Model Vleeschhouwerij CONRAD KENTER, Zijlweg 130 Haarlem Rund-, Kalfs- en Varkensvleesch, Worst en fijne Vleeschwaren in groote verscheidenheid. b. d. Julianalaan Telefoon IV16275 Losse Blaadjes. Roulette! Brokjes Levenswijsheid. De sport der onsportieven. Kijkjes Buiten. PREDIKBEURTEN. Janna's verjaardag. SCHAAKRUBRIEK. Nee, wat ons nu weer overkomt! 't Is haast niet te toeschrijven! Roulette-spelen In ons land Je zou van schrik verstijven! In Scheveningen kwam-ie eerst, En Noord wijk volgde spoedig. Nu komt er ook in Zandvoort een, Zoo meldt men ons koelbloedig. Waar haalt men toch den moed vandaan Hier zoo iets te beginnen In 't deugdzaam deeg'lijk Nederland? Hoe durft men 't te verzinnen! Een echte speelbank, heerejee, Croupiers en toebehooren. Hoe kan dat ons voorzichtig ras Nu eigenlijk bekoren? Ik vrees, dat men de overheid Zoo aanstonds gaat verwijten: 0e gulden stond zoo stevig, en Daar gaat men nu mee smijten! Hoe deeg'lijk speelden wij voorheen; Dat was tenminste doenlijk! De loterij van Vader Staat Dat gokje was fatsoenlijk! Maar nu roulette! Wel een beeld Gaat voor mijn oogen rijzen: Verspeelde kapitalen ach, Het is om van te ijzen! Maar wacht eens, daarvoor hoeft men hier Gelukkig niet te vreezen. Twee kwartjes inzet op z'n hoogst Mag het een rlksje wezen. En als we bij den eersten keer Niet dadelijk wat winnen, (Zoo zijn we!) gaan we liever niet Ben tweeden keer beginnen. Mijn tante Antje zegt: ,,'t Is bar Zoo iets moest toch niet maggen!" Het buitenland noemt 't kinderspel En zit ons uit te lachen! (Nadruk verboden) Sportief is in dezen tijd een woord geworden van dezelfde kracht welke in de middeleeuwen het woord ridderlijk heeft bezeten en welke het woord gentlemanlike bü den Engelschman nog bezit. Men bedoelt er niet mee de menschen, die in de sport uitblinken door hun prestaties, maar de menschen, die zich stipt en royaal houden aan de regels van t spel. Sportief is geen aan duiding van lichamelijke bekwaamheden, maar omschrijving van een karaktereigenschap. Zoo; els ook de ridderlijkheid en het heer-zijn van den Engelschman op het karakter betrekking heeft. Mien kan als ridder al zijn tegenstanders vel len en toch onridderlijk zijn; men kan van top tot teen als heer gekleed gaan en toch ungientle- manlike wezen. Zoo kan men ook als kam pioen op het sportveld een man zijn met een onsportief karakter. Wat is het kenmerk der onsportieven? Dit is gemakkelijk aan te geven, omdat het het om gekeerde moet zijn van het kenmerk der spor tiviteit. De sportieve houdt zichl stipt en royaal aan de regels van 't spel; derhalve is hij, die rich op onvertogenheid en onhoffelijkheid laat voorstaan en dde zich tegen de regels van 't spel Stelselmatig verzet, onsportief. Men kan de onsportiviteit als sport beoefenen. Ook de onsportieven hebben hun sport. Het is een laffe, naargeestige spart, die helaas vrij algemeen voorkomt. Daar zij de uiting is van een karaktereigen schap, openbaart zij zich reeds van nature en komt dus het meest voor bü onopgevoeden, der halve Inzonderheid! bü het nog in den oerstaat levende kind. Opvoeding kan deze kwaal in vele gevallen genezen en het is voornamelijk aan de sport te danken, dat de onsportiviteit als volks ziekte allengs afneemt. Bij onze peuters en kleuters kan men zich afdoende overtuigen, hoe onsportiviteit tot een sport kan worden. De natuurlyke neiging tot dwarsdrüverü en ongehoorzaamheid ontwikkelt zich bij menig kind tot een stelselmatige levens houding. Het kind oefent zich in het dreinen, in het onvertogen zijn en tegen den draad in gaan, en het is vaak verbluffend, welk een virtuositeit het in dit spel kan ten toon spreiden. Geen verzoek, of het onttrekt er rich aan met een humeurig gebaar, geen vriendelük- heidi of het beantwoordt deze met een treitering, geen leefregel of het weet er zijn onordelijk ge drag tegenover te stellen. Op school kan men deze onsportieve sport het host waarnemen bü het tergend verzet tegen een leeraax, het steevast te laat komen, het spijbelen en spieken, en wat er nog meer aan sabotage in het schoolleven bestaat. Angstwekkend is het aantal voorbeelden van de spart der onsportieven ten opzichte van het verkeerswezen. De straat wemelt van deze naar geestige helden, van deze laffe, treiterende brani-makers. Helaas, veelal zün zij zich hun tekortkomingen niet eens bewust en moet men hen verontschuldigen door hun natuurlijken aan leg om stelselmatig tegen den draad in te leven to door de omstandigheid, dat hun fouten nog niet door opvoeding verbeterd zyn. Daar is büv. het links loopen en links uit wijken op de trottoirs. Men weet, dat dit in Sommige landen als Engeland en Oostenrijk ge woonte is. Wandelt men ten onzent de straat langs, dan krygt men dikwijls den indruk, als zou ons land met Engelsche en Oostenrijksche toeristen zün overstroomd. Er zün, vooral on der vrouwen van middelbaren leeftüd bij wie de sport van het links-houden bizonder in trek is, voorbeelden, waarby men versteld staat van de koppigheid en de virtuositeit, waarmee men, wat het ook koste en hoeveel moeite het ook geve, niet anders dan links wil gaan, omdat rechts nu eenmaal voorschrift is. Zeer ingeburgerd is de onsportieve sport van het dwarsdrijven ook bij een bepaald soort jeugdige fietsers, dde iemand liever over de teenen rijden dan achter hem langs te gaan en die bij voorkeur een race houden op de trot toirs, alleen omdat dit nu eenmaal niet mag. Het gevaariükst openbaart de sport van de onsportieven rich bü de automobilisten. Ik heb het nu niet eens over het gemakzuchtig ge bruik van de auto-hoorn, om zyn komst bü een bevriende familie aan te kondigen en hierdoor heel de straat te hinderen alleen omdat men te lui is om uit te stappen en op de bel bü de huisdeur te drukken. De dagelüksche lüst van dooden en gewonden verschaft het bewüs, wat deze onsportieve weggebruikers er voor over hebben, om hun kinderachtige neiging tot ge- bodsovertreding te botvieren. Niet ieder die op schoenen loopt, is een wan delaar, en niet ieder die ©en auto bestuurt, is een automobilist in den sportieven zin van het woord. Wie verder met deze eigenaardige sport ken nis wil maken, neme een kaartje op den elec- trischen trein, waar een bepaald slag reizigers door tegen den stroom in te gaan en aan den verkeerden kant in- en uit te stappen, zün onsportiviteit met heldhaftige koppigheid open baart. De sport der onsportieven is onze Nederland- sche sport by uitnemendheid. Spreekwoordelyk als de Duitsche tucht, de Engelsche correctheid en de Fransche hoffelykheid is de Hollandsche onvertogenheid, welke gelukkig door het be oefenen van de sportieve sporten, die het op volgen van spelregels tot een gewoonte maken, van lieverlede verdwünt. H. G. CANNEGIETER EEN PRAATJE OVER SPINNEN. De Kruisspin wekt ondanks den afkeer dien de vrouwen in 't algemeen van spinnen heb ben, onze nieuwsgierigheid en boeit onze aan dacht, als ze bezig is haar kunstig radvormig web in een muurhoekje of tusschen struiken van den tuin te weven. Anders is het met de huisspin en haar stof fig vuil web in verscholen hoekjes waar de ragebol niet iederen dag komt. En mochten er bij afwezigheid van de bewoners in woon- of studeervertrek zulke vangnetten zyn ont staan, dan begint de teruggekeerde huisvrouw onmiddellyk een onverbiddelijken stryd tegen dergelijke onwelvoeglijkheden. Graag daarentegen riet weer ieder in Octo ber kleine veldspinnetjes op fyne met paarlen bedauwde draden door de zonnelucht zweven. Dan hooren we roepen: Herfstdraden, Maria- garen, unserer lieben Frauen Gespunst, Fil de la Vierge! En men denkt daarbij aan Maria,s Hemelvaart en aan 't kleed dat de moeder Gods daarbij zou ontvallen zijn. Die lieve legende verbleekte natuurlijk en onze Ooster buren noemen nu den tijd der herfstdraden platweg Altweibersommer en de Gelderscben spreken van Kranenzommer. De Zwitsers echter zijn teeder en poëtisch gebleven met hun Wit- w-ensömmerli en drukken er misschien mee uit, dat een tweede liefde ook weldadig kan zijn. Onze nuchtere tijd zegt, dat de zilveren herfstdraden het spinsel zijn van jonge veld spinnetjes, die zich op den zelfgesponnen draad als met een ballon captif door den wind laten voortdragen, om een geschikt winter- verblyf te vinden. Behalve de genoemde in de lucht levende spinnen hebben we er ook een paar in en op het water. De waterspin fabriceert onder water een klok en vult die met lucht om daarin haar eitjes een geschikte ligplaats en haar kinder tjes een veilige kinderkamer te verzekeren. De andere kunnen we wandelend op den waterspiegel waarnemen bij de jacht op een prooi, 'tls de gerande jachtspin, die op lange beenen behendig over vijvers, plassen en sloo- ten glydt. Het diertje wordt over het elastische oppervlaktevlies van 't water, dat door de spinneklauwtjes maar even wordt ingedrukt, als een stofje voortgedragen. Bij zonnig weer gaat het op jacht. Dan zoekt het met een of meer van de acht pooten steun aan een dry- vend blad en spreidt de andere pooten op 't water uit. Heeft het een prooi gegrepen, dan ijlt het er mee naar den oever om ze daar uit te zuigen. Een vangnet weeft het niet. Het wijfje spint een cocon om er haar eieren in te bergen. Het draagt dien cocon overal aan den buik met zich mee, verdedigt hem tegen eiken aanval, en zoekt hem weer op, als het hem bij een gevecht in den steek heeft moeten laten. K. Zw. Ned. Herv. Kerk, Bloemendaal. V.m. 10 uur Ds. J. C. van Dyk. Jeugddienst i. h. Jeugdhuis. V.m. 10 uur, de heer W. F. G. Dankbaar. Overveen. V.m. 10 uur, de heer K. Koopman. Ned. Herv. Gem. Santpoort. V.m. 10 uur Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. „Wijs ons den weg". (Jez. 50 4 v.) Geref. Kerk. H. V., Haarlem. Kerkzaal „Blauwe Kruis". V.m. 10 uur en n.m. 5 uur, Ds. P. A. E. Sil- lenis Smitt. Geref. Kerk te Bloemendaal. V.m. 10 en n.m. 5 uur, Drs. J. C. Brussaard. Ned. Hervomde Evangelisatie te Santpoort. Voorm. 10 uur Heere Heeresma, Amsterdam, Vrije Katholieke Kerk. Kinheimpark, Popellaan. Zondag 16 Juli. V.m. 10.30, Gezongen H. Mis. Toediening van het H. Doopsel. Woensdag 19 Juli. N.m. 8 uur, Vespers en Lof. Donderdag 20 Juli. V.m. 7.30 uur, Gesproken Requiem Mis. Zaterdag 22 Juli. V.m. 7.30 uur, Gesproken H. Mis, aan het Maria Altaar. WAT HIJ DACHT. Dicht by de spoorlijn, ergens in het zuiden van het land, staat een lümfabriek, die een af- schuwelyke lucht verspreidt en een dame, die daar dikwijls voorby spoort, neemt altijd een fleschje odeur mee, om daaraan te ruiken, als ze In die beurt komt. Op zekeren dag zat een boer tegenover haar en op het bepaalde punt ontkurkte de dame haar fleschje en rook er aan. Spoedig was de coupé gevuld met de afschuwelijke lucht van de lym- fabriek. De boer zei niets en hield rich zoo lang mogelijk goed. maar tenslotte barstte hy uit: Doet u als je blieft dat fleschje maar weer dicht, juffrouw. IS 'T IE EVEN GOED?. Dreigement Zij hadden ruzie „Ik zal je alles teruggeven, wat je me gege ven hebt, zei ze. „Begin dan met de kussen," zei haar ver- oofde. Ze is nog bezig! Maar ze zyn nu ge trouwd. Door NEMO. Al sedert een dozyn jaren was Janna Krie- kers als gedienstige bü de familie Schimmel door haar toewüding en arbeidzaamheid tot een traditioneel stuk huismeubel geworden. Menige gebeurtenis welke immers ïn de beste families pleegt voor te komen had zü van terzüde meegemaakt en menigmaal tegen de bedrukte gezichten aangekeken, zonder er aan te denken, naar de reden daarvan te visschen. Een dag of wat later woei de wind weer uit een anderen hoek: dan weerklonk de heldere lach van papa met de kinderen door het huis, de piano was open en als dan mevrouw In de keuken kwam, haar met een welgemeenden duw opzij zette: Ga jü eens weg, dikke Jan!, dan volgde een geestige opmerking, die Janna tranen deed lachen. Ja, die mevrouw was me d'r soms eentje! In den laatsten tijd kwam er nog al eens een dag, zelfs meer dan eens, dat het binnen „hom meles" was; het ging wel weer over, maar na een steeds korter aantal dagen was het weer mis, zoodat van lieverlede de trouwe gedienstige een even trouwe barometer werd van de wis selvallige stemmingen en 't leek ook wel of de anders netjes en gezellig uitziende keuken er dan eveneens triest gmg uitzien, of het keuken gerei een minder aantal wrijf- of poetsbeurten kreeg. En het was waarschünlük door de sugges tieve werking van de zwoele sfeer gebeurd, dat het „huismeubel" de melk had laten overkoken en aanbranden, waardoor de ondragelijke lucht in gang en kamers de daar heerschende atmos feer zoo mogelyk nog explosiever maakte. Toen gebeurde het dat mevrouw, mitsgaders de oudste dochter met daar achter de heer des huizes het heiligdom van Janna binnenstoven, allen met snuivende neusgaten, gesticuleerende handen en geopende monden, met uitroepen als eind-motief: of ze nou heelemóAl was, waarbü mynheer zelfs de superlativus voegde dat ze dan wel kon opja, eigenhjk zei hy het an ders, maar bedoelde: opmarcheeren, als ze nJ. zoo héélemaal was. Nou, U voelt wel, dat zoo'n schrobbeering als erisis-verschynsel haar uitwerking niet miste. Janna was er, wat men in begrijpelijke termen noemt kapot van. Nooit nog had zij zoo'n mas- salen uitval geïncasseerd. Zü „nam" dien niet, evenals haar middag- en avondeten; kon ook den slaap niet vatten maar nam zich *s nachts voor, bü de eerste gelegenheid de beste, daarop .verhaal" te nemen. En werkelyk, den volgenden middag reeds stond zü na „de vaat" met opgestroopte mou wen als in gevechtspositie tegenover de vrouw des huizes. Mevrouw dorst haar eigen oogen haast niet gelooven. Wat of dat nou voor een behandeling was na die uit-z'n-eigen overgekookte melk. Verder: dat zij een fatsoenlijke meid was van nette ouders; daar kon naar geinformeerd worden; dat ze zich voor d'r eigen doodschaamde en dat zü op zoo'n manier niet meer blijven, zoodat zeen dat ze Mevrouw Schimmel begreep. Zag de onbillük- heid van die ongewone uitbarsting in en trad tegemoetkomend en bemoedigend op. Janna was een beste, brave ziel, dat wisten münheer en de kinderen ook... maar er waren omstandigheden, welke Janna niet zoo direct kon wetenDe tijden waren slecht, zeer slecht. De papieren dalentot niets soms. Wü hebben vreeselijke finaneieele klappen gehad. Moeten op alles bezuinigen. We bepalen ons tot het hoogst noodzakelyke: in kleeding, in uit gaan, enfin, in alles, maar wü willen jou nog zoo graag houden, omdat je om zoo te zeggen een stuk van ons gezin bent geworden. Kan je nu begrypen meid, waarom de humeuren dikwijls zoo overprikkeld zün en bij de minste gelegen heid loskomen? Maar jy zal bü ons blijven, niet waar, Jan? Kom, kijk me eens flink aan! Janna zette groote oogen op, getroffen door deze confidentie. Dacht niet meer aan heen gaan. Droogde met een schortpunt de oogen af. De volgende week Woensdag was zij jarig. In afwijking van de gewoonte, deelde mevrouw Schimmel haar mede, dat het haar ditmaal niet schikte haar een cadeautje te geven. De tijden werden alsmaar slechter. Maar we zullen 't zóó doen: Jij bent van middag vrij- Suze en ik zullen de vaat was- schen, omdat je jarig bent! zoo klonk het. Kom, mevrouw, dat gaat toch niet! protes teerde Janna, maar zij vond het toch erg aar dig en zat 's middags zeer tevreden in het kabinet aan haar kleeren te knutselen, toen de twee jongsten, Lize en Bob, telkens om haar heen draaiden en wat plagerig geheimzinnig deden. Janna nam het echter op als een kinder lijke jaloerschheid en hechtte er verder geen be- teekenis aan. Een uur later kwamen die twee terug, elk met een hand vol veldbloemen: voor Janna, omdat zy jarig was. Wat een blüde verrassing. Hartelyk dankend nam zy ze in ontvangst. Doch dadelük riep zy verschrikt: Maar, kind, wat zie je er uit! Je wïtte jurk je schoentjes... Nee, dat is toch te erg! Gauw mee, naar de keuken! Toen mama de bemodderde kinderen zag bin nenkomen, liet zy van schrik een bord aan stukken vallen. En Bob verhaalde zoo getrouw mogelyk, dat Lize in het afgegraasde koeien land aan den slootkant had gezeten om de bloemen te schikken en daar was afgegleden. Hij had er haar uitgetrokken en toen met sloot water en gras schoongeborsteld. Mama werd heusch boos. Wie heeft jullie gezegd, dat je bloemen mocht plukken? Geen antwoord. Nou, komt er wat? De kinderen keken elkaar angstig aan. Janna! Wie zeg je? Janna, voor d'r verjaardag immers! Ben je nou dwaas, Janna? Jij met je ver jaardag! Weet je wat? Geef Lize een verschoo- ning. Direct. En je wascht die vuile kleeren uit. Versta je? Janna wist ïn haar feeststemming geen woor den te vinden, deed haar werkschort voor en begon Lize, te ontkleeden. Toen kwam de wer kelyk heid tot haar door: Kind, wat ruik je vies, foei! Dat is jouw schuld. Met je verjaarsbloe- men. Kinderachtig schepsel! Nee maar! 'k Heb aan geen bloemen ge dacht. Ik ben... ik weet van... En Janna begon te schreien. We hebben het uit ons eigen gedaan! riepen nu de kinderen bü het zien van Janna's huilbui even luid meejammerend. Wat is hier gaande, voor den drommel! 't Was mynheer Schimmel, die op het lawaai keukenwaarts was gestapt. Van schrik liet nu Suze een deksel los, welke pats! op den vloer stuk viel. Een onsamenhangend relaas volgde, waaruit heer Schimmel concludeerde, dat hü ditmaal be middelend moest optreden. Janna! klonk het met generaalsstem als je met dat vuile werkje klaar bent, wasch je verder de vaten. Begrepen! Ja meneer, maar mevrouw.. Verder niets. Dank je. Meteen duwde hy vrouw en dochter voor rich uit gangwaarts. En Janna gehoorzaamde, zich weer herinne rend, dat ze jarig was. Een uur later kwam de kleine Li^e in haar schoone jurk in de keuken met een vaas, waar in de geplukte bloemen, waarby een pakje dat zes gloednieuwe linnen zakdoeken bevatte. En of ze bü mams en paps wou komen. (Nadruk verboden). Oplossingen, bijdragen enz. te richten aan den Schaakredacteur, Cruqniusstraat 19, Haarlem. PROBLEEM No. 388. W. B. H. M e i n e r s. (1862—1927). UIT DE GESCHIEDENIS DEP HANDSCHOENEN. Een byzonder gewichtige beteekenïs hadden de handschoenen by de Saksers in de middeleeuwen. Wanneer de keizer aan een of andere stad de bede om een marktrecht toestond, dan wilde het gebruik, dat hü haar een handschoen toezond. De Saksenspiegel zegt hierover: „Geen plaats mag een markt houden, of de keizer moet aan de stad zyn rechter handschoen hebben toegezon den". Opmerkelijk is de list, waarvan zich eenige uit Vlaanderen naar Saksen overgekomen koop lieden bedienden, nadat zij lang vruchteloos ver gunning hadden aangevraagd, om zich met der woon in Leipzig te vestigen. De keurvorst (Mo- ritz van Saksen), aan wien zy zich voorgesteld hadden, stak hun de hand toe; terstond greep een der kooplieden die en trok er den hand schoen af. Verder gold de toezending van een landsvor- telüken handschoen voor vergunning tot het bou wen van een stad, volgens den Saksenspiegel, waarin men leest: „Waar men nieuwe steden bouwt, daar moet men op de markt een kruis zetten, en men hangt des keurvorsten hand schoen daaraan, opdat men zien kunne, hoe dit zijn wil is". Verder gold de handschoen ook als teeken van het muntrecht: „Niemand mag nieuwe munt slaan, zonder wil van den keurvorst, tot bewys waarvan deze zijn handschoen zenden moet". Ook als een teeken van huldiging werden indien tijd handschoenen aangeboden. Zoo b.v. huldigde de stad Koningsbergen haar hertog door hem een Iinker-handschoen met 800 penningen daarin te overreiken. Het besluit om van de belegering eener vaste plaats eerst na haar verovering af te zien, werd daardoor aangeduid, dat de haar belegerende vorst of veldheer zün handschoen uittrok en van zich wierp. In sommige streken was het bü de Israëlieten gebruik, een belangrijken gesloten koop of han del door het omruilen der handschoenen te be krachtigen. Als vroeger schepenen en rechters een vonnis velden, trokken zij, om aan hun on omkoopbaarheid té herinneren, hun handschoe nen uit. Op vele plaatsen had men de gewoonte, bü den doop aan den geestelijke en vervolgens aan de kraamvrouw een paar handschoenen te ver eeren. Ook in de geleerde wereld speelden de hand schoenen vroeger een rol. Zoo b.v. kreeg te Gies- zen een nieuw bevorderd doctor een paar hand schoenen en te Jena werden bü gelegenheid van een doctorale promotie door de theologische fa culteit zelve aan alle aanwezige doctoren hand schoenen uitgedeeld met het formulier: „De hoogwaardige theologische faculteit wenscht zich geluk, dat de heeren doctoren door hunne ver- eerende tegenwoordigheid betuigen willen, hoe- Mat in twee zetten. Stand aer stukken: Wit: Kh5, Dh3, Tg2, 0d6, c3, d2, d5, h6. Zwart; Ke4, c4, d7, h7. lste Eerv. verm, „Chakhmjatny Journal." 60-JARIG JUBILEUM NEDERLANDSCHE SCHAAKBOND. In verband met het feit, dat de Nederland- sche Schaakbond op initiatief van Haagsclïa schakers werd opgericht, heeft de Bondsraad besloten de jubileumfeesten in Den Haag, en Scheveningen te doen plaats vinden. De Haagsche Schaakbond, wien de organi satie dezer feestelijkheden is toevertrouwd, heeft deze georganiseerd op een wijze, welke den Nederlandschen schaakbond waardig is. Het bestuur zal er naar streven het den gas ten zoo aangenaam mogelijk te maken. Voor bystand en advies betreffende de uitvoering dezer feestelijkheden heeft het bestuur een. Eere-comité in het leven geroepen. De navol gende vyf oud-voorzitters resp. ondervoorzitter van den N.S.B. zijn hiervoor uitgenoodigd en bereid gevonden in dit comité zitting te nemen: Mr. Joh. J. Belinfante te 's Gravenhage; mr. A. Rueb, te 's Gravenhage; Jhr. H. Strick van Linschoten, te Delft; mr. G. C. A. Oskam, te Rotterdam en W. A. T. Schelfhout, te Am sterdam. Dit moge een aansporing zyn tot deelname aan de Bondswedstrijden, welke van 31 Juli tot en met 4 Augustus in de Casino zaal van het Oranje Hotel te Scheveningen worden gehouden. De clou der Bondswedstrij den vormt zeker het te houden Meestertour- nooi. Hieraan zullen de schaakmeesters Bogol- jubow, FIFohr en Maroczy deelnemen, terwyl het in de bedoeling ligt de 5 hoogst uitkomen de deelnemers van den strijd om het Kampi oenschap van Nederland (zie Het Bloemen- daalsche Weekblad van 30 Juni 1.1.) hieraan toe te voegen. Het spreekt bijna vanzelf, dat dit tournooi een groote belangstelling zal ver werven. Tevens zullen den gasten attracties worden aangeboden. Zij zullen in een feestpro gramma den deelnemers, na ontvangst van het inleggeld, ad f 2.worden medegedeeld. Zich aan te melden vóór 26 Juli a.s. by den eersten bondssecretaris: J. G. Hartogensis, Atnonie Duyckstraat 55, Den Haag (Postgiro 20676). zeer zü de faculteit en de te benoemen doctoren begunstigen. Tot bewys van erkentelykheid wordt bevolen, nevensgaand geschenk, zijnde een paar handschoenen, aan de heeren aan te bieden". Overoud is het gebruik der handschoenen als teeken van uitdaging tot tweegevechten en by eenige ordaliën of godsgerechten moest de aan geklaagde gloeiende ijzeren handschoenen aan trekken, om door geschonden of ongeschonden handen zyn schuld te bevestigen of zijn onschuld te bewüzen. Onder de talrijke folteringen, welke men tegen de martelaars voor het christelijk geloof aan wendde, behoorden ook ijzeren handschoenen met stekels en punten, welke men hun om de han den sloot. Niet zelden werden handschoenen ook als middel tot vergiftiging gebruikt. HET GROOTSTE STADION TER WERELD. In het hart van Londen wordt op bet oogen- blik het grootste en best uitgeruste stadion ter wereld gebouwd, waarin 170.000 menschen zul len plaats vinden. De kosten bedragen 600.000 pond sterling. Het plan gaat in oorsprong uit van het initiatief van den Amerikaan Jeff Dickson. Het stadion, dat den naam „West minster Stadion" zal dragen, ligt op slechts eenige honderden meters van het Parlement en in de onmiddellijke nabijheid van de nieuwe Lambethbrug. Hoewel het in uitgestrektheid het Palais des Sports te Parys overtreft, ge lijkt het in bouwstijl toch zeer op het Parijsche gebouw, dat eveneens zijn ontstaan dankt aan Dickson's initiatief. De architect heeft er voor gezorgd, dat geen enkele pilaar het uit zicht op het speelveld belemmert. In dit sta dion, zullen bokswedstrijden, ijshocky-wedstrij- den, wielerwedstrijden, enz. worden gehouden. Voor de wielerwedstrijden wordt een perma nente houten baan gebouwd. Het stadion heeft verder een groote zaal voor oefeningen, een kleinere met 2500 zitplaatsen voor minder be langrijke bokswedstrijden en een club. Het ge bouw zal echter ook gebruikt worden voor danspartijen, concerten, circusvoorstellingen en tentoonstellingen op allerlei gebied. Wü noemen vaak een ander „wijs", als we zelf geprezen willen worden. Het leven is een voorrecht, geen recht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1933 | | pagina 3