KINDERVERHAAL. Nieuwe avonturen van Piepneus en Bibbersnoet Verrassend element. Brokjes Levenswijsheid. Li-Tai-Po. Door G. Th. ROTMAN. Het parelsnoer Dat's een aardige gedachte En vernuftig ook er bij! Ja, dat is wel goed verzonnen Door de Spoorwegmaatschappij. Ik bedoel die nieuwe treinen Met bestemming onbekend; 't Brengt in 't klein vacantiereisje Een verrassend element! U stapt in, en waar u uitstapt Weet u van te voren niet, Daar u 't op perron- noch treinbord, Noch op Uw biljetje ziet. 'tKan in Hendrik-Ido-Ambacht Of Uithuizermeeden zijn, Maar dat is juist de attractie Van die speciale trein. Voor op-avontuur-belusten Is 't wel aardig, naar ik meenr Heel den tijd zit je in spanning: Heerejée, waar gaan we heen? Ja, riskant is 'twel een beetje, 'tLigt er aan, hoe 'tis gesteld: Of j'er graag naar toe zou willen Of wel spijt hebt van je geld, Zooals laatst een van mijn vrienden, Pas verhuisd naar Rotterdam, Die uit zucht naar avonturen Aan zoo'n reisje deel eens nam, Maar bij 't eindpunt moest bemerken, Wat hij heel niet ha'd gedacht! Dat de trein hem naar zijn oude Woonplaats had teruggebracht! (Nadruk verboden) Op dezen prachtigen zomermorgen was ik vroeg opgestaan en wandelde onder het lied van lijsters en houtduiven het bosch door. De eenige mensch, dien ik tegenkwam, was een havelooze zwerver, die op dit ochtendlijk uur al niet meer op zijn beenen kon staan van den drank. Met de kluchtige zwaaierigheid van den be- schonkene tippelde hij op me toe en in 't voor bijgaan prevelde zijn lallende tong: „L-l-lekker weertje, meneer!" „Fijn, hé!", riep ik terug, blij, dat deze ont moeting tot zulk een onschuldig gesprek bleef beperkt. Ik keek nog eens om en zag hem voortwag- gelen door het geurende groen. Er lag iets tegenstrijdigs in den man en zijn omgeving. Hoe bederft zoo'n dronkenlap de natuurstem ming. Ik kon zijn lodderige oogen, de dwaas vergenoegde grijns op zijn bakkes, zijn lallend geluid en de lucht van den alcohol niet verge ten en hoorde lijster en houtduif niet meer. Weerzinwekkend, dit schouwspel! Maar eensklaps voelde ik me vervloekt on rechtvaardig jegens dien man; Weerzinwek kend? Maar er ligt thuis bij me een boekje, en dat boekje klaagt mij aan bij den man. O, dat keurige boekje, voornaam uitgegeven met gul den letters op zijig papier! Een boekje voor een boudoir, waar het naar jasmijn en rozenwater riekt. Wat heb ik er vaak van genoten en wat geniet ik er nu van, terwijl ik verder wandel door 't bosch. Want ik ken het van buiten, en, terwijl de lijsters en houtduiven weer opleven, spreek ik ze toe: „Zoo 't leven meer niet is dan droom, Waarom dan zorg en nood? Ik drink den langen lieven dag Tot aan het avondrood. En als ik niet meer drinken kan, Wijl vol zijn keel en lijf, Dan zwaai ik tct mijn deur en slaap En droom voor tijdverdrijf. Wat hoor ik bij ontwaken? Zang! Een vogel in den boom. Ik vraag hem of het lente al is, Ik vraag het als in droom En als ik niet meer zingen kan, Wiegt weer me in slaap de wijn. Wat geef ik om de lentepracht Laat mij maar dronken zijn! Li-Tai-Po! Ik ben Li-Tai-Po tegengekomen op mijn ochtendwandeling in 't bosch, den Chi- neeschen dichter, die nooit nuchter was en die de dronkenschap in schitterende verzen ver heerlijkt heeft. Weerzinwekkend? Ja, weerzinwekkend! Li- Tai-Po is een fijne figuur, een keurige huis vriend, een geestig dichter, maar hij moet in zijn boudoir-achtig boekje blijven met de gul den letters en 't zijig papier. Zoodra je hem in levenden lijve ontmoet, is hij een smerige, naar jenever stinkende schooier. Ik heb er geen nettere woorden voor! En nu betwijfel ik meteen, of mijn vriend, die onlangs op zijn precieuze manier zoo den lof heeft gezongen van den misdadiger, de lichtekooi en den drinker, wel zoo heel opge togen zou zijn, zoo het noodlot hem doemde, met dit illuster gezelschap, dat hij de burger lijke maatschappij tot voorbeeld stelt, in leven de lijve te worden opgesloten in de een of andere wachtkamer. Ach, ze maken zoo'n goed effect in een boekje, maar wanneer men ze in de werkelijkheid tegen het lijf loopt Is het mijn schuld, dat ik op het oogenblik niet meer kan gelooven in de geestdrift, welke een mijner dames-kennissen voor de revolutie koestert? Ik zie ze al, geconfronteerd met een bloeddorstigen beul, wiens onvertogen taal ze niet eens zal verstaan! En dan mijn studentje, dat als reserve-officier den oorlog heusch nog zoo kwaad niet vindt. Netjes nipt hij een smetje cigaretten-asch van zijn ongerepte uniform. Maar als straks deze uniform eens met grieze liger dingen dan cigaretten-asch besmeurd zal zijn Zal hij den echten oorlog ook niet met een dergelijk onpleizierig gevoel naturen als ik Li- Tai-Po, nu ik hem in de rauwe werkelijkheid heb ontmoet? O, smullers van bandieten, moorden en kata- strofen, blijft in uw pluche-met-vergulde bios- kopen gemeten, maar de Heere bewaar u, als de veelbewonderde held u daarbuiten in 't leven heusch dezelfde scène zal maken! We behoeven ze maar te ontmoeten, onze afgoden, of we worden ze ontrouw. H. G. CANNEGIETER Alle teveel is verspilling en verarmt; alle te weinig in ontrouw en gierigheid is de wortel van veel kwaad. Oefen U in het economisch beheer van Uw levenskring. 65. Terwijl wij allerlei wraakplannen zaten uit 6®- 111 vertelde hem alles in kleuren en geuren, te broeden, hoorden we opeens een fluisterende "T°e- meneer Hannes", zei ik buigt U nu die stem achter ons. „Ah zoo, aan 't gappen ge- trahes ?ens een beetJe van elkaar dan kruipen weest?" Het was een wat haveloos uitziende we ,er door en vriendinnetje kan net nog muis, die z'n snuit door de tralies van het lucht- ™ezen. Goudsmuis er is.' Maar nu gat stak. Want het luchtgat kwam op straat feed Hannes heel verontwaardigd. „Geen den- uit. „Ik ben linke HanneÏ!" zei hij, „vertel ken nep hij „Hannes is zoo eerlijk als me maar eens alles, misschien kan ik jullie g°ud. riep hij. „Boeven helpen ontsnappen, helpen." Niks hoor!" De Financier" van 3 Aug. j.l. schrijft over de Deli Maatschappij als volgt: De financieele uitkomsten van het jaar 1931 der Deli Maatschappij zijn deerlijk tegenge vallen. Bij onze bespreking van het voorgaand ver slag raamden we, op gezag van onzen tabaks medewerker, den doorsnee-verkcop-prijs van tabaksoogst 1930 op ca. 120 ct., hetgeen niet ver van de waarheid was, want de werkelijke op- ba-engst is 118.60 ct. per KG. geweest. TVTnar niet alleen de verkoopprijs beslist over de resultaten. Er is ook een kostprijs, die daarbij een groote rol speelt. Hadden we dien kostprijs bij de raming van het verliessaldo op ca. f 1 miliioen over het hoofd gezien? Geen sprake van. Maar we hebben dien kostprijs veel te laag geraamd. Omdat we meenden te mogen aannemen, dat de Deli Mpij cok voor tabaks- cogst-1930 dien kostprijs weer iets zou hebben teruggebracht. Voor oogst-1929 kwam hij op 149 %ct. uit, voor oogst-1929 op 146.3 ct., voor 1930 komt men echter aan de hand der in het verslag verstrekte cijfers op niet minder dan 154.47 pet. per K.G. Excusez du peu! Terwijl de Arendsburg en de Deli Batavia voor oogst-1932 den kostprijs van hun product tot resp. 138 en 141 ct. hebben kunnen ver lagen loopt de Oude Deli neg eens den ver keerden kant- uit en komt daarbij boven den oud-Hollandschen daalder. Nu moet hier even worden gereleveerd, dat in dien kostprijs dei Deli Mpij en dal in tegenstelling met de andere Sumatra-tabaksmpijen nog een stuk tantième opgesloten ligt. De Oude Deli keert tantièmes uit, onafhankelijk van de winst en deze zijn in den kostprijs begrepen. Maar goed, daarmee is tccb de hoogere kostprijs voor oogst- 1930 niet verklaard. Deze zal moeten worden gevonden in den kleineren oogst, n.l. 72.470 pakken tegen 84.901 pakken voor Deli Mpij en Amsterdam Langkat tezamen. Per saldo maakten 19 ondernemingen een ver lies van f 5.8 milliolen, 4 een winst van f 2 mil iioen, zoodat met cogst-1930 een verlies werd geleden van f 3.8 miHioen. Een tabaksverlies van bijna f 4 miliioen is voor de Deli Maatschappij wel zeer ongewoon Maar er zijn meerdere verliezen geleden. Allereerst op rubber. Van de rubbercultuur hebben onze Sumatra-tabakmpijen nog weinig genoegens gesmaakt. De Oude Deli heeft er nu allengs f 1114 miliioen voor uitgegeven, maar van redelijke winsten was nimmer sprake. Ru'bberoogst-1931 leverde 3.745.500% K.G. op tegen 3.150.810 :n 1929/'30, waarvan 2.555.400% K.G. verkocht werden a 32% ct. per K.G. welke 'n verlies opleverden van f 351.095. Waar uit dan meteen blijkt dat de kostprijs van de rubber bij de Deli nog aan den hoogen kant is. Intusschen bracht het restant van den voor- gaanden oogst ruim f 90.000 boven taxatie op en is ook de uit-oogst-1930/31 overgebleven hoeveelheid, genaamd op 10 ct. per K.G. na afloop van het verslagjaar tot hoogeren prijs verkocht. Evenmin als het voorgaande jaar, hebben ook ditmaal de andere winstbronnen der Mpij het aandeelenbezit „De Oostkust", Amsterdam Lang kat en Rimboen winst opgeleverd. Onder het hoofd „Aandeelen Waterleiding Mpij „Ajer Beresih" komt in de verlies- en winstrekening een post van f 499.000 in het cre dit voor. Dit is geen ontvangen dividend, maar het ge volg van een hoogere waardeering der aandee len, welke op f 1.— waren afgeschreven, maar nu a pari zijn aangenomen. De mpij. bezat hier van f 500.000, maar vermeerderde haar bezit met f 1.500.000 aandeelen, welke ze in ruil voor haar voorschot verkreeg. Onder de verliezen is de afschrijving van f 3.599.000 op de aandeelen „De Oostkust", waar door deze op f 1.worden teruggebracht, wel de voornaamste, na het tabaksverlies van f 3.8 miliioen. Op de ondernemingen van „De Oostkust" is in April 1932 de tabakscultuur gestaakt. De mpij, zal voorloopig alleen als rubber-producente op treden en hoewel zij als zoodanig tot de aller beste mag worden gerekend, brengt ook deze cultuur vooa-eerst geen winst. Gelet op den beurs koers, is het daarom wel juist te achten, dat de Deli Mpij. de balanswaarde van hét aan deelenbezit ,De Oostkust" tot f 1 heeft ver laagd. Eindelijk is op het overig aandeelenbezit nog 769.496, op effecten f 221.796 afgeschreven zoodat alles tezamen, de rekening 1930/31 met een verlies van f 8.050.482 sluit. Dit verlies is op de Reserverekening afgeboekt wtelke daardoor van f 12.827.000 tot f 4.776.518 verminderde. Naast deze reserve, beschikt de Deli Mpij echter nog over andere, n.l.: Reserve tegen Concessies Reserve tegen Invent, Tabaks- ondernemingen Reserve tegen Rubberaanplar.t en andere cultures Reserve tegen Vorderingen op on dernemingen Reserve Brandassurantie Nemen we alle Reserven tezamen, dan bedra gen deze eind 1930/31 f 26.248.579 tegen f 33.831.253.—, Hoe de positie der Deli Mpij. op het eind van genoemd boekjaar was, blijkt het best uit de ver eenvoudigde balans, welke we hieronder voor de beide laatste jaren hebben opgesteld: 31 Oct. 31 Oct. door JOHN CRAWFORD. Toen mevrouw Louis Mayfield uit haar auto stapte, nadat zij naar den schouwburg was geweest en naderhand gesoupeerd had, zag zij, dat er in de werkkamer van haar man licht brandde. Waarschijnlijk was Louis thuisgeko men. Zij was een weinig verbaasd, dat hij niet, zooals gewoonlijk, baar tegemoet kwam om haar met haar mantel behulpzaam te zijn. Maar hij was misschien in zijn werk verdiept en had de auto niet eens gehoord. Binnentredende opende zij de deur van de werkkamer en bleef verrast op den drempel staan; de kamer was donker. Louis moest het. licht hebben uitgedraaid en naar boven gegaan zijn. Maar dat was eigenlijk niets voor hem, dat hij niet was opgebleven om op haar te wachten. Dat was hij anders altijd gewoon. Het Was eigenlijk dwaas, maar zij werd op eens zenuwachtig en draaide het licht aan. Een groote, vreemde man stond voor haar, kalm en ernstig. Hij had een revolver in de hand. - Ik dacht niet. dat een dame zou binnen komen, zei hij. Het spijt mij, dat ik U heb la ten schrikken, maar ik zal probeeren het niet weer te doen als U verstandig zult zijn. Hij spraik met het gemak van een beschaafd man. Zijn hoed en jas had hij naast zich op een stoel neergelegd. Ik heb zeker de eer met mevrouw Louis Mayfield te spreken? Ja, antwoordde zij. Wat wilt U?Wie is U?Waar is mijn man? - Dat weet ik niet, zei hij in antwoord op de laatste vraag. Zoudt U zoo goed willen z(jn binnen te komen en de deur te sluiten? Zij voelde, dat er in zijn beleefd verzoekende stem toch iets gebiedends was en zij gehoor zaamde. Ik ben bang dat ik U heb laten schrik ken, herhaalde hij. - Ik had niet gedacht, dat U zoo vroeg zoudt terugkomen. Ik dacht dat U alle twee op het bal van lady Everton zoudt zijn. Wij zouden er ook heengegaan zijn, maar... is U een vriend van mijn man? Moet dit misschien een grap beteekenen? Neen, ik maak nooit gekheid in zakelijke aangelegenheden en ik heb niet het genoegen uw man te kennen. met f 1 miliioen minder te hoek staan dan een jaar tevoren, maar dat dit miliioen is bijgeboekt op de Oiiepialmencndernemingen. In rubber en oliepalmen heeft de mpij. thans f 17 miliioen gestoken, zonder dat er eenig voor deel van beteekenis uit ontvangen is. Hoe staat het nu met de financieele positie der Oude Deli. Uit onze vereenvoudigde balans blijkt, dat er uit. October 1931 nog ca. f 15 miliioen liquide middelen aanwezig waren, ofwel ruim f 4 mil iioen minrba' dan eind October 1930. Die f 15 miliioen is echter geen beschikbaar werkkapitaal. In die f 15 miliioen is begrepen het voorschot aan ondernemingen, waarin is deelgenomen ad f 3.6 miliioen, voorts de f 1% miliioen effecten van het Pensioenfonds. Sterk is de financieele positie der mpij. dus niet meer. Alleen voor de financiering van den tabaksoogst-1931, die voor Deli Mpij en Amster dam Langkat tezamen op 68.887 pakken, dat is rond 10 miliioen K.G. groot is, zal bij een kostprijs van 150 ct. reeds f 15 miliioen noodig zijn. Van dien kostprijs zal het ook voor boekjaar 1931/32 afhangen, welke verliezen de Oude Deli zal leiden. Van tabaksoogst-1931 zijn 45192 pak ken verkocht a gemiddeld 157 ct. en onze Am- ste-rdamsche tabaksman is van meening, dat voor den geheelen oogst gemiddeld 125 a 130 ct. zal worden verkregen. Kan de kostprijs niet beneden dien van oogst- 1929/30 worden teruggebracht, dan zal er een verlies ontstaan van 20 a 25 ct. per pond, dat is rond f 2 miliioen a f 2% miliioen gulden. Bij een rubber-oogst van 3% miliioen K.G. en een kostprijs van 32% ct. wordt hierop een verlies van ca. f 1 miliioen geleden. Maar ook ai zijn deze verliezen te hoog ge raamd, vast staat, dat de Deli mpij. nog een slecht jaar door moet moet en zeker in 1931/32 een tekort op haar rekening zal aanwijzen van f 2 a f 3 miliioen. Wat de naaste vooruitzichten betreft, zegt de directie het volgende; f 5.618.785 - 5.500.000 - 7.235.568 - 2.000.000 - 1.117.707 Actief. Concessie-rekening Invent. Tabaksondem. Rubbercndeim Oliepalm ondern. Gebouwde eigend Ajer Beresih" Rimboen Tabak Amsterd. Langkat De Oostkust Div. deeln 1931 1930 5.618.785 5.618.785 10.464.992. .11.477.831 11.215.953 11.397.082 5.928.900 4.835.966 1.537.906 1.609.478 34.766.536 2.000.000 1 2.040.000 1 5 34.939.143 1 1 2.040.000 3.600.000 1.042.940 67. Op 'tzelfde oogenblik was Hannes ver- 68. Ontzet keken we eikaar aan. Dus... er was dwenen. We hadden zoo 'n uurtje zitten jam- tóch ingebroken? Maar daar deed Snorrebaard meren, toen we in 't aangrenzende vertrek op- de deur al open, pakte ons beet en zette ons eens de opgewonden stem van mevrouw Goud- vlak voor mevrouw Goudmuis neer. „Wij heb- muis meenden te hooren... Nieuwsgierig luister- ben het niet gedaan, heusch niet!" piepte ik; den we aan 't sleutelgat.Ja, ze was het! „dat moet 'n ander gedaan hebben; wij hebben „Alles hebben ze gestolen, m'n heele huis is alleen maar het raam opengedaan en het lad- leeggehaal'd!" hoorden we haar jammeren. dertje neergezet!" Liquide middelen 4.040.007 14.974.805 6.682.942 19.838.958 Totaal actief Passief. Kapitaal Reserven Pensioenfonds Saldo nieuwe rekening 53.781.348 61.461.028 25.654.000 26.248.579 1.878.769 25.654.000 33.831.253 1.858.389 117.386 Totaal 53.781.348 61.461.028 Hieruit blijkt, dat de Tabaksondernemingen Inzake onzen tabaksoogst-1932 kan worden vermeld, dat volgens de door ons uit Deli ontvangen berichten de meeste beneden- ondernemingen door droogte hebben geleden in tegenstelling met. de boven- en midden- endernemingen, welker oogsten goed bere gend zouden zijn. Tot verdere inkrimping van onzen oogst 1933 werd reeds besloten en waar ook de overige mpijen hiertoe overgingen,, zal daar door kunnen worden bereikt, dat een belang rijk kleiner aantal pakken Sumatra-tabak aan de markt zal komen en dientengevolge een betere verhouding tusschen vraag en aanbod zal ontstaan. Maar wie is U dan? Ik ben een man, die nooit een vrouw kwaad zal doenalthans niet dan noodge dwongen, voegde hij er aan toe en zijn stem kreeg plotseling een harde klank. Overigens ben ik inbreker van beroep. Inbreker? Zij begreep er niets van. Ja, U kwam mij in mijn werk storen. Ik had nauwelijks den tijd, uw bureau open te breken. Het heeft een zeer interessant slot, ofschoon ik niet kan ontkennen, dat het ta melijk veel aan belangrijkheid voor mij verloor, toen ik zag, dat er niets van waarde in was. Zij herademde. Hij had dus niet het geheime vakje gevonden, waarin het parelsnoer lag, dat zij van haar man een paar dagen geleden gekregen had voor haar verjaardag. Dat is dan een ongelukkige avond voor U, merkte zij spottend op. Zij was nu wat kalmer geworden, nu ze haar parelen veilig wist. Dat kan ik nu juist niet zeggen. Ik heb in ieder geval het genoegen gehad met U ken nis te maken. Ik geloof, dat U beter doet, weg te gaan, antwoordde zij een beetje gepiqueerd. Ik zou de politie moeten waarschuwen, maar ik zal het niet doen. Ik kan 't mij niet indenken, dat U een inbreker is. Waarom oefent U geen eerlijk beroep uit? Dat zoudt U toch best kunnen Ongetwijfeld. Maar dat geeft zoo weinig. Ik heb mezelf dure gewoonten aangewend. Bovendien heeft mijn tegenwoordige werkkring ook zijn goede zijden. Het is opwindend en bo vendien, de menschen, die ik besteel, lijden er niet onder. Zij dacht aan haar parelsnoer. Hoe kunt U dat weten? Wat ik steel is steeds verzekerd. Dus ver oorzaak ik geen nadeel. In werkelijkheid ben ik een weldoener. Bedenk maar eens, aan wie ik allemaal werk verschaf. De politie, de ver zekering, de justitie, ze zouden allemaal werk loos zijn, indien er niet zulke menschen waren als ik. Het spijt mij voor U. Wilt U nu weg gaan? Hij maakte een buiging en verdween. Zij hoorde hoe de straatdeur in het slot viel en liep naar het bureau. Voor zoover ze zien kon. had hij het opengebroken zonder het te beschadigen. Onwillekeurig bewonderde zij zijn handigheid. Een half uur later kwam haar man thuis. Hij vond haar in tranen voor het bureau. -- Mijn paarlen, riep zij, ze zijn weg! Louis Mayfield nam altijd alles kalm op in het levenzoo óok dit. Hij probeerde zijn vrouw te kalmeereh. Trek je er niets van aan, lieve, zei hij. Ik zal een nieuwe voor je koopen. De zaken gaan goed. Zij vertelde hem wat er gebeurd was. Maar hij lijkt heelemaal niet op een ge wonen inbreker, zei ze. Hoe is hij binnen gekomen? Daar heb ik heelemaal nog niet aan ge dacht. Ja... hoe zou hij binnengekomen zijn?... Wat denk je? Ze gingen samen naar de straatdeur en za gen hoe er een klein, vierkant gaatje was in de deurruit. -Ik ben blij dat het nog zóó afgeloopen is, zei hij. H(j mag liever mijn heele huis leeg halen, dan dat hij jou een haar krenkt. Als je had geprobeerd de politie te waar schuwen. had hij misschien geweld gebruikt. Dat geloof ik niet. Hij leek me niet zoo. Ik kan me niet indenken, dat hij de paarlen heeft gestolen Ik vind je heusch naief, zei hij lachend. De parelen waren toch zeker verzekerd? - Ongelukkig niet. Hij haalde slechts even zijn schouder op. Het is de moeite niet waard, je hoofd over te breken. Hij kuste zijn vrouw en samen gingen ze naar boven. Den volgenden morgen aan het ontbijt werd er een pakje bezorgd. Mevrouw Mayfield maakte het open De parelen, riep ze, een beschreven vel letje uit het étui nemend. Gejaagd las ze: „Na uw edelmoedig gedrag ben ik niet in staat ze te behouden". Zei ik het niet. Het wés geen gewone in breker. Ik wist het wel, het was een gentle man. Maar Louis Mayfield zei niets, want er was iets, dat hij niet vertellen kon. Hij wist dat, hoewel de parelen, welke hij haar gegeven had, er zeer mooi uitzagen, ze in werkelijkheid slechts een goede imitatie waren, zóó goed, dat alleen een expert ze van echte kon onder scheiden. Terwijl hij daar zat en zijn vrouw aankeek, vroeg hij zichzelf af, of de nachtelijke bezoe ker werkelijk een gentleman of een vakman geweest was. (Nadruk verboden.) De kleeding heeft een psychische werking, zoowel naar buiten op den klant, als naar bun- nen op den verkooper. Het bewustzijn, "goed gekleed te zijn, geeft zielsrust. 31 Oct. 1927 1928 1929 1930 1931 1927 1928 1929 1930 1931 Kapitaal 25.654.000 25.654.000 25.654.00C 25.654.000 25.654.000 Tabaks oogst pakken 87.247 74.856 80.746 84.901 72.470 Reserven 31.491.346 32.414.632 33.417.621 33.831.253 26.248.579 Verkoop Prijs ets. 211.36 226.77 211.22 148.81 118.60 Invent. Rubber- en Tabaks- Palmolie Aandeelen- Concessies ondern. 5.618.785 11.451.909 5.618.785 5.618.785 5.618.769 5.618.769 Winst tabaks oogst 7.699.882 7.253.692 7.766.381 316.168 —3.876.339 1926 11.396.022 11.910.322 11.477.831 10.464.992 Winst rubber- oogst 834.209 471.679 222.707 242.861 351.095 ondern 11.029.967 12.356.181 14.161.236 17.144.854 16.233.049 Bruto winst 10.615.563 9.171.932 8.961.710 845.929 —3.378.960 bezit 5.640.002 5.640.002 5.640.002 5.640.002 4.040.002 Liquide middelen 24.367.011 24.084.791 22.996.351 18.025.816 14.848.605 INetto winst 9.185.088 7.241.051 7.044.404 117.387 3.030.482U Aandeel houders 7.183.120 5.643.880 5.387.340 1927 1928 1929 1930 1931 thans 487 480 473% 385 295 115 429 418% 327 198 110 28 22 21 0 0 Koers der aandeelen- Hoogste koers 445 Laagste koers 367% Dividend 26 1) Op de aandeelen „De Oostkust" werd f 3.599.999 afgeschreven. Wij hebben gewenscht geacht onzen lezers uiterlijk zooveel hetzelfde blijft, zonder zulke dit overzicht en inzicht in 'n geval van crisis en overzichten van de gerezen moeilijken geen melaise te geven. V"'- kunnen zich, omdat denkbeeld vormen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1932 | | pagina 3