TWEEDE BLAD KINDERVERHAAL KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT. Paschen. Brokjes Levenswijsheid. Paaschgedachte. Pandora. SCHAAKRUBRIEK. WA MïfÊL m. Él éM: wé «1 B tkSB iff m Door G. Th. ROTMAN. GEMEEiNTERAAD. Hoog van den toren, zoo helder en klaar. Klinkt er het klokkenlied. Luister! „Hij is herrezen! Het wonder is daar: 't Licht overwon weer het duister, t Straalt in de harten. De vreugde is groot: 't Leven blijkt sterker dan ditmaal de Dood!" „Paschen!" Het klinkt als een jubelgezang: Feest van nieuw licht en nieuw leven. Nog toeft de Winter, maar hocp'lijk niet lang, Dan is de koude verdreven; En dcor den adem der Lente geraakt, Is de natuur uit haar schijndood ontwaakt. Hoop en verlangen vervullen het hart; Drukken nog heden de zorgen, Was ook 't verleden vol droefheid en smart. Blijde begroet men den morgen. Wacht, met den blik op de toekomst gericht: Paschen, de Lente, het Leven, het Licht! (Nadruk verboden) Waarmee moeten wij de tegenwoordige wereld! vergelijken? Wie de maan of een ander hemel- lichaam door de telescoop ziet, ontwaart een rim- pelige bol. Zóó ziet onze aarde er ook uit, als men j haar uit de hoogte beschouwt. Een rimpelig en. schilferig onooglijk grauw knolletje, niet ongelijk aan de bloembollen, welke men tegen Sinterklaas lichter de ruiten van den zaadhandel uitgestald! ziet. Dat is onze aarde: een uitgedroogd, klonterig, modderig bolletje. Men voelt lust, haar uit te wer-1 pen uit het heelal. Hoe weinig vreugde Is er op onze aarde, hoe veel verdriet! Onrecht, onwijsheid, onzedelijkheid, j De aardigheid is er af. Al ts lamg hebben we op dit dorre, stoffige ding gekeken. Het is de ééne dag geweest als de andere, even mis-j troostig, even somber en suf. Wat'is er meer! aan het leven? Helaas, dit doemwaardig men- schenbestaan! Moeten we alle woorden nog opsommen, waar wee wij ons tijdsgewricht kenmerken? Crisis, ma-; laise, werkloosheid, baisse, bankroet. Politieke conflicten, oorlogstoerusting, dreiging met revo i lutie. Loonsverlaging, verwaarloozing, achteruit gang, ellende. Hopeloosheid, troosteloosheid, moedeloosheid. Misère zonder eind. Onafwend bare ondergang. Stervend Europa. Stervende wereld. In afwachting van de katastrofe. Een vuile onooglijke bol in de uitstallingskast van het heelal. Ik heb zoo'n knolletje bij den zaadhandel ge kocht en het ln een bakje gelegd. Het symbool Van de samenleving, het symbool van den tijd In de donkere dagen voor Kerstmis heb ik het neergelegd tusschen wat grintsteentjes. Ik kon het niet meer terugvinden, want wat onder scheidde het van het grint? Zelf leek het een steentje, zoo'n keihard, grijs stukje kiezel met modder besmeerd. Daar lag het, tusschen de overige steentjes! Het was de donkerste tijd van het jaar. De schemerige nacht zonder uitzicht op daglicht. Mist omhulde de vensters. Grauw van binnen en van buiten Grauw de zielen der menschen, voor wie het in deze ontwrirhle wereld ook nacht was geworden, onherroepelijk nacht. Ik tuurde op mijn steentjes. Ja toch, er wèsj onderscheid, al was het de moeite niet waard, j Maar aan miin knolletje zat een groen puntje. Niet grooter dan een spsldoteop. Een spruitje I dat aan de overige grintsteenen ontbrak. Niet' grooter dan de beloften van den Volkenbond en! de Ontwapeningsconferentie. Niet grooter dan de samensprekingen over schrapping van oorlogs schulden. Niet grooter dan het ontwerp van een nieuwe, gezonde en redelijke maatschappij. Maar het wès er. dit puntje, dat bewees, dat dit rim pelige knolletje geen keisteen was. Nu is het van Kerstmis Paschen geworden. De eeuwige schemer van 't jaar is verdwenen. De I dag is teruggekeerd na den langen, duisteren nacht. De zon is herrezen. En in het bakje voor 't venster, waarin mijn rimpelig knolletje tus schen de grintsteenen lag, prijkt nu een vroo- Hjke bloem, die het vertrek met haar geur par fumeert. Waarmee moeten wij de tegenwoordige wereld vergelijken? Wie de aarde uit de verte door de telescoop kon waarnemen, zou een rimpelig en schilferig, onooglijk grauw bolletje zien. Hoe"kan uit deze klonterige knol een geurige hyacinth omhoogspruiten? Geloove, wie het gelooven kan! Dit is ons Paaschgeloofdat dit wonder mo gelijk is. Mogelijk niet alleen, maar noodwen dig. Het is de uitkomst van een natuurlijk groei proces. Even stellig en zeker als uit de verdroog de bloembol een schitterende en geurigo hyacinth moet te voorschijn komen, zal uit het troostc-j looze grauw van onze tegenwoordige samenle-| ving een herboren wereld verrijzen. Nu? Vandaag? Morgen? Dit hébben wé ook niet i aan onzen bloembol gevraagd, toen we hem in' het du'stere getijde neerlegden tusschen het' grint. Wij wisten, dat tusschen Kerstmis en Paschen weken en maanden wrloopen en dat alles in de natuur ziin groeitijd moet hebben. Ook voor den maatsehappelijken wasdom is tijd noodig, en de aarde is zooveel grooter dan een bloembol. Zullen de weken en maanden dan ook. niet zooveel langer duren? Ja, als onze menschenmaatscbappij e=n dood - ding, een grintsteentje was, dan ware al ons' wachten tevergeefs. Maar zij is een levend orga- i nisme, evenals de bloembol, en daarom kun-! nen wij met hoop in het hart, haar stellig ren- maal te verwachten bloeitijd tegemoet zien." H. G. CANNEGIETER een Paasch-sprookjo door H. G. CANNEGIETER (Nadruk verboden) Tegelijk met de lente kwam Pandora op aarde om de menschen de geschenken der goden te brengen. Slechts één geschenk hield zij achter in haar onuitputtelijke doos. Met een droefgeestigen blik overzag zij de woonstedon der menschen, voordat zij zich terugtrek in de spelonk van het doodenrijk, dat tevens de verblijfplaats der goden is. Want zij wist, dat haar overvloed ten ver- derve zou voeren. Maar de menschen grepen hetgeen zij von den, met beide handen aan. Zij bekransten zich met de bloemen, die onder de rijzende zon uit de velden omhoogschoten; ze aten zich te bersten aan de eieren der vogels en aan het fruit van de hoornen en ze bedronken zich aan den jongen wijn. Overstelpend waren de rijkdommen, waar mee de godin ze gezegend had. Daar waren werktuigen, waarmee één mensch den arbeid van twintig kon doen; voertuigen, welke zich' zelf voortbewogen met de kracht van wel hon derd paarden; poeders, welke men maar over 't land had te strooien om een duizendvoudi- gen oogst te verkrijgen. Wat al een middelen, wat al een speelgoed, wat al een lekkernijen! De overvloed van de aarde vermenigvul digde zich. Men wist met haar goede gaven geen raad meer. Men verbrandde het graan, wierp de koffie in zee en sloot de petrcleum- bronnen af. En steeds wiesen de voorraden aan. Ook het speelgoed der menschenkinderen vermeerderde zich. De renwagens vulden de straten en verstopten de pleinen. Muziek- doozen overstelpten het luchtruim met hun geluid. Bevallige vliegers duikelden cm en over elkaar. En in tie kijkspelen, waar :1e menschen hun eigen angsten en weuschen in groteske figuren het witte doek zagen bevol ken, verdrong zich de menigte. De brandkasten zaten vol geld en de bank- üjetten stapelden zich op. De effecten wer den zóó talrijk, dat ze hun waarde verloren. Het goud klonterde in de kluizen tot zware blokken bijeen. Nooit had de wsreld zulke fa belachtige roillioenengetallen gepreveld. Maar de vloek van de goden rustte op dezen gemakkelijk verworven overvloed. Stikkend in rijkdommen, benijdden de bezitters elkaar. 2ij gunden elkander het licht in de oogen riet. Afgunstig sloten de kooplieden voor hun concurrenten de grenzen. E'e ondernemers trachtten in onderlingen wedijver elkaar te vernietigen. De rijken onthielden de armen arbeid en brood. De sterken maakten de zwsk- voorwerpen raakte hij aan. wanneer zijn hand al tastende zocht; angstwekkende kreten stegen aan weerszijden van hem op. De lucht werd tel kens bedompter en de geur van ontbinding, die uil den boaem oprees steeds sterker. Honger en dorst begonnen Xenos te kwellen en zijn hoofd barstte van pijn. Hoe verder hij voortschreed, te onverdraaglijker werden de folteringen. Maar Xenos gaf het niet op. Hoelang hij reeds in deze onderwereld ronddoolde, wist hij zelf niet, want het verschil tusschen dag en nacht bestond niet in deze doorloopende duisternis. Aan de gruwelen, welke hü hier te doorstaan .ïad, scheen nimmer een emd te komen. Vvan- neer hij hier in dit hol aan de aarde terug dacht, kon heimwee hem bekruipen. Wat was het verderf van den overvloed bij de ontzettende ontbering, die hij thans leed? Eindelijk ontwaarde hij temidden van deze diepste duisternis een lichtpuntje. Hij liep er op af en vond aan het eind van de spelonk de bron van dit schijnsel. Het licht straalde af van een edelsteen, welks fonkelende facetten heel de hal, waarin Xenos tenslotte beland was, met een wonderbaren glans overstroomden. Bij den steen lag een oorkonde, waarop met gouden letters geschreven stond: „Dit is de tooversteen van de wijsheid. Wie hem bezit, schouwt den zin des levens. Wie hem op zijn hart draagt, hoopt in mismoedigheid, gelooft te midden van twijfel en beantwoordt hardheid en haat met alles overwinnende liefde. Zonder hem verliezen alle geschenken der goden hun waarde en leiden alle goede gaven tot verderf. Met hem wordt de wereld een paradijs en het menschenleven een hemel. De goden hebben de macht, alles te schenken behalve dit kleinood. Slechts wie doc-r dood en duisternis tot zijn schijnsel doordringt, zal zijn offer en inspan ning beloond zien mat dit onvergankelijk bezit." Wederom was het lente op narde, toen Xenos van zijn smartelijken tocht naar de bewoonde wereld terugkeerde. Niemand herkende hem, want de jonge man was inmiddels een grijsaard geworden. Maar de steen, welke hij op zijn hart droeg, gaf hem een kracht, honderdmaal sterker dan die der jeugd. Hij voelde zich als herboren. Met opgericht hoofd en met fieren tred schreed h(J voort over de wederontwaakte aarde, waar groen en bloemen aan alle kanten omhoog schoten en in de booraen de lijsters hun lentelied zongen. De kracht van zijn tooversteen bezielde zijn hand en zijn hoofd en overal, waar hem menschen ontmoetten, verspreidde hij vreugde en hoop. De kracht van zijn tooversteen straalde uit op ieder, die met hem in aanraking kwam en zii bracht een volslagen omkeer op aarde teweeg. Iv?t vva.F of ertvo'hoven:?.? v^ss Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, Cruqulusstraat 19, Haarlem. PROBLEEM NO. 337. J. Gottfried (Lawiercie). mm rn/m i mm wp i pi 'MM '///m jk MM WiM, mm mm' mm/ mzj/a pp,«f Mat in vier zetten. Stand der stukken: Wit: Kb6, Tb7, Tg3, Pd2, Pe6, b4. Zwart: Ke8, Tal, Td4, Lbl, Pa2, b5, c6, d6, g5, g6. PROBLEEM NO. 338. J. Berghmans (België). (lste prijs, wedstrijd van den Vlaamschen Probleimistenbond, 1930). ken schatplichtig. En in hun wrevel en over-'die in de overvloedige wildernis van weldaden, moed misbruikten de volken de gaven der, waarin de menschheid verward was geraakt, godin tot het vervaardigen van moordtuig en! orde en doelmatigheid schiep, steeds meer ging de bedreiging met een alge- Pandora, die bij haar jaarii Fataal Bezoekende dame (tot het dochtertje der! huisvrouw): „Is je moeder thuis, lieve?" t „Neen, ze is uitgegaan". „En weet je ook wanneer ze terugkomt?" De kleine (de kamer inroepende): „Mama wat moet ik nu zeggen?" aieene slachting de harten der burgers be klemmen. En zoo groeiden de weldaden der wereld aan tot een wildernis, tot een oerwoud vol dooreen gevlochten stammen en stengels, waarin geen mensch meer den weg wist. Gelijk een vrucht bare tuin, als de hovenier ontbreekt, in rijn eigen gewassen verstikt, verstikte de samsols- j ving der menschen door het gebrek aan regel en j orde. Bekneld tusschen hun eigen rijkdommen, sleep-j ten de bewoners der aarde zich moeizaam voort. I Do gezichten verbleekten, de handen verslapten, de knieën knikten door. Zij zuchtten en vloek- jaarlykschen opgang uit het rijk van de duisternis wederom aan den rand der spelonk stond, glimlachte 'blij, toen ze Xenos aldus herboren voorbij zag gaan. Nu is het laatste geschenk der goden ln han den der menschen gevallen; nu kan ik de poort der duisternis sluiten", fluisterde zij. En nimmer is sindsdien Pandora op aarde wedergekeerd. Een openbare vergadering van drio uur, voor- Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kei, Da7, La8, Lb6, Ph2, d2. Zwart: Kei, Th3, Lf3, Phl, g2, h4. DE WERELDKAMPIOEN OP REIS. Dr. Aljechin maakt een wereldreis, die in Marseille is begonnen en hein over Port Saïd, Colombo, Saigun, Sehanghai, Kobe, Honolulu naar San Francisco zal leiden. Daarna gaat hij naar Los Angslcs, waar men ter gelegenheid van de Olympische Spelen ook een schaaktournool wil houden met Aljechin als deelnemer. In dien. ten cn verteerden hun gemoed in bitterheid en afgegaan door «en besloten zitting van een uur ii00p van aen zonier a2*"" hlJ over Ne^ Yorlc angst.. Een vergadering met een staartje, gelük te vocre naar PariJs ten!® te keerln' wonttdoor 1 zien wa-s met een agenda van achtten punten,!*"1 en radtemaatechanoii bekos- 117. Een daverende slag- een laatste slot- acccord van alle toetsen tegelijk, en daar lag het prachtins.rument als een vormelooee hoop planken en snaren op de steer.en. Maar de dienders sprongen van hun motor, gooiden de autodeuren dicht en schoven er de ijzeren staat voor. Toen maakten ze, ver rukt over hun heldendaad, een rondedans, of er geen gebroken piano op de wereld be stond. 118. Begeleid door de motordienders tufte de auto nu in vliegenden galcp naar de dier gaarde en kwam daar tegelijk aan met ka pitein Klakkebcs. Deze was per taxi op jacht gegaan en had, dcor middel van lasso's, den gorilla en de elandantilcpe weten te bemach tigen. Glorieus kwam hU aanluffen, terwijl de anme dieren zich het vuur uit hun hielen liepen cm de taxi bij te houden. 119. Terwijl de gevangen dieren stevig achter de tralies gezet werden, stond ergens in de stad een van de giraffen een greentekar leeg te peuzelen. „Pik, ik heb je!" dacht de groen teboer, toen hij 't zag. Hij sprong op den bok, legde de zweeD er over en reed regel recht de diergaarde in, 'erwijl de domme giraffe al smullend meeholde. Die was dus ook gevangen. f 120. De neushoorn werd door het diergaarde- personeel uit z'n netelige positie veriest en eveneens in de diergaarde ondergebracht, terwijl kapitein Klakkefcos op 'n tweede autotocht cok de andere giraffe wist te van gen. De directeur van de diergaarde, wien.' Maar de diender sprongen van hun motor, harmonica in elkaar gedrukt was, dankte den kapitein hartelijk voor de belangrijke aanwinst, die hij de diergaarde bezorgd had. Wederom was de aards ontwaakt uit haar winterslaap. Maar de vreugdevuren lagen on aangestoken en inplaats van de blijde zangen van vroeger weerklonken kreten van waanzin en smart. Wederom was Pandora, de dochter der goden, op aarde gekomen. Geleund tegen den wand van de spelonk, die toegang geeft tot het rijk van de duisternis, staarde zij met weemoedige oogen naar hetgeen de menschen met haar geschen ken hadden gedaan. Boven haar hoofd suisde een geluid door de lucht. Zij keek op. Maar 't wa ren niet de ooievaars en kraanvogels, met zoeler lucht uit hst zuiden teruggekeerd. Het was een esquadrille ooriogsvliegtuigen, beladen met bom men van twee ton zwaar. Een jonge man kwam voorbij de spelonk. Ook zijn gelaat vertoonde, evenals dat der overige menschen op aarde, de sporen van wrok en ver driet. Dc dochter der goden begroette hem. „Wel, Xenos", zei ze, „zijt ge niet blij met de gaven, welke ik in zoo kwistigen overvloed over de menschheid heb uitgestrooid?" „Vloek over uw gaven, Pandora! Zij hebben de menschheid tot ondergang gebracht. Ze zijn geen gaven des levens, maar gaven des doods." „Ge hebt alles wat ge maar wenschen kunt, Xenos. Waarom zoudt ge nu niet gelukkig zijn?" „Ja juist: waarom?! Wisten we dit maar. Het is hierover, dat de menschheidzich het hoofd breekt. Waarom brengt de overvloed, welke de aarde schenkt, geen geluk? Waarom brengt hij rampspoed? Zeg mij, Pandora, dochter der go den, cue alles weet, waarom? Waarom?" „Ge hebt gelijk, Xenos; ik, die in het rijk der duisternis met de goden verblijf houd, weet alles. Ik weet ook dit. Wil ik u het geheim openbaren?" „Ik luister, Pandora." „Welnu, Xenos, ik heb niet alle gaven der go den aan de menschen gebracht. Er is één gave achtergebleven. Die kan men niet ten geschenke ontvangen, die moet men zelf ontdekken en zelf komen halen uit het rijk van de diepste duisternis." „Laat mij afdalen, Pandora!" „Bedenk u, Xenos, voordat het te laat is. In het rijk der duisternis wachten u verschrikkin gen, zooals ge op aarde nooit hebt doorleefd. Ge moet tot de uiterste ellende doordringen. Dear zult gij het achtergehouden geschenk vinden. Maar om dien tocht te volbrengen, moet ge een held zijn. Zijt ge een held, Xenos?" „Ik hoop het, Pandora. Toe, laat mij afdalen!" „Daaj ax. Xenos, maar west, dat ik u geen weg kan wijzen. Niemand kan u tot gids zijn op de zen ontdekkingstocht. Zonder geleide en zonder gszelschap zult ge in dezen donkeren doolhof moeten doordringen." Maar de jenge men was de dochter dei' goden reeds voorbij gesneld en dook af in de spelonk, waarvoor ze op wacht stond. Ondoorzichtbaar was de duisternis, die hem omgaf. Gruwelijke j een scheepvaart- en radiomaatschappij bekos- waarvan één zelfs publiek had gelokt. Het be- AIJ-ch'-n moet ln alle havens, waar aange- iuMwwroll i n mnn flrfiiwn nn VArivrtTO/*n„ stuur van de Vereeniging „De Bloemendaalsche Montessorischool" was namelijk verschenen, ■roodat we „publiek" in de Raadszaal hadden en het, vóór de vergadering zelfs een gezellige drukte was in de loeallteitj van den bode. Als eenmaal het nieuwe Raadhii's er komt. hopen we, dat het half millicen, dat er in de plannen voor uitgetrokken is, een wachtkamertje voor de wr. kan overschieten. Niet of de trouwe van Ape1 doorn is een vriendeliik custrs. maar als de publieke be'angstelling zich aan de journal'«Hek gaat paren kom je al gauw ln de dubbrie cijfers cn daar is een bodekamer nu niet altijd op be rekend. Als het nieuwe Raadhuis.... maar zoolang waren we nog lang niet. Daar waren om te be ginnen de ingekomen stukken, die vlot onder den hamer doorgingen. Van den heer G. J. van der vi'et werd een perceel grond ter grootte van 786 M2. lan-s den Korten Zillweg overgenomen. Een symoathiek verzoek van de buurtverreni- ging AerdenhoutBentveld om verschaffing van speel- en soortterrein ging om prae-advies naar B. en W. Hopen we. dat het gemeentebestuur hier of daar een laoje grond bescb'kbaar wil stelten Wat soeelte-rrein in de femeente is wer kelijk geen ovcbodlae wee'dc. Mede zullen B. en W. te nrae-ad.viseeren hebben over een verzoek van ouders en te°rltngen van school F. te Aerden hout om aansteh'ng van een boventallige leer- teracht en ten slotte was bii de ingekomen stuk ken nog een bericht van dén Commissaris der Konipzin. dat hii den burgemeester op diens verzo-k een ziekteverlof van tien dagen, in gaande IR Maart, heeft verleend. More onze voortvarende Burgemeester 'n deze decade vólko men herstel van eezondhe'd vinden! Ook wethouder Laan verteat Bloeirondaal voor oen noosje. het-ze^n de verii'-zipg van een loco- wethouder nood"akcliik maakte. De heeren Dor- hout Mees en Kremer kwamen daarvoor elk met, -es stemmen in aanmerking de heeren De Toren. Dr. L-strteux Hendricks en Dr. Waal Ma.tefi't ontbreken nl. on 't annèl. -maar aan- "'-n de be-r Dorhout Mees te kennen paf. dat hii de eer gaarne aan ztm buurman ter link«r- zhde runde, won de-e bü de volgende stemming de race en w-rd met zeven van de twaalf stem- m°n tot tUfteülik wethouder verkozen. Inmiddels kreeg hii in 't voteend oczenblik een -nuoltte te schut-n met, R en W.. die. zooals men weet,, den Raad had-vn uitgeno-digd. de door de Ve—enteteg ..De Bknie» tea!s-He Mo"- t—,-ow'"ov>o-i" gevraagde medewerking ex art,. 72 der L. O. wet. te wete-ren. H'i bte-k de eenige •"'et te ziin. <"v>k óe heeren (7e«ree «n Sehnlz ver- '•'"ard-n zteh tew-n dit vn<—-tel. De zaak komt, h'eron neer. dat er in Bloemi-o-teei aan de sch0oi van den heer Wiison reeds Mont-sre"'- oodevwii.-. wrrdt ge—ven. tfontessori-ond-rwiis. dat echter, naar het oorete-l der genoemde V"*- tte-on naam ten n-u.„„ht„ dra-rt. Z vraagt met de w-t in de h-nd dus een school, waarin het onvervalschte Montes-orf onderwijs zal worden gegeven en heeft zich ln legd wordt, voorstellingen geven en voordrach ten houden en op fïe bcot consultatiepartijen spelen met plaatsen, welke door radio te berei ken zijn. Aljechin hoopt op deze reis gelegenheid te hebben, den oud-Tnclschen vorm van het schaakspel te leeren kennen- en deze kennis te benutten voor de bewerking eener geschiedenis van het schaakspel. OPLOSSING PROBLEEM No. 332. (C. C. W. Maan), Stand der stukken: Wit: Kf2, DcS. Pb". Pe3, aö, f5. Zwart: Kd4, Th5, Rag, b4, f3, h4. 1. Pe6—c5, enz. Goede oplossing ontvangen van: S. C. van Egmont, te BloemendaalH. W. v. Dort, te Haarlem; G. Boon, te Overveen; P, Mars, te Santroort. CORRESPONDENTIE. Bloemendaal. S. C. v. E. In No. 331 faalt t, La3—cl na 1d6Xc5. verband daarmede bereid verklaard, haar reeds gesticht schoolgebouw tegen taxatieprijs aan de gemeente over te doen, iets, waarvan B. en W. blijkbaar al even weinig willen weten als van een geheele nieuwe school. De heer Kremer waarschuwde. Hisr zou de zuinigheid de wijsheid wel eens kunnen bedrie gen. De vereeniging staat sterk: Met de wet in de hand kan zij in stede van verzoeken zelfs eischen en waar dit het geval is, verkoos spr. een compromis boven een van weerskanten onwillige houding, waaiibij de gemeente aan het kortste en schadelijkste eind zal trekken. De heeren Cassee en Schulz vielen hem, als gezegd, bjj. De eerste wses er op, dat het be stuur der vereeniging fout noch tekortkoming bij haar aanvrage ten laste kan worden gelegd. Die aanvraag zal dus behandeld moeten worden op de wijze als de wet die aangeeft. En als B. en W„ aldus de heer Cassee, uit zuinigheideoverwe gingen tegen de uit de aanvraag voortvloeiende kosten zijn, hoe kunnen zij dan in het volgend punt der agenda voor de Middelbare Meisjes school driemaal f 4000.vragen. „Wat is eigen lijk de motiveering van dit voorstel?" vroeg de heer Schulz. „De dubbeltjes", zei wethouder Laan prompt. Dat begreep de heer Schulz ook wel, maar overtuigen deed hem dat motief niet. De beide wethouders verdedigden het voorstel. De heer Bomwater kwam het eerst aan het woord en betoogde, dat bet Montersorl-onderwi's 'nderdaad veel aantrekkelijks vertoont. Toch blijft het aantal ondsrwijztrs-voarstanders gering en dat is geen wonder, wanneer men in het oog houdt, dat men cm het Montsmori-onderwijs recht te doen wedervaren eigenlijk een kinder psycholoog van de eer-te klas moet zijn. Boven dien is het een dure zaak Er zyn nu aldus de heer Bomwater hier twee inrichtingen, waar naar de Montessori- ZANDVOORTSCHI Vlugge en nel methode les gegeven wori gelijk, dat daarnaast t« nuance ontstaat, die oi heeft. Waar gaat men he ringen een afzonderlijke Hier dient een principieel. zoo noodig in hoefeer ins' oog kan worden gezien. 1 Raad in overweging gaf, W. te steunen. En voor het overige: I dat men hier in Bloemen ook in dit opzicht grootse heeft bijvoorbeeld een Montessori-grondslag, ma toog, dat wat voor eex geldt, nu eenmaal niet kleine Bloemendaal. Op de hem eigene wijze vervolgens mede, dat zijr de financieels zijde van weet, hce miserabal het i is en nu kan men hond vereeniging het recht he in te dienen, Spr's meen mist, de burgerij in dezt zak te kloppen. Speciaal haar leden uit intellecten dit Spr. tegen. De stukk noeg in orde te maken. hot beginsel. Men heeft 1 Haag de wet eenvoudig Het is mogelijk. Ncchtar dat men eindelijk ook in verstandig wordt. Je kunt het ncoit wet< Wij zegt Spr. do: moeite, de Gemeente voo waren en het voegt daa heffen. Tegenover de fir men dat verplicht. Er is hier gesproken o sidle aan de Meisjecschc hier geheel buiten. Hier H.B.S. vooi meisjes en daarom in een sterk ge' dien heeft deze school ve de gemeente. Dit is van hebben B. en W. voorge haar tijdelijk te subside, gen tijd heen te helpei voorstel met het thans niet op. De replieken gaven dei Prinsenberg aanleiding, W. te verdedigen, resp. i verklaarde, wel voor een I te gevoelen, er op wijzei langen van toeh inderd 1 treft, terwijl ook niet u I verloren, dat men de ex I aüet me.g verwaarlcozcn. Daarentegen stilde d cp formeel standpunt. E redelijkheid van hot ver of de wet de vereenigin i king van de gemeente niet te ontkennen. Hetgeen de heer streepte. Deze aangelege Breeds principieel uitgem i scholen van verschillen! van den godsdienst. Hetgeen daaromtrent t tegenstelling met de zdei zal zeker ook worden u van Montessorischolen. Eindelijk men ziet min-.t in een vloek en I'glpg de Raad tot stem Was, dat de stemmen s heeren Kremer, Cassee leman en Prinsenberg. 1 (ring moest er dus cpnii Toen deelde de Vcon den Raad geen langer het verzoek der Vereeni en waar deze beslissing I hiermede automatisch c de verlangde medewerki f tisch effect hadden de I niet. Zoodat het bestuur dei winning in den zak de later bleek in de verga mijn eerst Dingdag 22 dat de Voorzitter een Maandag 21 dezer annc (Maandag is deze vei 8 tegen 3 stemmen is b I, deWerking te verleenen- Pen Verdegaal, Dorhout heer Laan was, evenal: Zig). Na hetgeen tijdens al zoo'n beetje vooruit was opgemerkt, was he tegen het voorstel van school 't Kcpje van d Schulz zouden kemen. senberg aan zijn zijde, voortbestaan van de sc gemoeid is Voldoende dat lang niet alle leerl msndaalsche ouders zij onder de bijslagregelinf wordt verleend. De heer Schulz veeg. verbaast, dat B. en W Was er hier geen M stond de zaak anders Blcemendaal vcortreffe eenige is dan ook, dat stelling voor deze schc i>:ede gronden, cm d< vliegwerk in stand te Zeer zeker zeide deze sohcol nuttig en een moeilijke oeriode aanspraak maken. Br Sliet kunnen vereenige

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1932 | | pagina 4