijlen
den heer R. G. Anthonisz over de Nederland
sche gouverneurs van Ceilon, welke blijkbaar
bestemd was voor het tweede deel van zyn
„The Dutch in Ceylon". Hoe uitmuntend de
schrijver op de hoogte was èn van de leesstof
èn van de over de wereld verspreide portretten
der door hem behandelde geschiedkundige per
sonen, blijkt op elke bladzij.
(Neerlandia)
Ditmaal een niet-idyllische Kerstgeschiedenis,
door
J. F. DE BIE.
WEET U WAAROM?
Waarom gloeit een glimworm? Een glimworm
is geen worm maar een kever. Het gloeien wordt
veroorzaakt door lichtgevende organen, die zich
aan den staart bevinden. Alleen de vrouwelijke
glimwormen gloeien, om, naar men vermoedt, de
mannetjes tot zich te trekken.
Waarom heeft de hond haren van verschillen
de kleur? Er zijn cellen on verschillende deelen
der huid die de ontwikkeling van verschillende
kleurstoffen der haren veroorzaken.
Waarom is visch glibberig? De meeste visschen
hebben een soort buitenhuid, die de eigenlyke
huid omsluit. Die buitenhuid bevat duizenden
kliertjes, die een vliesachtig siy'm afscheiden,
hetwelk het voor de visschen gemakkeiyker
maakt zich door het water te bewegen.
Waarom hebben onze ooren lellen7 Het ge
wicht van de lel houdt het trommelvlies gestrekt
om het in staat te stellen de geluidsgolven op
te vangen.
Waarom knippen w(j met de oogen? Het knip
pen met de oogen houdt den oogbal schoon. De
oogspieren bewegen de oogleden en het wasschen
wordt door de afscheiding van de traanklieren
gedaan.
Waarom flikkeren do sterren? De aarde wordt
veronderstelt te zweven in een globe ven nltro-
geenkristallen. Het flikkeren wordt veroorzaakt
door het passeeren van het lich door deze kris
tallen.
Waarom spelt het ongeluk als men zout morst?
Totdat de wetenschap een manier vond om het
zout goedkoop te produceeren, was het waardevol
en dus ook zeer duur. Het werd ook gebruikt by
kerkelijke plechtigheden. Zout te morsen stond
gelqk met heiligschennis jegens de goden en
wekte hun misnoegen op.
Waarom wordt een stier woedend by het zien
van iets roods? Sommigen beweren, dat een stier
by het zien van rood woest wordt omdat rood
de kleur is van bloed, hetgeen door hoornvee
byzonder gehaat wordt. Geleerden hebben be
wezen dat rood een overprikkelende uitwerking
heeft op de zenuwen.
Hoeveel woorden gebruikt een alledaagsch
mensch? Een boerenarbeider gebruikt niet meer
dan 600 tot 700 woorden, terwijl de woorden
schat van een welopgevoed persoon 2000 tot 3000
woorden bedraagt.
Waarom wordt 13 een bakkersdozijn genoemd?
Reeds In de oude tijden werd een bakker ge
straft die onderwichtig brood verkocht. Om aan
den veiligen kant te zijn, gaf hy bij twaalf broo-
den er een extra.
Waarom zwaaien wij met onze armen wan
neer wij loopen? Het slingerachtig zwaaien met
onze armen waneer wy loopen, dient een twee
ledig doel, ten eerste om ons lichaam in even
wicht te houden en ten tweede om de longen
beter in staat te stellen te ademen.
Wat veroorzaakt witte plekjes op de vingerna
gels? Gebrek aan voedsel. Er zyn kleine holten,
die als ze met lucht gevuld raken, oorzaak zijn
dat een voldoende toevoer van bloed naar de
nagels wordt gevoerd en dus onvoldoende of niet
gevoed worden.
Is de pad vergiftig? Sakespeare gaf de pad een
slechten naam toen hy haar .Leeiyk en vergif
tig" noemde" noemde. Padden zyn volmaakt on
schadelijk: ze zyn integendeel zeer nuttig, om
dat ze millioenen, voor den land- en tuinman
schadeiyke Insecten eten.
Op vier wijzen kan de vleier gekend worden
als een valseh vriend hy keurt goed wanneer
gy kwaad dóet; hy keurt goed wanneer gy goei
doet; hy verkondigt uw lof voor uw aangezicht,
en spreekt kwaad van u achter uw rug.
Een vrijgezellen-leven is prettig, beslist prettig.
Je bent vrij en je komt thuis wanneer je wilt.
Als je niet wilt kom je héélemaal niet thuis. Je
trekt op met je medebewoner, je houdt je diep
zinnige of luchthartige gesprekken met hem en
als je bemerkt hebt dat dat eigenlijk allemaal
op hetzelfde neerkomt, kük je mekaar in een
paar dagen niet aan.
Kortom: Als je als vry gezel op een „kast
woont, leef je je uit, of je doet alsof. Er zyn
echter kanten aan het vrijgezellenleven, die wel
vrij, maar in het geheel niet gezellig zyn. Daar
heb je by voorbeeld de feestdagen: Sinterklaas,
Kerstmis, Nieuwjaar. Dat zyn nu eenmaal da
gen, die je „in 't gezin" of te wel „ln den hui-
selijken kring" door moet brengen. En de vrij
gezel loopt dan met zyn ziel onder zijn armen,
kruipt in leege café's waar slaperige kellners
zonder enthousiasme schrale biertjes brengen en
gaat, omdat alles zoo vervelend en ongezellig is,
vroeg naar bed.
Pim en ik verstokte vrijgezellen als we
waren woonden reeds vier jaren lang op één
kast. We hadden lief en leed gedeeld, zooals dat
heet en alles ging goed, tot het tegen Kerstmis
liep.
Ik zag den dag met angst en vreeze aankomen,
„Pim", zei ik drie dagen tevoren, „over een
poosje komt het weer".
„Wat ls „het"? vroeg Pim. Hy las ïn een
boekje over wegbedekkingen, dat de een of an
dere zonderling hem vanuit Berlijn had toege
stuurd (Pim wist niet waarom) en hy scheen
wat afwezig.
„Kerstfeest", zei ik, en ik legde een min of
meer weeke trilling in myn stem.
„Oooo", zei Pim en gaapte filosofisch, „da's
waar ook. Maar waaom zeg je dat eigeniyk zoo
ineens. Je wilt toch geen boompje gaan koopen
of zooiets griezeligs?"
Ik verklaarde dat dat in het geheel mijn plan
niet was en omdat Pim al in een zeer onroman
tische bui scheen, zweeg ik er maar verder
over.
En ik bleef zwygen tot Kerstavond toe.
Toen zaten we samen in de kamer en rook
ten zware sigaretten.
We schenen beiden hardnekkige pogingen te
willen doen om het Kerstfeest heelemaal te ver
geten. We spraken er dan ook ïn het geheel niet
over, we rookten slechts en dronken thee.
Hoe het kwam weet ik niet, maar Pim scheen
toch niet heelemaal normaal te zyn. Hij zei ten
minste plotseling:
„Hé zeg, zit jy je ook zoo stierlijk te vervelen"?
Ik moest bekennen, dat dit Inderdaad het ge
val was.
„Hoe zou dat eigenlijk komen? zei Pim. „An
ders heb ik het nooit, maar vanavond voel ik
me net of ik m'n schoenen verkeerd aan heb,
Zou dat misschien ïn dat Kerstfeest zitten?"
„Je kunt nooit weten", zei ik diplomatiek
want ik kèn Pim. Eerst lokt hij de een of andere
gevoeligheid uit, om je er daarna mee te be
spotten.
Vertel me eens,,' zei Pim, „wat doen de men
schen in romans op Kerstavond.?"
„Nou, zei ik, „ze drinken thee en later op den
avond wyn. Verder hebben ze een kerstboom met
kaarsjes en zoo. Ze geven mekaar ook geschen
ken. En jong verliefde paartjes kussen mekaar
als ze maar even een stukje groen zien. Dat
mag met Kerstmis openlijk, weet je".
Pim schudde scepisch het hoofd.
„Niets voor mij", doen ze niks anders? Als het
nou bijvoorbeeld vrijgezellen zyn
Ik pijnigde mijn hersens en zei tenslotte:
„Je leest wel eens, dat de menschen met Kerst
mis of met oude jaar geschiedenissen vertellen".
Pim keek welwillend.
„Daar zit iets in", sprak hij grijnzend. Laten
we mekaar eens een geschiedenis gaan vertellen".
„Als jij dan maar begint", zei ik. „Ik weet
op het oogenblik niets".
Pim nam een versche Virginia, roerde in zijn
thee en sprak toen:
„Ik weet wat".
„Vertellen", beval ik. t
„Goed, zei Pim. Het gaat over den dienst. Ik
was indertyd als landsverdediger in Rotterdam.
Een stelletje pientere kerels waren daar bij el
kaar. Ze konden allemaal met een benijdens
waardige vaardigheid kankeren op alles wat met
infanterie te maken had en als je ze mocht ge-
a - - 1 een hemel danken
als ze morgen aan den dag weg konden gaan.
Nu was er één kerel by, die aan al dat ge
kanker niet mee deed. Het was een boom van
een vent, die ergens uit het Noorden kwam.
Rare kerel, die Karei. Als je hem zag dan kon
je zoo verklaren, dat Is Holland's welvaren. Maar
toch scheen hij iets te hebben, dat niet heele
maal normaal was. Hij had hoe zal ik het
noemen een soort paplerwaanzin. Ja, dat is
het juiste woord: Papierwaanzin. Dat ging zoo:
Als Karei ergens een stukje wit papier zag lig
gen, ging hij er naar toe, streek het glad, keek
erop en zei dan: „Nee, dat is het niet".
Zooiets is niet erg natuurlijk, maar Karei deed
het vreeseiyk consequent. Als hy by voorbeeld in
het gelid stond en hy zag ergens een papiertje
liggen op de binnenplaats, dan hielpen er geen
duizend meerderen aan: Karei stapte uit het
gelid, raapte het papiertje op en zei, als hy het
bekeken had: „Neen, dat is het niet".
In het begin kreeg hij douw op douw, maar
toen het niet ophield met die papiermanie van
hem, bracht men hem voor den dokter. Deze
geleerde man beklopte hem van onder tot boven
en zei tenslotte: „Je bent kerngezond. Ingerukt
marsch!"
En de papienvaanzin ging weer door.
Op zekeren dag was het tweemaal achter elkaar
gebeurd, dat Karei het gelid had verlaten, om
een stukje papier op te rapen. De luitenant
tot het uiterste gebracht riep uit:
„Breng dien vent naar den doker of naar de
petoet. In ieder geval: Breng hem weg".
Ik was de man die Karei weg moest voeren
natuurlijk naar den dokter. Die scheen nu
niet bepaald op de komst van den zonderlingen
dienstplichtige gesteld te zijn. Hij zei althans:
„Ik heb dien vent onderzocht en hij mankeert
niets.
Maar die papiertjes, zei ik, Het is wer
kelijk niet uit te houden. Hij loopt gewoon uit
het gelid en hy sehynt er niet eens wat aan te
kunnen doen.
De dokter schudde het hoofd.
Weet je wat, zei hy, ga met hem naar
den militairen arts te R. Dat is de hoogste in
stantie op geneeskundig gebied. Laat die hem
eens onderzoeken.
Zoo gezegd, zoo gedaan. Karei en ik trokken
in de beste stemming naar E. en daar werd
Karei nogmaals aan een grondig onderzoek on
derworpen, Resultaat natuurlijk nihil. De ge-
Eglise wallonne. (Begynhof).
(Ned. Herv. Kerk.)
Dimanche 13 décemtore.
10 h. 30 Service, 3e dimanche de 1' Avent.
12 h. Service des enfante.
20 h. Service, catéchisme réformé, 7e section.
Pasteur Krafft.
Vendredi 18 décembre.
Service de préparation aux fêtee de Noël.
Collectemensuelle pour 1' Eglise.
L'Eglise est ouverte tous les joures de 10 h.
17 h.
Ned. Herv. Kerk Bloemendaai.
V.m. 10 uur, Ds. W. C. Posthumus Meyjes van
Rotterdam.
Jeugddienst in het Jeugdhuis.
voor jongens en meisjes van 12- -16 jaar.
V.m. 10 uur, de heer Fred, G. Beekman, Direc
ter Stads-zending, Amsterdam.
Voor jonge menschen boven 16 jaar.
's Avonds 7.30 uur, Ds. J. J. Stam, van Rot
terdam.
Overveen.
V.m. 10 uur, Ds. J. C. van Dyk.
Donderdag 17 December.
's Avonds 8 uur, de heer K. Koopman. -Bijbel
lezing,
Gebouw „Maranatha"'.
Donderdag 17 December.
's Avonds 8 uur, Ds. J. C. van Dijk, Bybellezing.
Ned. Hervormde Evangelisatie
te Santpoort.
V.m. 10 uur, Ds. L. W. Erdman, IJmuiden.
N.m. 5 uur, Ds. M. G. Blauw, Haarlem-Noord.
Ned. Herv. Kerkgenootschap Santpoort.
Vm.. 10 uur, Geen dienst.
's Avonds 7 uur, Prof. Dr. G. A. van den Bergh
van Eysinga. Opzettelijk of vanzelf? Zach.
6, vs. 12, 15a. Medewerking van het zang
koor.
N.B. Dezelfde spreekt de Bloemendaai in het
kerkgebouw van den Ned. Protestantenbond
13 Dec. v.m. 10% uur, over: „Het heil nabij".
Nederl. Protestantenbond, afd. Bloemendaai,
V.m. 10% uur, Prof. Dr. G ,A. van den Bergh
van Eysinga, Santpoort. Onderwerp: „De
heilstijd komt". Jez. 55. vs. 1.
Religieuze Kring Aerdenhout.
V.m. 10% uur, Prof. Dr. J. Lindeboom, Hoogl.,
Groningen.
Geref. Kerk, Bloemendaai.
V.m. 10 uur en n.m. 5 uur Ds. J. C. Brussaard,
De Vrije Katholieke Kerk,
Popellaan Kinheimpark.
Zondag 13 December.
V.m. 10.30 uur, Gezongen H. Mis, met Praedi-
catie van Priester Ko Borsten.
Woensdag 16 December.
N.m. 8 uur, Toespraak van Priester Ko Bor
sten, over: „De Voorbereiding voor het
- Kerstfeest, gevolgd door Lof.
Donderdag 17 December,
V.m. 7.30 uur, Gesproken H. Mis.
leerde man vond het geval zeer Interessant,
vooral toen Karei onverstoorbaar eenige papier
tjes, die op het bureau van den dokter lagen,
open had gevouwen, om ze na een teleurgesteld:
Neen, dat ls het niet, weer neer te werpen.
Ky-k eens man, sprak de dokter, Ik heb
zooiets nog nooit bij de hand gehand. Héél in
teressant, werkeiyk héél interessant. Hoe dan
ook, je lykt me ongeschikt voor den militairen
dienst. Als je aldoor uit het gelid loopt om pa
piertjes open te vouwen, is het onmogelyk dat
er ooit een bruikbaar soldaat uit je groeit.
En de dokter zette zich neer en schreef een
briefje voor den compagnie-commandant, waar
in hy verklaarde, dat de recruut K. B, volgens
hem niet geschikt was voor den militairen
dienst en voor afkeuring in aanmerking kwam,
Karei nam het briefje aan. Even keek hij er
naar, vouwde het open, las het en sprak met een
vreugdevollen glimlach:
Hè, hè, dét is het nou!
(Nadruk verboden).
ZIEKTEN ALS GEVOLG VAN HET
Onder ongunstige meteorologische invloeden
komen vermoeidheid, hoofdpyn, spierpyn, pijn'
lijke scheuten in de ledematen, veranderingen
in den bloeddruk, oorsuizingen en prikkelbaar
heid meer dan anders voor. Iin den laatsten ti|41
heeft men zelfs verband gelegd tusschen veran
deringen in het weer en het vaker voorkomen I
van beroerten. Ook de functies van de adem-1
halings- en spijsverteringsorganen kunnen ver
stoord worden door weersveranderingen, terwij! I
als gevolg hiervan ook asthmaüsche aanvallen
voorkomen.
De slechtste uitwerking hebben veranderingen I
in den luchtdruk, doch de vochtigheid der lucW
doet haar invloed gelden. Het ongunstige b
echter de daling van den luchtdruk en wel,
dat dan de gassen in het bloed een abnormal I
toestand veroorzaken, door hun weg door hd
darmkanaal te nemen. Er ontstaan voorts 1
gunstige veranderingen in de longen, waart I
ook de siymvliezen worden betrokken. Het mU I
tegenwoordig eveneens als bewezen worden te I
schouwd, dat eenige hartaandoeningen door bt f
weer in de hand gewerkt word-en als gevolg va; I
de min of meer belangryke veranderingen i1]
den bloedbaan.
Hy hield zyn woord.
„Waarom hebt U Uw vrouw doodgeschoten" I
„Ik kon niet langer meer met haar omgaan
Hec leven was een hel voor ons beiden."
„Maar dan had U zich toch kunnen
scheiden".
„Onmogelyk. Ik had haar in den verloviaf-l
tijd beloofd tot haar dood by haar te blijven al
ik wilde woord houden".
Philosophic.
Eerste dief„Stelen zou een goed zaaltje
vis er maar geen gevangenissen waren". I
Tweede dief: „Als de gevangenissen er »"'l
waren zou iedereen gaan stelen zoodat de
currentie veel te groot 20U worden".
HP
Wie pryst er ooit eei
die oude b
En daarvoor in de p
geen nieuv
Maar hadden overla
ons ouder:
Wat zou dan Hollan<
als veen e
En schoon ik dezen
van nieuv
Of niet voltrekken i
en weinig
Dit acht ik evenwel
voor mij j
Ik kenne wakker vo
dat na mi
Dit is des werelds 1
wij bouwe
Meest tot een andei
niet voor
Gaat, planters, maai
een bank
Uw vlyt is voor een
dat na or
Naar J. Cats.
leven. 1655.
De geschiedenis herhaa
thans de Bloemendaalseht
beroering brengt, speelde
1903 in Haarlem en Alk
plannen beraamd werden c
de Haarlemmerhout en de
herzien, nadat zij jarenlar
ren. Het egoïsme van dez<
tyd kenmerkt, speelt ook
Men bekommert zich niet
Het nageslacht moet maa
„Hoe lang zal het duren
nu geplant worden, ook g
dat niet meer. dus de oui
lijke moeten blyven". Dit i
ring van de opposanten,
hoewel ten onrechte, redi
privé bezit betreft, waar 1
publiek bezit, is het eei
Althans de overheid mag
Het gemeentebestuur is
het gemeentelijk bezit, m(
houden en zorgen, dat het
voor de toekomst verzeke
Het nageslacht moet oo
nomen worden en evenals
zorgd hebben, dat wij thi
moeten wy thans zorgen,
na ons komt, ook wat h<
Laat men uit een ego
zaken, zooals zij zijn. en
de toekomst, dan zal he)
dankbaar zijn.
Velen zullen zich wel
verwoesting, die heeft p
Haagsche Bosch door de
1912 ,toen 1/10 van het'.]
Gezonde boomen werden
zwakke medegesleurd. He
wanbeheer, voortgesprotei
tisch standpunt. „Het bos
als het is" niettegenstaai
kundige rapporteurs hac
bosch beter te behandelc
en opnieuw te planten. Hc
heeft het echter beter gei
durfde daardoor niet in b
kende gevolg.
Het wordt tegenwoordig
tlng, alles te willen beh
alsof de tijd daarmede
Wie alleen zich laat leid
alles te laten zooals het
de toekomst, komt bedrog
leven niet eeuwig.
Nu moge een oerwoud
beschermers een ideaal z
een oerwoud geen mensci
steeds, doch geleidelijk,
Bloemendaalsche Bosch
menschenwerk temidden
king en kén zicb niet 5
dus onderhouden worden
leidelyk en stelselmatig i
worden. Men denke daar<
LEON
Naschrift van een dicht-
der redactie:
Nu is er voor U, onze F
voor vaderlijk en prettig
Gelyk een man betaam
voor Jan Publiek, die a
en kloeg een vroed beslui
om met het Algemeen I
op Springer's deskundig
het kapmes en de schoj
het oudste hout, de boo
lucht makende, alwaar i
wegwerkende al wat tei
ons Bloemendaal-Van-str
Zoo zult g-y aan het naj
hoe het beheer van het j
in dezen tijd ten Raadhn
in handen is van dappere
die praten laten,
aan de tanden va
het bosch, dat alti
niet overlaten;
maar trekkend lessen u
werken voor Bloemenda