GOSEN Centra Oliesto Tl Het Bloemendaalsch Weekblad ONS VLIEGWEZEN. Protesten tegen gevaarlijk vliegen. VAN OVERAL. Het papiertje. PREDIKBEURTEN. Het Bloemer bosch In enkele bladen in Haarlem en Bloemendaai zijn stukken*) verschenen, waarin men zich be klaagde over het gevaar, dat roekelooze vlie gers boven die gemeenten zouden opleveren, waarin hun optreden o.a. gevaarlijk, 'n geldver spilling, nutteloos, eerzuchtig, 'n brutaal-demon- stratieve vertooning van gebrek aan bezuini gingszin genoemd werd en waarin men als zyn oordeel te kennen gaf, dat deze ongeregeldhe den tegengegaan dienden. De Ned. militaire luchtvaart heeft er recht op, dat veel van wat in die artikelen gezegd wordt met klem wordt tegengesproken. De veiligheidsbepalingen van de Luchtvaart wet zijn, voor militaire vliegers, wat o.a. betreft laag vliegen en stunten (acrobatie) boven be bouwde kommen, door den Commandant der L.V.A. te Soesterberg nog uitgebreid, en waar toch wel moeilijk aan de deskundigheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van de gezamenlij ke samenstellers dezer bepalingen kan worden getwijfeld, mag men aannemen, dat niet eerder van bijzonder gevaar gesproken kan worden, dan na overtreding van die gegeven bepalingen. En als men reden kan vinden tot qualificaties als neergeschreven in genoemde stukken, dan moet die overtreding wel bijzonder grof en bru taal geweest zijn. Nu: aan wie de beoordeeling daarvan? Het is heel makkelijk om nu deskundigheid in het geding te brengen. Gegeven de stelligheid en verzekerdheid waarmee de veroordeeling is geschied, schijnt de kans ook gering, de stellers daarmee zonder meer tot ander inzicht te brengen. Evenwel. De groote ernst, waarmee C. L. V. A. met zijn staf waakt voor de naleving van zijn be doelde orders, moge er waarborg voor zijn, dat ingeki** n klachten door hem serieus worden onderzocht. Een officieel proces-verbaal en de berichten, die tot aan de laatste demonstratie over vliegen boven Bloemendaai of Haarlem waren ingekomen, moesten ter zake kundig be oordeeld worden: als niet slaande op overtredin gen. De laatste demonstratie bij het Kennemer Lyceum geschiedde op last van Comm. L.V.A. op verzoek van den rector van dien school, na een conferentie van deze heeren bij den Minis ter van Defensie, juist over al die vliegbezwa- ren. Ze werd uitgevoerd onder leiding van den commandant der Jaehtvliegtuigafdeeling, een ouder, beleidvol, ervaren vlieger, die den naam van ons land door zyn eerste Indië-vlucht eer aangedaan heeft als weinigen, en aan wiens vliegtechnisch inzicht niet door leeken (nag worden geraakt. In een der stukken staat: „we betwijfelen of er veel te verhelpen zou zijn, als tijdens het vliegen op één vleugel (wat is dat? een bocht b.v. „tijdens een looping of ander bravour- stukje een ongeluk gebeurde. Dan kan er ons inziens slechts één ding gebeuren: te plet ter vallen enz." Dit is een oordeel, dat voor het publiek drin gend tegenspraak behoeft. Een vliegtuig valt niet zoo maar te pletter. De vleugels dragen het toestel ook onafhankelijk van den motor. Al léén bij een ernstige vliegfout komt neerstorten in een vrille voor. De vliegers betrokken bij de genoemde demonstratie hebben allen in de uit gevoerde kunstvluchten ontelbare uren van oefening achter den rug. Deze menschen komen niet in verlegenheid als er, in welke griezelige positie ook „iets hapert". Zij maken hun stuiits met een besef van snelheid en hoogte dat het hun steeds mogelijk maakt in zoo'n geval hun toestel in bedwang te houden en te noodlanden met alle normale inachtname van Luchtvaartwet enz. Hoe dan zoo'n noodlan ding op zichzelf afloopt hangt, als steeds, af van terreinsgesteldheid, vliegerscapaciteit en toestel. Men kan zich wel indenken, dat de stellers, die wel geïmponeerd waren door het lawaai en onbegrepen vliegfiguren, tot een dergelijke be zorgdheid kwamen, 'n vergeeflijk gevolg hier van zij dan het onbeleefde en voorbarige in de qualificaties, in het begin aangehaald. Wat betreft „geldverspilling" in Neder land gegeven zijnde, dat voor Defensie een be paald bedrag is uitgetrokken, zal degeen, die deze „belastingpenningen heeft opgebracht" toch inderdaad willen zien, dat die dan ook ge bruikt worden in de beoefening van wat van bevoegde zijde dienstig geacht wordt. Opnieuw ondeskundigheid, nu in de beoordee ling van dit laatste tegemoettredend: voor alle vliegers en vooral voor jachtvliegers is volge houden oefening in escadrillevliegen en stunten noodzakelijk. Dit laatste, omdat het wordt toe gepast in, en zelfs den grondslag vormt van het luchtgevecht. Het spreekt toch wel van zelf, dat, wanneer het nu eenmaal zoo is dat in vredestijd een kostbaar luchtwapen aange houden wordt, dit ook moet zijn berekend voor de oorlogstaak. Liet men de daartoe noodige geregelde oefeningen achterwege, dan eerst zouden de kosten van het onderhouden van het geheele apparaat (vliegers, vliegtuigen, vlieg kamp ,enz.) „nuttelooze geldverspilling" zijn. De oefeningen, waarvan sprake was kunnen niet uitsluitend boven het vliegterrein geschie- den, o.a. omdat ook het uithoudingsvermogen van de vliegers in gezamenlijke richtings-, snel heids-, hoogte-, figuur-veranderingen enz. ge oefend dient. Waar de jachtafdeeling dagelijks een bepaald aantal uren oefent, en het haar totaal beschikbaar gestelde aantal uren niet kan overschrijden, kan de keuze van de plaats, waar de oefening geschiedt nooit aanleiding zijn tot het verwijt van verkwisting. Inmiddel kan moeilijk ontkend, dat ook een demonstratie een zeer goede en intense oefe ning is. Tenslotte vergeve men mij een gevoeligheidje. De wel heel rancuneuse wijze waarop gespro ken wordt van (soms, toevallig mogelijk) be zoek van „luchthelden" aan hun familie het is een treurig verschijnsel, dat men gezonde enthousiaste ambitie verwart met te groote eerzucht. Het ware te wenschen, dat de mate van ambitie, die onder ons bestaat overal te vinden was! Soeeterberg, 29 Nov. 1931. J. J. VAN BALKOM, res. 2e Luit. vlieger. Wat hier tusschen aanhalingstekens staat, slaat op wat in die stukken voorkomt. LUCHTLIJN AMSTERDAM—BATAVIA v.v. Van de afdeeling Propaganda der K.L.M. ont vingen wij een fraaie folder, waarop allerlei bijzoderheden vermeld staan over de drie cate- goriën-passagiers, post en goederen. Een en ander, overzichtelijk gerangschikt, is gesloten in twee rijen van foto's op een Holland-Indië- vlucht genomen. De uitvoering van het geheel werd door drukkerij Levisson in de K.L.M.- kleuren oranje en blauw verzorgd en verdient als typografisch object alle lof. Het opgevouw- de prospectus heeft een handig formaat, zoodat het gemakkelijk in een standaard enveloppe verzonden kan worden. BRUSSEL, NEDERLANDSCH TAAL GEBIED. Nu, blijkens den tekst der reeds in den Senaat aangenomen nieuwe wetten tot rege ling van het gebruik der talen by het lager en het middelbaar onderwijs, de Nederlandscne eentaligheid van het Vlaamsche deel van België niet meer wordt betwist al zal, in de prac- tijk, wel getracht worden, de volledige toepas sing van dit beginsel zoo lang mogelyk tegen te werken is het voor iedereen, die de ont wikkeling van de Vlaamsche beweging met aandacht volgt, zeer duidelijk, dat de strijd om Brussel nu eerst gaat beginnen. En dat deze stryd uiterst vinnig zal zijn, kan thans reeds met zekerheid worden voorspeld. Immers, van den uitslag van dezen strijd hangt het af, of de geheele Brusselsche agglo meratie met bjjna 1 millioen inwoners, d.i. ongeveer 1/5 der bevolking van het Vlaamsche land voor de Vlaamsche loot van onzen Nederlandschen stam verloren gaat of gen eel teruggewonnen wordt. En gaat Brussel ver loren, dan verschuift de Vlaamsch-Waalsche taalgrens, binnen niet al te langen tyd, meer dan 25 K.M. naar boven en komt zij weldra te liggen ten Noorden van Vilvoorde, aan de poorten schier van Mechelen, in het hart van het Vlaamsche land! Een fout is het ongetwijfeld geweest, van zekere Vlaamsche zijde, tot vóór enkele jaren de Belgische hoofdstad als een soort van „nie mandsland" te hebben willen beschouwen en alsdan vrijwillig dit aanzienlijke deel van ons Nederlandsche taalgebied te hebben opgegeven, Verder dan het aanvaarden van een rechtvaar dige behandeling der Waalsche minderheid had men nimmer mogen gaan. Iedere wettelijke regeling, geldig voor het Vlaamsche land, had ook, in beginsel, op Brussel moeiten blijven slaan, mits inachtneming natuurlijk van som mige verzachtende bepalingen. Het opgeven van Brussel als voornaamste deel van Vlaanderen een zich thans wrekende daad van ethisch défaitisme" heeft tot ge volg gehad dat de besturen van dit gemeenten- blok van bijna 1 millioen inwoners, geleidelijk in Waalsche en niet-Vlaamsche handen zijn ge vallen en zich vrijwel geheel tegen Vlaanderen en de Vlamingen hebben kunnen keeren. Een duidelijk bewijs daarvan geeft ons de manier, waarop van de cijfers der volkstelling voor wat de gesproken talen betreft gebruik wordt gemaakt, om het Vlaamsche element in de Belgische hoofdstad en hare voorstaden in een minderwaardigen toestand te houden en dit element het onderwijs in en door middel van de eigen taal, te weigeren, waarop het recht heeft, een recht, dat zelfs aan de negers in de Congo-kolonie niet wordt ontzegd. Mag men de ambteiyke statistiek voor Brussel-stad van de op 31 December j.l. gehouden telling gelooven op welke wijze deze telling plaats had, willen wij hier voor het oogenblik onbe sproken laten dan telde Brussel (zonder de voorsteden) op den voornoemden dag 200.433 inwoners tegen 209.878 tien jaar geleden. Daarvan spraken, Op 31 December 1930: alleen Fransch of Waalsch: 67.632 (31 Dec. 1920: 57.938); alleen Nederlandsch of Vlaamsch: 26.002 (1920: 23.654)Nederlandsch en Fransch 96.042 (1920: 107.050). De andere inwoners waren vreemdelingen, die geen der beide talen spreken en kinderen beneden 2 jaar. Daar iedereen weet de huidige minister van Kun sten en Wetenschappen, Mr. Petitjean, be vestigde het nog vóór luttele weken dat 999 of 1000, onder de tweetaligen in België Vla mingen zyn, is het toch duidelijk, dat te Brussel- stad op dit oogenblik ongeveer 1/3 der bevol king uit Walen en Fransch sprekende vreem delingen en ongeveer 2/3 uit Vlamingen be staat. Toch worden niet de Fransch sprekenden, maar de Vlamingen er op bestuurlyk gebied als vreemdelingen behandeld, wat het college van B. en W. met een administratieve goocheltoer tracht goed te praten. Het telt namelijk de Vlamingen, die ook wat Fransch kennen en geacht worden in den dageiykschen omgang meer Fransch (Waalsch) dan Nederlandsch (Vlaamsch) te spreken, by de Walen en de Fransch kennende vreemdelingen en komt aldus tot een geheel van 125.088 inwoners, die uit sluitend of het meest Fransch spreken en 69.754, die zich uitsluitend of het meest van het Nederlandsch bedienen. Dit getal wordt dan uitgespeeld tegen de Vlamingen, die ook Fransch kennen al de Vlaamsch-gezinde geestelijk ontwikkelden verkeeren in dit geval en door hun dageiykschen omgang met Waalsche of anti-Vlaamsche bedrijfsleiders of kantoorhoofden wel verplicht zijn nogal veel Fransch te spreken. Het moet ook dienen om te verklaren, waarom het Brusselsche stads bestuur het lager onderwys geheel heeft ver- franscht, of juister ontvlaamscht, met het ge volg, dat de meeste ambtenaren in stedeiyken dienst niet eens in staat zyn tien woorden be schaafd te spreken of te schrijven en burge meester Max zelf, eindeiyk inziende, dat het wat al te bar begint te worden, verplichte Nederlandsche taalleergangen gaat inrichten voor al de ambtenaren en bedienden, die na 1 Januari 1932 in den dienst der stad Brussel zyn getreden. Of deze maatregel verband houdt met het plan tot éénmaking van de Brusselsche agglo meratie en de inlijving der ongeveer 20 (waar van verscheidene sterk overwegend Vlaamsche) voorsteden, is niet met zekerheid te zeggen. Neemt dit plan echter binnen afzlenbaren tijd vastere vormen aan, dan zal voor de Vlamingen ook het oogenblik gekomen zyn, om van de aldus geboden gelegenheid gebruik te maken 'en Brussel het weze dan zoo noodig met een voorloopig uitzonderingsstatuut weer voor het Vlaamsche land, waarbij deze stad behoort, op te eischen. (Neerlandia). „MOEDERTJE". De eerste Zuid-Afrikaansche klank- fllm. De openbare uitvoering van de eerste Afrl- kaansche rolprent „Moedertje" te Pretoria ls buitengewoon goed geslaagd. Het nieuwe Capitol-theater kan 2500 personen bevatten, maar byna 3000 klopten om toegang aan. De voorstelling werd bijgewoond door de leden van het hoogste taalgenootschap, de Suid- Afrikaanse Akademie, die juist haar jaarver gadering hield; de Afrikaansche, Vlaamsche en Nederlandsche volksliederen werden gespeeld. „Die Burger" brengt in de eerste plaats hulde aan den heer Joseph Albrecht, bestuurder der African Productions Ltd. en mej. Stephanie Faure, die zich groote moeite getroost hebben, om een voorstelling te doen slagen, welke het begin kan wezen van een Afrlkaansch rolprent- tconeel. Het hoofdbestuur van het Algemeen Neder landsche verbond en dat van de Ned. Zuid-Afri kaansche Vereeniging overwegen, in hoeverre het mogelyk is, de klankrolprent „Moedertje" ook in Nederland en Vlaanderen te doen ver- toonen. (Neerlandia) NEDERLANDSCH OP CEILON. Met groot genoegen zien wij in het Journal der „Dutch Burgher Union" van Ceilon weer een artikel geheel in het Nederlandsch opge nomen: Reis-indrukken van een Nederlandsche mevr. Tutein NoltheniusVan Haeften. Deze bydrage zal weer velen aanmoedigen, de studie van het Nederlandsch aan te vatten, waartoe (hans ruimschoots gelegenheid wordt gegeven. Hetzelfde nummer brengt een studie van wijlen den heer R. G. Anthonisz over de Nederland sche gouverneurs van Ceilon, welke blijkbaar bestemd was voor het tweede deel van zyn „The Dutch in Ceylon". Hoe uitmuntend de schrijver op de hoogte was èn van de leesstof èn van de over de wereld verspreide portretten der door hem behandelde geschiedkundige per sonen, blijkt op elke bladzij. (Neerlandia) Ditmaal een niet-idyllische Kerstgeschiedenis, door J. F. DE BIE. WEET U WAAROM? Waarom gloeit een glimworm? Een glimworm is geen worm maar een kever. Het gloeien wordt veroorzaakt door lichtgevende organen, die zich aan den staart bevinden. Alleen de vrouwelijke glimwormen gloeien, om, naar men vermoedt, de mannetjes tot zich te trekken. Waarom heeft de hond haren van verschillen de kleur? Er zijn cellen on verschillende deelen der huid die de ontwikkeling van verschillende kleurstoffen der haren veroorzaken. Waarom is visch glibberig? De meeste visschen hebben een soort buitenhuid, die de eigenlyke huid omsluit. Die buitenhuid bevat duizenden kliertjes, die een vliesachtig siy'm afscheiden, hetwelk het voor de visschen gemakkeiyker maakt zich door het water te bewegen. Waarom hebben onze ooren lellen7 Het ge wicht van de lel houdt het trommelvlies gestrekt om het in staat te stellen de geluidsgolven op te vangen. Waarom knippen w(j met de oogen? Het knip pen met de oogen houdt den oogbal schoon. De oogspieren bewegen de oogleden en het wasschen wordt door de afscheiding van de traanklieren gedaan. Waarom flikkeren do sterren? De aarde wordt veronderstelt te zweven in een globe ven nltro- geenkristallen. Het flikkeren wordt veroorzaakt door het passeeren van het lich door deze kris tallen. Waarom spelt het ongeluk als men zout morst? Totdat de wetenschap een manier vond om het zout goedkoop te produceeren, was het waardevol en dus ook zeer duur. Het werd ook gebruikt by kerkelijke plechtigheden. Zout te morsen stond gelqk met heiligschennis jegens de goden en wekte hun misnoegen op. Waarom wordt een stier woedend by het zien van iets roods? Sommigen beweren, dat een stier by het zien van rood woest wordt omdat rood de kleur is van bloed, hetgeen door hoornvee byzonder gehaat wordt. Geleerden hebben be wezen dat rood een overprikkelende uitwerking heeft op de zenuwen. Hoeveel woorden gebruikt een alledaagsch mensch? Een boerenarbeider gebruikt niet meer dan 600 tot 700 woorden, terwijl de woorden schat van een welopgevoed persoon 2000 tot 3000 woorden bedraagt. Waarom wordt 13 een bakkersdozijn genoemd? Reeds In de oude tijden werd een bakker ge straft die onderwichtig brood verkocht. Om aan den veiligen kant te zijn, gaf hy bij twaalf broo- den er een extra. Waarom zwaaien wij met onze armen wan neer wij loopen? Het slingerachtig zwaaien met onze armen waneer wy loopen, dient een twee ledig doel, ten eerste om ons lichaam in even wicht te houden en ten tweede om de longen beter in staat te stellen te ademen. Wat veroorzaakt witte plekjes op de vingerna gels? Gebrek aan voedsel. Er zyn kleine holten, die als ze met lucht gevuld raken, oorzaak zijn dat een voldoende toevoer van bloed naar de nagels wordt gevoerd en dus onvoldoende of niet gevoed worden. Is de pad vergiftig? Sakespeare gaf de pad een slechten naam toen hy haar .Leeiyk en vergif tig" noemde" noemde. Padden zyn volmaakt on schadelijk: ze zyn integendeel zeer nuttig, om dat ze millioenen, voor den land- en tuinman schadeiyke Insecten eten. Op vier wijzen kan de vleier gekend worden als een valseh vriend hy keurt goed wanneer gy kwaad dóet; hy keurt goed wanneer gy goei doet; hy verkondigt uw lof voor uw aangezicht, en spreekt kwaad van u achter uw rug. Een vrijgezellen-leven is prettig, beslist prettig. Je bent vrij en je komt thuis wanneer je wilt. Als je niet wilt kom je héélemaal niet thuis. Je trekt op met je medebewoner, je houdt je diep zinnige of luchthartige gesprekken met hem en als je bemerkt hebt dat dat eigenlijk allemaal op hetzelfde neerkomt, kük je mekaar in een paar dagen niet aan. Kortom: Als je als vry gezel op een „kast woont, leef je je uit, of je doet alsof. Er zyn echter kanten aan het vrijgezellenleven, die wel vrij, maar in het geheel niet gezellig zyn. Daar heb je by voorbeeld de feestdagen: Sinterklaas, Kerstmis, Nieuwjaar. Dat zyn nu eenmaal da gen, die je „in 't gezin" of te wel „ln den hui- selijken kring" door moet brengen. En de vrij gezel loopt dan met zyn ziel onder zijn armen, kruipt in leege café's waar slaperige kellners zonder enthousiasme schrale biertjes brengen en gaat, omdat alles zoo vervelend en ongezellig is, vroeg naar bed. Pim en ik verstokte vrijgezellen als we waren woonden reeds vier jaren lang op één kast. We hadden lief en leed gedeeld, zooals dat heet en alles ging goed, tot het tegen Kerstmis liep. Ik zag den dag met angst en vreeze aankomen, „Pim", zei ik drie dagen tevoren, „over een poosje komt het weer". „Wat ls „het"? vroeg Pim. Hy las ïn een boekje over wegbedekkingen, dat de een of an dere zonderling hem vanuit Berlijn had toege stuurd (Pim wist niet waarom) en hy scheen wat afwezig. „Kerstfeest", zei ik, en ik legde een min of meer weeke trilling in myn stem. „Oooo", zei Pim en gaapte filosofisch, „da's waar ook. Maar waaom zeg je dat eigeniyk zoo ineens. Je wilt toch geen boompje gaan koopen of zooiets griezeligs?" Ik verklaarde dat dat in het geheel mijn plan niet was en omdat Pim al in een zeer onroman tische bui scheen, zweeg ik er maar verder over. En ik bleef zwygen tot Kerstavond toe. Toen zaten we samen in de kamer en rook ten zware sigaretten. We schenen beiden hardnekkige pogingen te willen doen om het Kerstfeest heelemaal te ver geten. We spraken er dan ook ïn het geheel niet over, we rookten slechts en dronken thee. Hoe het kwam weet ik niet, maar Pim scheen toch niet heelemaal normaal te zyn. Hij zei ten minste plotseling: „Hé zeg, zit jy je ook zoo stierlijk te vervelen"? Ik moest bekennen, dat dit Inderdaad het ge val was. „Hoe zou dat eigenlijk komen? zei Pim. „An ders heb ik het nooit, maar vanavond voel ik me net of ik m'n schoenen verkeerd aan heb, Zou dat misschien ïn dat Kerstfeest zitten?" „Je kunt nooit weten", zei ik diplomatiek want ik kèn Pim. Eerst lokt hij de een of andere gevoeligheid uit, om je er daarna mee te be spotten. Vertel me eens,,' zei Pim, „wat doen de men schen in romans op Kerstavond.?" „Nou, zei ik, „ze drinken thee en later op den avond wyn. Verder hebben ze een kerstboom met kaarsjes en zoo. Ze geven mekaar ook geschen ken. En jong verliefde paartjes kussen mekaar als ze maar even een stukje groen zien. Dat mag met Kerstmis openlijk, weet je". Pim schudde scepisch het hoofd. „Niets voor mij", doen ze niks anders? Als het nou bijvoorbeeld vrijgezellen zyn Ik pijnigde mijn hersens en zei tenslotte: „Je leest wel eens, dat de menschen met Kerst mis of met oude jaar geschiedenissen vertellen". Pim keek welwillend. „Daar zit iets in", sprak hij grijnzend. Laten we mekaar eens een geschiedenis gaan vertellen". „Als jij dan maar begint", zei ik. „Ik weet op het oogenblik niets". Pim nam een versche Virginia, roerde in zijn thee en sprak toen: „Ik weet wat". „Vertellen", beval ik. t „Goed, zei Pim. Het gaat over den dienst. Ik was indertyd als landsverdediger in Rotterdam. Een stelletje pientere kerels waren daar bij el kaar. Ze konden allemaal met een benijdens waardige vaardigheid kankeren op alles wat met infanterie te maken had en als je ze mocht ge- a - - 1 een hemel danken als ze morgen aan den dag weg konden gaan. Nu was er één kerel by, die aan al dat ge kanker niet mee deed. Het was een boom van een vent, die ergens uit het Noorden kwam. Rare kerel, die Karei. Als je hem zag dan kon je zoo verklaren, dat Is Holland's welvaren. Maar toch scheen hij iets te hebben, dat niet heele maal normaal was. Hij had hoe zal ik het noemen een soort paplerwaanzin. Ja, dat is het juiste woord: Papierwaanzin. Dat ging zoo: Als Karei ergens een stukje wit papier zag lig gen, ging hij er naar toe, streek het glad, keek erop en zei dan: „Nee, dat is het niet". Zooiets is niet erg natuurlijk, maar Karei deed het vreeseiyk consequent. Als hy by voorbeeld in het gelid stond en hy zag ergens een papiertje liggen op de binnenplaats, dan hielpen er geen duizend meerderen aan: Karei stapte uit het gelid, raapte het papiertje op en zei, als hy het bekeken had: „Neen, dat is het niet". In het begin kreeg hij douw op douw, maar toen het niet ophield met die papiermanie van hem, bracht men hem voor den dokter. Deze geleerde man beklopte hem van onder tot boven en zei tenslotte: „Je bent kerngezond. Ingerukt marsch!" En de papienvaanzin ging weer door. Op zekeren dag was het tweemaal achter elkaar gebeurd, dat Karei het gelid had verlaten, om een stukje papier op te rapen. De luitenant tot het uiterste gebracht riep uit: „Breng dien vent naar den doker of naar de petoet. In ieder geval: Breng hem weg". Ik was de man die Karei weg moest voeren natuurlijk naar den dokter. Die scheen nu niet bepaald op de komst van den zonderlingen dienstplichtige gesteld te zijn. Hij zei althans: „Ik heb dien vent onderzocht en hij mankeert niets. Maar die papiertjes, zei ik, Het is wer kelijk niet uit te houden. Hij loopt gewoon uit het gelid en hy sehynt er niet eens wat aan te kunnen doen. De dokter schudde het hoofd. Weet je wat, zei hy, ga met hem naar den militairen arts te R. Dat is de hoogste in stantie op geneeskundig gebied. Laat die hem eens onderzoeken. Zoo gezegd, zoo gedaan. Karei en ik trokken in de beste stemming naar E. en daar werd Karei nogmaals aan een grondig onderzoek on derworpen, Resultaat natuurlijk nihil. De ge- Eglise wallonne. (Begynhof). (Ned. Herv. Kerk.) Dimanche 13 décemtore. 10 h. 30 Service, 3e dimanche de 1' Avent. 12 h. Service des enfante. 20 h. Service, catéchisme réformé, 7e section. Pasteur Krafft. Vendredi 18 décembre. Service de préparation aux fêtee de Noël. Collectemensuelle pour 1' Eglise. L'Eglise est ouverte tous les joures de 10 h. 17 h. Ned. Herv. Kerk Bloemendaai. V.m. 10 uur, Ds. W. C. Posthumus Meyjes van Rotterdam. Jeugddienst in het Jeugdhuis. voor jongens en meisjes van 12- -16 jaar. V.m. 10 uur, de heer Fred, G. Beekman, Direc ter Stads-zending, Amsterdam. Voor jonge menschen boven 16 jaar. 's Avonds 7.30 uur, Ds. J. J. Stam, van Rot terdam. Overveen. V.m. 10 uur, Ds. J. C. van Dyk. Donderdag 17 December. 's Avonds 8 uur, de heer K. Koopman. -Bijbel lezing, Gebouw „Maranatha"'. Donderdag 17 December. 's Avonds 8 uur, Ds. J. C. van Dijk, Bybellezing. Ned. Hervormde Evangelisatie te Santpoort. V.m. 10 uur, Ds. L. W. Erdman, IJmuiden. N.m. 5 uur, Ds. M. G. Blauw, Haarlem-Noord. Ned. Herv. Kerkgenootschap Santpoort. Vm.. 10 uur, Geen dienst. 's Avonds 7 uur, Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. Opzettelijk of vanzelf? Zach. 6, vs. 12, 15a. Medewerking van het zang koor. N.B. Dezelfde spreekt de Bloemendaai in het kerkgebouw van den Ned. Protestantenbond 13 Dec. v.m. 10% uur, over: „Het heil nabij". Nederl. Protestantenbond, afd. Bloemendaai, V.m. 10% uur, Prof. Dr. G ,A. van den Bergh van Eysinga, Santpoort. Onderwerp: „De heilstijd komt". Jez. 55. vs. 1. Religieuze Kring Aerdenhout. V.m. 10% uur, Prof. Dr. J. Lindeboom, Hoogl., Groningen. Geref. Kerk, Bloemendaai. V.m. 10 uur en n.m. 5 uur Ds. J. C. Brussaard, De Vrije Katholieke Kerk, Popellaan Kinheimpark. Zondag 13 December. V.m. 10.30 uur, Gezongen H. Mis, met Praedi- catie van Priester Ko Borsten. Woensdag 16 December. N.m. 8 uur, Toespraak van Priester Ko Bor sten, over: „De Voorbereiding voor het - Kerstfeest, gevolgd door Lof. Donderdag 17 December, V.m. 7.30 uur, Gesproken H. Mis. leerde man vond het geval zeer Interessant, vooral toen Karei onverstoorbaar eenige papier tjes, die op het bureau van den dokter lagen, open had gevouwen, om ze na een teleurgesteld: Neen, dat ls het niet, weer neer te werpen. Ky-k eens man, sprak de dokter, Ik heb zooiets nog nooit bij de hand gehand. Héél in teressant, werkeiyk héél interessant. Hoe dan ook, je lykt me ongeschikt voor den militairen dienst. Als je aldoor uit het gelid loopt om pa piertjes open te vouwen, is het onmogelyk dat er ooit een bruikbaar soldaat uit je groeit. En de dokter zette zich neer en schreef een briefje voor den compagnie-commandant, waar in hy verklaarde, dat de recruut K. B, volgens hem niet geschikt was voor den militairen dienst en voor afkeuring in aanmerking kwam, Karei nam het briefje aan. Even keek hij er naar, vouwde het open, las het en sprak met een vreugdevollen glimlach: Hè, hè, dét is het nou! (Nadruk verboden). ZIEKTEN ALS GEVOLG VAN HET Onder ongunstige meteorologische invloeden komen vermoeidheid, hoofdpyn, spierpyn, pijn' lijke scheuten in de ledematen, veranderingen in den bloeddruk, oorsuizingen en prikkelbaar heid meer dan anders voor. Iin den laatsten ti|41 heeft men zelfs verband gelegd tusschen veran deringen in het weer en het vaker voorkomen I van beroerten. Ook de functies van de adem-1 halings- en spijsverteringsorganen kunnen ver stoord worden door weersveranderingen, terwij! I als gevolg hiervan ook asthmaüsche aanvallen voorkomen. De slechtste uitwerking hebben veranderingen I in den luchtdruk, doch de vochtigheid der lucW doet haar invloed gelden. Het ongunstige b echter de daling van den luchtdruk en wel, dat dan de gassen in het bloed een abnormal I toestand veroorzaken, door hun weg door hd darmkanaal te nemen. Er ontstaan voorts 1 gunstige veranderingen in de longen, waart I ook de siymvliezen worden betrokken. Het mU I tegenwoordig eveneens als bewezen worden te I schouwd, dat eenige hartaandoeningen door bt f weer in de hand gewerkt word-en als gevolg va; I de min of meer belangryke veranderingen i1] den bloedbaan. Hy hield zyn woord. „Waarom hebt U Uw vrouw doodgeschoten" I „Ik kon niet langer meer met haar omgaan Hec leven was een hel voor ons beiden." „Maar dan had U zich toch kunnen scheiden". „Onmogelyk. Ik had haar in den verloviaf-l tijd beloofd tot haar dood by haar te blijven al ik wilde woord houden". Philosophic. Eerste dief„Stelen zou een goed zaaltje vis er maar geen gevangenissen waren". I Tweede dief: „Als de gevangenissen er »"'l waren zou iedereen gaan stelen zoodat de currentie veel te groot 20U worden". HP Wie pryst er ooit eei die oude b En daarvoor in de p geen nieuv Maar hadden overla ons ouder: Wat zou dan Hollan< als veen e En schoon ik dezen van nieuv Of niet voltrekken i en weinig Dit acht ik evenwel voor mij j Ik kenne wakker vo dat na mi Dit is des werelds 1 wij bouwe Meest tot een andei niet voor Gaat, planters, maai een bank Uw vlyt is voor een dat na or Naar J. Cats. leven. 1655. De geschiedenis herhaa thans de Bloemendaalseht beroering brengt, speelde 1903 in Haarlem en Alk plannen beraamd werden c de Haarlemmerhout en de herzien, nadat zij jarenlar ren. Het egoïsme van dez< tyd kenmerkt, speelt ook Men bekommert zich niet Het nageslacht moet maa „Hoe lang zal het duren nu geplant worden, ook g dat niet meer. dus de oui lijke moeten blyven". Dit i ring van de opposanten, hoewel ten onrechte, redi privé bezit betreft, waar 1 publiek bezit, is het eei Althans de overheid mag Het gemeentebestuur is het gemeentelijk bezit, m( houden en zorgen, dat het voor de toekomst verzeke Het nageslacht moet oo nomen worden en evenals zorgd hebben, dat wij thi moeten wy thans zorgen, na ons komt, ook wat h< Laat men uit een ego zaken, zooals zij zijn. en de toekomst, dan zal he) dankbaar zijn. Velen zullen zich wel verwoesting, die heeft p Haagsche Bosch door de 1912 ,toen 1/10 van het'.] Gezonde boomen werden zwakke medegesleurd. He wanbeheer, voortgesprotei tisch standpunt. „Het bos als het is" niettegenstaai kundige rapporteurs hac bosch beter te behandelc en opnieuw te planten. Hc heeft het echter beter gei durfde daardoor niet in b kende gevolg. Het wordt tegenwoordig tlng, alles te willen beh alsof de tijd daarmede Wie alleen zich laat leid alles te laten zooals het de toekomst, komt bedrog leven niet eeuwig. Nu moge een oerwoud beschermers een ideaal z een oerwoud geen mensci steeds, doch geleidelijk, Bloemendaalsche Bosch menschenwerk temidden king en kén zicb niet 5 dus onderhouden worden leidelyk en stelselmatig i worden. Men denke daar< LEON Naschrift van een dicht- der redactie: Nu is er voor U, onze F voor vaderlijk en prettig Gelyk een man betaam voor Jan Publiek, die a en kloeg een vroed beslui om met het Algemeen I op Springer's deskundig het kapmes en de schoj het oudste hout, de boo lucht makende, alwaar i wegwerkende al wat tei ons Bloemendaal-Van-str Zoo zult g-y aan het naj hoe het beheer van het j in dezen tijd ten Raadhn in handen is van dappere die praten laten, aan de tanden va het bosch, dat alti niet overlaten; maar trekkend lessen u werken voor Bloemenda

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1931 | | pagina 4