TWEEDE BLAD HAM-RECLAME ALBERT HEI«JH i m*m mm mm* B H INGEZONDEN STUKKEN, H GROOTE HEERLIJK VAN SMAAK! MACHINAAL EN VAKKUN DIG GESNEDEN. SCH AAKRUBRIEK. GEMEENTERAAD. Nog steeds zat als bij de beide vorige ver gaderingen de heer Hogenbirk aan de tafel van B. en W. Wethouder Kremer was ook ditmaal afwezig, evenals de heer Cassee. Diens ooren zullen ongetwijfeld getuit heb ben, want de openbare vergadering hield zich onmiddellijk bezig met een aangelegenheid, ■waarin de heer Cassee een werkzaam aandeel had genomen. De heer Quarles van Ufford had n.l. in de vorige zitting een opgave verzocht van de kosten van aankoop van „De Nagte- gaal" en uit de cijfers, die B. en W. thans over legden bleek, dat de makelaar, die bij den aan koop voor de gemeente was opgetreden, de usantieele 1 in rekening had gebracht. Niets ongewoons natuurlijkindien deze makelaar niet het Raadslid de heer Cassee was geweest. Want het bleek, dat in de geheime raadszit - ting, waarin tot aankoop van „De Nagtegaal" besloten werd en waarin de heer Cassee was uitgenoodigd, de gemeente bij den aankoop te vertegenwoordigen, verschillende leden den in druk hadden gekregen, dat de heer Cassee zijn bemoeiingen om niet zou verleen*". Derhalve spraken zij hun teleurstelling uit Aot ae Koop som met een bedrag van ongeveer f 1500.— was bezwaard. Anderen meenden, dat er geen enkelen grond voor deze verwachting was, („Alleen de zon schijnt voor niks" merkte de heer Laan op) en de heer Quarles van Ufford zelf verklaarde, slechts de verwachting te heb ben gekoesterd, dat het optreden van den heer Cassee in zijn qualiteit van makelaar, de ge meente een voordeeltje zou hebben opgeleverd. De voorzitter gaf volkomen terecht in over weging, eventueele verdere bespiegelingen te dezer zake in tegenwoordigheid van den heer Cassee zelf te houden en deelde voor het overige mede, dat door het gebeurde de wet in ieder geval niet overtreden was. Of we dus in een volgende vergadering over deze aangelegenheid iets naders te hooren krijgen? Eerlijk gezegd hopen we van niet. Het liikt ons weinig aanbevelenswaardig, zaken, die terecht in een besloten vergadering zijn be handeld, naderhand in een openbare zitting te berde te brengen. Vooral wanneer er geen bin dende afspraken zijn gemaakt en alles dus op de losse schroeven van indrukken en sub jectieve meeningen staat. Begrijpelijk was het dan ook, dat de heer Luden en anderen zich weinig ingenomen toonden met deze gedach- tenwisseling. Terwijl we dit schrijven is ons het stand punt van den heer Cassee nog niet bekend. Elders in dit nummer hopen we zijn zienswijze te kunnen vermelden. De heer Laan heeft zijn benoeming tot lid van de Commissie voor So ciale Aangelegenheden niet aangenomen. Er moest dus opnieuw een lid in deze vacature gekozen worden. Ditmaal was de heer Van Riessen de uitverkorene. Hij nam de benoe ming aan. Nadat de overname van perceel Kinheim- weg 55 door het Waterbedrijf bekrachtigd was en een erfpacht, deel uitmakende van een transactie met den heer G. J. v. d. Vliet in een verhuring voor 50 jaar ad f 1.per jaar was omgezet, kwam de definitieve vaststelling van een uitbreidingsplan voor de terreinen bij de Brouwerskolk in behandeling. Zooals men weet heeft dezen zomer, toen er voor de te werk gestelden nieuwe arbeid moest worden gezocht, de Raad besloten tot het aanleggen van een weg over de terreinen van de Gemeen te aan de Brouwerskolk, eindigende aan den spoorlijn OverveenZandvoort, waar een viaduct te zijner tijd de verbinding met den Zeeweg zal vormen. Het debat begon met een aanval van den heer Laan op het reeds aangenomen plan. Spr. betreurde, dat het er dan toch van komen gaat. De tijd komt, dat men hier wel borden mag plaatsen met: „Opruiming van natuurschoon". De Brouwerskolk, sinds vijf-, zeshonderd jaar vermaard om haar natuur schoon, zooals wij uit afbeeldingen weten, zal ophouden, natuurmonument te zijn. En wat bereikt men? De nieuwe weg zal, is hij een maal gereed, afgesloten moeten worden, want omdat hij uitmondt op dat gedeelte van den Zeeweg, waar langs het afgaand verkeer wordt geleid, zal men er het verkeer naar Zandvoort bezwaarlijk langs kunnen voeren. Voor het overige zal het een parallelweg van den pas verbeterden Korten Zijlweg worden, iets, waar aan geen behoefte bestaat. Laten we dus aldus spr. op onze schreden terugkeeren en het heele plan laten voor wat het is! De heer Schulz was van een andere mee ning. Het doet vreemd aan, zoo zeide hij, den heer Laan thans te hooren spreken en het ver schil te constateeren tusschen zijn inzichten van thans en die uit den tijd, toen hij aan de tafel van B. en W. zat. Het was de heer Laan, die in een vergadering met Gedeputeerde Sta ten en in een bijeenkomst met de Geweste lijke Commissie vóór dezen weg heeft gepleit, die naar zijn meening van destijds het natuur schoon niet zou schaden. Thans blijkt hij er anders over te denken. Intusschen, als er hier verlies van natuurschoon dreigt, dan is dat na tuurschoon, waaraan thans iemand iets heeft, crndat niemand er van genieten kan. Dat zal anders worden, als de weg er is. Voor het overige zou het de waardigheid van den Raad te kort doen, indien men kort na het eenmaal genomen besluit daar weer op terug zou ko men. De heer Prinsenberg begon met een gemoe delijk grapje, dat gelegen was in zijn vraag aan den heer Laan, hem eens de platen uit het jaar 1332 te willen toonen, waarop het natuurschoon van de Brouwerskolk zou zijn af gebeeld. Wat de kwestie zelf betreft, Spr. was oorspronkelijk geen voorstander van dezen weg, uit overweging dat een weg van 20 M. breed inderdaad het natuurschoon zou scha den. Het is hem echter gebleken, dat de eigenlijke weg niet breeder dan 7 M. zal wor den en waar een kundig man als de heer Ter- steeg, een ernstig tuinarchitect, met het ont werpen zal worden belast, is er veel van zijn bezwaar vervallen. Een anderen weg projec teeren, bijvoorbeeld langs de Zanderijvaart zou ongetwijfeld veel duurder uitkomen. Ten aanzien van het natuurschoon overdrijve men niet: Het is niet waar, dat de Brouwers kolk een der weinige laatste ongerepte plekjes Van Kennemerland vormt. Er is waarlijk nog meer natuurschoon voorhanden en wanneer door dezen weg de terreinen aan de Brouwers kolk onder ieders bereik komen, heeft Spr. daartegen volstrekt geen bezwaar. De heer Lestrieux Hendrichs verklaarde in een goed aangelegden weg heelemaal geen be letsel te zien, om van de natuur te genieten. De -autowegen over de passen in het hoog gebergte van Zwitserland verhinderen toch ook niet, dat men van het natuurschoon geniet en, om dichter bij huis te blijven, is niet het Naaldenveld gebaat bij het wegennet, dat men daar de laatste jaren heeft gekregen? Ook de voorzitter brak een lans voor het voorstel. De Raad heeft zich nu eenmaal ten gunste van den aanleg van den weg uitgespro ken. Daarop terugkomen heeft weinig zin. Sprekende- over de verbinding met den Zeeweg merkte spr. op, dat het natuurlijk niet in de bedoeling ligt, den weg voor doorgaand ver keer af te sluiten. Dat zal niet noodig zijn. Waar tijdens dit debat ook een opmerking door den heer Laan is gemaakt over het egalisee- ren van een duinpartij in de nabijheid van den Watertoren, zegt Spr., dat dit geen kale zand vlakte zal blijven. Het is daar eemge jaren een speelplaats voor kinderen geweest. Lang zamerhand zijn daar toestanden ontstaan, die voortdurend politietoezicht noodzakelijk maak ten, thans ligt het in het voornemen, wanneer de bodem daar geëgaliseerd is, een speelterrein in te richten, dat na bezetten tijd behoorlijk kan worden afgesloten. Na deze verklaring gaf de Raad zijn fiat aan de definitieve vaststelling van dit uitbreidings plan, waarmede de totstandkoming van den weg verzekerd is. Toen kwam de Overveensche school aan de orde. B. en W. stelden voor, een gedeelte van de terreinen „Gehrels" te reserveeren voor den bouw van een nieuwe schooi, n.l. aan het Bin nenpad. De heer Laan vertegenwoordigde weder de contramine. Hij wees er op, dat men wil bou wen op een laag gelegen stuk grond, dat beter voor sportterrein dan scholenbouw geschikt is. Wanneer er een school moet komen zou Spr. het duinterrein aan de Spoorlaan willen aanbevelen. Daar zal een nieuwe school tot haar recht komen, heter dan in het moeras, dat men thans heeft uitgekozen. De heer Prinsenberg verklaarde er mee accoord te gaan, dat de school verdwijnt. Lang genoeg, hebben nu de klachten over dit gebouw geduurd. De uitgekozen plaats lijkt hem ech ter niet juist. Deze grond zal metterrtrjd een waarde van f8.krijgen en de school zou daardoor op veel te duur terrein komen. In dit verband geeft spr. in overweging, een ge deelte van de terreinen van Eldering te be nutten, ten slotte óók, omdat hij zich met de keuze van B. en W. uit stedebouwkundig oog punt niet kan vereenigen. Daarna kwam de heer Schulz los in een vrij scherp betoog tegen den heer Laan. Spr. ziet bij dezen hier dezelfde tendenz van het op den langen baan schuiven als zooeven aan 'shee- ren Laan's betoog tegen den weg over het Brouwerskolkje ten grondslag lag. Hoofdzaak is, dat de school er komt! Maar het bezwaar van den heer Laan gaat niet tegen de diepte van het terrein, 't Gaat tegen de school. En waar dit het geval is, had Spr. andere be zwaren verwacht. De bedenkingen van den heer Prinsenberg kan Spr. niet beoordeelen, maar hij ziet, dat ze reëel zijn. Daarom heeft hij geen bezwaar, dat ze onder het oog worden gezien. Intus schen, de meerderheid van den Raad zoowel als de ouders wenschen een nieuwe school. Dat die dan kome en met spoed! De heer Hogenbirk merkt op, dat iedereen het er over eens is, dat de school verdwijne. De bezwaren van den heer Laan zijn Spr. on begrijpelijk. Zelf heeft de heer Laan eenigen tijd geleden deze gronden aangemerkt ais ge schikt voor scholenbouw zoo goed als voor sportterrein. Wat de opmerkingen van den heer Prinsenberg betreft, als er een hetere gevonden kan worden, dan is dat natuurlijk goed. De Voorzitter merkte op, dat bij het voort durend toenemen van het verkeer langs den Zeeweg de hoek, waarop de school thans staat, een schitterende gelegenheid vormen zal voor de vestiging van een restaurant. Irenisch verklaarde de heer Laan dankbaar te zijn voor de belangstelling van de zijde van den heer Schulz. Maar men moet waar blijven. 3pr. is altijd tegen deze school geweest. Hij maakt daar geen geheimen van, maar het gaat hier om den grond. Dat geldt ook als antwoord aan den heer Hogenbirk. Spr. ontkent, dat hij deze plek heeft aanbevolen als plaats, geschikt voor stichting van een school. Deze schooi is niet best. 't Kan zijn, maar Spr. zou het er nog wel mee willen doen. Echter, moet er een nieuwe school komen, dan acht hij het terrein aan de Spoorlaan veel beter dan wat hier wordt voorgesteld. Wethouder Bornwater verklaarde het eens te zijn met den heer Schulz. Hoofdzaak is, dat de school er komt. De door den heer Laan ge noemde plaats is te excentrisch. De bevolking van deze school komt grootendeels van de overzijde van den Bloemendaalschen weg. Daarom is het noodig, dat zij daar ter plaatse komt. Zijn de gronden van Eldering beter, dan heeft Spr. daar geen bezwaar tegen. Het amendement-Prinsenberg gaat dan om prae-advïes naar B. en W., nadat op voorstel van den heer De Lestrieux Hendrichs het principe van den bouw van een nieuwe school is vastgelegd. Bij de rondvraag verzocht hetzelfde lid met klem, een einde te willen maken aan den toe stand in het Boekenroodepa x, waar de be woners zeer te lijden hebben van de uiterst ge brekkige drainage, een euvel, dat zich vooral in deze natte periode dubbel doet gelden. De heer Van Riessen stelde volkomen ad rem de vraag, hoe het mogelijk was, dat terwijl eenige maanden geleden de voorstanders van gemeentelijk kleuteronderwijs nul op het request hadden gekregen, er thans in de Open bare lagere school te Aerdenhout twee klassen voor dit onderwijs beschikbaar zijn gesteld. De Wethouder wist er zoo spoedig geei antwoord op. We zullen er de volgende verga dering dus wel meer van vernemen. Waarmede de heer Schulz accoord ging, nadat hij ver zocht had, indien de lokalen, eventueel ter be schikking van het kleuteronderwijs vanw»s^ een particuliere vereeniging worden gesteld, de voorwaarde te stellen, dat dit onderwijs voor kinderen van niet draagkrachtige ouders gratis zal worden gegeven. Voorts vroeg de heer Van Riessen. of de heer Blaauw, architect, nog steeds in bezoldig den dienst der gemeente staat met betrekking tot de raadhuisplannen. De Voorzitter erkende, dat de heer Blaauw de gemeente nog steeds adviseert en daarvoor gehonoreerd wordt. Hebben we het goed be grepen, dan zal ook hieromtrent een nadere mededeeling volgen. De heer Dorhout Mees vroeg, hoe het staat met de verbouwing van De Nagtegaal. Dat wacht op den terugkeer van den Wethouder Kremer, antwoordde de Voorzitter. - De openbare vergadering was hiermede ten einde. Zij was voorafgegaan door een besloten zitting, waarin het aan onze lezers bekende schrijven van den heer Blaauw aangaande de verbouwing was besproken (we namen dit schrijven in ons vorig nummer op) en naar aanleiding waarvan besloten was, B. en W. om prae-advies te vragen. Nabetrachting. Van betrouwbare zjjde wordt ons mede gedeeld, dat de houding van den heer Laan in de vergaderingen van den Raad in den laat- sten tijd den indruk maakt, alsof hij oppositie voert uit lust tot oppositievoeren, en dat zijne uitlatingen soms een scherpte aannemen, die door de mate van belangrijkheid van het onder werp niet wordt gemotiveerd. Wij hebben den heer Laan om zijn ferm (een echte mannetjes putter is hij!) en open karakter, als mensch al tijd zeer gewaardeerd. De heer Laan heeft echter, wil hij zijn arbeid ten goede doen ge dijen, wil hij plezier houden in zijn werk en anderen pleizier daarvan doen hebben, noodig een bepaald omlijnd als het ware tastbaar hem voor oogen staand plan en doel, waaraan hij kan arbeiden in zijn eentje, alleen, met behulp van anderen-in-de-tweede-linie, maar zonder dat hij bij zijn arbeid door die anderen voor de voeten wordt gelcopen. In zeer bewogen tijden zijn zulke mannen goud waard. In evenwichti ger tijden geraken zij zeiven gemakkelijk uit hun evenwicht. Dan wordt hun omgeving daar van de dupe. Aangezien zij in hunne eigen omgeving meestal warm worden aangehangen en bewon derd, kunnen zij deze doorgaans gemakkelijk voor hunne zienswijze meekrijgen, en kritiek op hen blijft daardoor dikwerf uit. Voor het be oefenen van zelfkritiek hebben hunne levens omstandigheden hen doorgaans den prikkel niet gegeven. Als impetueuse mannen van de daad vinden zij voor zelfkritiek in hunne eigen persoonlijkheid geene aanleiding. Boven zich zelf staan, is voer zulke, om vele redenen eer biedwaardige, menschen dubbel moeilijk wan neer zij niet religieus zijn aangelegd. Hun wereld is geheel gevuld met menschen en msn- schelijke persoonlijkheden. Iemand die hun zou zeggen overtuigd te zijn, dat de mensch maar een nietigheidje, een nietsje, op zich zelf eigen lijk niet de moeite van het beschouwen waard is, zou eerder hun lachlust opwekken dan hun aandacht. Zij beseffen niet, dat wereld en menschdom door het menscheJijk verstand wel worden begeleid, maar niet geleid Komen groote krachten op hen aan dan wijten zij die tegenkanting aan personen en niet aan begin selen. Daar hun beginselvastheid bestaat uit het zich vastklampen aan eigen plannen en per soon, kan dan licht een conflict ontstaan, waar bij zij noodzakelijk vroeg of laat het onderspit delven. In onzen Raad is zulk een geval reeds eenimaal voorgekomen met den heer Otto, die ten slotte in zijne oppositie alleen stond, door zjjne medeleden met stijgend innerlijk verzet, beleefd maar stilzwijgend werd aangehoord tot hij ten slotte als het ware in het luchtledige sprak en van het gemeentelijk tooneel is ver dwenen. Het heeft ons destijds verheugd toen de heer Laan, als wethouder afgetreden, als raadslid aan bleef. Wij zouden er ons evenzeer in ver heugen, indien hij zich aan de nieuwe orde van zaken zou kunnen aanpassen. Om misverstand te voorkomen deelt steller dezes mede tot deze overdenking en uitlating alleen te zijn geleid door de objectieve gê- gevens hem door den bekwamen raadsverslag- gever versterkt en door stellers persoonlijke goede wenschen voor het welzijn, ook het li chamelijk welzijn van den heer Laan, aan wiens goede werken hij dagelijks wordt herinnerd. T. METEOORSTEENEN. lederen nacht verschieten miliioenen val lende sterren en men kan als zeker aannemen, dat bijna dagelijks een groote meteoorsteen uit de lucht op onze aarde komt vallen. Vroe ger hoorde men dikwijls verhalen van schade door dergelijke steenen aangericht. Toch kent men slechts één authentiek geval, dat een mensch door een kosmisch projectiel gedood werd. Maar in December 1903 werd een schip in de Golf van Biseaja bijna getroffen door een meteoorsteen. Tijdens een plotseling opge komen onweer sloeg eerst de bliksem in de masten en eenige minuten later stortte met een eigenaardig suizend geluid een kolossale steenmassa vlak naast het schip in zee, zoodat de golven over het water heensloegen. (Buiten verantwoordelijkheid der redactie). EXTRA FIJNE KWALITEIT! HET EERSTE ONS16 CENT HET TWEEDE ONS14 CENT HET DERDE ONS12 CENT MAAKT U HET LEVEN G0EDK00PER. en garandeert U de allerfijnste kwaliteit. HAARLEM, KLEVERPARKWEG 21c. OVERVEEN, BLOEMENDAALSCHEWEG 226a. TELEFOON 16212. TELEFOON 11616. lezer gegeven. Misschien kan de heer Prinsen Geerligs hierby bijstand verleenen. Red. Geachte Redactie, Met belanstelling las ïk Uw onderschrift onder mijn artikel over de verdronken tuinen te Aerdenhout, en ben zoo vrij het volgende hierbij op te merken: Toen ik indertyd eigenaar werd van perceel Ted. v. Berkhoutlaan 43, liep achter mijn huis een sloot, die voor voldoende afwatering zorgde. Ik neem gaarne aan, dat de bouwers, resp. de vroegere eigenaars, van het te laag liggen der tuinen op de hoogte gesteld zijn, doch my was dit niet bekend. Doch dit is thans m.i. ook maar bijzaak: ik ben het volkomen met U eens, dat ik het euvel eenvoudig kan verhelpen, door mijn tuin op te doen hoogen. Maar als anderen dit niet doen, zal zich steeds in onze buurt een moeras biyven bevinden, dat vooral in het voor jaar, zeer schadelijk is voor de volksgezondheid. De eer.igste wijze, om de vroeger ongetwijfeld ge maakte fout (n.l. het vrijstellen van ophooging by het bouwen) te herstellen, is: zorgen voor eene voldoende afwatering.- Of men zou iederen bewoner van de Ted. v. Berkhoutlaan en Zonne bloemlaan moeten dwingen zijn tuin op te hocgen, doch ik denk niet, dat dit mogelijk is. U nogmaals dankende voor Uwe opname, ver blijf ik, Hoogachtend, A. M. J. VAN PAMPUS. Bij verkoop van huizen komt het wel eens vcor, dat koopers een schriftelijke verklaring aan verkoopers ter hand stellen, waarin eerstgenoem- den verklaren 't perceel gekocht te hebben, „met alle zichtbare (sic) en onzichtbare gebreken". De verkooper heeft hiermede zijn wettelijke aan sprakelijkheid voor eventueele gebreken, die zich in de toekomst mochten openbaren, op den kooper afgewenteld. Hebt U geen dergelijke ver klaring afgegeven (in onze mobilisatiejaren wer den vaak deze verklaringen van koopers afge dwongen), dan achten wij den besten weg die U in kunt slaan, deze, dat U tracht de schade te verhalen, op hem, van wien U het pand ge kocht hebt. Daartoe moet U den bijstand van Uw advocaat inroepen. In het algemeen maakte men vroeger ook in de buurtschap Bloemendaal de fout, te veel slooten te dempen, uit het oog verliezend, dat onze duinen voortdurend veel water naar het lager gelegen land afstooten. In den laatsten tijd, plaatste men daarom 'egelijk met het dempen, een behoorlijke riolee- rhig. Het geval, dat tuinen, die vroeger droog ble ven, in tijd onderliepen, is in onze om geving nieüL,-ASuw. Wil inzend pr niet met zijn verkooper in ge richt treden^ laat hem de tip volgen in het vo- rige Miryngt) jtoor ons aan den aandachtigen Zeer geachte Redactie, Met groote belangstelling en nog grooter verwondering heb ik het onderschrift gelezen, dat door U geplaatst is onder het ingezonden stuk van den heer Van Pampus in het nummer van 21 October j.l. Waar ook mij opgevallen is, dat uwe redac tie in gevallen, waar sprake is van slechte en ongewenschte toestanden in onze Gemeente, blijk geeft van breeden kijk en frisschen geest» is mijne verbazing over uwe meening vooral zoo groot. Reeds eenige jaren is in bijna onze geheele Gemeente bekend, dat in de kwartieren Boekenrode en Rijnegom, een zeer ernstige misstand bestaat, die, zoo geen goede voor zieningen worden getroffen, aanleiding wordt tot ernstige gevaren voor de gezondheid van de bewoners. Nu schrijft u, dat de gemeente indertijd den bouwers dispensatie heeft verleend van het op- hoogen der tuinen dat deze gunstige be schikking vanzelfsprekend latere koopers geen recht geeft op vergoeding, in welken vorm dan ook, voor schade, die hieruit voor hen mocht ontstaan dat de de gemeente dus geheel vrijuit gaat. Zie, geachte redactie, hier kan ik tot mijn groote spijt uw betoog niet volgen. Ik hen van meening, dat u er in dezen glad naast bent. Worden dan toekomstige inwoners van Bloe mendaal tegen grondspeculanten en bouwers niet beschermd door Woningwet en den Gem. Dienst van Publieke Werken? Wanneer werkelijk bedoelde dispensatie is verleend, wat ik tot nog toe niet kan aanne men, dan moet de conclusie m.i. zijn: Er is bij het in exploitatie brengen van de gronden in Boekerude en Rijnegom een kapitale fout ge maakt door het Gemeentebestuur en hiervan ondervinoen de bewoners nu de last en de schade. Geachte Redactie, ik dank u ten zeerste voor uwe welwillendheid om deze regels in uw blad te willen plaatsen en ik zou gaarne besluiten met deze mijne meening (en van vele andere bewoners) dat het ophoogen van tuinen en tuintjes geen uitkomst zal brengen, omdat de groote put vol water blijft, door onvoldoende afwatering. H. DANTELMAN, Teding van Berkhoutlaan 27. Wij zijn het met inzender eens, dat onze uitspraak: „het gemeentebestuur (van destijds) „gaat dus geheel vrij uit", nauwkeuriger ge redigeerd had kunnen zijn; onze bedoeling was deze: lo. het tegenwoordig gemeentebestuur kan niet verplicht worden in te grijpen; 2o. de bouwers eenmaal dispensatie verkregen heb bende werden tegenover hun koopers aanspra kelijk ingeval zij hun huizen, grond of tuinen leverden met ten tijde van den koop verborgen gebreken; 3o. de koopers dier onroerende goe deren namen de risico zelf wanneer zij (dit kunt u allen in uwe koopakten nazien) hun verkoopers van aansprakelijkheid van verbor gen gebreken ontsloegen; 4o. was het gebrek reeds zichtbaar hij den koop, dan waren de ge" volgen daarvan ook voor rekening van de koopers. De opvatting dat een later gemeentebestuur moet goedmaken wat zijn voorganger misdeed, is logisch, maar wat uit de logica volgt, is nog niet altijd te fundeeren op eene wettelijke bepaling. Bovendien missen wij administratieve rechtspraak op dit punt en kan bezwaarlijk gesteld worden, dat het op verzoek van eigen- Oplossingen, bqdragen enz. te richten aan den Schaakredacteur, Cruquiusstraat 19, Haarlem. PROBLEEM No. 363. Ir. A. J. C. v. E e 1 d e. (1857—1913). Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kei, Dc4, Th4, Le4, b2, b6, c5, e2. Zwart: Ka4, Pb4, a5, b3, b7, c6. PARTIJ No. 160. Zestiende (laatste) matchpartij, gespeeld te Karlsbad 19 Augustus 1932. Wit: Dr. M. Eu we (Amsterdam.) Zwart: S. Florh (Praag). RéTI-OPENING. 1. Pgl—f3 d7d5 2. c2c4 e7-e6 3. -b2—b3 Pg8—f6 4. Lel—b2 LfS—e7 5. g'2g3 0—0 6. Lflg2 c7c5 7. O—O Pb8c6 8. c4xd5 Pf6Xd5 9. d2d4 b7b6 10. Pblc3 Pd5xc3 11. Lb2 x c3 Lc8b7 12. d4Xc5 Le7xc5 13. Ddl—bl Dd8e7 14Tf8d8 14Tr8—d8 Op 14Lc5Xf2t 15. KglXf2, De7c5j zou volgen 16. Lc3d4, Pc6Xd4; 17. b3b4en wint. 15. Dblc2 Ta8c8 16. TdlXd8f Tc8Xd8 17. Taldl Pc6b4 18. Tdl xd8t De7Xd8 19. Lc3Xb4 Lc5Xb4 20. Pf3g5 Dd8xg5 21. Lg2xb7 Remise. OPLOSSING PROBLEEM No. 360. (D r. L. N. d e J o n g) Stand der stukken: W'it: Kg5, Lg3, Pc3, Pe4, a3, b2, d5, e2. Zwart: Kd4, b3, d6, e3. 1. Lg3h2, enz. OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No. 100. (A. A. Troïtzky). Stand der stukken: Wit: Kdl, Ld3, Pd2, c2, f4, g2, h3. Zwart: Kd6, Db4, a4, b7, f7, hS. 1. c2c3, Db4xf4 (het beste); 2. g2g3 en wint, daar de zwarte Dame den volgenden zet verloren gaat. bouwers geven van dispensatie van eene be paling der Bouwverordening, een onrechtmati ge daad is geweest van een vorig gemeente bestuur. Wij verwijzen inzender overigens naar ons onderschrift onder het ingezonden Stuk van den heer Van Pampus. (Red.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1932 | | pagina 3