TWEEDE BLAD
KINDERVERHAAL
KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT.
Paschen.
Brokjes Levenswijsheid.
Paaschgedachte.
Pandora.
SCHAAKRUBRIEK.
WA
MïfÊL m. Él
éM: wé «1
B
tkSB iff m
Door G. Th. ROTMAN.
GEMEEiNTERAAD.
Hoog van den toren, zoo helder en klaar.
Klinkt er het klokkenlied. Luister!
„Hij is herrezen! Het wonder is daar:
't Licht overwon weer het duister,
t Straalt in de harten. De vreugde is groot:
't Leven blijkt sterker dan ditmaal de Dood!"
„Paschen!" Het klinkt als een jubelgezang:
Feest van nieuw licht en nieuw leven.
Nog toeft de Winter, maar hocp'lijk niet lang,
Dan is de koude verdreven;
En dcor den adem der Lente geraakt,
Is de natuur uit haar schijndood ontwaakt.
Hoop en verlangen vervullen het hart;
Drukken nog heden de zorgen,
Was ook 't verleden vol droefheid en smart.
Blijde begroet men den morgen.
Wacht, met den blik op de toekomst gericht:
Paschen, de Lente, het Leven, het Licht!
(Nadruk verboden)
Waarmee moeten wij de tegenwoordige wereld!
vergelijken? Wie de maan of een ander hemel-
lichaam door de telescoop ziet, ontwaart een rim-
pelige bol. Zóó ziet onze aarde er ook uit, als men j
haar uit de hoogte beschouwt. Een rimpelig en.
schilferig onooglijk grauw knolletje, niet ongelijk
aan de bloembollen, welke men tegen Sinterklaas
lichter de ruiten van den zaadhandel uitgestald!
ziet.
Dat is onze aarde: een uitgedroogd, klonterig,
modderig bolletje. Men voelt lust, haar uit te wer-1
pen uit het heelal.
Hoe weinig vreugde Is er op onze aarde, hoe
veel verdriet! Onrecht, onwijsheid, onzedelijkheid, j
De aardigheid is er af. Al ts lamg hebben
we op dit dorre, stoffige ding gekeken. Het is
de ééne dag geweest als de andere, even mis-j
troostig, even somber en suf. Wat'is er meer!
aan het leven? Helaas, dit doemwaardig men-
schenbestaan!
Moeten we alle woorden nog opsommen, waar
wee wij ons tijdsgewricht kenmerken? Crisis, ma-;
laise, werkloosheid, baisse, bankroet. Politieke
conflicten, oorlogstoerusting, dreiging met revo i
lutie. Loonsverlaging, verwaarloozing, achteruit
gang, ellende. Hopeloosheid, troosteloosheid,
moedeloosheid. Misère zonder eind. Onafwend
bare ondergang. Stervend Europa. Stervende
wereld. In afwachting van de katastrofe.
Een vuile onooglijke bol in de uitstallingskast
van het heelal.
Ik heb zoo'n knolletje bij den zaadhandel ge
kocht en het ln een bakje gelegd. Het symbool
Van de samenleving, het symbool van den tijd
In de donkere dagen voor Kerstmis heb ik het
neergelegd tusschen wat grintsteentjes. Ik kon
het niet meer terugvinden, want wat onder
scheidde het van het grint? Zelf leek het een
steentje, zoo'n keihard, grijs stukje kiezel met
modder besmeerd. Daar lag het, tusschen de
overige steentjes!
Het was de donkerste tijd van het jaar. De
schemerige nacht zonder uitzicht op daglicht.
Mist omhulde de vensters. Grauw van binnen en
van buiten Grauw de zielen der menschen,
voor wie het in deze ontwrirhle wereld ook nacht
was geworden, onherroepelijk nacht.
Ik tuurde op mijn steentjes. Ja toch, er wèsj
onderscheid, al was het de moeite niet waard, j
Maar aan miin knolletje zat een groen puntje.
Niet grooter dan een spsldoteop. Een spruitje I
dat aan de overige grintsteenen ontbrak. Niet'
grooter dan de beloften van den Volkenbond en!
de Ontwapeningsconferentie. Niet grooter dan de
samensprekingen over schrapping van oorlogs
schulden. Niet grooter dan het ontwerp van een
nieuwe, gezonde en redelijke maatschappij. Maar
het wès er. dit puntje, dat bewees, dat dit rim
pelige knolletje geen keisteen was.
Nu is het van Kerstmis Paschen geworden.
De eeuwige schemer van 't jaar is verdwenen. De I
dag is teruggekeerd na den langen, duisteren
nacht. De zon is herrezen. En in het bakje voor
't venster, waarin mijn rimpelig knolletje tus
schen de grintsteenen lag, prijkt nu een vroo-
Hjke bloem, die het vertrek met haar geur par
fumeert.
Waarmee moeten wij de tegenwoordige wereld
vergelijken? Wie de aarde uit de verte door de
telescoop kon waarnemen, zou een rimpelig en
schilferig, onooglijk grauw bolletje zien. Hoe"kan
uit deze klonterige knol een geurige hyacinth
omhoogspruiten? Geloove, wie het gelooven kan!
Dit is ons Paaschgeloofdat dit wonder mo
gelijk is. Mogelijk niet alleen, maar noodwen
dig. Het is de uitkomst van een natuurlijk groei
proces. Even stellig en zeker als uit de verdroog
de bloembol een schitterende en geurigo hyacinth
moet te voorschijn komen, zal uit het troostc-j
looze grauw van onze tegenwoordige samenle-|
ving een herboren wereld verrijzen.
Nu? Vandaag? Morgen? Dit hébben wé ook niet i
aan onzen bloembol gevraagd, toen we hem in'
het du'stere getijde neerlegden tusschen het'
grint. Wij wisten, dat tusschen Kerstmis en
Paschen weken en maanden wrloopen en dat
alles in de natuur ziin groeitijd moet hebben.
Ook voor den maatsehappelijken wasdom is tijd
noodig, en de aarde is zooveel grooter dan een
bloembol. Zullen de weken en maanden dan
ook. niet zooveel langer duren?
Ja, als onze menschenmaatscbappij e=n dood -
ding, een grintsteentje was, dan ware al ons'
wachten tevergeefs. Maar zij is een levend orga- i
nisme, evenals de bloembol, en daarom kun-!
nen wij met hoop in het hart, haar stellig ren-
maal te verwachten bloeitijd tegemoet zien."
H. G. CANNEGIETER
een Paasch-sprookjo
door
H. G. CANNEGIETER
(Nadruk verboden)
Tegelijk met de lente kwam Pandora op
aarde om de menschen de geschenken der
goden te brengen. Slechts één geschenk hield
zij achter in haar onuitputtelijke doos.
Met een droefgeestigen blik overzag zij de
woonstedon der menschen, voordat zij zich
terugtrek in de spelonk van het doodenrijk,
dat tevens de verblijfplaats der goden is.
Want zij wist, dat haar overvloed ten ver-
derve zou voeren.
Maar de menschen grepen hetgeen zij von
den, met beide handen aan. Zij bekransten
zich met de bloemen, die onder de rijzende zon
uit de velden omhoogschoten; ze aten zich te
bersten aan de eieren der vogels en aan het
fruit van de hoornen en ze bedronken zich
aan den jongen wijn.
Overstelpend waren de rijkdommen, waar
mee de godin ze gezegend had. Daar waren
werktuigen, waarmee één mensch den arbeid
van twintig kon doen; voertuigen, welke zich'
zelf voortbewogen met de kracht van wel hon
derd paarden; poeders, welke men maar over
't land had te strooien om een duizendvoudi-
gen oogst te verkrijgen. Wat al een middelen,
wat al een speelgoed, wat al een lekkernijen!
De overvloed van de aarde vermenigvul
digde zich. Men wist met haar goede gaven
geen raad meer. Men verbrandde het graan,
wierp de koffie in zee en sloot de petrcleum-
bronnen af. En steeds wiesen de voorraden
aan.
Ook het speelgoed der menschenkinderen
vermeerderde zich. De renwagens vulden de
straten en verstopten de pleinen. Muziek-
doozen overstelpten het luchtruim met hun
geluid. Bevallige vliegers duikelden cm en
over elkaar. En in tie kijkspelen, waar :1e
menschen hun eigen angsten en weuschen in
groteske figuren het witte doek zagen bevol
ken, verdrong zich de menigte.
De brandkasten zaten vol geld en de bank-
üjetten stapelden zich op. De effecten wer
den zóó talrijk, dat ze hun waarde verloren.
Het goud klonterde in de kluizen tot zware
blokken bijeen. Nooit had de wsreld zulke fa
belachtige roillioenengetallen gepreveld.
Maar de vloek van de goden rustte op dezen
gemakkelijk verworven overvloed. Stikkend
in rijkdommen, benijdden de bezitters elkaar.
2ij gunden elkander het licht in de oogen
riet. Afgunstig sloten de kooplieden voor hun
concurrenten de grenzen. E'e ondernemers
trachtten in onderlingen wedijver elkaar te
vernietigen. De rijken onthielden de armen
arbeid en brood. De sterken maakten de zwsk-
voorwerpen raakte hij aan. wanneer zijn hand al
tastende zocht; angstwekkende kreten stegen
aan weerszijden van hem op. De lucht werd tel
kens bedompter en de geur van ontbinding, die
uil den boaem oprees steeds sterker. Honger
en dorst begonnen Xenos te kwellen en zijn hoofd
barstte van pijn. Hoe verder hij voortschreed, te
onverdraaglijker werden de folteringen.
Maar Xenos gaf het niet op. Hoelang hij reeds
in deze onderwereld ronddoolde, wist hij zelf
niet, want het verschil tusschen dag en nacht
bestond niet in deze doorloopende duisternis.
Aan de gruwelen, welke hü hier te doorstaan
.ïad, scheen nimmer een emd te komen. Vvan-
neer hij hier in dit hol aan de aarde terug
dacht, kon heimwee hem bekruipen. Wat was het
verderf van den overvloed bij de ontzettende
ontbering, die hij thans leed?
Eindelijk ontwaarde hij temidden van deze
diepste duisternis een lichtpuntje. Hij liep er op
af en vond aan het eind van de spelonk de bron
van dit schijnsel. Het licht straalde af van een
edelsteen, welks fonkelende facetten heel de hal,
waarin Xenos tenslotte beland was, met een
wonderbaren glans overstroomden.
Bij den steen lag een oorkonde, waarop met
gouden letters geschreven stond: „Dit is de
tooversteen van de wijsheid. Wie hem bezit,
schouwt den zin des levens. Wie hem op zijn hart
draagt, hoopt in mismoedigheid, gelooft te
midden van twijfel en beantwoordt hardheid en
haat met alles overwinnende liefde. Zonder
hem verliezen alle geschenken der goden hun
waarde en leiden alle goede gaven tot verderf.
Met hem wordt de wereld een paradijs en het
menschenleven een hemel. De goden hebben de
macht, alles te schenken behalve dit kleinood.
Slechts wie doc-r dood en duisternis tot zijn
schijnsel doordringt, zal zijn offer en inspan
ning beloond zien mat dit onvergankelijk bezit."
Wederom was het lente op narde, toen Xenos
van zijn smartelijken tocht naar de bewoonde
wereld terugkeerde. Niemand herkende hem,
want de jonge man was inmiddels een grijsaard
geworden. Maar de steen, welke hij op zijn hart
droeg, gaf hem een kracht, honderdmaal sterker
dan die der jeugd.
Hij voelde zich als herboren. Met opgericht
hoofd en met fieren tred schreed h(J voort over
de wederontwaakte aarde, waar groen en
bloemen aan alle kanten omhoog schoten en in
de booraen de lijsters hun lentelied zongen. De
kracht van zijn tooversteen bezielde zijn hand
en zijn hoofd en overal, waar hem menschen
ontmoetten, verspreidde hij vreugde en hoop.
De kracht van zijn tooversteen straalde uit op
ieder, die met hem in aanraking kwam en zii
bracht een volslagen omkeer op aarde teweeg.
Iv?t vva.F of ertvo'hoven:?.? v^ss
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den
Schaakredacteur, Cruqulusstraat 19, Haarlem.
PROBLEEM NO. 337.
J. Gottfried
(Lawiercie).
mm rn/m
i mm wp i pi
'MM '///m jk MM WiM,
mm mm' mm/ mzj/a
pp,«f
Mat in vier zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kb6, Tb7, Tg3, Pd2, Pe6, b4.
Zwart: Ke8, Tal, Td4, Lbl, Pa2, b5, c6, d6,
g5, g6.
PROBLEEM NO. 338.
J. Berghmans (België).
(lste prijs, wedstrijd van den Vlaamschen
Probleimistenbond, 1930).
ken schatplichtig. En in hun wrevel en over-'die in de overvloedige wildernis van weldaden,
moed misbruikten de volken de gaven der, waarin de menschheid verward was geraakt,
godin tot het vervaardigen van moordtuig en! orde en doelmatigheid schiep,
steeds meer ging de bedreiging met een alge- Pandora, die bij haar jaarii
Fataal
Bezoekende dame (tot het dochtertje der!
huisvrouw): „Is je moeder thuis, lieve?" t
„Neen, ze is uitgegaan".
„En weet je ook wanneer ze terugkomt?"
De kleine (de kamer inroepende): „Mama
wat moet ik nu zeggen?"
aieene slachting de harten der burgers be
klemmen.
En zoo groeiden de weldaden der wereld aan
tot een wildernis, tot een oerwoud vol dooreen
gevlochten stammen en stengels, waarin geen
mensch meer den weg wist. Gelijk een vrucht
bare tuin, als de hovenier ontbreekt, in rijn
eigen gewassen verstikt, verstikte de samsols- j
ving der menschen door het gebrek aan regel en j
orde.
Bekneld tusschen hun eigen rijkdommen, sleep-j
ten de bewoners der aarde zich moeizaam voort. I
Do gezichten verbleekten, de handen verslapten,
de knieën knikten door. Zij zuchtten en vloek-
jaarlykschen opgang uit
het rijk van de duisternis wederom aan den rand
der spelonk stond, glimlachte 'blij, toen ze Xenos
aldus herboren voorbij zag gaan.
Nu is het laatste geschenk der goden ln han
den der menschen gevallen; nu kan ik de poort
der duisternis sluiten", fluisterde zij.
En nimmer is sindsdien Pandora op aarde
wedergekeerd.
Een openbare vergadering van drio uur, voor-
Mat in twee zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kei, Da7, La8, Lb6, Ph2, d2.
Zwart: Kei, Th3, Lf3, Phl, g2, h4.
DE WERELDKAMPIOEN OP REIS.
Dr. Aljechin maakt een wereldreis, die in
Marseille is begonnen en hein over Port Saïd,
Colombo, Saigun, Sehanghai, Kobe, Honolulu
naar San Francisco zal leiden. Daarna gaat hij
naar Los Angslcs, waar men ter gelegenheid van
de Olympische Spelen ook een schaaktournool
wil houden met Aljechin als deelnemer. In dien.
ten cn verteerden hun gemoed in bitterheid en afgegaan door «en besloten zitting van een uur ii00p van aen zonier a2*"" hlJ over Ne^ Yorlc
angst.. Een vergadering met een staartje, gelük te vocre naar PariJs ten!® te keerln' wonttdoor
1 zien wa-s met een agenda van achtten punten,!*"1 en radtemaatechanoii bekos-
117. Een daverende slag- een laatste slot-
acccord van alle toetsen tegelijk, en daar
lag het prachtins.rument als een vormelooee
hoop planken en snaren op de steer.en.
Maar de dienders sprongen van hun motor,
gooiden de autodeuren dicht en schoven er
de ijzeren staat voor. Toen maakten ze, ver
rukt over hun heldendaad, een rondedans,
of er geen gebroken piano op de wereld be
stond.
118. Begeleid door de motordienders tufte de
auto nu in vliegenden galcp naar de dier
gaarde en kwam daar tegelijk aan met ka
pitein Klakkebcs. Deze was per taxi op jacht
gegaan en had, dcor middel van lasso's, den
gorilla en de elandantilcpe weten te bemach
tigen. Glorieus kwam hU aanluffen, terwijl
de anme dieren zich het vuur uit hun hielen
liepen cm de taxi bij te houden.
119. Terwijl de gevangen dieren stevig achter de
tralies gezet werden, stond ergens in de stad
een van de giraffen een greentekar leeg te
peuzelen. „Pik, ik heb je!" dacht de groen
teboer, toen hij 't zag. Hij sprong op den
bok, legde de zweeD er over en reed regel
recht de diergaarde in, 'erwijl de domme
giraffe al smullend meeholde. Die was dus
ook gevangen. f
120. De neushoorn werd door het diergaarde-
personeel uit z'n netelige positie veriest en
eveneens in de diergaarde ondergebracht,
terwijl kapitein Klakkefcos op 'n tweede
autotocht cok de andere giraffe wist te van
gen. De directeur van de diergaarde, wien.'
Maar de diender sprongen van hun motor,
harmonica in elkaar gedrukt was, dankte
den kapitein hartelijk voor de belangrijke
aanwinst, die hij de diergaarde bezorgd had.
Wederom was de aards ontwaakt uit haar
winterslaap. Maar de vreugdevuren lagen on
aangestoken en inplaats van de blijde zangen
van vroeger weerklonken kreten van waanzin
en smart.
Wederom was Pandora, de dochter der goden,
op aarde gekomen. Geleund tegen den wand
van de spelonk, die toegang geeft tot het rijk van
de duisternis, staarde zij met weemoedige oogen
naar hetgeen de menschen met haar geschen
ken hadden gedaan. Boven haar hoofd suisde
een geluid door de lucht. Zij keek op. Maar 't wa
ren niet de ooievaars en kraanvogels, met zoeler
lucht uit hst zuiden teruggekeerd. Het was een
esquadrille ooriogsvliegtuigen, beladen met bom
men van twee ton zwaar.
Een jonge man kwam voorbij de spelonk. Ook
zijn gelaat vertoonde, evenals dat der overige
menschen op aarde, de sporen van wrok en ver
driet.
Dc dochter der goden begroette hem.
„Wel, Xenos", zei ze, „zijt ge niet blij met de
gaven, welke ik in zoo kwistigen overvloed over
de menschheid heb uitgestrooid?"
„Vloek over uw gaven, Pandora! Zij hebben de
menschheid tot ondergang gebracht. Ze zijn
geen gaven des levens, maar gaven des doods."
„Ge hebt alles wat ge maar wenschen kunt,
Xenos. Waarom zoudt ge nu niet gelukkig zijn?"
„Ja juist: waarom?! Wisten we dit maar. Het
is hierover, dat de menschheidzich het hoofd
breekt. Waarom brengt de overvloed, welke de
aarde schenkt, geen geluk? Waarom brengt hij
rampspoed? Zeg mij, Pandora, dochter der go
den, cue alles weet, waarom? Waarom?"
„Ge hebt gelijk, Xenos; ik, die in het rijk der
duisternis met de goden verblijf houd, weet alles.
Ik weet ook dit. Wil ik u het geheim openbaren?"
„Ik luister, Pandora."
„Welnu, Xenos, ik heb niet alle gaven der go
den aan de menschen gebracht. Er is één gave
achtergebleven. Die kan men niet ten geschenke
ontvangen, die moet men zelf ontdekken en
zelf komen halen uit het rijk van de diepste
duisternis."
„Laat mij afdalen, Pandora!"
„Bedenk u, Xenos, voordat het te laat is. In
het rijk der duisternis wachten u verschrikkin
gen, zooals ge op aarde nooit hebt doorleefd. Ge
moet tot de uiterste ellende doordringen. Dear
zult gij het achtergehouden geschenk vinden.
Maar om dien tocht te volbrengen, moet ge een
held zijn. Zijt ge een held, Xenos?"
„Ik hoop het, Pandora. Toe, laat mij afdalen!"
„Daaj ax. Xenos, maar west, dat ik u geen weg
kan wijzen. Niemand kan u tot gids zijn op de
zen ontdekkingstocht. Zonder geleide en zonder
gszelschap zult ge in dezen donkeren doolhof
moeten doordringen."
Maar de jenge men was de dochter dei' goden
reeds voorbij gesneld en dook af in de spelonk,
waarvoor ze op wacht stond. Ondoorzichtbaar
was de duisternis, die hem omgaf. Gruwelijke
j een scheepvaart- en radiomaatschappij bekos-
waarvan één zelfs publiek had gelokt. Het be- AIJ-ch'-n moet ln alle havens, waar aange-
iuMwwroll i n mnn flrfiiwn nn VArivrtTO/*n„
stuur van de Vereeniging „De Bloemendaalsche
Montessorischool" was namelijk verschenen,
■roodat we „publiek" in de Raadszaal hadden en
het, vóór de vergadering zelfs een gezellige
drukte was in de loeallteitj van den bode. Als
eenmaal het nieuwe Raadhii's er komt. hopen
we, dat het half millicen, dat er in de plannen
voor uitgetrokken is, een wachtkamertje voor de
wr. kan overschieten. Niet of de trouwe van
Ape1 doorn is een vriendeliik custrs. maar als de
publieke be'angstelling zich aan de journal'«Hek
gaat paren kom je al gauw ln de dubbrie cijfers
cn daar is een bodekamer nu niet altijd op be
rekend.
Als het nieuwe Raadhuis.... maar zoolang
waren we nog lang niet. Daar waren om te be
ginnen de ingekomen stukken, die vlot onder den
hamer doorgingen. Van den heer G. J. van der
vi'et werd een perceel grond ter grootte van
786 M2. lan-s den Korten Zillweg overgenomen.
Een symoathiek verzoek van de buurtverreni-
ging AerdenhoutBentveld om verschaffing van
speel- en soortterrein ging om prae-advies naar
B. en W. Hopen we. dat het gemeentebestuur
hier of daar een laoje grond bescb'kbaar wil
stelten Wat soeelte-rrein in de femeente is wer
kelijk geen ovcbodlae wee'dc. Mede zullen B. en
W. te nrae-ad.viseeren hebben over een verzoek
van ouders en te°rltngen van school F. te Aerden
hout om aansteh'ng van een boventallige leer-
teracht en ten slotte was bii de ingekomen stuk
ken nog een bericht van dén Commissaris der
Konipzin. dat hii den burgemeester op diens
verzo-k een ziekteverlof van tien dagen, in
gaande IR Maart, heeft verleend. More onze
voortvarende Burgemeester 'n deze decade vólko
men herstel van eezondhe'd vinden!
Ook wethouder Laan verteat Bloeirondaal voor
oen noosje. het-ze^n de verii'-zipg van een loco-
wethouder nood"akcliik maakte. De heeren Dor-
hout Mees en Kremer kwamen daarvoor elk met,
-es stemmen in aanmerking de heeren De
Toren. Dr. L-strteux Hendricks en Dr. Waal
Ma.tefi't ontbreken nl. on 't annèl. -maar aan-
"'-n de be-r Dorhout Mees te kennen paf. dat
hii de eer gaarne aan ztm buurman ter link«r-
zhde runde, won de-e bü de volgende stemming
de race en w-rd met zeven van de twaalf stem-
m°n tot tUfteülik wethouder verkozen.
Inmiddels kreeg hii in 't voteend oczenblik een
-nuoltte te schut-n met, R en W.. die. zooals
men weet,, den Raad had-vn uitgeno-digd. de
door de Ve—enteteg ..De Bknie» tea!s-He Mo"-
t—,-ow'"ov>o-i" gevraagde medewerking ex art,. 72
der L. O. wet. te wete-ren. H'i bte-k de eenige
•"'et te ziin. <"v>k óe heeren (7e«ree «n Sehnlz ver-
'•'"ard-n zteh tew-n dit vn<—-tel. De zaak komt,
h'eron neer. dat er in Bloemi-o-teei aan de
sch0oi van den heer Wiison reeds Mont-sre"'-
oodevwii.-. wrrdt ge—ven. tfontessori-ond-rwiis.
dat echter, naar het oorete-l der genoemde V"*-
tte-on naam ten n-u.„„ht„ dra-rt. Z
vraagt met de w-t in de h-nd dus een
school, waarin het onvervalschte Montes-orf
onderwijs zal worden gegeven en heeft zich ln
legd wordt, voorstellingen geven en voordrach
ten houden en op fïe bcot consultatiepartijen
spelen met plaatsen, welke door radio te berei
ken zijn. Aljechin hoopt op deze reis gelegenheid
te hebben, den oud-Tnclschen vorm van het
schaakspel te leeren kennen- en deze kennis te
benutten voor de bewerking eener geschiedenis
van het schaakspel.
OPLOSSING PROBLEEM No. 332.
(C. C. W. Maan),
Stand der stukken:
Wit: Kf2, DcS. Pb". Pe3, aö, f5.
Zwart: Kd4, Th5, Rag, b4, f3, h4.
1. Pe6—c5, enz.
Goede oplossing ontvangen van:
S. C. van Egmont, te BloemendaalH. W. v.
Dort, te Haarlem; G. Boon, te Overveen; P,
Mars, te Santroort.
CORRESPONDENTIE.
Bloemendaal. S. C. v. E. In No. 331 faalt t,
La3—cl na 1d6Xc5.
verband daarmede bereid verklaard, haar reeds
gesticht schoolgebouw tegen taxatieprijs aan de
gemeente over te doen, iets, waarvan B. en W.
blijkbaar al even weinig willen weten als van
een geheele nieuwe school.
De heer Kremer waarschuwde. Hisr zou de
zuinigheid de wijsheid wel eens kunnen bedrie
gen. De vereeniging staat sterk: Met de wet in
de hand kan zij in stede van verzoeken zelfs
eischen en waar dit het geval is, verkoos spr. een
compromis boven een van weerskanten onwillige
houding, waaiibij de gemeente aan het kortste en
schadelijkste eind zal trekken.
De heeren Cassee en Schulz vielen hem, als
gezegd, bjj. De eerste wses er op, dat het be
stuur der vereeniging fout noch tekortkoming
bij haar aanvrage ten laste kan worden gelegd.
Die aanvraag zal dus behandeld moeten worden
op de wijze als de wet die aangeeft. En als B. en
W„ aldus de heer Cassee, uit zuinigheideoverwe
gingen tegen de uit de aanvraag voortvloeiende
kosten zijn, hoe kunnen zij dan in het volgend
punt der agenda voor de Middelbare Meisjes
school driemaal f 4000.vragen. „Wat is eigen
lijk de motiveering van dit voorstel?" vroeg de
heer Schulz. „De dubbeltjes", zei wethouder Laan
prompt. Dat begreep de heer Schulz ook wel,
maar overtuigen deed hem dat motief niet.
De beide wethouders verdedigden het voorstel.
De heer Bomwater kwam het eerst aan het
woord en betoogde, dat bet Montersorl-onderwi's
'nderdaad veel aantrekkelijks vertoont. Toch
blijft het aantal ondsrwijztrs-voarstanders gering
en dat is geen wonder, wanneer men in het oog
houdt, dat men cm het Montsmori-onderwijs
recht te doen wedervaren eigenlijk een kinder
psycholoog van de eer-te klas moet zijn. Boven
dien is het een dure zaak
Er zyn nu aldus de heer Bomwater hier
twee inrichtingen, waar naar de Montessori-
ZANDVOORTSCHI
Vlugge en nel
methode les gegeven wori
gelijk, dat daarnaast t«
nuance ontstaat, die oi
heeft. Waar gaat men he
ringen een afzonderlijke
Hier dient een principieel.
zoo noodig in hoefeer ins'
oog kan worden gezien. 1
Raad in overweging gaf,
W. te steunen.
En voor het overige: I
dat men hier in Bloemen
ook in dit opzicht grootse
heeft bijvoorbeeld een
Montessori-grondslag, ma
toog, dat wat voor eex
geldt, nu eenmaal niet
kleine Bloemendaal.
Op de hem eigene wijze
vervolgens mede, dat zijr
de financieels zijde van
weet, hce miserabal het i
is en nu kan men hond
vereeniging het recht he
in te dienen, Spr's meen
mist, de burgerij in dezt
zak te kloppen. Speciaal
haar leden uit intellecten
dit Spr. tegen. De stukk
noeg in orde te maken.
hot beginsel. Men heeft 1
Haag de wet eenvoudig
Het is mogelijk. Ncchtar
dat men eindelijk ook in
verstandig wordt.
Je kunt het ncoit wet<
Wij zegt Spr. do:
moeite, de Gemeente voo
waren en het voegt daa
heffen. Tegenover de fir
men dat verplicht.
Er is hier gesproken o
sidle aan de Meisjecschc
hier geheel buiten. Hier
H.B.S. vooi meisjes en
daarom in een sterk ge'
dien heeft deze school ve
de gemeente. Dit is van
hebben B. en W. voorge
haar tijdelijk te subside,
gen tijd heen te helpei
voorstel met het thans
niet op.
De replieken gaven dei
Prinsenberg aanleiding,
W. te verdedigen, resp. i
verklaarde, wel voor een
I te gevoelen, er op wijzei
langen van toeh inderd
1 treft, terwijl ook niet u
I verloren, dat men de ex
I aüet me.g verwaarlcozcn.
Daarentegen stilde d
cp formeel standpunt. E
redelijkheid van hot ver
of de wet de vereenigin
i king van de gemeente
niet te ontkennen.
Hetgeen de heer
streepte. Deze aangelege
Breeds principieel uitgem
i scholen van verschillen!
van den godsdienst.
Hetgeen daaromtrent
t tegenstelling met de zdei
zal zeker ook worden u
van Montessorischolen.
Eindelijk men ziet
min-.t in een vloek en
I'glpg de Raad tot stem
Was, dat de stemmen s
heeren Kremer, Cassee
leman en Prinsenberg. 1
(ring moest er dus cpnii
Toen deelde de Vcon
den Raad geen langer
het verzoek der Vereeni
en waar deze beslissing
I hiermede automatisch c
de verlangde medewerki
f tisch effect hadden de
I niet.
Zoodat het bestuur dei
winning in den zak de
later bleek in de verga
mijn eerst Dingdag 22
dat de Voorzitter een
Maandag 21 dezer annc
(Maandag is deze vei
8 tegen 3 stemmen is b
I, deWerking te verleenen-
Pen Verdegaal, Dorhout
heer Laan was, evenal:
Zig).
Na hetgeen tijdens
al zoo'n beetje vooruit
was opgemerkt, was he
tegen het voorstel van
school 't Kcpje van d
Schulz zouden kemen.
senberg aan zijn zijde,
voortbestaan van de sc
gemoeid is Voldoende
dat lang niet alle leerl
msndaalsche ouders zij
onder de bijslagregelinf
wordt verleend.
De heer Schulz veeg.
verbaast, dat B. en W
Was er hier geen M
stond de zaak anders
Blcemendaal vcortreffe
eenige is dan ook, dat
stelling voor deze schc
i>:ede gronden, cm d<
vliegwerk in stand te
Zeer zeker zeide
deze sohcol nuttig en
een moeilijke oeriode
aanspraak maken. Br
Sliet kunnen vereenige