TWEEDE BLAD
HAM-RECLAME
ALBERT HEI«JH
i m*m
mm mm*
B H
INGEZONDEN STUKKEN,
H GROOTE
HEERLIJK VAN SMAAK!
MACHINAAL EN VAKKUN
DIG GESNEDEN.
SCH AAKRUBRIEK.
GEMEENTERAAD.
Nog steeds zat als bij de beide vorige ver
gaderingen de heer Hogenbirk aan de tafel
van B. en W.
Wethouder Kremer was ook ditmaal afwezig,
evenals de heer Cassee.
Diens ooren zullen ongetwijfeld getuit heb
ben, want de openbare vergadering hield zich
onmiddellijk bezig met een aangelegenheid,
■waarin de heer Cassee een werkzaam aandeel
had genomen. De heer Quarles van Ufford had
n.l. in de vorige zitting een opgave verzocht
van de kosten van aankoop van „De Nagte-
gaal" en uit de cijfers, die B. en W. thans over
legden bleek, dat de makelaar, die bij den aan
koop voor de gemeente was opgetreden, de
usantieele 1 in rekening had gebracht. Niets
ongewoons natuurlijkindien deze makelaar
niet het Raadslid de heer Cassee was geweest.
Want het bleek, dat in de geheime raadszit -
ting, waarin tot aankoop van „De Nagtegaal"
besloten werd en waarin de heer Cassee was
uitgenoodigd, de gemeente bij den aankoop te
vertegenwoordigen, verschillende leden den in
druk hadden gekregen, dat de heer Cassee zijn
bemoeiingen om niet zou verleen*". Derhalve
spraken zij hun teleurstelling uit Aot ae Koop
som met een bedrag van ongeveer f 1500.—
was bezwaard. Anderen meenden, dat er geen
enkelen grond voor deze verwachting was,
(„Alleen de zon schijnt voor niks" merkte de
heer Laan op) en de heer Quarles van Ufford
zelf verklaarde, slechts de verwachting te heb
ben gekoesterd, dat het optreden van den heer
Cassee in zijn qualiteit van makelaar, de ge
meente een voordeeltje zou hebben opgeleverd.
De voorzitter gaf volkomen terecht in over
weging, eventueele verdere bespiegelingen te
dezer zake in tegenwoordigheid van den heer
Cassee zelf te houden en deelde voor het overige
mede, dat door het gebeurde de wet in ieder
geval niet overtreden was.
Of we dus in een volgende vergadering over
deze aangelegenheid iets naders te hooren
krijgen? Eerlijk gezegd hopen we van niet. Het
liikt ons weinig aanbevelenswaardig, zaken, die
terecht in een besloten vergadering zijn be
handeld, naderhand in een openbare zitting te
berde te brengen. Vooral wanneer er geen bin
dende afspraken zijn gemaakt en alles dus
op de losse schroeven van indrukken en sub
jectieve meeningen staat. Begrijpelijk was het
dan ook, dat de heer Luden en anderen zich
weinig ingenomen toonden met deze gedach-
tenwisseling.
Terwijl we dit schrijven is ons het stand
punt van den heer Cassee nog niet bekend.
Elders in dit nummer hopen we zijn zienswijze
te kunnen vermelden. De heer Laan heeft zijn
benoeming tot lid van de Commissie voor So
ciale Aangelegenheden niet aangenomen. Er
moest dus opnieuw een lid in deze vacature
gekozen worden. Ditmaal was de heer Van
Riessen de uitverkorene. Hij nam de benoe
ming aan.
Nadat de overname van perceel Kinheim-
weg 55 door het Waterbedrijf bekrachtigd was
en een erfpacht, deel uitmakende van een
transactie met den heer G. J. v. d. Vliet in
een verhuring voor 50 jaar ad f 1.per jaar
was omgezet, kwam de definitieve vaststelling
van een uitbreidingsplan voor de terreinen bij
de Brouwerskolk in behandeling. Zooals men
weet heeft dezen zomer, toen er voor de te
werk gestelden nieuwe arbeid moest worden
gezocht, de Raad besloten tot het aanleggen
van een weg over de terreinen van de Gemeen
te aan de Brouwerskolk, eindigende aan den
spoorlijn OverveenZandvoort, waar een
viaduct te zijner tijd de verbinding met den
Zeeweg zal vormen.
Het debat begon met een aanval van den
heer Laan op het reeds aangenomen
plan. Spr. betreurde, dat het er dan toch van
komen gaat. De tijd komt, dat men hier wel
borden mag plaatsen met: „Opruiming van
natuurschoon". De Brouwerskolk, sinds vijf-,
zeshonderd jaar vermaard om haar natuur
schoon, zooals wij uit afbeeldingen weten, zal
ophouden, natuurmonument te zijn. En wat
bereikt men? De nieuwe weg zal, is hij een
maal gereed, afgesloten moeten worden, want
omdat hij uitmondt op dat gedeelte van den
Zeeweg, waar langs het afgaand verkeer wordt
geleid, zal men er het verkeer naar Zandvoort
bezwaarlijk langs kunnen voeren. Voor het
overige zal het een parallelweg van den pas
verbeterden Korten Zijlweg worden, iets, waar
aan geen behoefte bestaat. Laten we dus
aldus spr. op onze schreden terugkeeren
en het heele plan laten voor wat het is!
De heer Schulz was van een andere mee
ning. Het doet vreemd aan, zoo zeide hij, den
heer Laan thans te hooren spreken en het ver
schil te constateeren tusschen zijn inzichten
van thans en die uit den tijd, toen hij aan de
tafel van B. en W. zat. Het was de heer Laan,
die in een vergadering met Gedeputeerde Sta
ten en in een bijeenkomst met de Geweste
lijke Commissie vóór dezen weg heeft gepleit,
die naar zijn meening van destijds het natuur
schoon niet zou schaden. Thans blijkt hij er
anders over te denken. Intusschen, als er hier
verlies van natuurschoon dreigt, dan is dat na
tuurschoon, waaraan thans iemand iets heeft,
crndat niemand er van genieten kan. Dat zal
anders worden, als de weg er is. Voor het
overige zou het de waardigheid van den Raad
te kort doen, indien men kort na het eenmaal
genomen besluit daar weer op terug zou ko
men.
De heer Prinsenberg begon met een gemoe
delijk grapje, dat gelegen was in zijn vraag
aan den heer Laan, hem eens de platen uit
het jaar 1332 te willen toonen, waarop het
natuurschoon van de Brouwerskolk zou zijn af
gebeeld. Wat de kwestie zelf betreft, Spr. was
oorspronkelijk geen voorstander van dezen
weg, uit overweging dat een weg van 20 M.
breed inderdaad het natuurschoon zou scha
den. Het is hem echter gebleken, dat de
eigenlijke weg niet breeder dan 7 M. zal wor
den en waar een kundig man als de heer Ter-
steeg, een ernstig tuinarchitect, met het ont
werpen zal worden belast, is er veel van zijn
bezwaar vervallen. Een anderen weg projec
teeren, bijvoorbeeld langs de Zanderijvaart
zou ongetwijfeld veel duurder uitkomen.
Ten aanzien van het natuurschoon overdrijve
men niet: Het is niet waar, dat de Brouwers
kolk een der weinige laatste ongerepte plekjes
Van Kennemerland vormt. Er is waarlijk nog
meer natuurschoon voorhanden en wanneer
door dezen weg de terreinen aan de Brouwers
kolk onder ieders bereik komen, heeft Spr.
daartegen volstrekt geen bezwaar.
De heer Lestrieux Hendrichs verklaarde in
een goed aangelegden weg heelemaal geen be
letsel te zien, om van de natuur te genieten.
De -autowegen over de passen in het hoog
gebergte van Zwitserland verhinderen toch
ook niet, dat men van het natuurschoon geniet
en, om dichter bij huis te blijven, is niet het
Naaldenveld gebaat bij het wegennet, dat men
daar de laatste jaren heeft gekregen?
Ook de voorzitter brak een lans voor het
voorstel. De Raad heeft zich nu eenmaal ten
gunste van den aanleg van den weg uitgespro
ken. Daarop terugkomen heeft weinig zin.
Sprekende- over de verbinding met den Zeeweg
merkte spr. op, dat het natuurlijk niet in de
bedoeling ligt, den weg voor doorgaand ver
keer af te sluiten. Dat zal niet noodig zijn.
Waar tijdens dit debat ook een opmerking door
den heer Laan is gemaakt over het egalisee-
ren van een duinpartij in de nabijheid van den
Watertoren, zegt Spr., dat dit geen kale zand
vlakte zal blijven. Het is daar eemge jaren
een speelplaats voor kinderen geweest. Lang
zamerhand zijn daar toestanden ontstaan, die
voortdurend politietoezicht noodzakelijk maak
ten, thans ligt het in het voornemen, wanneer
de bodem daar geëgaliseerd is, een speelterrein
in te richten, dat na bezetten tijd behoorlijk
kan worden afgesloten.
Na deze verklaring gaf de Raad zijn fiat aan
de definitieve vaststelling van dit uitbreidings
plan, waarmede de totstandkoming van den
weg verzekerd is.
Toen kwam de Overveensche school aan de
orde. B. en W. stelden voor, een gedeelte van
de terreinen „Gehrels" te reserveeren voor den
bouw van een nieuwe schooi, n.l. aan het Bin
nenpad.
De heer Laan vertegenwoordigde weder de
contramine. Hij wees er op, dat men wil bou
wen op een laag gelegen stuk grond, dat beter
voor sportterrein dan scholenbouw geschikt
is. Wanneer er een school moet komen zou
Spr. het duinterrein aan de Spoorlaan willen
aanbevelen. Daar zal een nieuwe school tot
haar recht komen, heter dan in het moeras,
dat men thans heeft uitgekozen.
De heer Prinsenberg verklaarde er mee
accoord te gaan, dat de school verdwijnt. Lang
genoeg, hebben nu de klachten over dit gebouw
geduurd. De uitgekozen plaats lijkt hem ech
ter niet juist. Deze grond zal metterrtrjd een
waarde van f8.krijgen en de school zou
daardoor op veel te duur terrein komen. In
dit verband geeft spr. in overweging, een ge
deelte van de terreinen van Eldering te be
nutten, ten slotte óók, omdat hij zich met de
keuze van B. en W. uit stedebouwkundig oog
punt niet kan vereenigen.
Daarna kwam de heer Schulz los in een vrij
scherp betoog tegen den heer Laan. Spr. ziet
bij dezen hier dezelfde tendenz van het op den
langen baan schuiven als zooeven aan 'shee-
ren Laan's betoog tegen den weg over het
Brouwerskolkje ten grondslag lag. Hoofdzaak
is, dat de school er komt! Maar het bezwaar
van den heer Laan gaat niet tegen de diepte
van het terrein, 't Gaat tegen de school. En
waar dit het geval is, had Spr. andere be
zwaren verwacht.
De bedenkingen van den heer Prinsenberg
kan Spr. niet beoordeelen, maar hij ziet, dat
ze reëel zijn. Daarom heeft hij geen bezwaar,
dat ze onder het oog worden gezien. Intus
schen, de meerderheid van den Raad zoowel
als de ouders wenschen een nieuwe school.
Dat die dan kome en met spoed!
De heer Hogenbirk merkt op, dat iedereen
het er over eens is, dat de school verdwijne.
De bezwaren van den heer Laan zijn Spr. on
begrijpelijk. Zelf heeft de heer Laan eenigen
tijd geleden deze gronden aangemerkt ais ge
schikt voor scholenbouw zoo goed als voor
sportterrein. Wat de opmerkingen van den
heer Prinsenberg betreft, als er een hetere
gevonden kan worden, dan is dat natuurlijk
goed.
De Voorzitter merkte op, dat bij het voort
durend toenemen van het verkeer langs den
Zeeweg de hoek, waarop de school thans
staat, een schitterende gelegenheid vormen zal
voor de vestiging van een restaurant.
Irenisch verklaarde de heer Laan dankbaar te zijn
voor de belangstelling van de zijde van den
heer Schulz. Maar men moet waar blijven. 3pr.
is altijd tegen deze school geweest. Hij maakt
daar geen geheimen van, maar het gaat hier
om den grond. Dat geldt ook als antwoord aan
den heer Hogenbirk. Spr. ontkent, dat hij deze
plek heeft aanbevolen als plaats, geschikt
voor stichting van een school. Deze schooi is
niet best. 't Kan zijn, maar Spr. zou het er
nog wel mee willen doen. Echter, moet er een
nieuwe school komen, dan acht hij het terrein
aan de Spoorlaan veel beter dan wat hier
wordt voorgesteld.
Wethouder Bornwater verklaarde het eens
te zijn met den heer Schulz. Hoofdzaak is, dat
de school er komt. De door den heer Laan ge
noemde plaats is te excentrisch. De bevolking
van deze school komt grootendeels van de
overzijde van den Bloemendaalschen weg.
Daarom is het noodig, dat zij daar ter plaatse
komt. Zijn de gronden van Eldering beter, dan
heeft Spr. daar geen bezwaar tegen.
Het amendement-Prinsenberg gaat dan om
prae-advïes naar B. en W., nadat op voorstel
van den heer De Lestrieux Hendrichs het
principe van den bouw van een nieuwe school
is vastgelegd.
Bij de rondvraag verzocht hetzelfde lid met
klem, een einde te willen maken aan den toe
stand in het Boekenroodepa x, waar de be
woners zeer te lijden hebben van de uiterst ge
brekkige drainage, een euvel, dat zich vooral
in deze natte periode dubbel doet gelden.
De heer Van Riessen stelde volkomen ad rem
de vraag, hoe het mogelijk was, dat terwijl
eenige maanden geleden de voorstanders van
gemeentelijk kleuteronderwijs nul op het
request hadden gekregen, er thans in de Open
bare lagere school te Aerdenhout twee klassen
voor dit onderwijs beschikbaar zijn gesteld.
De Wethouder wist er zoo spoedig geei
antwoord op. We zullen er de volgende verga
dering dus wel meer van vernemen. Waarmede
de heer Schulz accoord ging, nadat hij ver
zocht had, indien de lokalen, eventueel ter be
schikking van het kleuteronderwijs vanw»s^
een particuliere vereeniging worden gesteld,
de voorwaarde te stellen, dat dit onderwijs
voor kinderen van niet draagkrachtige ouders
gratis zal worden gegeven.
Voorts vroeg de heer Van Riessen. of de
heer Blaauw, architect, nog steeds in bezoldig
den dienst der gemeente staat met betrekking
tot de raadhuisplannen.
De Voorzitter erkende, dat de heer Blaauw
de gemeente nog steeds adviseert en daarvoor
gehonoreerd wordt. Hebben we het goed be
grepen, dan zal ook hieromtrent een nadere
mededeeling volgen.
De heer Dorhout Mees vroeg, hoe het staat
met de verbouwing van De Nagtegaal. Dat
wacht op den terugkeer van den Wethouder
Kremer, antwoordde de Voorzitter. -
De openbare vergadering was hiermede ten
einde. Zij was voorafgegaan door een besloten
zitting, waarin het aan onze lezers bekende
schrijven van den heer Blaauw aangaande de
verbouwing was besproken (we namen dit
schrijven in ons vorig nummer op) en naar
aanleiding waarvan besloten was, B. en W. om
prae-advies te vragen.
Nabetrachting.
Van betrouwbare zjjde wordt ons mede
gedeeld, dat de houding van den heer Laan
in de vergaderingen van den Raad in den laat-
sten tijd den indruk maakt, alsof hij oppositie
voert uit lust tot oppositievoeren, en dat zijne
uitlatingen soms een scherpte aannemen, die
door de mate van belangrijkheid van het onder
werp niet wordt gemotiveerd. Wij hebben den
heer Laan om zijn ferm (een echte mannetjes
putter is hij!) en open karakter, als mensch al
tijd zeer gewaardeerd. De heer Laan heeft
echter, wil hij zijn arbeid ten goede doen ge
dijen, wil hij plezier houden in zijn werk en
anderen pleizier daarvan doen hebben, noodig
een bepaald omlijnd als het ware tastbaar hem
voor oogen staand plan en doel, waaraan hij
kan arbeiden in zijn eentje, alleen, met behulp
van anderen-in-de-tweede-linie, maar zonder
dat hij bij zijn arbeid door die anderen voor de
voeten wordt gelcopen. In zeer bewogen tijden
zijn zulke mannen goud waard. In evenwichti
ger tijden geraken zij zeiven gemakkelijk uit
hun evenwicht. Dan wordt hun omgeving daar
van de dupe.
Aangezien zij in hunne eigen omgeving
meestal warm worden aangehangen en bewon
derd, kunnen zij deze doorgaans gemakkelijk
voor hunne zienswijze meekrijgen, en kritiek
op hen blijft daardoor dikwerf uit. Voor het be
oefenen van zelfkritiek hebben hunne levens
omstandigheden hen doorgaans den prikkel
niet gegeven. Als impetueuse mannen van de
daad vinden zij voor zelfkritiek in hunne eigen
persoonlijkheid geene aanleiding. Boven zich
zelf staan, is voer zulke, om vele redenen eer
biedwaardige, menschen dubbel moeilijk wan
neer zij niet religieus zijn aangelegd. Hun
wereld is geheel gevuld met menschen en msn-
schelijke persoonlijkheden. Iemand die hun zou
zeggen overtuigd te zijn, dat de mensch maar
een nietigheidje, een nietsje, op zich zelf eigen
lijk niet de moeite van het beschouwen waard
is, zou eerder hun lachlust opwekken dan hun
aandacht. Zij beseffen niet, dat wereld en
menschdom door het menscheJijk verstand wel
worden begeleid, maar niet geleid Komen
groote krachten op hen aan dan wijten zij die
tegenkanting aan personen en niet aan begin
selen. Daar hun beginselvastheid bestaat uit
het zich vastklampen aan eigen plannen en per
soon, kan dan licht een conflict ontstaan, waar
bij zij noodzakelijk vroeg of laat het onderspit
delven. In onzen Raad is zulk een geval reeds
eenimaal voorgekomen met den heer Otto, die
ten slotte in zijne oppositie alleen stond, door
zjjne medeleden met stijgend innerlijk verzet,
beleefd maar stilzwijgend werd aangehoord tot
hij ten slotte als het ware in het luchtledige
sprak en van het gemeentelijk tooneel is ver
dwenen.
Het heeft ons destijds verheugd toen de heer
Laan, als wethouder afgetreden, als raadslid
aan bleef. Wij zouden er ons evenzeer in ver
heugen, indien hij zich aan de nieuwe orde van
zaken zou kunnen aanpassen.
Om misverstand te voorkomen deelt steller
dezes mede tot deze overdenking en uitlating
alleen te zijn geleid door de objectieve gê-
gevens hem door den bekwamen raadsverslag-
gever versterkt en door stellers persoonlijke
goede wenschen voor het welzijn, ook het li
chamelijk welzijn van den heer Laan, aan wiens
goede werken hij dagelijks wordt herinnerd.
T.
METEOORSTEENEN.
lederen nacht verschieten miliioenen val
lende sterren en men kan als zeker aannemen,
dat bijna dagelijks een groote meteoorsteen
uit de lucht op onze aarde komt vallen. Vroe
ger hoorde men dikwijls verhalen van schade
door dergelijke steenen aangericht. Toch kent
men slechts één authentiek geval, dat een
mensch door een kosmisch projectiel gedood
werd. Maar in December 1903 werd een schip
in de Golf van Biseaja bijna getroffen door
een meteoorsteen. Tijdens een plotseling opge
komen onweer sloeg eerst de bliksem in de
masten en eenige minuten later stortte met
een eigenaardig suizend geluid een kolossale
steenmassa vlak naast het schip in zee, zoodat
de golven over het water heensloegen.
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie).
EXTRA FIJNE KWALITEIT!
HET EERSTE ONS16 CENT
HET TWEEDE ONS14 CENT
HET DERDE ONS12 CENT
MAAKT U HET LEVEN G0EDK00PER.
en garandeert U de allerfijnste kwaliteit.
HAARLEM, KLEVERPARKWEG 21c.
OVERVEEN, BLOEMENDAALSCHEWEG 226a.
TELEFOON 16212.
TELEFOON 11616.
lezer gegeven. Misschien kan de heer Prinsen
Geerligs hierby bijstand verleenen.
Red.
Geachte Redactie,
Met belanstelling las ïk Uw onderschrift
onder mijn artikel over de verdronken tuinen
te Aerdenhout, en ben zoo vrij het volgende
hierbij op te merken:
Toen ik indertyd eigenaar werd van perceel
Ted. v. Berkhoutlaan 43, liep achter mijn huis
een sloot, die voor voldoende afwatering zorgde.
Ik neem gaarne aan, dat de bouwers, resp. de
vroegere eigenaars, van het te laag liggen der
tuinen op de hoogte gesteld zijn, doch my was
dit niet bekend. Doch dit is thans m.i. ook maar
bijzaak: ik ben het volkomen met U eens, dat
ik het euvel eenvoudig kan verhelpen, door mijn
tuin op te doen hoogen. Maar als anderen dit
niet doen, zal zich steeds in onze buurt een
moeras biyven bevinden, dat vooral in het voor
jaar, zeer schadelijk is voor de volksgezondheid.
De eer.igste wijze, om de vroeger ongetwijfeld ge
maakte fout (n.l. het vrijstellen van ophooging
by het bouwen) te herstellen, is: zorgen voor
eene voldoende afwatering.- Of men zou iederen
bewoner van de Ted. v. Berkhoutlaan en Zonne
bloemlaan moeten dwingen zijn tuin op te
hocgen, doch ik denk niet, dat dit mogelijk is.
U nogmaals dankende voor Uwe opname, ver
blijf ik,
Hoogachtend,
A. M. J. VAN PAMPUS.
Bij verkoop van huizen komt het wel eens
vcor, dat koopers een schriftelijke verklaring aan
verkoopers ter hand stellen, waarin eerstgenoem-
den verklaren 't perceel gekocht te hebben, „met
alle zichtbare (sic) en onzichtbare gebreken".
De verkooper heeft hiermede zijn wettelijke aan
sprakelijkheid voor eventueele gebreken, die zich
in de toekomst mochten openbaren, op den
kooper afgewenteld. Hebt U geen dergelijke ver
klaring afgegeven (in onze mobilisatiejaren wer
den vaak deze verklaringen van koopers afge
dwongen), dan achten wij den besten weg die
U in kunt slaan, deze, dat U tracht de schade
te verhalen, op hem, van wien U het pand ge
kocht hebt. Daartoe moet U den bijstand van
Uw advocaat inroepen.
In het algemeen maakte men vroeger ook in
de buurtschap Bloemendaal de fout, te veel
slooten te dempen, uit het oog verliezend, dat
onze duinen voortdurend veel water naar het
lager gelegen land afstooten.
In den laatsten tijd, plaatste men daarom
'egelijk met het dempen, een behoorlijke riolee-
rhig.
Het geval, dat tuinen, die vroeger droog ble
ven, in tijd onderliepen, is in onze om
geving nieüL,-ASuw.
Wil inzend pr niet met zijn verkooper in ge
richt treden^ laat hem de tip volgen in het vo-
rige Miryngt) jtoor ons aan den aandachtigen
Zeer geachte Redactie,
Met groote belangstelling en nog grooter
verwondering heb ik het onderschrift gelezen,
dat door U geplaatst is onder het ingezonden
stuk van den heer Van Pampus in het nummer
van 21 October j.l.
Waar ook mij opgevallen is, dat uwe redac
tie in gevallen, waar sprake is van slechte en
ongewenschte toestanden in onze Gemeente,
blijk geeft van breeden kijk en frisschen geest»
is mijne verbazing over uwe meening vooral
zoo groot. Reeds eenige jaren is in bijna onze
geheele Gemeente bekend, dat in de kwartieren
Boekenrode en Rijnegom, een zeer ernstige
misstand bestaat, die, zoo geen goede voor
zieningen worden getroffen, aanleiding wordt
tot ernstige gevaren voor de gezondheid van
de bewoners.
Nu schrijft u, dat de gemeente indertijd den
bouwers dispensatie heeft verleend van het op-
hoogen der tuinen dat deze gunstige be
schikking vanzelfsprekend latere koopers geen
recht geeft op vergoeding, in welken vorm
dan ook, voor schade, die hieruit voor hen
mocht ontstaan dat de de gemeente dus
geheel vrijuit gaat.
Zie, geachte redactie, hier kan ik tot mijn
groote spijt uw betoog niet volgen. Ik hen van
meening, dat u er in dezen glad naast bent.
Worden dan toekomstige inwoners van Bloe
mendaal tegen grondspeculanten en bouwers
niet beschermd door Woningwet en den Gem.
Dienst van Publieke Werken?
Wanneer werkelijk bedoelde dispensatie is
verleend, wat ik tot nog toe niet kan aanne
men, dan moet de conclusie m.i. zijn: Er is bij
het in exploitatie brengen van de gronden in
Boekerude en Rijnegom een kapitale fout ge
maakt door het Gemeentebestuur en hiervan
ondervinoen de bewoners nu de last en de
schade.
Geachte Redactie, ik dank u ten zeerste voor
uwe welwillendheid om deze regels in uw blad
te willen plaatsen en ik zou gaarne besluiten
met deze mijne meening (en van vele andere
bewoners) dat het ophoogen van tuinen en
tuintjes geen uitkomst zal brengen, omdat de
groote put vol water blijft, door onvoldoende
afwatering.
H. DANTELMAN,
Teding van Berkhoutlaan 27.
Wij zijn het met inzender eens, dat onze
uitspraak: „het gemeentebestuur (van destijds)
„gaat dus geheel vrij uit", nauwkeuriger ge
redigeerd had kunnen zijn; onze bedoeling was
deze: lo. het tegenwoordig gemeentebestuur
kan niet verplicht worden in te grijpen; 2o. de
bouwers eenmaal dispensatie verkregen heb
bende werden tegenover hun koopers aanspra
kelijk ingeval zij hun huizen, grond of tuinen
leverden met ten tijde van den koop verborgen
gebreken; 3o. de koopers dier onroerende goe
deren namen de risico zelf wanneer zij (dit
kunt u allen in uwe koopakten nazien) hun
verkoopers van aansprakelijkheid van verbor
gen gebreken ontsloegen; 4o. was het gebrek
reeds zichtbaar hij den koop, dan waren de ge"
volgen daarvan ook voor rekening van de
koopers.
De opvatting dat een later gemeentebestuur
moet goedmaken wat zijn voorganger misdeed,
is logisch, maar wat uit de logica volgt, is
nog niet altijd te fundeeren op eene wettelijke
bepaling. Bovendien missen wij administratieve
rechtspraak op dit punt en kan bezwaarlijk
gesteld worden, dat het op verzoek van eigen-
Oplossingen, bqdragen enz. te richten aan
den Schaakredacteur, Cruquiusstraat 19,
Haarlem.
PROBLEEM No. 363.
Ir. A. J. C. v. E e 1 d e.
(1857—1913).
Mat in twee zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kei, Dc4, Th4, Le4, b2, b6, c5, e2.
Zwart: Ka4, Pb4, a5, b3, b7, c6.
PARTIJ No. 160.
Zestiende (laatste) matchpartij, gespeeld te
Karlsbad 19 Augustus 1932.
Wit: Dr. M. Eu we (Amsterdam.)
Zwart: S. Florh (Praag).
RéTI-OPENING.
1. Pgl—f3 d7d5
2. c2c4 e7-e6
3. -b2—b3 Pg8—f6
4. Lel—b2 LfS—e7
5. g'2g3 0—0
6. Lflg2 c7c5
7. O—O Pb8c6
8. c4xd5 Pf6Xd5
9. d2d4 b7b6
10. Pblc3 Pd5xc3
11. Lb2 x c3 Lc8b7
12. d4Xc5 Le7xc5
13. Ddl—bl Dd8e7
14Tf8d8
14Tr8—d8
Op 14Lc5Xf2t 15. KglXf2,
De7c5j zou volgen 16. Lc3d4, Pc6Xd4; 17.
b3b4en wint.
15. Dblc2 Ta8c8
16. TdlXd8f Tc8Xd8
17. Taldl Pc6b4
18. Tdl xd8t De7Xd8
19. Lc3Xb4 Lc5Xb4
20. Pf3g5 Dd8xg5
21. Lg2xb7 Remise.
OPLOSSING PROBLEEM No. 360.
(D r. L. N. d e J o n g)
Stand der stukken:
W'it: Kg5, Lg3, Pc3, Pe4, a3, b2, d5, e2.
Zwart: Kd4, b3, d6, e3.
1. Lg3h2, enz.
OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No. 100.
(A. A. Troïtzky).
Stand der stukken:
Wit: Kdl, Ld3, Pd2, c2, f4, g2, h3.
Zwart: Kd6, Db4, a4, b7, f7, hS.
1. c2c3, Db4xf4 (het beste); 2. g2g3 en
wint, daar de zwarte Dame den volgenden zet
verloren gaat.
bouwers geven van dispensatie van eene be
paling der Bouwverordening, een onrechtmati
ge daad is geweest van een vorig gemeente
bestuur. Wij verwijzen inzender overigens naar
ons onderschrift onder het ingezonden Stuk
van den heer Van Pampus. (Red.).