KINDERVERHAAL.
Nieuwe avonturen van Piepneus en Bibbersnoet
Verrassend element.
Brokjes Levenswijsheid.
Li-Tai-Po.
Door G. Th. ROTMAN.
Het parelsnoer
Dat's een aardige gedachte
En vernuftig ook er bij!
Ja, dat is wel goed verzonnen
Door de Spoorwegmaatschappij.
Ik bedoel die nieuwe treinen
Met bestemming onbekend;
't Brengt in 't klein vacantiereisje
Een verrassend element!
U stapt in, en waar u uitstapt
Weet u van te voren niet,
Daar u 't op perron- noch treinbord,
Noch op Uw biljetje ziet.
'tKan in Hendrik-Ido-Ambacht
Of Uithuizermeeden zijn,
Maar dat is juist de attractie
Van die speciale trein.
Voor op-avontuur-belusten
Is 't wel aardig, naar ik meenr
Heel den tijd zit je in spanning:
Heerejée, waar gaan we heen?
Ja, riskant is 'twel een beetje,
'tLigt er aan, hoe 'tis gesteld:
Of j'er graag naar toe zou willen
Of wel spijt hebt van je geld,
Zooals laatst een van mijn vrienden,
Pas verhuisd naar Rotterdam,
Die uit zucht naar avonturen
Aan zoo'n reisje deel eens nam,
Maar bij 't eindpunt moest bemerken,
Wat hij heel niet ha'd gedacht!
Dat de trein hem naar zijn oude
Woonplaats had teruggebracht!
(Nadruk verboden)
Op dezen prachtigen zomermorgen was ik
vroeg opgestaan en wandelde onder het lied
van lijsters en houtduiven het bosch door. De
eenige mensch, dien ik tegenkwam, was een
havelooze zwerver, die op dit ochtendlijk uur
al niet meer op zijn beenen kon staan van den
drank.
Met de kluchtige zwaaierigheid van den be-
schonkene tippelde hij op me toe en in 't voor
bijgaan prevelde zijn lallende tong: „L-l-lekker
weertje, meneer!"
„Fijn, hé!", riep ik terug, blij, dat deze ont
moeting tot zulk een onschuldig gesprek bleef
beperkt.
Ik keek nog eens om en zag hem voortwag-
gelen door het geurende groen. Er lag iets
tegenstrijdigs in den man en zijn omgeving.
Hoe bederft zoo'n dronkenlap de natuurstem
ming. Ik kon zijn lodderige oogen, de dwaas
vergenoegde grijns op zijn bakkes, zijn lallend
geluid en de lucht van den alcohol niet verge
ten en hoorde lijster en houtduif niet meer.
Weerzinwekkend, dit schouwspel!
Maar eensklaps voelde ik me vervloekt on
rechtvaardig jegens dien man; Weerzinwek
kend? Maar er ligt thuis bij me een boekje, en
dat boekje klaagt mij aan bij den man. O, dat
keurige boekje, voornaam uitgegeven met gul
den letters op zijig papier! Een boekje voor een
boudoir, waar het naar jasmijn en rozenwater
riekt. Wat heb ik er vaak van genoten en wat
geniet ik er nu van, terwijl ik verder wandel
door 't bosch. Want ik ken het van buiten, en,
terwijl de lijsters en houtduiven weer opleven,
spreek ik ze toe:
„Zoo 't leven meer niet is dan droom,
Waarom dan zorg en nood?
Ik drink den langen lieven dag
Tot aan het avondrood.
En als ik niet meer drinken kan,
Wijl vol zijn keel en lijf,
Dan zwaai ik tct mijn deur en slaap
En droom voor tijdverdrijf.
Wat hoor ik bij ontwaken? Zang!
Een vogel in den boom.
Ik vraag hem of het lente al is,
Ik vraag het als in droom
En als ik niet meer zingen kan,
Wiegt weer me in slaap de wijn.
Wat geef ik om de lentepracht
Laat mij maar dronken zijn!
Li-Tai-Po! Ik ben Li-Tai-Po tegengekomen
op mijn ochtendwandeling in 't bosch, den Chi-
neeschen dichter, die nooit nuchter was en die
de dronkenschap in schitterende verzen ver
heerlijkt heeft.
Weerzinwekkend? Ja, weerzinwekkend! Li-
Tai-Po is een fijne figuur, een keurige huis
vriend, een geestig dichter, maar hij moet in
zijn boudoir-achtig boekje blijven met de gul
den letters en 't zijig papier. Zoodra je hem in
levenden lijve ontmoet, is hij een smerige,
naar jenever stinkende schooier. Ik heb er geen
nettere woorden voor!
En nu betwijfel ik meteen, of mijn vriend,
die onlangs op zijn precieuze manier zoo den
lof heeft gezongen van den misdadiger, de
lichtekooi en den drinker, wel zoo heel opge
togen zou zijn, zoo het noodlot hem doemde,
met dit illuster gezelschap, dat hij de burger
lijke maatschappij tot voorbeeld stelt, in leven
de lijve te worden opgesloten in de een of
andere wachtkamer. Ach, ze maken zoo'n goed
effect in een boekje, maar wanneer men ze in
de werkelijkheid tegen het lijf loopt
Is het mijn schuld, dat ik op het oogenblik
niet meer kan gelooven in de geestdrift, welke
een mijner dames-kennissen voor de revolutie
koestert? Ik zie ze al, geconfronteerd met een
bloeddorstigen beul, wiens onvertogen taal ze
niet eens zal verstaan! En dan mijn studentje,
dat als reserve-officier den oorlog heusch nog
zoo kwaad niet vindt. Netjes nipt hij een smetje
cigaretten-asch van zijn ongerepte uniform.
Maar als straks deze uniform eens met grieze
liger dingen dan cigaretten-asch besmeurd zal
zijn Zal hij den echten oorlog ook niet met een
dergelijk onpleizierig gevoel naturen als ik Li-
Tai-Po, nu ik hem in de rauwe werkelijkheid
heb ontmoet?
O, smullers van bandieten, moorden en kata-
strofen, blijft in uw pluche-met-vergulde bios-
kopen gemeten, maar de Heere bewaar u, als
de veelbewonderde held u daarbuiten in 't leven
heusch dezelfde scène zal maken! We behoeven
ze maar te ontmoeten, onze afgoden, of we
worden ze ontrouw.
H. G. CANNEGIETER
Alle teveel is verspilling en verarmt; alle te
weinig in ontrouw en gierigheid is de wortel
van veel kwaad. Oefen U in het economisch
beheer van Uw levenskring.
65. Terwijl wij allerlei wraakplannen zaten uit 6®- 111 vertelde hem alles in kleuren en geuren,
te broeden, hoorden we opeens een fluisterende "T°e- meneer Hannes", zei ik buigt U nu die
stem achter ons. „Ah zoo, aan 't gappen ge- trahes ?ens een beetJe van elkaar dan kruipen
weest?" Het was een wat haveloos uitziende we ,er door en vriendinnetje kan net nog
muis, die z'n snuit door de tralies van het lucht- ™ezen. Goudsmuis er is.' Maar nu
gat stak. Want het luchtgat kwam op straat feed Hannes heel verontwaardigd. „Geen den-
uit. „Ik ben linke HanneÏ!" zei hij, „vertel ken nep hij „Hannes is zoo eerlijk als
me maar eens alles, misschien kan ik jullie g°ud. riep hij. „Boeven helpen ontsnappen,
helpen."
Niks hoor!"
De Financier" van 3 Aug. j.l. schrijft over
de Deli Maatschappij als volgt:
De financieele uitkomsten van het jaar 1931
der Deli Maatschappij zijn deerlijk tegenge
vallen.
Bij onze bespreking van het voorgaand ver
slag raamden we, op gezag van onzen tabaks
medewerker, den doorsnee-verkcop-prijs van
tabaksoogst 1930 op ca. 120 ct., hetgeen niet ver
van de waarheid was, want de werkelijke op-
ba-engst is 118.60 ct. per KG. geweest.
TVTnar niet alleen de verkoopprijs beslist over
de resultaten. Er is ook een kostprijs, die daarbij
een groote rol speelt. Hadden we dien kostprijs
bij de raming van het verliessaldo op ca. f 1
miliioen over het hoofd gezien? Geen sprake
van. Maar we hebben dien kostprijs veel te
laag geraamd. Omdat we meenden te mogen
aannemen, dat de Deli Mpij cok voor tabaks-
cogst-1930 dien kostprijs weer iets zou hebben
teruggebracht. Voor oogst-1929 kwam hij op
149 %ct. uit, voor oogst-1929 op 146.3 ct., voor
1930 komt men echter aan de hand der in het
verslag verstrekte cijfers op niet minder dan
154.47 pet. per K.G.
Excusez du peu!
Terwijl de Arendsburg en de Deli Batavia
voor oogst-1932 den kostprijs van hun product
tot resp. 138 en 141 ct. hebben kunnen ver
lagen loopt de Oude Deli neg eens den ver
keerden kant- uit en komt daarbij boven den
oud-Hollandschen daalder. Nu moet hier even
worden gereleveerd, dat in dien kostprijs dei
Deli Mpij en dal in tegenstelling met de
andere Sumatra-tabaksmpijen nog een stuk
tantième opgesloten ligt. De Oude Deli keert
tantièmes uit, onafhankelijk van de winst en
deze zijn in den kostprijs begrepen. Maar goed,
daarmee is tccb de hoogere kostprijs voor oogst-
1930 niet verklaard. Deze zal moeten worden
gevonden in den kleineren oogst, n.l. 72.470
pakken tegen 84.901 pakken voor Deli Mpij en
Amsterdam Langkat tezamen.
Per saldo maakten 19 ondernemingen een ver
lies van f 5.8 milliolen, 4 een winst van f 2 mil
iioen, zoodat met cogst-1930 een verlies werd
geleden van f 3.8 miHioen.
Een tabaksverlies van bijna f 4 miliioen is
voor de Deli Maatschappij wel zeer ongewoon
Maar er zijn meerdere verliezen geleden.
Allereerst op rubber. Van de rubbercultuur
hebben onze Sumatra-tabakmpijen nog weinig
genoegens gesmaakt. De Oude Deli heeft er nu
allengs f 1114 miliioen voor uitgegeven, maar
van redelijke winsten was nimmer sprake.
Ru'bberoogst-1931 leverde 3.745.500% K.G. op
tegen 3.150.810 :n 1929/'30, waarvan 2.555.400%
K.G. verkocht werden a 32% ct. per K.G.
welke 'n verlies opleverden van f 351.095. Waar
uit dan meteen blijkt dat de kostprijs van de
rubber bij de Deli nog aan den hoogen kant is.
Intusschen bracht het restant van den voor-
gaanden oogst ruim f 90.000 boven taxatie
op en is ook de uit-oogst-1930/31 overgebleven
hoeveelheid, genaamd op 10 ct. per K.G. na
afloop van het verslagjaar tot hoogeren prijs
verkocht.
Evenmin als het voorgaande jaar, hebben ook
ditmaal de andere winstbronnen der Mpij het
aandeelenbezit „De Oostkust", Amsterdam Lang
kat en Rimboen winst opgeleverd.
Onder het hoofd „Aandeelen Waterleiding
Mpij „Ajer Beresih" komt in de verlies- en
winstrekening een post van f 499.000 in het cre
dit voor.
Dit is geen ontvangen dividend, maar het ge
volg van een hoogere waardeering der aandee
len, welke op f 1.— waren afgeschreven, maar
nu a pari zijn aangenomen. De mpij. bezat hier
van f 500.000, maar vermeerderde haar bezit met
f 1.500.000 aandeelen, welke ze in ruil voor haar
voorschot verkreeg.
Onder de verliezen is de afschrijving van
f 3.599.000 op de aandeelen „De Oostkust", waar
door deze op f 1.worden teruggebracht, wel
de voornaamste, na het tabaksverlies van f 3.8
miliioen.
Op de ondernemingen van „De Oostkust" is in
April 1932 de tabakscultuur gestaakt. De mpij,
zal voorloopig alleen als rubber-producente op
treden en hoewel zij als zoodanig tot de aller
beste mag worden gerekend, brengt ook deze
cultuur vooa-eerst geen winst. Gelet op den beurs
koers, is het daarom wel juist te achten, dat
de Deli Mpij. de balanswaarde van hét aan
deelenbezit ,De Oostkust" tot f 1 heeft ver
laagd.
Eindelijk is op het overig aandeelenbezit nog
769.496, op effecten f 221.796 afgeschreven
zoodat alles tezamen, de rekening 1930/31 met
een verlies van f 8.050.482 sluit.
Dit verlies is op de Reserverekening afgeboekt
wtelke daardoor van f 12.827.000 tot f 4.776.518
verminderde.
Naast deze reserve, beschikt de Deli Mpij
echter nog over andere, n.l.:
Reserve tegen Concessies
Reserve tegen Invent, Tabaks-
ondernemingen
Reserve tegen Rubberaanplar.t en
andere cultures
Reserve tegen Vorderingen op on
dernemingen
Reserve Brandassurantie
Nemen we alle Reserven tezamen, dan bedra
gen deze eind 1930/31 f 26.248.579 tegen
f 33.831.253.—,
Hoe de positie der Deli Mpij. op het eind van
genoemd boekjaar was, blijkt het best uit de ver
eenvoudigde balans, welke we hieronder voor de
beide laatste jaren hebben opgesteld:
31 Oct. 31 Oct.
door
JOHN CRAWFORD.
Toen mevrouw Louis Mayfield uit haar auto
stapte, nadat zij naar den schouwburg was
geweest en naderhand gesoupeerd had, zag zij,
dat er in de werkkamer van haar man licht
brandde. Waarschijnlijk was Louis thuisgeko
men.
Zij was een weinig verbaasd, dat hij niet,
zooals gewoonlijk, baar tegemoet kwam om
haar met haar mantel behulpzaam te zijn.
Maar hij was misschien in zijn werk verdiept
en had de auto niet eens gehoord.
Binnentredende opende zij de deur van de
werkkamer en bleef verrast op den drempel
staan; de kamer was donker. Louis moest het.
licht hebben uitgedraaid en naar boven gegaan
zijn. Maar dat was eigenlijk niets voor hem,
dat hij niet was opgebleven om op haar te
wachten. Dat was hij anders altijd gewoon.
Het Was eigenlijk dwaas, maar zij werd op
eens zenuwachtig en draaide het licht aan.
Een groote, vreemde man stond voor haar,
kalm en ernstig. Hij had een revolver in de
hand.
- Ik dacht niet. dat een dame zou binnen
komen, zei hij. Het spijt mij, dat ik U heb la
ten schrikken, maar ik zal probeeren het niet
weer te doen als U verstandig zult zijn.
Hij spraik met het gemak van een beschaafd
man. Zijn hoed en jas had hij naast zich op
een stoel neergelegd.
Ik heb zeker de eer met mevrouw Louis
Mayfield te spreken?
Ja, antwoordde zij. Wat wilt U?Wie
is U?Waar is mijn man?
- Dat weet ik niet, zei hij in antwoord op
de laatste vraag. Zoudt U zoo goed willen
z(jn binnen te komen en de deur te sluiten?
Zij voelde, dat er in zijn beleefd verzoekende
stem toch iets gebiedends was en zij gehoor
zaamde.
Ik ben bang dat ik U heb laten schrik
ken, herhaalde hij. - Ik had niet gedacht, dat
U zoo vroeg zoudt terugkomen. Ik dacht dat
U alle twee op het bal van lady Everton zoudt
zijn.
Wij zouden er ook heengegaan zijn,
maar... is U een vriend van mijn man? Moet
dit misschien een grap beteekenen?
Neen, ik maak nooit gekheid in zakelijke
aangelegenheden en ik heb niet het genoegen
uw man te kennen.
met f 1 miliioen minder te hoek staan dan een
jaar tevoren, maar dat dit miliioen is bijgeboekt
op de Oiiepialmencndernemingen.
In rubber en oliepalmen heeft de mpij. thans
f 17 miliioen gestoken, zonder dat er eenig voor
deel van beteekenis uit ontvangen is.
Hoe staat het nu met de financieele positie der
Oude Deli.
Uit onze vereenvoudigde balans blijkt, dat er
uit. October 1931 nog ca. f 15 miliioen liquide
middelen aanwezig waren, ofwel ruim f 4 mil
iioen minrba' dan eind October 1930.
Die f 15 miliioen is echter geen beschikbaar
werkkapitaal.
In die f 15 miliioen is begrepen het voorschot
aan ondernemingen, waarin is deelgenomen ad
f 3.6 miliioen, voorts de f 1% miliioen effecten
van het Pensioenfonds.
Sterk is de financieele positie der mpij. dus
niet meer. Alleen voor de financiering van den
tabaksoogst-1931, die voor Deli Mpij en Amster
dam Langkat tezamen op 68.887 pakken, dat is
rond 10 miliioen K.G. groot is, zal bij een
kostprijs van 150 ct. reeds f 15 miliioen noodig
zijn.
Van dien kostprijs zal het ook voor boekjaar
1931/32 afhangen, welke verliezen de Oude Deli
zal leiden. Van tabaksoogst-1931 zijn 45192 pak
ken verkocht a gemiddeld 157 ct. en onze Am-
ste-rdamsche tabaksman is van meening, dat
voor den geheelen oogst gemiddeld 125 a 130 ct.
zal worden verkregen.
Kan de kostprijs niet beneden dien van oogst-
1929/30 worden teruggebracht, dan zal er een
verlies ontstaan van 20 a 25 ct. per pond, dat
is rond f 2 miliioen a f 2% miliioen gulden.
Bij een rubber-oogst van 3% miliioen K.G.
en een kostprijs van 32% ct. wordt hierop een
verlies van ca. f 1 miliioen geleden.
Maar ook ai zijn deze verliezen te hoog ge
raamd, vast staat, dat de Deli mpij. nog een
slecht jaar door moet moet en zeker in 1931/32
een tekort op haar rekening zal aanwijzen van
f 2 a f 3 miliioen.
Wat de naaste vooruitzichten betreft, zegt de
directie het volgende;
f 5.618.785
- 5.500.000
- 7.235.568
- 2.000.000
- 1.117.707
Actief.
Concessie-rekening
Invent. Tabaksondem.
Rubbercndeim
Oliepalm ondern.
Gebouwde eigend
Ajer Beresih"
Rimboen Tabak
Amsterd. Langkat
De Oostkust
Div. deeln
1931 1930
5.618.785 5.618.785
10.464.992. .11.477.831
11.215.953 11.397.082
5.928.900 4.835.966
1.537.906 1.609.478
34.766.536
2.000.000
1
2.040.000
1
5
34.939.143
1
1
2.040.000
3.600.000
1.042.940
67. Op 'tzelfde oogenblik was Hannes ver- 68. Ontzet keken we eikaar aan. Dus... er was
dwenen. We hadden zoo 'n uurtje zitten jam- tóch ingebroken? Maar daar deed Snorrebaard
meren, toen we in 't aangrenzende vertrek op- de deur al open, pakte ons beet en zette ons
eens de opgewonden stem van mevrouw Goud- vlak voor mevrouw Goudmuis neer. „Wij heb-
muis meenden te hooren... Nieuwsgierig luister- ben het niet gedaan, heusch niet!" piepte ik;
den we aan 't sleutelgat.Ja, ze was het! „dat moet 'n ander gedaan hebben; wij hebben
„Alles hebben ze gestolen, m'n heele huis is alleen maar het raam opengedaan en het lad-
leeggehaal'd!" hoorden we haar jammeren. dertje neergezet!"
Liquide middelen
4.040.007
14.974.805
6.682.942
19.838.958
Totaal actief
Passief.
Kapitaal
Reserven
Pensioenfonds
Saldo nieuwe rekening
53.781.348 61.461.028
25.654.000
26.248.579
1.878.769
25.654.000
33.831.253
1.858.389
117.386
Totaal 53.781.348 61.461.028
Hieruit blijkt, dat de Tabaksondernemingen
Inzake onzen tabaksoogst-1932 kan worden
vermeld, dat volgens de door ons uit Deli
ontvangen berichten de meeste beneden-
ondernemingen door droogte hebben geleden
in tegenstelling met. de boven- en midden-
endernemingen, welker oogsten goed bere
gend zouden zijn.
Tot verdere inkrimping van onzen oogst
1933 werd reeds besloten en waar ook de
overige mpijen hiertoe overgingen,, zal daar
door kunnen worden bereikt, dat een belang
rijk kleiner aantal pakken Sumatra-tabak
aan de markt zal komen en dientengevolge
een betere verhouding tusschen vraag en
aanbod zal ontstaan.
Maar wie is U dan?
Ik ben een man, die nooit een vrouw
kwaad zal doenalthans niet dan noodge
dwongen, voegde hij er aan toe en zijn stem
kreeg plotseling een harde klank. Overigens
ben ik inbreker van beroep.
Inbreker? Zij begreep er niets van.
Ja, U kwam mij in mijn werk storen. Ik
had nauwelijks den tijd, uw bureau open te
breken. Het heeft een zeer interessant slot,
ofschoon ik niet kan ontkennen, dat het ta
melijk veel aan belangrijkheid voor mij verloor,
toen ik zag, dat er niets van waarde in was.
Zij herademde. Hij had dus niet het geheime
vakje gevonden, waarin het parelsnoer lag,
dat zij van haar man een paar dagen geleden
gekregen had voor haar verjaardag.
Dat is dan een ongelukkige avond voor U,
merkte zij spottend op.
Zij was nu wat kalmer geworden, nu ze haar
parelen veilig wist.
Dat kan ik nu juist niet zeggen. Ik heb
in ieder geval het genoegen gehad met U ken
nis te maken.
Ik geloof, dat U beter doet, weg te gaan,
antwoordde zij een beetje gepiqueerd. Ik
zou de politie moeten waarschuwen, maar ik
zal het niet doen. Ik kan 't mij niet indenken,
dat U een inbreker is. Waarom oefent U geen
eerlijk beroep uit? Dat zoudt U toch best
kunnen
Ongetwijfeld. Maar dat geeft zoo weinig.
Ik heb mezelf dure gewoonten aangewend.
Bovendien heeft mijn tegenwoordige werkkring
ook zijn goede zijden. Het is opwindend en bo
vendien, de menschen, die ik besteel, lijden er
niet onder.
Zij dacht aan haar parelsnoer. Hoe kunt
U dat weten?
Wat ik steel is steeds verzekerd. Dus ver
oorzaak ik geen nadeel. In werkelijkheid ben
ik een weldoener. Bedenk maar eens, aan wie
ik allemaal werk verschaf. De politie, de ver
zekering, de justitie, ze zouden allemaal werk
loos zijn, indien er niet zulke menschen waren
als ik.
Het spijt mij voor U. Wilt U nu weg
gaan?
Hij maakte een buiging en verdween.
Zij hoorde hoe de straatdeur in het slot viel
en liep naar het bureau. Voor zoover ze zien
kon. had hij het opengebroken zonder het te
beschadigen. Onwillekeurig bewonderde zij zijn
handigheid.
Een half uur later kwam haar man thuis.
Hij vond haar in tranen voor het bureau.
-- Mijn paarlen, riep zij, ze zijn weg!
Louis Mayfield nam altijd alles kalm op in
het levenzoo óok dit. Hij probeerde zijn
vrouw te kalmeereh.
Trek je er niets van aan, lieve, zei hij.
Ik zal een nieuwe voor je koopen. De zaken
gaan goed.
Zij vertelde hem wat er gebeurd was.
Maar hij lijkt heelemaal niet op een ge
wonen inbreker, zei ze.
Hoe is hij binnen gekomen?
Daar heb ik heelemaal nog niet aan ge
dacht. Ja... hoe zou hij binnengekomen zijn?...
Wat denk je?
Ze gingen samen naar de straatdeur en za
gen hoe er een klein, vierkant gaatje was in
de deurruit.
-Ik ben blij dat het nog zóó afgeloopen is,
zei hij. H(j mag liever mijn heele huis leeg
halen, dan dat hij jou een haar krenkt.
Als je had geprobeerd de politie te waar
schuwen. had hij misschien geweld gebruikt.
Dat geloof ik niet. Hij leek me niet zoo.
Ik kan me niet indenken, dat hij de paarlen
heeft gestolen
Ik vind je heusch naief, zei hij lachend. De
parelen waren toch zeker verzekerd?
- Ongelukkig niet.
Hij haalde slechts even zijn schouder op.
Het is de moeite niet waard, je hoofd
over te breken.
Hij kuste zijn vrouw en samen gingen ze
naar boven.
Den volgenden morgen aan het ontbijt werd
er een pakje bezorgd. Mevrouw Mayfield
maakte het open
De parelen, riep ze, een beschreven vel
letje uit het étui nemend. Gejaagd las ze:
„Na uw edelmoedig gedrag ben ik niet in staat
ze te behouden".
Zei ik het niet. Het wés geen gewone in
breker. Ik wist het wel, het was een gentle
man.
Maar Louis Mayfield zei niets, want er was
iets, dat hij niet vertellen kon. Hij wist dat,
hoewel de parelen, welke hij haar gegeven
had, er zeer mooi uitzagen, ze in werkelijkheid
slechts een goede imitatie waren, zóó goed,
dat alleen een expert ze van echte kon onder
scheiden.
Terwijl hij daar zat en zijn vrouw aankeek,
vroeg hij zichzelf af, of de nachtelijke bezoe
ker werkelijk een gentleman of een vakman
geweest was.
(Nadruk verboden.)
De kleeding heeft een psychische werking,
zoowel naar buiten op den klant, als naar bun-
nen op den verkooper. Het bewustzijn, "goed
gekleed te zijn, geeft zielsrust.
31 Oct.
1927
1928
1929
1930
1931
1927
1928
1929
1930
1931
Kapitaal
25.654.000
25.654.000
25.654.00C
25.654.000
25.654.000
Tabaks
oogst
pakken
87.247
74.856
80.746
84.901
72.470
Reserven
31.491.346
32.414.632
33.417.621
33.831.253
26.248.579
Verkoop
Prijs
ets.
211.36
226.77
211.22
148.81
118.60
Invent. Rubber- en
Tabaks- Palmolie Aandeelen-
Concessies ondern.
5.618.785 11.451.909
5.618.785
5.618.785
5.618.769
5.618.769
Winst
tabaks
oogst
7.699.882
7.253.692
7.766.381
316.168
—3.876.339
1926
11.396.022
11.910.322
11.477.831
10.464.992
Winst
rubber-
oogst
834.209
471.679
222.707
242.861
351.095
ondern
11.029.967
12.356.181
14.161.236
17.144.854
16.233.049
Bruto
winst
10.615.563
9.171.932
8.961.710
845.929
—3.378.960
bezit
5.640.002
5.640.002
5.640.002
5.640.002
4.040.002
Liquide
middelen
24.367.011
24.084.791
22.996.351
18.025.816
14.848.605
INetto
winst
9.185.088
7.241.051
7.044.404
117.387
3.030.482U
Aandeel
houders
7.183.120
5.643.880
5.387.340
1927
1928
1929
1930
1931
thans
487
480
473%
385
295
115
429
418%
327
198
110
28
22
21
0
0
Koers der aandeelen-
Hoogste koers 445
Laagste koers 367%
Dividend 26
1) Op de aandeelen „De Oostkust" werd f 3.599.999 afgeschreven.
Wij hebben gewenscht geacht onzen lezers uiterlijk zooveel hetzelfde blijft, zonder zulke
dit overzicht en inzicht in 'n geval van crisis en overzichten van de gerezen moeilijken geen
melaise te geven. V"'- kunnen zich, omdat denkbeeld vormen.